Stb. 2017, 440, datum inwerkingtreding 29-11-2017, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2017.
1 In het beheersplan zijn, naast de indeling van de eenheden, bedoeld in artikel 25,
eerste lid, onder a, van de Politiewet 2012, in districten en basisteams, ten minste
opgenomen:
-
a. het sterktebeleid waaronder de sterkteverdeling, de organisatie en formatie;
-
b. het personeelsbeleid waaronder de meerjarige strategische personeelsplanning, het
beleid op het terrein van leiderschap, loopbaanbeleid, het mobiliteitsbeleid, een
divers samengesteld personeelsbestand, het integriteitbeleid en de maatregelen die
voortvloeien uit de uitvoering van de vastgestelde CAO;
-
c. het ICT-beleid waaronder het beleid op het terrein van het onderhoud en vernieuwing
en de informatieorganisatie;
-
d. het beleid op het gebied van materieel, waaronder inkoop en huisvesting;
-
e. een meerjarenraming van de behoefte aan politieonderwijs, onderzoek en kennis voor
de vier op het begrotingsjaar volgende jaren.
2 In het beheersplan worden de in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, genoemde
onderwerpen inzichtelijk gemaakt ten aanzien van de sterkte die feitelijk ter beschikking
wordt gesteld aan de Politieacademie.
3 Onze Minister stelt voor de derde dinsdag van september het ontwerpbeheersplan voor
het komende begrotingsjaar op.
4 Het ontwerpbeheersplan wordt als bijlage bij de begroting van het Ministerie van Veiligheid
en Justitie aan de Staten-Generaal gezonden.
5 Onze Minister stelt het beheersplan vast na goedkeuring van de begroting voor hetzelfde
jaar van zijn ministerie door de Staten-Generaal.
6 De korpschef meldt een voorgenomen wijziging van de organisatie of formatie, waarvan
de gevolgen nog niet in het beheersplan zijn opgenomen en die wijzigingen in de verdeling
van de operationele sterkte tot gevolg zal hebben zo spoedig mogelijk, aan Onze Minister.