3 Wanneer de aankoop van onroerende zaken essentieel is voor de uitvoering van activiteiten van een project die onder de reikwijdte van de artikelen C5, D4, E5, F4, G4, H5, Ha4, Hb4, Hc4, Hd4, He4, Hf4, Hj4 en Hk4 van de subsidieregeling vallen en er een duidelijk verband bestaat met de doelstellingen ervan, komt de aankoop van een onroerende zaak, dat wil zeggen reeds opgetrokken gebouwen of de bouw van een onroerende zaak, in aanmerking voor medefinanciering op basis van de volledige of gedeeltelijke aankoopkosten, of op grond van afschrijvingen, onder de hieronder uiteengezette voorwaarden, en zonder dat afbreuk mag worden gedaan aan de toepassing van strengere nationale voorschriften:
a. Er moet een bewijs worden afgegeven door een onafhankelijke gekwalificeerde taxateur of een naar behoren gemachtigd officieel orgaan, waaruit blijkt dat de prijs de marktwaarde niet overschrijdt. Bovendien verklaart dit bewijs ofwel dat de onroerende zaak in overeenstemming is met de nationale voorschriften, ofwel geeft het de punten aan die niet conform zijn en waarvan de rectificatie door de eindbegunstigde is gepland in het kader van het project.
b. De onroerende zaak mag niet vóór de uitvoering van het project met een subsidie van de Europese Unie zijn aangekocht.
c. In geval van medefinanciering van de volledige of gedeeltelijke kosten mag de onroerende zaak voor een periode van ten minste tien jaar na de einddatum van het project alleen voor het in het kader van het project vastgestelde doel worden gebruikt, tenzij de minister anders beslist. In geval van medefinanciering op basis van afschrijvingen wordt deze periode teruggebracht tot vijf jaar.
d. In het geval van medefinanciering op basis van afschrijvingen is alleen het deel van de afschrijvingen van deze zaken dat overeenstemt met de duur van het gebruik en met de mate waarin het daadwerkelijk voor het project wordt gebruikt, subsidiabel. De afschrijvingen worden berekend volgens nationale boekhoudvoorschriften.