Besluit advisering beschut werk

Geraadpleegd op 13-12-2024.
Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Besluit van 11 december 2014, houdende regels met betrekking tot de werkzaamheden die het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen uitvoert om te beoordelen of een persoon uitsluitend in een beschutte omgeving mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft (Besluit advisering beschut werk)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 oktober 2014, nr. 2014-0000152506;

Gelet op artikel 10b, tweede lid, van de Participatiewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2014, no. W12.14.0379/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2014, nr. 2014-0000183657;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Advies

  • 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verricht de werkzaamheden, bedoeld in artikel 10b, tweede en derde lid, van de Participatiewet, en adviseert het college hierover binnen acht weken nadat het hiertoe van het college of van de persoon, bedoeld in artikel 10b, derde lid, van de Participatiewet, een verzoek heeft ontvangen.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de vergoeding van de kosten van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, door het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 3. Beoordeling

  • 1 In het kader van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, verricht het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen onderzoek naar de vraag of de persoon met arbeidsvermogen bij het verrichten van werkzaamheden is aangewezen op:

    • a. een of meer technische of organisatorische aanpassingen die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden gerealiseerd;

    • b. permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kan worden aangeboden.

  • 2 Uitsluitend indien uit het onderzoek blijkt dat ten minste een van de vragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a of b, bevestigend wordt beantwoord, adviseert het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan het college om vast te stellen dat de persoon uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

  • 5 In afwijking van het derde lid, onderdeel a, en het vierde lid, verricht het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een onderzoek als bedoeld in het eerste lid wanneer de aanvrager vermeldt dat er sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten opzichte van de indicatiebeschikking, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, en het vierde lid.

  • 6 In afwijking van het derde lid, onderdeel b, verricht het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een onderzoek als bedoeld in het eerste lid wanneer de aanvrager die binnen twaalf maanden een nieuwe aanvraag indient, vermeldt dat er sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten opzichte van het eerdere advies van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in het derde lid, onderdeel b.

  • 8 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan ten behoeve van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 10b, tweede en derde lid, van de Participatiewet de hiervoor noodzakelijke gegevens opvragen bij scholen, begeleidende organisaties en werkgevers. Bij ministeriële regeling wordt geregeld wat onder noodzakelijke gegevens wordt verstaan.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit advisering beschut werk.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 11 december 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Uitgegeven de achttiende december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten