-
afzet van landbouwproducten: afzet van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 7, van de groepsvrijstellingsverordening
landbouw, punt 35, onderdeel 12, van het landbouwsteunkader en artikel 2, eerste lid,
onderdeel c, van de de-minimis verordening;
-
besluit:
Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;
-
daadwerkelijke samenwerking: daadwerkelijke samenwerking als bedoeld in artikel 2, onderdeel 90, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening;
-
eco-innovatie: eco-innovatie als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 4, van de Richtsnoeren
staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PbEU 2014, C200);
-
experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel 86, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening en paragraaf 1.3, onderdeel j, van de O&O&I-kaderregeling;
-
fundamenteel onderzoek: fundamenteel onderzoek als bedoeld in artikel 2, onderdeel 84, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel m, van de O&O&I-kaderregeling;
-
groepsvrijstellingsverordening landbouw: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde
categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op
grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);
-
haalbaarheidsstudie: haalbaarheidsstudie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 87, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel k, van de O&O&I-kaderregeling;
-
hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare energiebronnen als bedoeld in als bedoeld in artikel 2, onderdeel 110,
van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder
5, van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020
(PbEU 2014, C200);
-
hooggekwalificeerd personeel: hooggekwalificeerd personeel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 93, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening en paragraaf 1.3, onderdeel o, van de O&O&I-kaderregeling;
-
industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in artikel 2, onderdeel 85, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel q, van de O&O&I-kaderregeling;
-
innovatieadviesdiensten: innovatieadviesdiensten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 94, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel r, van de O&O&I-kaderregeling;
-
innovatieclusters: innovatieclusters als bedoeld in artikel 2, onderdeel 92, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel r, van de O&O&I-kaderregeling;
-
innovatieve starter: innovatieve starter als bedoeld in paragraaf 5.4 van de O&O&I-kaderregeling;
-
jonge landbouwer: natuurlijke persoon die ten hoogste 39 jaar oud is en sinds ten hoogste drie jaar
voor het eerst voor eigen rekening en risico een landbouwonderneming beheert die hij:
-
a. alleen in eigendom, pacht of erfpacht heeft, of
-
b. volledig in eigendom, pacht of erfpacht heeft met een andere natuurlijke persoon die
niet eerder een landbouwonderneming volledig in eigendom, pacht of erfpacht heeft
gehad.
-
minister: Minister van Economische Zaken;
-
O&O&I-kaderregeling: Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr.
2014/C 198/01 (PbEU 2014, C 198);
-
Unienorm: Unienorm als bedoeld in artikel 2, onderdeel 102, van de algemene groepsvrijstellingsverordening,
en paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 3, van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve
van milieubescherming en energie 2014–2020 (PbEU 2014, C200);
-
verwerking van landbouwproducten: verwerking van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van de groepsvrijstellingsverordening
landbouw, punt 35, onderdeel 11, van het landbouwsteunkader en artikel 2, eerste lid,
onderdeel b, van de de-minimis verordening.