Bijlage Modelstatuten
[Regeling vervallen per 01-07-2024]
OPRICHTING
van de stichting:
Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie **,
met zetel in de gemeente 's Gravenhage
Heden, ** tweeduizend **, is voor mij, mr. Frank Jan Oranje, notaris te 's Gravenhage,
verschenen:
**.
De comparant heeft verklaard een stichting op te richten met de volgende statuten:
STATUTEN.
Naam en zetel.
Artikel 1.
1.1. De stichting draagt de naam: Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie **.
1.2. Zij heeft haar zetel in de gemeente 's Gravenhage.
Doel.
Artikel 2.
De stichting heeft – met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 – ten doel:
a. het in dienst nemen van personeelsleden ter ondersteuning van de Tweede Kamerfractie
van ** ('de Fractie'), zowel op het organisatorisch-, beleids- en administratief gebied.
Met Tweede Kamerfractie wordt in deze statuten bedoeld een fractie als bedoeld in
artikel 5.1, eerste lid, en artikel 5.3, tweede en derde lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal;
b. het verwerven van apparatuur welke noodzakelijk zijn ter ondersteuning van het
functioneren van de Fractie en de onder a genoemde personeelsleden;
c. het vaststellen van salarissen en andere arbeidsvoorwaarden voor de onder a genoemde
personeelsleden, en voorts al hetgeen daarmee verband houdt of daaraan bevorderlijk
kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
Vermogen.
Artikel 3.
3.1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
a. bijdragen van het Rijk, waaronder de bijdrage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling
financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer, welke jaarlijkse bijdrage is bestemd
ter dekking van de personele en materiële kosten of uitgaven van de Fractie in een
kalenderjaar, met als doel het goede functioneren van de Fractie te bevorderen door
de Fractie in staat te stellen de daarvoor naar haar redelijk oordeel noodzakelijke
activiteiten te ontplooien, medewerkers aan te stellen en de daarmee gemoeide uitgaven
te laten bekostigen door de stichting;
b. hetgeen wordt verkregen door erfstellingen en legaten, met dien verstande dat erfstellingen
niet anders kunnen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
c. andere baten, met dien verstande dat de stichting geen actieve handelingen zal
verrichten dan wel activiteiten zal ontplooien die (mede) ten doel hebben haar vermogen
te doen toenemen.
3.2. Het vermogen van de stichting mag niet gebruikt worden ter bekostiging van uitgaven
waarvoor:
a. de leden van de Fractie een vergoeding (kunnen) ontvangen ingevolge de Wet schadeloosstelling
leden Tweede Kamer; of
b. politieke partijen een vergoeding (kunnen) ontvangen ingevolge de Wet financiering
politieke partijen.
Bestuur: samenstelling, benoeming en defungeren.
Artikel 4.
4.1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen
aantal van ten minste drie natuurlijke personen. Een niet voltallig bestuur behoudt
zijn bevoegdheden. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4.2. Tot bestuurder kunnen slechts worden benoemd leden van de Fractie. Het Presidium,
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer (het 'Presidium') kan voor iedere afzonderlijke benoeming ontheffing verlenen van
deze kwaliteitseis. Deze ontheffing wordt in elk geval verleend indien de Fractie
uit minder dan drie (3) leden bestaat.
4.3. Indien het Presidium ontheffing verleent van de kwaliteitseis als bedoeld in
artikel 4.2, dan geldt dat:
a. als bestuurder van de stichting niet kunnen worden benoemd de echtgeno(o)t(e),
geregistreerd partner en/of bloed- en aanverwant tot en met de vierde graad van een
van de bestuurders. Onder echtgenoot wordt voor de toepassing van dit artikel 4.3
onder a ook verstaan de ongehuwde persoon waarmee een bestuurder een notarieel samenlevingscontract
is aangegaan, dan wel, met wie hij staat ingeschreven op hetzelfde woonadres in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
b. een beoogd bestuurder, niet zijnde een lid van de Fractie, slechts benoemd kan
worden indien hij/zij aan het Presidium een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt
als bedoeld in artikel 28 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, zonder welke verklaring de beoogd bestuurder niet kan worden benoemd.
4.4. De bestuurders worden – met inachtneming van artikel 4.2 en, voor zover toepasselijk,
artikel
4.3 – benoemd door het bestuur, met dien verstande dat het Presidium wordt geraadpleegd
over elke voorgenomen benoeming van een natuurlijke persoon tot bestuurder.
4.5. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester
aan, dan wel in de plaats van de beide laatsten een secretaris penningmeester.
4.6. Bestuurders worden benoemd voor de tijd van ten hoogste vier jaren en treden
af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden; een volgens
het rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse
vacature benoemde neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens
vacature hij werd benoemd.
4.7. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet,
dan wel een daaraan gelijk te stellen wettelijke regeling naar buitenlands recht die
op de betreffende bestuurder van toepassing is;
c. door zijn ondercuratelestelling of doordat hij anderszins het vrije beheer over
zijn vermogen verliest;
d. door zijn vrijwillig aftreden, al dan niet volgens het in artikel 4.6 bedoelde
rooster;
e. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
f. door zijn ontslag, verleend door het bestuur om gewichtige redenen;
g. doordat hij geen lid meer is van de Fractie, anders dan doordat de Fractie ophoudt
te bestaan;
h. door het niet langer voldoen aan de in artikel 4.3 onder a gestelde kwaliteit.
4.8. De bestuurder van wie het ontslag, bedoeld in artikel 4.7 onder f aan de orde
is, heeft het recht de desbetreffende vergadering(en) van het bestuur bij te wonen
en aldaar het woord te voeren. Hij wordt niet meegerekend bij de bepaling van het
aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders en heeft bovendien niet het recht
zijn stem uit te brengen ter zake van zijn geagendeerde ontslag. De tweede volzin
van dit lid vindt evenwel geen toepassing indien het bestuur op dat moment slechts
uit twee bestuurders bestaat.
4.9. Een besluit tot ontslag als bedoeld in artikel 4.7 onder f, behoeft ten minste
twee derden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van het bestuur waarin
ten minste twee derden van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in een
vergadering van het bestuur niet ten minste twee derden van de bestuurders aanwezig
of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet
eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, in welke tweede
vergadering rechtsgeldig omtrent dit ontslag kan worden besloten met een meerderheid
van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, mits in deze vergadering ten
minste de helft van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping
tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit tot dit ontslag
kan worden genomen in een vergadering waarin slechts de helft van de bestuurders aanwezig
of vertegenwoordigd behoeft te zijn.
4.10. In geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur
tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. In geval van ontstentenis of belet van
alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer
door het Presidium – voor zover mogelijk in overleg met de Fractie – aan te wijzen
personen.
Bestuur: taak en bevoegdheden.
Artikel 5. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
5.2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van
overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van
een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen.
5.3. Bestuurders ontvangen voor de door hen in die hoedanigheid voor de stichting
verrichte werkzaamheden geen beloning, middellijk noch onmiddellijk. Onder beloning
wordt niet verstaan:
a. een redelijke, niet bovenmatige vergoeding voor de ten behoeve van de stichting
gemaakte kosten;
b. een niet bovenmatig vacatiegeld, met dien verstande dat bestuurders die tevens
lid zijn van de Fractie geen recht hebben op een vacatiegeld.
Bestuur: vertegenwoordiging.
Artikel 6. 6.1.
Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
6.2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan de voorzitter tezamen
met de secretaris of de penningmeester dan wel, indien beide laatstbedoelde functies
in één persoon zijn verenigd, tezamen met de secretaris-penningmeester.
6.3. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuurders,
alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Bestuur: vergaderingen.
Artikel 7.
7.1. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten
minste twee van de overige bestuurders een vergadering bijeenroepen, doch ten minste
eenmaal per jaar.
7.2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk
door de in artikel 7.1 bedoelde personen, dan wel namens deze door de secretaris van
het bestuur op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen
onderwerpen.
7.3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland,
te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep dan wel deed bijeenroepen. Indien
werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin
rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het
tijdstip van de vergadering schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming
te verzetten.
7.4. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen
die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
7.5. Een bestuurder is bevoegd zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen door
een medebestuurder. De volmacht hiertoe dient schriftelijk te zijn verleend. Aan de
eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch
is vastgelegd. De volmacht tot vertegenwoordiging werkt niet privatief. Een bestuurder
kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
7.6. Vergaderingen kunnen voorts op afstand worden gehouden met toepassing van elektronische
communicatiemiddelen waaronder begrepen een conference call of een videoconferentie,
mits iedere bestuurder via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd,
rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen
aan de beraadslaging.
7.7. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij zijn afwezigheid voorziet
de vergadering zelf in haar leiding; tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen
door de ter vergadering aanwezige bestuurder die het langst als zodanig fungeert.
Bestuur: besluitvorming.
Artikel 8.
8.1. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de
vergadering worden gehouden, met dien verstande dat op verzoek van een of meer bestuurders
stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
8.2. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden
alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte
stemmen.
8.3. Iedere bestuurder is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. Blanco stemmen
worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen over zaken is het
voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het
lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand van hen een
volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het
grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
8.4. Tenzij in deze statuten anders wordt bepaald, kan het bestuur slechts geldige
besluiten nemen in een vergadering waarin ten minste de helft van de bestuurders aanwezig
of vertegenwoordigd is. Is in een vergadering minder dan de helft van de bestuurders
aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering,
in welke tweede vergadering ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders
rechtsgeldig kan worden besloten omtrent de onderwerpen welke in de eerste vergadering
op de agenda waren geplaatst doch waarover in die vergadering bij ontbreken van het
quorum niet kon worden besloten. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden
vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen onafhankelijk van het aantal
ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
8.5. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel
omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud
van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd
voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de
juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid
van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk
geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming
vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
8.6. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden door de secretaris
of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen
gehouden. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering
en worden ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering
ondertekend.
8.7. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits
alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen
schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten.
Een besluit is alsdan genomen zodra de vereiste meerderheid van alle bestuurders zich
schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen
besluit wordt door de secretaris van het bestuur een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende
vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist
van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen
met de in de eerste zin van artikel 8.7 bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.
Egalisatiereserve.
Artikel 9.
9.1. Het bestuur is bevoegd een egalisatiereserve te vormen met inachtneming van het
bepaalde in de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer.
9.2. Het verschil tussen de gerealiseerde baten en de gerealiseerde lasten van de
activiteiten van de stichting komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.
9.3. De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd.
9.4. De egalisatiereserve mag niet het bedrag overschrijden zoals opgenomen in de
Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer. Bij een overschrijding als
bedoeld in de vorige volzin, is de stichting het verschil verschuldigd aan het Rijk
en wordt dat onverwijld door de stichting betaald overeenkomstig het bepaalde in de
Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer.
9.5. De egalisatiereserve wordt aangehouden bij een te goeder naam en faam bekend
staande bancaire of financiële instelling met een vergunning van De Nederlandsche
Bank (DNB) en dient vrij opneembaar te zijn.
9.6. Bij splitsing van de fractie als bedoeld in artikel 5.3, derde lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden de materiële vaste activa en de egalisatiereserve verdeeld naar evenredigheid
(het aantal leden van de Fractie dat zich afsplitst naar een andere (nieuwe) fractie
in verhouding tot het aantal leden van de Fractie voor splitsing). Het aldus berekende,
evenredige bedrag wordt onverwijld door de stichting betaald aan de betrokken stichting(en)
van de betrokken fractie(s) en verantwoord als materiële vaste activa respectievelijk
egalisatiereserve.
Boekjaar en jaarstukken.
Artikel 10.
10.1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
10.2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles
betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit
deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit
te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
10.3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen drie (3) maanden na afloop van het
boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op
papier te stellen. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststelling van de balans en
de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een
registeraccountant of een accountant administratieconsulent in de zin van artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die is aangewezen door het bestuur. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek
verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een controleverklaring
omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van de in de vorige volzin bedoelde stukken.
De balans, de staat van baten en lasten en de verantwoording voldoen in elk geval
aan het hieromtrent bepaalde in de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede
Kamer. Bij de aanstelling van voormelde accountant door het bestuur bedingt het bestuur
dat de accountant aan de Auditdienst Rijk, bedoeld in artikel 1.1 van de Comptabiliteitswet 2016, alle informatie verschaft die hij verlangt en voor de uitoefening van zijn controlewerkzaamheden
nodig acht.
10.4. Na vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten door het bestuur
worden deze stukken door het bestuur, vergezeld van het verslag van de accountant
en de controleverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, toegezonden
aan het Presidium.
10.5. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden
en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar te bewaren.
Reglementen.
Artikel 11.
11.1. Het bestuur is bevoegd reglementen, waarin nadere regels worden gegeven over
het functioneren van de stichting en haar bestuur, vast te stellen, te wijzigen of
op te heffen.
11.2. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen is het bepaalde in
artikel 12.2 en artikel 12.3, van overeenkomstige toepassing.
Statutenwijziging.
Artikel 12.
12.1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging
is onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Fractie en van
het Presidium.
12.2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van
twee derden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van het bestuur waarin
ten minste twee derden van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in een
vergadering van het bestuur waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is
voormeld quorum niet aanwezig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering,
in welke tweede vergadering rechtsgeldig kan worden besloten met een meerderheid van
twee derden van de uitgebrachte stemmen, mits in deze vergadering ten minste de helft
van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping tot de tweede
vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit tot statutenwijziging kan
worden genomen in een vergadering waarin slechts de helft van de bestuurders aanwezig
of vertegenwoordigd behoeft te zijn. Het bepaalde in artikel 8.4, tweede volzin, van
deze statuten is op een besluit tot statutenwijziging niet van toepassing.
12.3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging
zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift
van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij
de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval
ten minste twee weken.
12.4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte
is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te doen verlijden.
12.5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de
gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening.
Artikel 13.
13.1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden, met dien verstande dat in
geval de Fractie ophoudt te bestaan ook het Presidium bevoegd is tot ontbinding van
de stichting te besluiten, in welk geval – in afwijking van artikel 13.3 – het Presidium
de vereffenaars van het vermogen van de stichting benoemt.
13.2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 12.1,
artikel 12.2 en artikel 12.3 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat
de goedkeuring van de Fractie niet is vereist indien deze heeft opgehouden te bestaan.
13.3. Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd, worden de bestuurders
vereffenaars van het vermogen van de ontbonden stichting.
13.4. De vereffenaars doen aan het handelsregister opgaaf van de ontbinding alsmede
van hun optreden als zodanig en van de gegevens over henzelf die van een bestuurder
worden verlangd.
13.5. Het overschot na vereffening komt toe aan het Rijk onder de verplichting dit
overschot te doen toekomen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In het besluit
tot ontbinding wordt tevens aangewezen een bewaarder voor de boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers van de ontbonden stichting.
13.6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening
van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze
statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan,
moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
13.7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers
van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren nadat de stichting heeft opgehouden
te bestaan onder berusting van de door het bestuur in zijn ontbindingsbesluit aangewezen
bewaarder. Deze persoon is gehouden binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht
zijn aanwijzing alsook zijn naam en adres ter inschrijving op te geven aan het handelsregister.
Slotbepaling.
Artikel 14.
14.1. Voor de eerste maal wordt het bestuur bij deze akte benoemd.
14.2. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op **.
EINDE STATUTEN.
Slotverklaring.
Ten slotte heeft de comparant verklaard dat bij deze oprichting worden benoemd tot
bestuurders van de stichting in de achter hun naam vermelde functie:
1. **, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: voorzitter;
2. **, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: [secretaris] [secretaris-penningmeester];
3. **, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: [penningmeester] [bestuurder];
4. [OPTIONEEL ALS MEER DAN 3 BESTUURDERS] **.
Slot akte.