Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 november 2013, nr. WJZ/13185763, tot het vaststellen van een selectieprocedure bij gedwongen verkoop (Regeling selectieprocedure bij gedwongen verkoop)
De Minister van Economische Zaken;
Gelet op de artikelen 3.16, eerste en tweede lid, 3.19a, 7.1, vijfde lid, 7.3, eerste lid, onderdeel d, en vierde lid, onderdelen b en c, en 7.7a van de Telecommunicatiewet, de artikelen 19 tot en met 22 van het Frequentiebesluit 2013, artikel 3.5b, derde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen, de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht;
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
aanvrager: degene die een aanvraag tot verlening van toestemming als bedoeld in artikel 3.19a van de wet heeft ingediend;
b.
vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3.19a van de wet, of een in het artikel 3 bedoelde besluit vastgesteld deel daarvan;
c.
vertrouwelijke informatie: informatie over een aanvrager of een natuurlijke of rechtspersoon met toestemming die niet openbaar is en die, wanneer kenbaar gemaakt aan een ander diens beslissingen met betrekking tot de procedure van gedwongen verkoop beïnvloedt of kan beïnvloeden;
d.
VOA-regeling: de Regeling verdeling op afroep.
De in artikel 3.19a, vijfde lid, van de wet bedoelde periode bedraagt twee weken na de datum van kennisgeving van het ontwerpbesluit inhoudende dat de houder van een vergunning op grond van artikel 3.19a, eerste lid, van de wet verplicht is om een vergunning over te dragen.
§ 3. Eisen en vergunningvoorschriften
In het besluit, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder a, van het Frequentiebesluit 2013 wordt vastgesteld:
a. welke eisen aan aanvragers of andere regels die zijn gesteld bij de initiële verlening van de vergunning, vervallen of wijzigen in het kader van deze procedure alsmede wat aanvullende eisen zijn;
b. in hoeverre een aanvraag betrekking kan hebben op een andere omvang van frequentieruimte dan bij de initiële vergunningverlening, bedoeld in onderdeel a, was toegestaan;
c. welke aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen vervallen of wijzigen op het moment van overdracht van de vergunning;
d. welke onderdelen van het formulier voor een aanvraag tot verlening dat bij de initiële verlening van de vergunning is vastgesteld, vervallen of wijzigen in het kader van deze procedure;
e. indien het besluit betrekking heeft op meerdere ongelijksoortige vergunningen: op welke van de in artikel 15, onderdeel c, genoemde wijzen zal worden bepaald of deze vergunningen om niet kunnen worden overgedragen.
§ 4. De aanvraag tot verlening van toestemming
1 Een aanvraag tot verlening van toestemming als bedoeld in artikel 20, onder a van het Frequentiebesluit 2013 geschiedt door middel van een daartoe strekkend formulier. De aanvraag bevat de in het formulier genoemde gegevens en bescheiden. Een aanvraag tot verlening van toestemming gaat vergezeld van:
a. een ingevuld formulier houdende een aanvraag tot verlening van een vergunning, zoals dat formulier is vastgesteld bij de initiële verlening van de vergunning, en
b. de gegevens en bescheiden die in het onder a bedoelde formulier zijn genoemd,
met inachtneming van het in artikel 3 bedoelde besluit.
4 De aanvraag wordt uiterlijk om 14:00 uur per post ontvangen, dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend, op het volgende adres en met de volgende adressering:
Agentschap Telecom
Ter attentie van: Team gedwongen verkoop
Emmasingel 1
9726 AH GRONINGEN
1 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 5, eerste tot en met derde lid, gestelde vereisten, deelt Onze Minister dit de aanvrager mee en stelt Onze Minister de aanvrager in de gelegenheid het verzuim te herstellen.
2 De aanvrager heeft gedurende een door Onze Minister te bepalen termijn die ten hoogste tien dagen bedraagt, te rekenen vanaf de dag nadat de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd, de gelegenheid het verzuim te herstellen.
3 De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden op de wijze, bedoeld in artikel 5, ingediend.
4 Indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, binnen de termijn, genoemd in het tweede lid, niet is hersteld of de aanvraag na herstel niet voldoet aan de in artikel 5 gestelde eisen, kan Onze Minister besluiten de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen.
2 Indien uit de aanvraag niet blijkt dat aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, is voldaan, wijst Onze Minister de aanvraag af.
§ 5. De algemene bepalingen van de selectieprocedure
2 Onze Minister kan een natuurlijke of rechtspersoon die toestemming heeft verkregen en die naar het oordeel van Onze Minister handelt in strijd met het eerste lid, onder a of b, uitsluiten van deelname of van verdere deelname aan de procedure.
Indien geen aanvragen om toestemming zijn ingediend of alle aanvragen om toestemming zijn afgewezen, wordt de vergunning ingetrokken.
§ 6. De procedure van de vergunninghouder
1 Uiterlijk op de zevende dag na de datum van de mededeling, bedoeld in artikel 8, eerste lid, deelt de houder van een vergunning de natuurlijke en rechtspersonen waaraan toestemming is verleend mede welke methode hij toepast ter vaststelling van het bod waarvan de uitbrenger in aanmerking komt voor overdracht van de vergunning.
2 Gedurende de periode, bedoeld in artikel 11, behandelen de vergunninghouder en de in het eerste lid bedoelde personen de informatie die zij omtrent overdracht van de vergunning uitwisselen vertrouwelijk.
§ 7. De procedure indien de procedure van de vergunninghouder niet leidt tot overdracht
§ 8. Toewijzing frequentieruimte zonder veiling
Indien een procedure tot overdracht als bedoeld in artikel 3.19a, eerste en tweede lid, van de wet betrekking heeft op:
a. één vergunning en slechts één natuurlijke of rechtspersoon toestemming heeft verkregen: wordt de vergunning om niet aan hem overgedragen;
b. meerdere gelijksoortige vergunningen en de totale frequentieruimte van die vergunningen tezamen gelijk is aan of groter is dan de door de natuurlijke en rechtspersonen met toestemming aangevraagde frequentieruimte: worden de vergunningen om niet overgedragen en is artikel 7, eerste tot en met vijfde lid, van de VOA-regeling van overeenkomstige toepassing;
c. meerdere ongelijksoortige vergunningen: worden de vergunningen om niet overgedragen indien er voor iedere vergunning ten hoogste één aanvraag is ingediend door een natuurlijke of rechtspersoon met toestemming, tenzij en voor zover Onze Minister om redenen van doelmatig frequentiegebruik of vanwege het bepaalde bij of krachtens artikel 6.24 van de Mediawet 2008 in het in artikel 3, bedoelde besluit heeft bepaald dat de bij dat besluit aangewezen ongelijksoortige vergunningen uitsluitend om niet worden overgedragen indien de frequentieruimte voor alle vergunningen tezamen of per categorie van vergunningen gelijk is aan of groter is dan de door de natuurlijke en rechtspersonen met toestemming aangevraagde frequentieruimte.
§ 9. Veiling volgens VOA-regeling of veiling met gesloten bod
§ 10. Procedure van de veiling met gesloten bod
Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bieding gebonden.
1 Gelijktijdig met de mededeling, bedoeld in artikel 14, tweede lid, dat de veiling met gesloten bod van toepassing is, wordt aan iedere natuurlijke of rechtspersoon met toestemming vermeld:
a. of de veiling plaatsvindt door middel van internet of op schriftelijke wijze;
b. op welk tijdstip het bod wordt ingediend;
c. hoe het bod wordt ingediend.
2 Indien de veiling plaatsvindt op schriftelijke wijze wordt gelijktijdig met de mededeling, bedoeld in artikel 14, tweede lid, de biedkaart verstrekt. Op de biedkaart wordt vermeld op welk adres de biedkaart door persoonlijke overhandiging wordt ingediend.
3 Indien twee of meer natuurlijke of rechtspersonen met toestemming eenzelfde hoogste bod hebben uitgebracht, stelt de notaris, na loting, vast wie van hen wordt aangemerkt als degene met het hoogste bod.
1 Na de vaststelling, bedoeld in artikel 22 draagt Onze Minister de vergunning over aan de natuurlijke of rechtspersoon met toestemming die het hoogste bod, bedoeld in artikel 22 heeft uitgebracht. De vergunning wordt overgedragen binnen twee weken nadat een bewijs van betaling is overgelegd aan Onze Minister.
1 Uiterlijk twee weken nadat de vaststelling, bedoeld in artikel 22, eerste of derde lid, is gedaan, betaalt de natuurlijke of rechtspersoon met toestemming die het hoogste bod heeft uitgebracht de door hem verschuldigde totaalprijs door overmaking van dat bedrag op het aan hem door de latende vergunninghouder medegedeelde bankrekeningnummer en onder vermelding van de daarbij medegedeelde gegevens.
2 Uiterlijk twee weken nadat de mededeling, bedoeld in artikel 24, derde lid, van de VOA-regeling is gedaan, betaalt de natuurlijke of rechtspersoon met toestemming wiens bieding onderdeel uitmaakt van de finale winnende combinatie de door hem verschuldigde totaalprijs, door overmaking van dat bedrag op het aan hem door de latende vergunninghouder meegedeelde bankrekeningnummer, ten name van de daarbij meegedeelde naam en onder vermelding van de daarbij meegedeelde gegevens.
[Red: Wijzigt de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.]
[Red: Wijzigt de Regeling voorbereiding buitengewone omstandigheden sector telecommunicatie 2007.]
[Red: Wijzigt de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2013.]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling selectieprocedure bij gedwongen verkoop.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014.