Beleidsregel voorbereidingsprocedure opsporingsvergunning continentaal plat

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 19-07-2013 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 9 juli 2013, nr. WJZ / 13120244, houdende vaststelling van een beleidsregel inzake de voorbereiding van een beslissing op een aanvraag om een vergunning voor het opsporen van delfstoffen in het continentaal plat of onder de territoriale zee (Beleidsregel voorbereidingsprocedure opsporingsvergunning continentaal plat)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5, tweede lid, van Richtlijn nr. 2013/30 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PbEU nr. L 178) en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Op de voorbereiding van een besluit inzake de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Mijnbouwwet voor het opsporen van delfstoffen in het continentaal plat of onder de territoriale zee wordt afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast.

Artikel 2

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel voorbereidingsprocedure opsporingsvergunning continentaal plat.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 juli 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven