Regeling inhouding vaste vergoeding bij buitengewoon verlof op grond van artikel 45 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Geraadpleegd op 14-10-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 29-05-2020

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 18 juni 2013, nr.394209, houdende nadere regels betreffende de inhouding van de vaste vergoeding bij buitengewoon verlof verleend op grond van artikel 45, eerste of tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Regeling inhouding vaste vergoeding bij buitengewoon verlof op grond van artikel 45 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 38b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2020, 28553, datum inwerkingtreding 30-05-2020, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.

1 Op de rechterlijk ambtenaar die is benoemd of verkozen in een publiekrechtelijke college is artikel 2 van de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges zoals dat gold tot en met 31 december 2019 van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. onder betrokkene wordt verstaan: de rechterlijk ambtenaar bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

  • b. onder artikel 33a, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of artikel 57, eerste lid, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal wordt verstaan: artikel 38b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

2 De inhouding bedraagt niet meer dan wat de betrokkene wordt geacht te ontvangen als vaste vergoeding voor de in artikel 2, van de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges zoals dat gold tot en met 31 december 2019 genoemde functies.

Artikel 2

Indien de rechterlijk ambtenaar een vaste vergoeding ontvangt uit hoofde van de activiteiten waarvoor hem op grond van artikel 45, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging is verleend, wordt deze vaste vergoeding door de in artikel 45, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde functionele autoriteit ingehouden op zijn bezoldiging.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inhouding vaste vergoeding bij buitengewoon verlof op grond van artikel 45 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juni 2013

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten