Regeling geneeskundig onderzoek en psychologisch onderzoek rechterlijke macht

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 30-05-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 18 juni 2013, nr.394024, houdende nadere regels betreffende een geneeskundig onderzoek en een psychologisch onderzoek voor benoeming als rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding (Regeling geneeskundig onderzoek en psychologisch onderzoek rechterlijke macht)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2e, zesde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Besluit:

(hernieuwd) geneeskundig onderzoek

Artikel 1

De kosten voor het geneeskundig onderzoek en voor het hernieuwd geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 2e, tweede lid onderdeel b, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, komen voor rekening van het in artikel 2e, tweede lid, onderdeel b van dat besluit bedoelde gezag dat heeft bepaald dat het geneeskundig onderzoek dient plaats te vinden. De betrokkene ontvangt voor ten behoeve van het onderzoek gemaakte reis- en verblijfkosten een vergoeding overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 2

De uitslag van het geneeskundig onderzoek wordt uiterlijk binnen twee weken na vaststelling aan de betrokkene medegedeeld.

Artikel 3

De betrokkene kan binnen twee weken nadat hem de uitslag van het geneeskundig onderzoek is medegedeeld, een hernieuwd geneeskundig onderzoek aanvragen.

Artikel 4

Een hernieuwd geneeskundig onderzoek mag niet worden verricht door de arts die het geneeskundig onderzoek heeft verricht.

Psychologisch onderzoek

Artikel 5

Aan de betrokkene die is onderworpen aan een psychologisch onderzoek als bedoeld in artikel 2e, tweede lid onderdeel a, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, wordt op zijn verzoek binnen twee weken na de vaststelling van de uitslag van het onderzoek inzage verleend in die uitslag. Dit vindt plaats in het kader van een nagesprek met de psycholoog die het onderzoek heeft verricht.

Artikel 6

Mededeling van de uitslag van het onderzoek aan het in artikel 2e, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde gezag dat heeft bepaald dat een psychologisch onderzoek dient plaats te vinden, blijft achterwege indien de betrokkene uiterlijk een week nadat hij van de uitslag van het onderzoek heeft kennis genomen zijn wens daartoe schriftelijk heeft meegedeeld aan degene die met het onderzoek is belast.

Artikel 7

De uitslag van het onderzoek wordt niet eerder dan twee weken nadat betrokkene van de uitslag van het onderzoek heeft kennis genomen, medegedeeld aan het in artikel 2, tweede lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde gezag dat heeft bepaald dat een psychologisch onderzoek dient plaats te vinden, tenzij die mededeling op een eerder tijdstip is geboden en de betrokkene met die eerdere mededeling schriftelijk heeft ingestemd.

Artikel 8

Voor zover dit niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 heeft de betrokkene recht op een nagesprek met de psycholoog die het onderzoek heeft verricht.

Artikel 9

De betrokkene kan na afloop van het in de artikelen 5 en 8 bedoelde nagesprek kennis nemen van de uitslag of daarvan een afschrift krijgen.

Artikel 10

De kosten van het onderzoek en van het nagesprek komen voor rekening van het gezag dat heeft bepaald dat het onderzoek dient plaats te vinden. De betrokkene ontvangt voor ten behoeve van het onderzoek gemaakte reis- en verblijfkosten een vergoeding overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling geneeskundig onderzoek en psychologisch onderzoek rechterlijke macht.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant geplaatst worden.

’s-Gravenhage, 18 juni 2013

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven