Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-12-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 juni 2013, nr. 2013-0000329551, houdende regels voor de subsidiëring van de Oorlogsgravenstichting (Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013)

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. stichting: Oorlogsgravenstichting.

Artikel 2

  • 1 De minister verstrekt aan de stichting een subsidie met het oog op:

    • a. het aanleggen en in stand houden van de in de statuten van de stichting bedoelde graven en erevelden;

    • b. het bezoeken van nabestaanden aan graven en erevelden die zich buiten Nederland bevinden;

    • c. het verstrekken van informatie en geven van voorlichting over de graven en de verhalen van de aldaar begraven oorlogsslachtoffers;

    • d. het doen van necrologisch onderzoek;

    • e. het verzorgen van bloemleggingen op Nederlandse oorlogsgraven en bij de door de stichting in stand gehouden gedenkstenen van Nederlandse oorlogsslachtoffers.

  • 2 De subsidie wordt per boekjaar verstrekt. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 3

De subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt ten hoogste het bedrag dat uit de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt.

§ 2. De subsidieverlening

Artikel 4

  • 1 De stichting dient de aanvraag tot subsidieverlening uiterlijk in op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.

§ 3. Voorschotverlening

Artikel 5

  • 1 De minister verstrekt voorschotten per boekjaar.

  • 2 Het voorschot voor een boekjaar is gelijk aan de voor dat jaar verleende subsidie.

  • 3 Het voorschot van de voor een boekjaar verleende subsidie wordt in januari van dat boekjaar verstrekt.

  • 4 De minister kan het voorschot een maand later verstrekken, nadat de stichting hiervan in kennis is gesteld.

§ 4. Subsidievaststelling

Artikel 6

De stichting dient de aanvraag tot subsidievaststelling in uiterlijk op 1 juli na afloop van het boekjaar waarop de subsidieverlening betrekking heeft.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2013

De

minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Naar boven