Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A
Kern van de functie
Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.
Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan de processen in de
tak Ondersteunen uit het RBP.
De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A draagt bij aan een effectieve en
efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering
te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (zoals onderhoud, montage en reprografie)
volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende
oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A wordt in zijn taken
begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C.
Activiteiten en resultaten
Onderhoud
-
• Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op
aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief
zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.
-
• Het verrichten van opruimwerkzaamheden op aanwijzing, zodat gebouwen en terreinen
opgeruimd en representatief zijn.
Montage
Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen,
zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen worden gebruikt.
Reprografie
Het – op aanwijzing – verrichten van reprografie werkzaamheden, zodat aangeboden drukwerk
gedupliceerd is en gereed is voor verzending.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en onder begeleiding voorgeschreven
routinematige activiteiten beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• opruimwerkzaamheden;
• montagewerkzaamheden;
• reprografie werkzaamheden.
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan
de hand van onderhoudsschema’s;
• verricht nauwlettend opruimwerkzaamheden;
• verricht nauwgezet montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden op aanwijzing.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en onder begeleiding
voorgeschreven routinematig die beperkt zijn tot taakgebied):
• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;
• op aanwijzing opruimwerkzaamheden verrichten;
• op aanwijzing montagewerkzaamheden verrichten;
• op aanwijzing reprografie werkzaamheden verrichten.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• door het strikt − op aanwijzing en onder begeleiding − toepassen van gestandaardiseerde
werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies op toegewezen taakgebieden (onderhoud,
montage en reprografie).
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
beschikt de functionaris, onder begeleiding, over volledig aangereikte oplossingen
en voorgeschreven handelen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:
• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• opruimwerkzaamheden;
• montagewerkzaamheden;
• reprografie werkzaamheden.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• waarschuwen van collega’s bij het niet volgens richtlijnen aanbieden van afval etc.;
• het waarschuwen van collega’s bij het ontbreken van onderhoudsschema’s;
• het herkennen van situaties die begeleiding legitimeren;
waarbij de aanpak is beperkt tot voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder
begeleiding.
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken, door het onder begeleiding en op aanwijzing volgen van gestandaardiseerde
werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, die zich voordoen bij:
• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;
• opruimwerkzaamheden;
op de juiste wijze:
• de handleidingen volgen bij montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden;
• onder begeleiding en op aanwijzing uitvoeren van voorgeschreven routinematige activiteiten.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: –;
• techniek: civiele techniek.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• arbo regelgeving;
• (groen)voorziening;
• civiele techniek;
• onderhoud;
• montage.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Administratief Secretarieel Medewerker A
Kern van de functie
Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden
uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt
afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze,
bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie
en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.
Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Administratief Secretarieel Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen
op aangewezen taakgebieden – zoals vastleggen aangereikte gegevens, dupliceren aangereikte
documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in-en
uitgaande post volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies
en bekende oplossingen. De Administratief Secretarieel Medewerker A wordt in zijn
taken begeleid door ten minste een Administratief Secretarieel Medewerker B.
Activiteiten en resultaten
Administratie
Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen
(standaard mutaties), zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie
beschikbaar is in de systemen.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status
van de behandeling en wie de behandelaar is.
-
• Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het
waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct
en voorbeeldig wordt verricht.
Archivering
Het archiveren van aangereikte documenten en dossiers, zodat voldaan wordt aan wettelijke
vereisten en bewaringstermijnen.
Postverwerking
-
• Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren
van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending
adequaat gebeurt.
-
• Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar
is waar ingekomen post zich bevindt.
Repro
-
• Het samenvoegen (‘vullen’), adresseren (‘stickeren’) en verzenden van aangereikte
documenten (mailingen), zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie
kunnen worden voorzien.
-
• Het volgens opgegeven specificaties reproduceren en afwerken van aangereikte documenten,
zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie kunnen worden voorzien.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot
taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;
• vastgelegde en gearchiveerde documenten en dossiers;
• afgehandelde inkomende en uitgaande post;
• registratie op ingekomen post;
• verzonden mailingen;
• gereproduceerde documenten;
• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;
• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;
• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;
• handelt verzorgd mailingen af;
• reproduceert en werkt aangereikte documenten accuraat af volgens opgegeven specificaties.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig
en beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:
• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• aangereikte documenten en dossiers archiveren;
• inkomende en uitgaande post afhandelen;
• mailingen handlen;
• aangereikte documenten reproduceren en afwerken;
• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (dupliceren aangereikte
documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in- en
uitgaande post) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en
instructies, en bekende oplossingen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen
(standaard mutaties);
• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;
• het verzenden poststukken en pakketten;
• het registreren en distribueren van inkomende post;
• het handlen van mailingen;
• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten.
Neemt de functionaris het initiatief tot bij:
• het navragen van opgegeven specificaties voor reproduceren en afwerken van aangereikte
documenten bij mogelijk foutieve opgaven;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken
legitimeren,
waarbij de aanpak is volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder
begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;
• het handlen van mailingen;
• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
op de juiste wijze:
• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;
• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;
• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk
deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;
• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen, reprografische en boekdruktechnieken;
• wetenschap.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• (archief- en post)registratiesystemen;
• boekbindtechnieken;
• werking van de posterijen;
• monitoren.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd
en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B
Kern van de functie
Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.
Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B draagt bij aan een effectieve en
efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering
te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals beheer, registratie, onderhoud,
montage, reprografie en beveiligd vervoer volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services
en Middelen B wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting,
Services en Middelen C.
Activiteiten en resultaten
Beheer
-
• Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s –
te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.
-
• Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en
munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor
definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.
Registratie
Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen en
het controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren
van (dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde − overzicht ontstaat in voorraden.
Onderhoud
Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op
aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief
zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.
Montage
Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden met behulp van handleidingen
aan gebouwen en voorzieningen, zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen
worden gebruikt.
Reprografie
Het – op aanwijzing – verrichten van reprografiewerkzaamheden met behulp van handleidingen,
zodat aangeboden drukwerk gedupliceerd is en gereed is voor verzending.
Maaltijdbereiding
Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen
worden aan afnemers.
Beveiligd vervoer
-
• Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert
deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd
is;
-
• Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer
vereisen.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot
taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en
munitie;
• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• montage;
• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;
• reprografie;
• maaltijdbereiding;
• beveiligd vervoer.
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• beheert accuraat goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en
munitie;
• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken,
(dienst)wapens en munitie;
• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;
• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden op aanwijzing en aan de hand van
onderhoudsschema’s;
• verricht nauwgezet maaltijdbereiding op aanwijzing en aan de hand van menuplanning.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig
beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:
• ontvangen goederen, middelen en (groen)voorzieningen beheren;
• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;
• ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;
• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;
• op aanwijzing en volgens handleidingen montagewerkzaamheden verrichten;
• op aanwijzing en volgens handleidingen reprografie werkzaamheden verrichten;
• verrichten van beveiligd vervoer.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (beheren en registeren
van goederen, middelen en voorzieningen en onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen,
reprografie, maaltijdbereiding, beveiligd vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;
• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• montage- en reprografie werkzaamheden;
• maaltijdbereiding;
• beveiligd vervoer.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;
• het aantekenen van verschillen in aangeboden (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken;
• het herkennen van situaties die begeleiding van en/of overdracht van taken legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder
begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het beheer van goederen, middelen en (groen)voorzieningen;
• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;
• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;
• beveiligd vervoer;
op de juiste wijze
• de handleidingen volgen bij montage- en reprografie werkzaamheden;
• maaltijden bereiden;
• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;
• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid:
• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• beheersregistratiesystemen;
• arbo regelgeving;
• (groen)voorziening;
• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);
• beveiligd vervoer;
• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of
werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent Intake & Service A
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Assistent Intake & Service A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
– op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen
op aangewezen taakgebieden (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole
uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen
bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast
te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies
en bekende oplossingen. De Assistent Intake & Service A wordt in zijn activiteiten
begeleid door ten minste een Assistent Intake & Service B.
Activiteiten en resultaten
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
Registratie
-
• Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
-
• Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen
onbevoegde personen in het gebouw bevinden.
Interne serviceverlening
-
• Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar
is in de systemen.
-
• Het dupliceren en bij procesvoerders bezorgen van dossiers, zodat gewaarborgd is dat
dossiers volledig bij de procesvoerders beschikbaar zijn.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en routinematig beperkt
tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• geholpen burgers bij vragen;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten, waaronder de balie, waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen;
• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers;
• geregistreerde bezoekers;
• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;
• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens;
• gedupliceerde en bij procesvoerders bezorgde dossiers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen;
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• legt accuraat vragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;
• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;
• legt accuraat aangereikte gegevens vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• dupliceert dossiers nauwkeurig en bezorgt in persoon dossiers bij de procesvoerders (OM en advocaten van de verdachte).
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en routinematig
beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:
• vragen van burgers aannemen op servicepunten, waaronder de balie; deze vragen zo
mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;
• vragen van burgers vastleggen;
• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;
• aangereikte gegevens vastleggen;
• dossiers dupliceren en bezorgen bij de procesvoerders.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (zoals vragen
van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren,
dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe
geëigende (archief)systemen vast te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het vastleggen van vragen van burgers en van aangereikte gegevens;
• het dupliceren van dossiers en het bezorgen ervan bij procesvoerders;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:
• het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand te
betreden;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten
legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder
begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het vastleggen van vragen van burgers;
• het vastleggen van aangereikte gegevens;
• het dupliceren en bezorgen van dossiers bij procesvoerders;
op de juiste wijze:
• burgers te woord staan en hun vragen beantwoorden dan wel doorverwijzen;
• vragen en aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;
• dossiers dupliceren en bezorgen bij procesvoerders;
• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en de taakgebieden van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;
• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• registratiesystemen;
• beveiligingstechniek;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met
name aanwezig bij baliewerkzaamheden.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent Beveiliging A
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name
uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan
de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
Assistent Beveiliging A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door – op aanwijzing
en onder begeleiding – de uitvoering van veiligheidsmaatregelen te ondersteunen op
toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van
goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies
en bekende oplossingen. De Assistent Beveiliging A wordt in zijn activiteiten begeleid
door ten minste een Assistent Beveiliging B.
Activiteiten en resultaten
Toezicht Beveiliging objecten-portakabin
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank
Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie,
zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.
Arrestantenverzorging
-
• Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering,
het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant
bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige
situaties wordt tegengegaan.
-
• Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire
en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid
van de arrestant worden gewaarborgd.
-
• Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten
op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van eigen (overige) waarnemingen in feiten en omstandigheden in de
daartoe geëigende systemen, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat
voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot
taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• orde in de Rechtbank;
• beveiligde objecten (portakabin);
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie
van situaties en gedrag wordt vermeden;
• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;
• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;
• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering;
• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de
rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig
beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:
• arrestantenzorg verrichten;
• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen
die de arrestant bij zich draagt;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;
• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;
• op aanwijzing objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;
• processen-verbaal opstellen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging,
veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;
• de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin)
en de uitvoering van beveiligingstaken in en ten behoeve van de Rechtbank;
• het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• bij ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting
verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing)
en onder begeleiding.
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;
• het geven van aanwijzingen;
• het bewaren van orde in de Rechtbank;
• de insluiting en verzorging van arrestanten;
• objectbeveiliging (portakabin);
op de juiste wijze:
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• aanwijzingen geven;
• veiligheidsfouillering toepassen;
• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;
• in bewaring genomen goederen registreren;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;
• arrestantenverzorging;
• veiligheidsfouillering;
• inzicht in gedrag;
• Rechterlijke Organisatie;
• procedures in strafvervolging;
• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;
• geweldsinstructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen onder begeleiding;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede
conditie.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij
confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent GGP A
Kern van de functie
Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering
van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht
en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.
Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Assistent GGP A draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van operationele
politietaken te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals parkeerbeheer en begeleiding
van evenementen – volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en
instructies en bekende oplossingen. De Assistent GGP A wordt in zijn activiteiten
begeleid door ten minste een Assistent GGP B.
Activiteiten en resultaten
Toezicht
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare
orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.
Ondersteunende dienstverlening
De functie wordt op aanwijzing ter ondersteuning ingezet bij baliewerkzaamheden en
bij de verzorging van arrestanten.
Informatie
Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken
direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).
Processen-verbaal
Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het
opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot
taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;
• tevreden klanten bij aangifte op locatie;
• processen-verbaal;
• verzorgde arrestanten;
• verrichte baliewerkzaamheden.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden
en de openbare orde wordt gewaarborgd;
• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie);
• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften
zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig
beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• in het kader van handhaving aanwijzingen geven;
• aangiften opnemen;
• processen-verbaal opstellen;
• baliewerkzaamheden verrichten;
• arrestanten verzorgen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (parkeerbeheer,
begeleiding van evenementen e.d.) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden;
• – op aanwijzing − bij de ondersteuning bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging
van arrestanten;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel en basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder
begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;
• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;
• baliewerkzaamheden;
• de verzorging van arrestanten;
op de juiste wijze:
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• aanwijzingen geven;
• overtredingen verbaliseren en documenteren;
• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk
deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;
• techniek: methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding
en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• wegenverkeersrecht;
• parkeerbeleid;
• evenementenbeveiliging;
• inzicht in gedrag;
• documentatie- en registratiesystemen;
• geweldsinstructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functiegeschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede
(voor politiewerk normatieve) conditie.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit
onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De
ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Chauffeur
Kern van de functie
Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.
Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Chauffeur draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door – op aanwijzing
– het met behulp van voertuigen leveren van hoogwaardig transport van passagiers vanuit
het toegewezen taakgebied vervoer, volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. Hij vertegenwoordigt – als Chauffeur−
tijdens de reis de Politie.
Activiteiten en resultaten
Navigeren/besturen
-
• Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder
weerberichten, verkeersinformatie), het bestuderen van de relevante wegenkaarten,
het uitzetten van routes in onder andere navigatiesystemen, zodat de te volgen route
optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden.
-
• Het besturen van het voertuig binnen strikte tijdslijnen tussen locaties, zodat de
passagier op de afgesproken aankomsttijd aankomt op de plaats van bestemming.
-
• Het (tijdens de reis) communiceren met belanghebbenden aangaande routeplanning, routeverloop,
aankomst-/vertrektijden, zodat de route tijdig, veilig en conform (bijgestelde) planning
wordt afgelegd.
-
• Het tijdens de reis op basis van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies en bekende oplossingen beslissen tot afbreken dan wel hervatten van
de reis, zodat de veiligheid van de passagier steeds wordt gewaarborgd.
Controle en onderhoud
-
• Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig, zodat
de veiligheid tijdens de rit steeds is gewaarborgd.
-
• Het rapporteren van eventuele gebreken en schades, zodat deze verholpen kunnen worden
en het voertuig steeds veilig inzetbaar is en in representatieve staat verkeert.
-
• Het signaleren aangaande uit te voeren periodieke onderhoudsbeurten en APK’s aan het
voertuig, zodat gebreken tijdig gesignaleerd en verholpen worden.
Service en representativiteit
-
• Het schoonhouden van het voertuig, zodat de passagier van een opgeruimde hygiënische
omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.
-
• Het leveren van optimaal comfort in rijstijl en omstandigheden (climat control in
het voertuig, eten, drinken en rust-stops, indien gewenst) aan de passagier tijdens
de reis, zodat de passagier fit op zijn bestemming aankomt.
Voertuigadministratie
-
• Het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie (routeverantwoording, kilometeradministratie,
brandstofadministratie), zodat verantwoording plaatsvindt over de gevolgde routes
van het voertuig.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing, gestandaardiseerde werkwijze,
routinematig, beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• maximaal rendement van de inzet van het voertuig in termen van de door passagier
te verrichten werkzaamheden;
• in kennis gestelde passagier omtrent het verloop van de reis;
• gesignaleerde onderhoudsbeurten;
• rapportage van eventuele gebreken of schades;
• op orde zijnde voertuigadministratie;
• schoon, hygiënisch en representatief voertuig;
• in comfort en aan de wensen aangepaste rijstijl vervoerde passagier(s).
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen route optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden en de communicatie
met de passagier conform procedures kan verlopen;
• hanteert een zodanig op de passagier afgestemde rijstijl en faciliteert de passagier zodanig comfort dat deze op tijd, veilig en
fit zijn bestemming;
• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de operationele staat van het voertuig;
• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken en schades;
• signaleert tijdig de noodzaak tot onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;
• legt adequaat de gegevens vast in de voertuigadministratie;
• houdt het voertuig zodanig schoon dat de passagier van een opgeruimde hygiënische
omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing, gestandaardiseerde
werkwijze, routinematig, beperkt tot taakgebied) zelfstandig:
• het voertuig besturen;
• de rit afbreken dan wel hervatten, conform nauwgezette richtlijnen;
• de complete operationele staat van het voertuig bewaken en controleren;
• eventuele gebreken en schades rapporteren;
• signaleren van onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;
• het voertuig schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden;
• gegevens vastleggen in de voertuigadministratie;
• tijdens de rit de Politie vertegenwoordigen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• op aanwijzing op toegewezen taakgebieden (vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.
• het voertuig;
• de passagier(s);
• infrastructuur.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt exclusief begeleiding
voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:
• het uitzetten van de route;
• het besturen van het voertuig;
• het hygiënisch, schoon en in representatieve staat houden van het voertuig;
• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig;
• het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het zodanig besturen van het voertuig en het zodanig faciliteren van de passagier
dat de inzet van het voertuig tot maximaal rendement leidt in termen van de door passagier
te verrichten werkzaamheden,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen)
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden van het voertuig;
• het technisch rijklaar houden van het voertuig;
• het plannen van de route;
• het besturen van het voertuig en faciliteren van de passagier;
op de juiste wijze
• gegevens in de voertuigadministratie vastleggen;
• de rijgeschiktheid beoordelen van het voertuig;
• inschatten wanneer er (niet) kan worden gereden, de reis moet worden afgebroken
dan wel kan worden hervat;
• eventueel schadeherstel aan het voertuig laten uitvoeren en de gegevens ervan vastleggen
in de administratie;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wegenverkeerswet- en regelgeving en beleid met betrekking personen- en taxivervoer;
• techniek: autotechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen.
Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wegenverkeerswet- en regelgeving;
• rijstijlen;
• communicatiesystemen;
• navigatiesystemen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;
• dienstbare opstelling.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal/fysiek geweld is in deze functie aanwezig
ingeval de functionaris tijdens de rit herkenbaar als politie een in het publieke
domein bekende passagier vervoert. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op de juiste verkeerstechnische
afwegingen voor een route kiest maar desondanks door de verkeersomstandigheden of
technisch falen (motorstoring) de gestelde tijdslijn niet haalt, en dit zich terugvertaalt
in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Assistent Intake & Service B
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Assistent Intake & Service B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals
vragen van burgers aan te nemen, aangiften op te nemen en vergunningaanvragen van
burgers in ontvangst te nemen, burgers over aangiften terug te bellen, gegevens van
door collega’s aangereikte aangiften te complementeren, fotoconfrontatie te verrichten,
op aanwijzing BOB-middelen aan te vragen, verhoorruimtes uit te geven en aangereikte
gegevens (onder meer ook tap’s) in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te
leggen volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen. De Assistent
Intake & Service B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service
A.
Activiteiten en resultaten
Verbetering Intake & service
Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning
van Intake & Service, zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënter en effectiever
verloopt.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A in de
dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten wordt gewaarborgd.
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt
wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie
ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving
van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering
van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden
van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de
burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.
-
• Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van
aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.
Registratie
-
• Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
-
• Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen,
zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de
afhandeling.
-
• Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen
onbevoegde personen in het gebouw bevinden.
Validatie gegevens aangifte
Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van
gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat
een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen
kan worden gebaseerd.
Vergunningen
Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op
vol ledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere
afhandeling van vergunningaanvragen.
Service aan burger
Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling
van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee
de burger zelf, steeds centraal stelt.
Interne serviceverlening
-
• Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen
(bonnen, tap’s) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar
is in de systemen.
-
• Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar
deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en
buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
-
• Het − op aanwijzing − aanvragen en koppelen aan de betrokken collega van bevelen voor
bijzondere opsporing (BOB-middelen), zodat de politie rechtmatig werkt.
-
• Het verrichten van fotoconfrontatie, zodat er zicht komt op de identiteit van verdachten.
Beheer
Het beheer en toewijzing van verhoorruimtes en -studio’s, zodat een passende ruimte
beschikbaar is voor het afnemen van verhoor of getuigenverklaring.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied,
routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten;
• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden
doorgestuurde aangiften;
• verrichte fotoconfrontaties;
• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;
• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;
• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;
• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;
• geregistreerde bezoekers;
• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;
• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens (bonnen,
tap’s);
• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die
zijn aangereikt door collega’s;
• op aanwijzing aangevraagde en aan de betrokken collega gekoppelde BOB- bevelen/middelen;
• beschikbare verhoorruimtes en -studio’s;
• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende
werkzaamheden;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen;
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;
• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende
systemen;
• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;
• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;
• verricht neutraal fotoconfrontaties;
• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;
• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en instructies;
• legt accuraat aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;
• neemt nauwkeurig de procedures in acht bij het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen,
en het koppelen ervan aan de betrokken collega;
• beheert zodanig adequaat verhoorruimtes en -studio’s, dat het afnemen van verhoor of getuigenverklaring kan
plaatsvinden in een daartoe passende ruimte;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied
behorende werkzaamheden.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied,
routinematig:
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten, waaronder
de balie;
• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;
• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante
vakgebied;
• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;
• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;
• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;
• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;
• op aanwijzing BOB-bevelen/middelen aanvragen en koppelen aan de betrokken collega;
• verhoorruimtes en -studio’s beheren en toewijzen;
• fotoconfrontaties verrichten;
• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;
• aangereikte gegevens vastleggen (bonnen en tap’s);
• voorstellen tot verbetering van uitvoeringspraktijk formuleren;
• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het op toegewezen taakgebied (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole
uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen
bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast
te leggen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig
is.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;
• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;
• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;
• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;
• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen en van aangereikte gegevens
(bonnen, tap’s);
• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);
• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;
• het verrichten van fotoconfrontaties;
• het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen;
• het koppelen van BOB-bevelen/middelen aan de betrokken collega;
• het beheer van verhoorruimtes en -studio’s;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• tot het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand
te betreden;
• tot het geven van werkinstructies aan medewerkers,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;
• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;
• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;
• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;
• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,
• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,
• het vastleggen van aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);
• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;
• het verrichten van fotoconfrontaties;
• het aanvragen en koppelen van BOB-bevelen/middelen;
• het beheren en toewijzen van verhoorruimtes- en studio’s;
op de juiste wijze:
• burgers te woord staan en informeren;
• vragen, aangiften, vergunningaanvragen en aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vastleggen
in de daartoe geëigende systemen;
• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;
• BOB-bevelen/middelen aanvragen.
• instrueren van medewerkers;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;
• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding
behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• registratiesystemen;
• beveiligingstechniek;
• foto confrontatietechnieken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• het geven van werkinstructie en handreikingen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met
name aanwezig bij baliewerkzaamheden.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent Beveiliging B
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name
uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan
de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Assistent Beveiliging B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde de uitvoering
van veiligheidsmaatregelen zelfstandig te ondersteunen op toegewezen taakgebieden
(objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen. De Assistent Beveiliging B geeft instructies en handreikingen
aan Assistenten Beveiliging A.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het
opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en
maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Verbetering beveiliging
Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning
van veiligheidsmaatregelen, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënter
en effectiever wordt.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten A in de dagelijkse praktijk,
zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.
Toezicht Beveiliging objecten – portakabin
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
-
• Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
-
• Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke
stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven
wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.
Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank
Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie,
zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.
Arrestantenverzorging
-
• Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering,
het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant
bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige
situaties wordt tegengegaan.
-
• Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire
en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid
van de arrestant worden gewaarborgd.
-
• Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten
op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging
en/ of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen
en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat
het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied,
routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• orde in de Rechtbank;
• beveiligde objecten (portakabin);
• processen-verbaal;
• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;
• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;
• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende
werkzaamheden;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie
van situaties en gedrag wordt vermeden;
• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;
• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;
• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting
tijdens het verblijf;
• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de
rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom
een object kunnen inluiden;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het
toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
|
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied,
routinematig:
• arrestantenzorg verrichten;
• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen
die de arrestant bij zich draagt;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;
• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;
• objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;
• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken
en het innen van openstaande boetes;
• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;
• voorstellen formuleren over verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen
taakgebied behorende werkzaamheden;
• dwangmiddelen toepassen;
• werkinstructies en handreikingen geven;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het toegewezen taakgebied (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registreren
van goederen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding
aanwezig is.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak:
• bij de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;
• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin)
en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;
• voor het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;
• bij de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• tot ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting
verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;
• tot het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbetering in de ondersteuning
van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het geven van werkinstructies en handreikingen aan medewerkers;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
|
|
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken, door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:
• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;
• het geven van aanwijzingen;
• het bewaren van orde in de Rechtbank;
• de insluiting en verzorging van arrestanten;
• objectbeveiliging (portakabin);
• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.
op de juiste wijze:
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;
• aanwijzingen geven;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;
• in bewaring genomen goederen registreren;
• (overige)eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;
• instrueren van medewerker;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
|
|
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennis-ontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebieden, exclusief begeleiding
behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg
en DNA-materiaal en personen;
• arrestantenverzorging;
• veiligheidsfouillering;
• inzicht in gedrag;
• Rechterlijke Organisatie;
• procedures in strafvervolging;
• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;
• geweldsinstructie;
• het geven van instructie.
|
|
|
|
Kennisgerichtheid
|
Inspannings-verplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)-kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevogld en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
|
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede conditie.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij
confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Administratief Secretarieel Medewerker B
Kern van de functie
Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden
uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt
afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze,
bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie
en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.
Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Administratief Secretarieel Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door zelfstandig routinematig verzamelen, vastleggen, ordenen en archiveren
van bedrijfsgegevens. De Administratief Secretarieel Medewerker B geeft instructies
en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerker A.
Activiteiten en resultaten
Administratie
-
• Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen
(standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies, zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar
is in de systemen.
-
• Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie
effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.
-
• Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar
deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis
ontstaat voor verdere afhandeling.
-
• Het opstellen van documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat
een basis ontstaat voor verdere afhandeling.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status
van de behandeling en wie de behandelaar is.
-
• Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het
waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct
en voorbeeldig wordt verricht.
Validatie gegevens documenten
Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld
in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe
geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling
van documenten kan worden gebaseerd.
Archivering
Het archiveren van documenten en dossiers volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.
Postverwerking
-
• Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren
van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending
adequaat gebeurt.
-
• Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar
is waar ingekomen post zich bevindt.
Serviceloket
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden
vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat het vakgebied Administratie
bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.
-
• Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden,
zodat vragen worden beantwoord.
-
• Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat
voor personeels- en managementinformatie.
Overzichten
Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen,
zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor
personeels- en managementrapportages.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan de Administratief Secretarieel Medewerker
A in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematig moeten kunnen
worden behaald, zijn:
• aan gegevens toegekende rubriceringen en coderingen;
• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;
• gevalideerde documenten;
• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;
• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers;
• afgehandelde inkomende en uitgaande post;
• registratie op ingekomen post;
• tevreden klanten van het serviceloket;
• vastgelegde vragen aan het serviceloket;
• verstrekte standaard overzichten uit de (archief)systemen;
• geïnstrueerde medewerker.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;
• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;
• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de
daartoe geëigende (archief)systemen;
• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende
systemen;
• stelt nauwkeurig op basis van aangereikte gegevens standaard documenten op;
• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;
• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;
• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het
stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;
• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;
• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;
• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten uit de (archief)systemen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:
• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;
• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;
• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;
• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren;
• aangereikte documenten en dossiers archiveren;
• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;
• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;
• inkomende en uitgaande post afhandelen;
• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;
• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• binnen het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;
• het korps/politieorganisatieonderdeel;
• de hem toegewezen (archief)systemen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;
• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);
• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;
• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;
• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;
• het verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen;
• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;
• het verzenden poststukken en pakketten;
• het registreren en distribueren van inkomende post.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie
dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;
• het periodiek verstrekken van standaard overzichten uit de archiefsystemen;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
• geven van werkinstructies aan medewerkers,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;
• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;
• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;
• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;
• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;
• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie
dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
op de juiste wijze:
• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;
• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;
• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;
• instrueren van medewerkers;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;
• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• (archief- en post)registratiesystemen;
• werking van de posterijen;
• monitoren;
• geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de praktijk.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent GGP B
Kern van de functie
Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering
van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht
en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.
Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Assistent GGP B draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid door de uitvoering van operationele politietaken te ondersteunen in/op
toegewezen taakgebieden − zoals parkeerbeheer en begeleiding van evenementen − en
werkterreinen (Verkeer, Vreemdelingen, Milieu, e.d.), door zelfstandig overtredingen
af te handelen en door op aanwijzing de afhandeling van eenvoudige misdrijven (w.o.
rijden onder invloed, winkeldiefstal) te ondersteunen, volgens gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen. De Assistent GGP B geeft instructies en handreikingen aan
Assistenten GGP A.
Activiteiten en resultaten
Verbetering GGP
Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning
van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken efficiënter
en effectiever verloopt.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten GGP A in de dagelijkse
praktijk, zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.
Toezicht
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare
orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.
Ondersteunende dienstverlening
De functie wordt op aanwijzing ingezet bij opsporing (afzetten en bewaken plaats delict
e.d.) en op werkterreinen (verkeers- en alcoholcontroles e.d.), bij baliewerkzaamheden
en bij de verzorging van arrestanten.
Informatie
Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken
direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).
Processen-verbaal
Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het
opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging
en/ of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied,
routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;
• geholpen klanten (balie);
• verzorgde arrestanten;
• tevreden klanten bij aangifte op locatie;
• processen-verbaal;
• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied
behorende werkzaamheden;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden
en de openbare orde wordt gewaarborgd;
• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en bij contacten
aan de balie;
• gaat zorgvuldig om met arrestanten;
• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften
zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied
behorende werkzaamheden;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal, na overleg, ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (zelfstandig op toegewezen
taakgebied, routinematig):
• voorstellen tot verbetering van de uitvoeringspraktijk formuleren;
• werkinstructies en handreikingen geven aan Assistenten GGP A;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• aangiften opnemen;
• processen-verbaal opstellen;
• baliewerkzaamheden verrichten;
• arrestanten verzorgen;
• werkzaamheden op plaats delict verrichten (afzetten en bewaken);
• in het kader van opsporing VVC eenvoudige misdrijven afhandelen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van;
• het op toegewezen taakgebied (parkeerbeheer, begeleiding van evenementen e.d.) en
op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies,
en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• bij de uitvoering van ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden
en werkterreinen;
• – op aanwijzing − bij baliewerkzaamheden, bij de verzorging van arrestanten, bij
afhandeling eenvoudige misdrijven en bij het afzetten en bewaken van plaats delict,
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het vanuit de ondersteuningspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de ondersteuning van operationele politietaken;
• het geven van werkinstructies aan medewerkers;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;
• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;
• het afhandelen van eenvoudige misdrijven (rijden onder invloed, winkeldiefstal);
• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de ondersteuning van operationele
politietaken;
• het afzetten en bewaken plaats delict;
op de juiste wijze:
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• aanwijzingen geven;
• overtredingen en eenvoudige misdrijven verbaliseren en documenteren;
• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• instrueren van medewerkers;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied, taakgebieden en/of werkterreinen
van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;
• techniek: methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding
behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• wegenverkeersrecht;
• parkeerbeleid;
• evenementenbeveiliging;
• inzicht in gedrag;
• documentatie- en registratiesystemen;
• geweldsinstructie;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in deze
functie aanwezig door het in alle weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden.
De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering bij een goede (voor politiewerk normatieve) conditie.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit
onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De
ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C
Kern van de functie
Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.
Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen
uit het RBP.
De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C draagt bij aan een effectieve en
efficiënte organisatie door het zelfstandig routinematig ondersteunende voorzieningen
te verschaffen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen geeft instructies
en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en Middelen A en B.
Activiteiten en resultaten
Beheer
-
• Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s –
te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.
-
• Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en
munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor
definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.
Registratie
Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen; het
controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren van
(dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde – overzicht ontstaat in voorraden.
Onderhoud
Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen en het verhelpen
van storingen, volgens standaard procedures, bekende oplossingen en aan de hand van
onderhoudsschema’s. Het melden en rapporteren van storingen die hun oorsprong vinden
buiten standaard procedures, bekende oplossingen en onderhoudsschema’s zodat gebouwen
en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.
Plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen
Het op aanwijzing plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen,
volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening optimaal
kan worden gebruikt.
Reprografie
Het verrichten van reprografie werkzaamheden met behulp van handleidingen, zodat aangeboden
drukwerk gereed is voor verzending.
Maaltijdbereiding
-
• Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen
worden aan afnemers.
-
• Het plannen van menu’s waarbij rekening wordt gehouden met voedingswaarde, afwisseling
en prijs, zodat een gevarieerd aanbod van maaltijden geserveerd kan worden.
Beveiligd vervoer
-
• Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert
deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd
is.
-
• Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer
vereisen.
Kleding
• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant
op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding
en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en
Middelen A en B in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van het onderhoud aan
gebouwen en (groen)voorzieningen wordt gewaarborgd.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen
worden behaald, zijn:
• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen;
• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;
• reprografie;
• maaltijdbereiding;
• passende kleding en uitrusting;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• beheert accuraat goederen, middelen en (groen)voorzieningen;
• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;
• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;
• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden aan de hand van onderhoudschema’s;
• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• rapporteert accuraat en meldt alert storingen die hun oorsprong vinden buiten standaard procedures, bekende oplossingen
en onderhoudsschema’s;
• verricht nauwgezet maaltijdbereiding en planning voor menu’s;
• meet correct de maat voor collega’s ten behoeve van de kleding en uitrusting.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematige:
• zelfstandig ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren;
• zelfstandig ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;
• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en voorzieningen plegen;
• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;
• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;
• passende kleding en uitrusting bestellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied en wordt aangepakt volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette
richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding;
• huisvesting, services en middelen;
• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;
• klanten voor kleding en uitrusting.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;
• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• montage- en reprografie werkzaamheden;
• maaltijdbereiding;
• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;
• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;
• het geven van werkinstructies en handreikingen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;
• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen.
op de juiste wijze:
• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;
• maaltijden bereiden;
• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;
• instrueren van medewerkers;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid:
• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• beheersregistratiesystemen;
• plaatsing- en installatietechnieken;
• arbo regelgeving;
• (groen)voorziening;
• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);
• consumptieve techniek (maaltijdbereiding);
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Assistent Forensische Opsporing
Kern van de functie
Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De
uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel
of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.
Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Assistent Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstanding uitvoeren van forensisch
opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal. De Assistent Forensische Opsporing ondersteunt
− op aanwijzing − de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken op alle niveaus
plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI). De Assistent Forensische Opsporing
werkt volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
Activiteiten en resultaten
Onderzoeksassistentie en -ondersteuning
Het assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten
en -middelen en het − op aanwijzing − uitvoeren van overige operationeel forensische
onderzoekshandelingen, zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt
en effectief verloopt.
Gebruiksklare onderzoeksmiddelen
Het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen,
zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij forensische opsporingsonderzoeken.
Veiligstellen van sporen
Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen conform
gestandaardiseerde normen op aangeleverd materiaal met toepassing van dactyloscopie
en DNA-bepaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden
gebaseerd.
Rapportage onderzoeksgegevens
Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
op aangeleverd materiaal, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen
worden behaald, zijn:
• te allen tijde gebruiksklare onderzoeksinstrumenten en -middelen;
• assistentie en – op aanwijzing – ondersteuning bij forensisch opsporingsonderzoek;
• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op aangeleverd materiaal;
• processen-verbaal van bevindingen;
• rapportage van forensische onderzoeksgegevens.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:
• onderzoeksapparatuur onderhouden en onderzoeksmiddelen op voorraad nemen;
• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op aangeleverd materiaal;
• assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten
en -middelen en ondersteunen – op aanwijzing − op plaatsen delict en op plaatsen incident;
• processen-verbaal van bevindingen opstellen;
• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en
instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;
• forensische laboratoria;
• ondersteunend en op aanwijzing: op plaatsen delict en op plaatsen incident;
• aangeleverd materiaal.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal met toepassing
van dactyloscopie en DNA-bepaling;
• het op − op aanwijzing − ondersteunen van opsporingsonderzoeken op plaatsen delict
en op plaatsen incident;
• met het op peil houden van de voorraad onderzoeksmiddelen;
op de juiste wijze:
• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;
• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;
• onderzoeksapparatuur onderhouden;
• onderzoeksinstrumenten en -middelen selecteren en aanreiken;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: bètawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking
tot forensische opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit, bij het werken op plaats delict of incident,
is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Medewerker Intelligence
Kern van de functie
Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.
Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.
De Medewerker Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig
uitvoeren van routinematige Intelligenceactiviteiten. Hij wordt ten aanzien van onderstaande
activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intelligence en
kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Verzamelen gegevens
Het ondersteunen bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen, zodat
een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.
Valideren gegevens
Het beoordelen van aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid,
zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.
Vastleggen gegevens
Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een
fundament ontstaat voor gegevensbewerking.
Archivering gegevens
Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat
een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.
Gegevensbewerking
Het ondersteunen bij het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde
gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen
en patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.
Veiligheidsinformatieproducten
Het ondersteunen bij het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen
betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk
voorzien wordt van actuele relevante informatie.
Verstrekken en rapporteren van informatie
Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk
voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid
en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde gegevens;
• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• standaardoverzichten (loketfunctie);
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• volgt nauwgezet het plan van aanpak, wettelijke kaders, voorschriften (AO-procedures), instructies
en handreikingen bij het valideren en vastleggen van aangereikte gegevens;
• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);
• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;
• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding
en met recht van overdracht:
• aangereikte gegevens valideren, vastleggen en archiveren;
• standaardoverzichten verstrekken (loketfunctie);
• processen-verbaal opstellen.
• gegevens verzamelen uit open en gesloten bronnen;
• gegevens interpreteren in hun context;
• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/
criminele aandachtsvelden opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;
• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• binnen de vakgebieden in het domein Uitvoering;
• in het kader van de informatiegestuurde politie;
• met vertrouwelijke en geheime informatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik gebracht zijn, inclusief
begeleiding, voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;
• valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van aangereikte gegevens;
• verstrekken van standaard overzichten;
• het verzamelen van gegevens;
• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;
• het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten
legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• het valideren van aangereikte gegevens;
• het ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;
• het verstrekken van standaard overzichten;
op de juiste wijze:
• aangereikte gegevens beoordelen op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid
(validatie);
• gevalideerde gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• gegevens ordenen ter archivering;
• standaard overzichten verstrekken;
• ondersteuning bieden bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen;
het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens en het opstellen van beschrijvingen,
verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;
• overige eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot intelligence-activiteiten en de
omgang met gevoelige en geheime informatie;
• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken
en verstrekken van gegevens;
• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen
(met name psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);
• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;
• open en gesloten bronnen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechniek;
• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;
• inzicht in gedrag;
• kennis van vreemde talen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied;
• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid
en terreur op de voet.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op gegevensbeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet (juist) gevalideerde
gegevens worden toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in
verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Administratief Secretarieel Medewerker
Kern van de functie
Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden
uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt
afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze,
bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie
en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.
Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Administratief Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door het zelfstandig uitvoeren van routinematige administratief secretariële
werkzaamheden, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen.
De Administratief Secretarieel Medewerker verzamelt, legt vast, ordent en archiveert
bedrijfsgegevens, beheerd de agenda, maakt afspraken, organiseert vergaderingen en
verspreidt vergaderstukken, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt
de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. De Administratief
Secretarieel Medewerker geeft instructies en handreikingen aan administratief secretarieel
medewerkers.
Activiteiten en resultaten
Administratie
Administreren
-
• Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen
(standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen,
zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in
de systemen.
-
• Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie
effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.
-
• Het beheer over rubriceringen en coderingen in de (archief)systemen, zodat de vastlegging
van gegevens en documenten in de daartoe geëigende systemen steeds optimaal kan plaatsvinden.
-
• Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar
deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis
ontstaat voor verdere afhandeling.
-
• Het opstellen van standaard documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens,
zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.
Validatie gegevens documenten
-
• Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld
in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe
geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling
van documenten kan worden gebaseerd.
-
• Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen
gegevens vermeld in aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen
en procedures, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke
functionaris.
Gebruikerswensen
Het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens
en documenten) van (archief)systemen, zodat het gebruikersgemak en gebruikersvriendelijkheid
toeneemt en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van het gebruik van deze systemen.
Serviceloket
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden
vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat administratieve/secretariële
service bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.
-
• Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden,
zodat vragen worden beantwoord.
-
• Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan administratief secretarieel medewerkers
in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.
Administratie en Secretariaat
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status
van de behandeling en wie de behandelaar is.
-
• Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken
tijd worden afgehandeld en behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig
wordt verricht.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat
voor personeels- en managementinformatie.
Archivering
Het archiveren van documenten en dossiers en aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie,
zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.
Overzichten
Het periodiek dan wel op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard
overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), door middel
van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en
een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.
Secretariaat
Informatieverstrekking
-
• Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het
team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.
-
• Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel
van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste
collega terecht komt.
-
• Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team,
zodat de verzoeker adequaat bediend is.
Agendabeheer
Het beheren van de agenda voor het team, het toewijzen van autorisatie voor medegebruik
ervan en het signaleren van dubbele afspraken, zodat tijdsindeling zo effectief en
efficiënt wordt benut.
Vergaderingen en bijeenkomsten
-
• Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering,
routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.
-
• Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers
zich optimaal kunnen voorbereiden.
-
• Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten,
zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.
-
• Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt
en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.
-
• Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten
vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.
Correspondentie
Het concipiëren van brieven van het team aan de hand van aangereikte steekwoorden
met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een
eenduidige en correcte wijze.
Faciliteiten
-
• Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek;
het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s
optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
-
• Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten;
het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële
archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal
zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig behaald door het uitvoeren
van routinematige activiteiten (toepassen gestandaardiseerde werkwijzen/MTI en bekende
benaderingswijzen)) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• in rubricering en codering beheerde (archief)systemen;
• gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in voor controle
aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen en procedures;
• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers, w.o. (vertrouwelijke) vergaderverslagen,
correspondentie;
• tevreden klanten van het serviceloket;
• vastgelegde vragen aan het serviceloket;
• verstrekte standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;
• inzicht in gebruikerswensen ten aanzien van (archief)systemen (invoer en uitlezen);
• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;
• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan het team;
• agendabeheer team;
• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde
deelnemers;
• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;
• gefaciliteerde werkplekken;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;
• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;
• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de
daartoe geëigende (archief)systemen, signaleert onjuistheden of strijdigheden in gegevens
of met betrekking tot de procedures en documenteert deze;
• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende
systemen;
• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het
stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;
• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;
• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;
• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten en op aanvraag niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;
• formuleren zodanig passende gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten)
van (archief)systemen;
• monitoort zodanig vasthoudend de routing van documenten en bewaakt alert de behandelingstermijnen, dat de betrokken collega en de betrokken leidinggevende
tijdig kunnen worden gewaarschuwd bij dreigende overschrijding;
• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af of legt deze accuraat vast;
• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;
• bevestigt consequent agenda-afspraken, monitoort actief op dubbele afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;
• organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt
tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;
• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de
notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;
• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt
tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert
consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;
• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand
van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;
• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in
de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• beheer op rubriceringen en coderingen in (archief)systemen;
• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;
• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;
• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;
• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren en het documenteren van onjuistheden
of strijdigheden met procedures;
• aangereikte documenten en dossiers archiveren;
• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;
• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;
• gebruikerswensen formuleren vanuit het gebruik van (archief)systemen;
• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten;
• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• agenda beheren;
• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• notuleren;
• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;
• werkinstructies en handreikingen geven aan administratief secretarieel medewerkers;
• brieven concipiëren;
• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;
• facilitering van werkplekken organiseren.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig
is;
• het korps/politieorganisatieonderdeel;
• de hem toegewezen (archief)systemen;
• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.
• team.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;
• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);
• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;
• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;
• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten en het signaleren
en documenteren van onjuistheden en strijdigheden;
• het verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;
• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers.
• het telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• het agendabeheer;
• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• het notuleren;
• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;
• het concipiëren van brieven;
• faciliteren werkplek.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie
dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;
• het terugverwijzen van gevalideerde documenten waarin onjuistheden of strijdigheden
zijn gesignaleerd;
• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens
en documenten) van (archief)systemen;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
• het geven van werkinstructies aan medewerkers;
• het waarschuwen van collega’s bij dubbele afspraken in de agenda;
• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen,
het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien
dit procedure is;
• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het
nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien
termijn wordt overschreden;
• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder
meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door
daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;
• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;
• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken ten
behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels
worden nageleefd,
waarbij de aanpak gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het beheer over rubriceringen en coderingen;
• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;
• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;
• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;
• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie
dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;
• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens
en documenten) van (archief)systemen;
• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;
• het agendabeheer;
• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• het notuleren;
• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;
• het concipiëren van brieven;
• het organiseren van facilitering werkplek;
op de juiste wijze:
• rubriceringen en coderingen beheren;
• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;
• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;
• gesignaleerde onjuistheden of strijdigheden in gevalideerde documenten documenteren;
• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;
• instrueren van medewerkers;
• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;
• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;
• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• (archief)registratiesystemen;
• werking van de posterijen;
• geven van instructie;
• inhoudelijk beheer van (archiefsystemen);
• zoekopdrachten binnen (archief)systemen;
• documenteren;
• monitoren;
• registratie-, documentatie en archiefsystemen;
• wet- en regelgeving op arbowerkplek;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• notuleren;
• huisstijl van de organisatie;
• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van het team.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk;
• houdt zicht op functionaliteit van de gebruikte (archief)systemen;
• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team
actief is.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks alerte monitoring en daaruit
voortkomende waarschuwingen, desondanks de behandelingstermijn van documenten (bijvoorbeeld:
het tekenen van facturen) wordt overschreden en dit zich terugvertaald in verminderde
inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Medewerker Techniek A
Kern van de functie
Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen,
werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.
Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit
het RBP.
Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Techniek A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door
het zelfstandig uitvoeren van routinematige technische werkzaamheden. Hij wordt ten
aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Medewerker
Techniek B en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Preventief onderhoud
Het − volgens geldende voorschriften en instructies − verrichten van (preventieve)
onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur, zodat defecten
en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee
de (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur steeds inzetbaar zijn.
Technische analyse (storingsdiagnose)
Het verrichten van technische analyses aan de hand van protocollen/richtlijnen, zodat
defecten en storingen effectief en efficiënt verholpen kunnen worden.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• uitgevoerde (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen
en apparatuur;
• technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose).
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• voert adequaat en accuraat onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur volgens
geldende voorschriften en instructies;
• voert adequaat en accuraat technische analyses (storingsdiagnose) aan middelen en apparatuur volgens protocollen/richtlijnen;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding
en met recht van overdracht:
• (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur
verrichten;
• opstellen van technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose) volgens protocollen/richtlijnen
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;
• technische analyses (storingsdiagnose);
• technische werkplaats.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:
• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;
• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;
• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).
• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken
legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en instructies
die zich voordoen bij:
• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen
en apparatuur;
• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).
op de juiste wijze:
• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen
en apparatuur;
• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose);
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving;
• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek;
motorvoertuigentechniek;
• wetenschap: bèta.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein onder begeleiding
behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:
• werkplaatshandleidingen en -normen;
• werktuigbouw;
• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;
• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en apparatuur;
• technische analyse en storingsdiagnose;
• passieve kennis van de Engelse taal.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen, het veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten
van krachtsinspanningen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden,
het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij
het bedienen van technische systemen (machines) bij het verrichten van onderhoud aan
vervoersmiddelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Niet van toepassing.
|
Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D
Kern van de functie
Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.
Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen
uit het RBP.
De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D draagt bij aan een effectieve en
efficiënte organisatie door zelfstandig ondersteunende voorzieningen te verschaffen
volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en waarvoor
bekende oplossingen gelden. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter
verbetering van de uitvoering van Huisvesting, Services en Middelen. De Medewerker
Huisvesting, Services en Middelen D geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers.
Activiteiten en resultaten
Beheer
-
• Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s –
te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.
-
• Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en
munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor
definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.
-
• Hij stelt hiertoe overzichten op en rapporteert, zodat collega’s een juiste toerusting
bezitten en inzicht is in wat is uitgereikt binnen de organisatie.
Registratie
-
• Het registreren van uitgeven en innemen van goederen, middelen en voorzieningen die
nauwkeurige registratie vereisen (waaronder geld, kapitaalgoederen, gevaarlijke stoffen,
munitie, wapens etc.). Het hiertoe opstellen van overzichten op en het rapporteren,
zodat overzicht ontstaat wie goederen, middelen en voorzieningen hebben ontvangen
dan wel hebben geretourneerd.
-
• Het registreren van storingsmeldingen, zodat inzicht ontstaat in de aard, omvang en
frequentie van storingen.
Onderhoud
Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen, het
signaleren, repareren en melden van knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen
en het verlenen van telefonische ondersteuning, zodat gebouwen en terreinen representatief
zijn en blijven, voorzieningen toegankelijk zijn en collega’s telefonisch geholpen
kunnen worden.
Plaatsen c.q. installeren van goederen, middelen en voorzieningen
Het plaatsen c.q. installeren van goederen en middelen die nauwkeurige registratie
vereisen, volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening
optimaal kan worden gebruikt.
Monitoring en termijnbewaking
Het monitoren van de status van gemelde storingen en het bewaken van de behandelingstermijn,
zodat er inzicht is in de status van de werkzaamheden en in wie de uitvoerder is.
(technische) helpdesk
-
• Het beantwoorden van vragen omtrent technische storingen en mankementen aan gebouwen
en voorzieningen, zodat storingen en mankementen – eventueel op afstand – kunnen worden
opgelost.
-
• Het beantwoorden van vragen omtrent bestellingen en reparatie van kleding en uitrusting
dan wel klachten van klanten, zodat de klant optimaal is geïnformeerd over de status
van zijn vraag.
Kleding
• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant
op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding
en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.
Verbetering
• Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen,
zodat de uitvoering van ondersteunende voorzieningen efficiënter en effectiever wordt.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerker Huisvesting, Services en
Middelen in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van uitvoering van ondersteunde
voorzieningen wordt gewaarborgd.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• beheer van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;
• onderhoud aan gebouwen en voorzieningen, signalering en reparatie waarbij verschillende
technische invalshoeken aan de orde zijn;
• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende
technische invalshoeken aan de orde zijn;
• gebruikersinstructies;
• (technische) ondersteuning vanuit helpdesk;
• geregistreerde storingsmeldingen;
• geregistreerde en gerapporteerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen
die nauwkeurige registratie vereisen;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk van HSM;
• tevreden klanten van de (technische) helpdesk;
• op de status van gemelde storingen en behandelingstermijn gemonitoorde technische
storingen;
• bestelde goederen, middelen en voorzieningen;
• gediagnosticeerde storingen;
• passende kleding en uitrusting;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• beheert accuraat goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;
• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;
• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;
• plaatst economisch voordelige bestellingen bij geselecteerde leveranciers;
• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen binnen gestelde kaders waarbij
verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn, signaleert alert, repareert vakkundig en meldt direct knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en voorzieningen;
• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken
aan de orde zijn;
• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af;
• diagnosticeert puntsgewijs storingen en schakelt zonodig derden volgens procedure in;
• registreert storingsmeldingen accuraat, monitoort periodiek de status van de gemelde storing en bewaakt oplettend de behandelingstermijn;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoeringspraktijk.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren die nauwkeurige registratie
vereisen;
• uitgegeven en terugontvangen goederen, middelen en voorzieningen registreren die
nauwkeurige registratie vereisen;
• onderhoud plegen aan gebouwen en voorzieningen waarbij verschillende technische
invalshoeken aan de orde zijn;
• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren waarbij verschillende
technische invalshoeken aan de orde zijn;
• bestellingen plaatsen bij geselecteerde leveranciers;
• (technische) helpdesk bemensen;
• storingen diagnosticeren en zonodig en volgens procedure derden inschakelen;
• voorstellen formuleren voor verbeteringen van de uitvoeringspraktijk;
• medewerkers instrueren,
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen
en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig
is;
• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vergen;
• leveranciers;
• huisvesting, services en middelen;
• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;
• klanten voor kleding en uitrusting.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die volledig zijn aangereikt exclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:
• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;
• het registreren van uitgegeven en ontvangen goederen, middelen en voorzieningen;
• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;
• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen;
• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;
• het plaatsen van bestellingen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde
leveranciers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het tijdig bestellen van voorraad;
• het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;
• het tijdig inschakelen van derden volgens procedure;
• het geven van werkinstructies en handreikingen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen,
nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:
• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen, ook waar deze nauwkeurige registratie
vergen;
• het registreren van (dreigende) tekorten in voorraden;
• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;
• het beantwoorden c.q. het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;
• het bestellen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde leveranciers;
op de juiste wijze:
• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen, registreren
en daarover rapporteren;
• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;
• storingsmeldingen monitoren en termijnbewaking registeren;
• instrueren van medewerkers;
• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid:
• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• beheersregistratiesystemen;
• plaatsing- en installatietechnieken;
• arbo regelgeving;
• (groen)voorzieningen;
• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);
• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• het geven van instructie;
• onderhandelen;
• rapporteren.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied;
• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde
werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle
weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich
dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op de te verschaffen ondersteunende voorzieningen, door externe factoren niet nagekomen
kunnen worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan
het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Medewerker Forensische Opsporing
Kern van de functie
Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De
uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel
of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.
Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van forensisch
opsporingsonderzoek met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande
activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Forensische Opsporing
en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Veiligstellen van sporen
Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen op
standaard plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen
uit sporenonderzoek, onder meer op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat
in de bruikbaarheid van sporen als rechtmatige bewijslast.
Registratie van beelden
Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of
tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.
Rapportage onderzoeksgegevens
Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
onder meer op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken
wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op het niveau standaard plaatsen delict
(PD) en op plaatsen incident (PI);
• processen-verbaal;
• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;
• rapportage van forensische onderzoeksgegevens;
• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;
• eenvoudige rechtmatige bewijslast;
• identificatie van de betrokkene(n).
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);
• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;
• borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;
• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht
van overdracht:
• forensisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast
uitvoeren op het niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);
• in forensische opsporingsonderzoeken ondersteunen op overige niveaus plaatsen delict;
• processen-verbaal opstellen;
• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;
• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• forensische laboratoria;
• standaard plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);
• ondersteunend: op overige niveaus plaatsen delict.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;
• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en
eenvoudige bewijslast;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
onder meer op plaatsen delict/incident;
• herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter
en een eenvoudige bewijslast op niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen
incident (PI);
• bij het op basis van een vastgesteld onderzoeksplan ondersteunen van forensische
opsporingsonderzoeken op overige niveaus plaatsen delict;
op de juiste wijze:
• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;
• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan
vastleggen;
• de identiteit van de betrokkene(n) vaststellen;
• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;
• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: bètawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht en het strafprocesrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking
tot forensische opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het
verrichten van forensisch opsporingsonderzoek op plaats delict en plaats incident
is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan
wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Medewerker Intake & Service
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Medewerker Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden. Hij wordt
ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een
Generalist Intake & Service en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt
wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie
ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving
van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering
van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden
van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de
burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.
-
• Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van
aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.
-
• Het aannemen en doorverbinden van 1-1-2 meldingen, zodat de meldkamer optimaal wordt
benut.
Registratie
-
• Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
-
• Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen,
zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de
afhandeling.
Validatie gegevens aangifte
-
• Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van
gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat
een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen
kan worden gebaseerd.
-
• Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen
gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen
en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke
functionaris.
Vergunningen
Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op
volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere
afhandeling van vergunningaanvragen.
Interne serviceverlening
-
• Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar
deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en
buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
-
• Het opstellen van processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
-
• Het − op aanwijzing − opvragen van informatie of dossiers (geschiedenis, zaak, persoon)
ten behoeve van opvolging en vervolging, zodat de uitvoeringspraktijk beschikt over
achtergrondinformatie om effectief en efficiënt opvolgings- en/of vervolgingsacties
kan plannen.
Service aan burger
Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling
van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee
de burger zelf, steeds centraal stelt.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van bijzondere bevoegdheden (bevelen
en BOB-middelen);
-
• Het inlichten van de betrokken collega(’s) en de betrokken leidinggevende(n) indien
een termijn dreigt te worden overschreden, zodat het optreden van de politie steeds
rechtmatig is.
Beheer
Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde
werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk
deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten en 1-1-2 meldingen;
• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden
doorgestuurde aangiften;
• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen
gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van
binnen en buiten de politie;
• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;
• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;
• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;
• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;
• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die
zijn aangereikt door collega’s;
• processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens;
• op aanwijzing opgevraagde dossiers of informatie ten behoeve van opvolging en vervolging;
• op geldigheid gemonitoorde bevelen en BOB-middelen;
• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc..
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;
• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende
systemen;
• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;
• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens
uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert
helder zijn bevindingen;
• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;
• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;
• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;
• stelt correcte processen-verbaal op op grond van door collega’s aangereikte gegevens;
• vraagt zodanig relevante dossiers en informatie (geschiedenis, zaak, persoon) op dat deze als achtergrondinformatie
kunnen dienen voor opvolging en/of vervolging;
• bewaakt nauwlettend de wettelijke termijnen van BOB-bevelen/middelen en waarschuwt als deze dreigen te
worden overschreden;
• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen
etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht
van overdracht:
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;
• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;
• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante
vakgebied;
• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;
• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;
• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;
• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;
• op grond van door collega’s aangereikte gegevens processen-verbaal opstellen;
• dossiers en informatie (persoon, zaak, geschiedenis) opvragen als achtergrondinformatie
ten behoeve van opvolging/vervolging;
• BOB-bevelen/middelen bewaken op geldigheid;
• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc..
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;
• service aan burgers;
• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;
• versiebeheer op formulieren.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;
• het documenteren van gesignaleerde onjuistheid van gegevens in aangiften;
• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;
• het op basis van aangereikte gegevens opstellen van processen-verbaal;
• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;
• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;
• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen;
• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);
• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;
• het − op aanwijzing − opvragen van achtergrondinformatie (dossiers);
• het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van BOB-bevelen/middelen;
• het voeren van versiebeheer over formulieren, formats voor plannen van aanpak.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• tot het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij
een dreigende termijnoverschrijding van de hem toegekende BOB-middelen;
• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen
van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc;
• het herkennen van situaties die begeleiding en/of overdracht van activiteiten legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;
• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;
• het documenteren van onjuistheden in aangiften;
• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;
• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;
• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;
• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,
• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,
• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;
• het opstellen van processen-verbaal op grond van aangereikte gegevens van collega’s;
• het bewaken van termijnen van BOB-bevelen/middelen;
• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc.;
op de juiste wijze:
• burgers te woord staan en informeren;
• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• versiebeheer voeren;
• op aanwijzing achtergrondinformatie (dossiers) opvragen bij de aangewezen vakgebieden;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service
• techniek: documentatiesystemen
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• documentatiesystemen;
• versiebeheer;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met
name aanwezig bij baliewerkzaamheden.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier,
format, richtlijn etc wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald
in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Medewerker Observatie
Kern van de functie
Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.
Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.
Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig
uitvoeren van observatieactiviteiten met een routinematig karakter. Hij wordt ten
aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist
Observatie en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen
-
• Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen,
zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.
-
• Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties
− op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever
en efficiënter worden uitgevoerd.
Voorverkenning
Het verkennen van de situatie ter plaatse, zodat een basis ontstaat voor het opstellen
dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.
Uitvoeren van observatie
-
• Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − waarnemen van
feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data-
en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden
worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s
en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen,
ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen
(actie-intelligentie).
Gegevens uit observatie
Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Rapportage over gegevens uit observatie
Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;
• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;
• op maat gemaakte apparatuur;
• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• volgt nauwgezet het plan van aanpak voor observaties maar kan zelfstandig beslissen daarvan af te
wijken bij onvoorspelde gevaarsituaties;
• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);
• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren,
schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;
• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur
en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar
dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt
verkleind;
• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen
dienen;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht
van overdracht:
• voorverkenning verrichten;
• personen heimelijk waarnemen;
• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;
• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;
• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak
voor observaties op maat maken;
• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;
• processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld
plan van aanpak voor observaties;
• onderhoud en aanpassen van apparatuur en (technische hulp)middelen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;
• van routinematige observatie (basisobservatiewerk) volgens vastgesteld plan van
aanpak voor observaties;
• de uitvoering ter plaatse in ad hoc gevaarssituaties;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren
van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);
• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het voorverkennen van situaties,
bij het uitvoeren van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens
uit het data- en telecommunicatieverkeer;
• het oplossen van problemen die kunnen ontstaan bij het onderhouden van apparatuur
en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen;
• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het op maat maken van apparatuur
en (technische hulp)middelen;
• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;
• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken
personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging
en/of vervolging;
• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering
van observatie te komen;
• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• het uitvoeren van routinematige observatie (basisobservatiewerk);
• de voorverkenning van situaties;
• het uitvoeren van observaties;
• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;
• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of
op ontmaskering;
• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen zelfstandig aanpakken;
• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat
maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;
op de juiste wijze:
• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de
persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);
• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;
• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;
• methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot observatie;
• privacywetgeving;
• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;
• camouflagemethoden en -technieken;
• inzicht in gedrag.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het incidenteel beroepsmatig aannemen
van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal
van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering,
is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele
druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren
de observant wordt ontmaskerd of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt,
en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving
of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Medewerker Beveiliging
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name
uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan
de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Medewerker Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het
zelfstandig uitvoeren van routinematige veiligheidsmaatregelen. Hij wordt ten aan
zien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist
Beveiliging en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Toezicht Beveiliging objecten-portakabin
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
-
• Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
-
• Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet
wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.
Veiligheidsmaatregelen in of ten behoeve van de Rechtbank
-
• Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie,
zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.
-
• Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke
stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven
wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.
Arrestantenverzorging
-
• Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering,
het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant
bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige
situaties wordt tegengegaan.
-
• Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire
en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid
van de arrestant worden gewaarborgd.
-
• Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten
op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele
informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen
en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat
het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.
Beveiliging personen
-
• Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen
op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties,
eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen
persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).
-
• Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en verblijf, zodat de te beveiligen
persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.
Observatie objecten
-
• Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd
(statische beveiliging).
-
• Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat
een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:
• orde in de Rechtbank;
• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;
• beveiligde personen;
• beveiligde objecten;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• voert accuraat alle routinematige veiligheidsmaatregelen uit;
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie
van situaties en gedrag wordt vermeden;
• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;
• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;
• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;
• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de
rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;
• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen;
• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving
en privacy;
• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opsporingsonderzoek en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding
en met recht van overdracht:
• arrestantenzorg verrichten;
• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen
die de arrestant bij zich draagt;
• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;
• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken
en het innen van openstaande boetes;
• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• persoonsbeveiliging uitvoeren;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering
van de omgeving;
• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• dwangmiddelen toepassen;
• processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• beveiligingstaken in of ten behoeve van de Rechtbank;
• persoonsbeveiliging;
• de verzorging van arrestanten;
• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;
• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:
• de uitvoering van opgedragen justitiële taken;
• de uitvoering van persoons- en objectbeveiliging;
• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin)
en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;
• de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;
• de beveiliging van de directe omgeving van de te beveiligen persoon;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort
dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert (actie-intelligentie);
• bij persoonsbeveiliging het initiatief tot het ingrijpen, desnoods met toepassing
van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;
• het (doen) installeren van technische apparatuur en hulpmiddelen;
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten
legitimeren;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van beveiligingstaken;
• het bewaren van orde in de Rechtbank;
• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;
• de insluiting en verzorging van arrestanten;
• de problemen die zich voordoen, ook in gevaarsituaties, bij de beveiliging van personen;
• de problemen die zich voordoen bij objectbeveiliging;
• de problemen die zich voordoen bij het verwijderen van onbevoegden van privéterreinen;
• bij het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;
• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;
op de juiste wijze
• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;
• aanwijzingen geven;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;
• in bewaring genomen goederen registreren;
• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• Rechterlijke Organisatie;
• procedures in strafvervolging;
• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg
en DNA-materiaal en personen;
• arrestantenverzorging;
• wapenkunde;
• interventietechnieken;
• beveiligingstechniek;
• inzicht in gedrag;
• strafrecht (materieel en formeel);
• geweldsinstructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste gevolgde
opleidingen en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na
een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is
op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij calamiteit onder tijdsdruk
moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Medewerker GGP
Kern van de functie
Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering
van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht
en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.
Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van routinematige operationele politietaken.
Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten
minste een Generalist GGP en kan meeromvattende zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Toezicht
-
• Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op
personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare
orde wordt gewaarborgd.
Conflictbemiddeling
Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing
van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving
verbetert.
Opsporing-VVC
Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden
op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie
over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
Noodhulp
Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter
plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende
en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp
aan hen die deze behoeven wordt verleend.
Informatie
Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken
direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).
Processen-verbaal
Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven
en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX,
GBO, GRIP e.d.).
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• gehandhaafde openbare orde;
• oplossingen tussen conflicterende partijen;
• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;
• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;
• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;
• processen-verbaal;
• dossier VVC.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
– voert accuraat alle operationele politietaken uit, waartoe behoren:
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden
en de openbare orde wordt gewaarborgd;
• werkt gericht aan de oplossing van conflicten tussen conflicterende partijen;
• werkt gericht aan het oplossen VVC;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de aanwending van dwangmiddelen;
• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt – eventueel in overleg – regulerende en stabiliserende
maatregelen en verleent directe hulp;
• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en afhandeling
van de melding;
• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven,
en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding
en met recht van overdracht:
– alle operationele politietaken uitvoeren, waartoe behoren:
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• feiten en omstandigheden op het gebied van VVC onderzoeken (opsporing VVC) onderzoeken;
• verdachte personen aanhouden, in bewaring stellen en voorgeleiden voor de hulpofficier
van justitie;
• dwangmiddelen toepassen;
• in dialoog treden met conflicterende partijen en bemiddelen in de oplossing van
conflicten;
• directe hulp verlenen;
• regulerende en stabiliserende maatregelen nemen bij incidenten en calamiteiten;
• aangiften opnemen;
• processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding, binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;
• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:
• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht
en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling,
opsporing VVC en noodhulp).
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over
achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee
ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de aanwending van dwangmiddelen;
• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering
van operationele politietaken te komen;
• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten
legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht
en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling,
opsporing VVC en noodhulp).
Op de juiste wijze:
• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;
• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende
maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren
en vastleggen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;
• techniek: methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• noodhulp en incidentmanagement;
• inzicht in gedrag;
• documentatie- en registratiesystemen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit
onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De
ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Medewerker Tactische Opsporing
Kern van de functie
Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door
feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden
tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek,
bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.
Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van tactisch opsporingsonderzoek
met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten
en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Tactische Opsporing en kan meeromvattende
zaken overdragen.
Activiteiten en resultaten
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een
fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Totstandbrenging bewijslast
Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en
het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van
eenvoudige bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.
Processen-verbaal
Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden
over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat
voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte
van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• identificatie van verdachten;
• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige eenvoudige bewijslast;
• dossier VVC;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
- voert accuraat tactisch opsporingsonderzoek uit, waartoe behoren:
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• werkt gericht aan identificatie van verdachten;
• levert actuele gegevens aan als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• verzamelt, ordent en legt accuraat bewijslast in een procesdossier vast;
• borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende
systemen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris onder begeleiding en met recht
van overdracht:
• tactisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast
uitvoeren;
• dwangmiddelen toepassen;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers VVC horen;
• dwangmiddelen toepassen;
• processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij tactisch
opsporingsonderzoek met eenvoudige bewijslast (VVC);
• ondersteunend: de opsporing van daders van misdrijven in meer complexe opsporingsonderzoeken;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief
begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;
• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en
eenvoudige bewijslast;
• het aanwenden van dwangmiddelen binnen de grenzen van subsidiariteit en subsidiariteit;
• het horen van verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;
• het valideren van verzamelde onderzoeksgegevens en het vastleggen ervan in de daartoe
geëigende systemen;
• het vastleggen van bewijslast in een procesdossier;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek
betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat
voor opsporing en/of vervolging;
• het nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen
en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en
een eenvoudige bewijslast;
• de ondersteuning van meer complexe opsporingsonderzoeken op basis van een vastgesteld
plan van aanpak van onderzoek.
op de juiste wijze:
• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;
• tactische onderzoeksgegevens verzamelen en valideren;
• bewijslast verzamelen en beoordelen;
• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige)
eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde
werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• inzicht in gedrag;
• het strafrecht en het strafprocesrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen;
• verhoortechniek.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur
van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden
tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een
verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Secretarieel Medewerker
Kern van de functie
Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden
uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt
afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze,
bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie
en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.
Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door het zelfstandig uit voeren van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel Medewerker
participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële
werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de uitvoering van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel
Medewerker geeft instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers.
Activiteiten en resultaten
Verbeteren
Het, vanuit de praktijk, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering
van secretariële activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever
verlopen en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
Netwerken
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van secretariële
activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever verlopen
en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers
in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van secretariaat wordt gewaarborgd.
Informatieverstrekking
-
• Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het
team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.
-
• Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel
van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste
collega terecht komt.
-
• Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team,
zodat de verzoeker adequaat bediend is.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat
voor personeels- en managementinformatie.
Agendabeheer
Het beheren van de agenda van een leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten
van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering,
zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.
Vergaderingen en bijeenkomsten
-
• Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering,
routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.
-
• Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers
zich optimaal kunnen voorbereiden.
-
• Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten,
zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.
-
• Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt
en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.
-
• Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten
vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.
Termijnbewaking
Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken
tijd worden afgehandeld.
Correspondentie
Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden
met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een
eenduidige en correcte wijze.
Archivering
Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie documenten en dossiers
van en aan de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.
Faciliteiten
-
• Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek;
het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s
optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
-
• Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten;
het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële
archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal
zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
Overzichten
Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten en niet standaard
overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), zodat aan verzoeker
een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied)
moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan de leidinggevende;
• vastgelegde vragen;
• agendabeheer leidinggevende;
• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde
deelnemers;
• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie,
documenten en dossiers;
• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;
• gefaciliteerde werkplekken;
• verstrekte standaard en niet standaard overzichten uit de (archief)systemen.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;
• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende
systemen;
• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot het gezamenlijke agenda;
• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert afspraken;
• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt
tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;
• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de
notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;
• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt
tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert
consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;
• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand
van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;
• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in
de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;
• verstrekt op aanvraag standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• agenda beheren;
• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• notuleren;
• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;
• medewerkers instrueren;
• brieven concipiëren;
• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken etc. archiveren;
• facilitering van werkplekken organiseren;
• standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.
|
Dynamiek
|
Complexiteitt
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• leidinggevende;
• team.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het inschatten van vergaderingverzoeken op urgentie en relevantie;
• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen,
het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien
dit procedure is;
• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het
nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien
termijn wordt overschreden;
• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder
meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door
daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;
• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;
• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken en
ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels
worden nageleefd,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Oplossingsgerichtheid
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die
zich voordoen bij:
• het agendabeheer;
• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• het notuleren;
• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;
• het concipiëren van brieven;
• het organiseren van facilitering werkplek;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.
op de juiste wijze:
• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• urgentie en relevantie inschatten bij vergaderverzoeken;
• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;
• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;
• standaardoverzichten uit de (archief)systemen halen en verstrekken;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;
• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• registratie-, documentatie en archiefsystemen;
• wet- en regelgeving op arbo werkplek;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• notuleren;
• huisstijl van de organisatie;
• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van leidinggevende en het team;
• netwerken;
• geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team
actief is.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op beheer van de agenda, en op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten,
door externe factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen,
en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Gespecialiseerd medewerker a
Kern van de functie
Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden,
technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering
aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.
Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Gespecialiseerd Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door vastgestelde beleidsproducten zelfstandig toe te passen. De Gespecialiseerd Medewerker
A participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van vastgestelde
beleidsproducten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten.
De Gespecialiseerd Medewerker A geeft instructies en handreikingen aan collega’s.
Activiteiten en resultaten
Verbetering gespecialiseerde ondersteuning
Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de toepassing
van (werkterreingerelateerde) beleidsproducten, waaronder ten aanzien van de uitvoering
van administratieve activiteiten, zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten
efficiënter en effectiever verlopen en waardoor de kwaliteit wordt verhoogd.
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van (het optimaliseren van) de
toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het verbeteren van de uitvoering van
administratieve activiteiten, het maken van afstemmingsafspraken, zodat deze toepassing
efficiënter en effectiever wordt uitgevoerd en de effectiviteit en efficiëntie van
Administratie wordt verhoogd.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk,
zodat de kwaliteit van Administratie en van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten
wordt gewaarborgd.
Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis
Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen, en het aanpakken van
problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt
wordt benut in de bedrijfsvoering.
Ondersteuning van administratie
Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en
documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde
informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen,
zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens
en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde
doelstellingen wordt ondersteund.
Informatieverstrekking
-
• Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van (nieuwe) wet- en regelgeving
en vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk
zijn geïnformeerd over (nieuwe) wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten
en over consequenties die dit voor hen heeft.
-
• Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbende (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk) door het verstrekken van uitleg over praktische toepassing
van vastgestelde werkwijzen, kaders, methoden, technieken en instrumenten, zodat gegevens,
documenten en dossiers optimaal worden aangereikt aan Administratie.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek
die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en
de administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten
door de administratie(s);
• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;
• geïnstrueerde medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;
• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;
• houdt inhoudelijk toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door
de administratie(s);
• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk);
• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;
• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten,
methoden en technieken;
• formuleert passende verbetervoorstellen;
• participeert actief in netwerken;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• uitvoeren eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die
zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk informeren individuele en groepen belanghebbenden en de
administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten
door de administratie(s);
• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;
• collega’s instrueren.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• toepassing vastgestelde beleidsproducten;
• administratie(s).
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• bij de uitvoering van eigen werkzaamheden, de afhandeling van vragen en de aanpak
van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;
• bij het vanuit vakinhoudelijke kennis verstrekken van informatie aan individuele
en groepen belanghebbenden;
• bij het geven van uitleg over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen,
kaders, instrumenten, methoden en technieken;
• bij het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het participeren in netwerken;
• het maken van afspraken in netwerken ten behoeve van afstemming van de werkzaamheden;
• het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het geven van werkinstructies en handreikingen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
wetgeving, richtlijnen, instructies.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die
zich voordoen bij:
• de uitvoering van werkzaamheden, waaronder het afhandelen van vragen en het aanpakken
van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;
• informatieverstrekking aan individuen en groepen;
• het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);
• het participeren in netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken;
• het formuleren van voorstellen ter verbetering, zelfstandig aanpakken;
op de juiste wijze:
• medewerkers instrueren;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid;
• techniek: administratieve systemen en organisatie;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het aandachtsgebied;
• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;
• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het aandachtsgebied
en die het aandachtsgebied raken;
• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken,
voorzover van toepassing op het aandachtsgebied;
• inzicht in gedrag;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke communicatie;
• voorlichting (groepen);
• individueel advies;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie
aan collega’s, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n),
deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare
fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde
inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Generalist Intelligence
Kern van de functie
Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.
Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.
De Generalist Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig
uit voeren van Intelligenceactiviteiten. De Generalist Intelligence participeert in
bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten
en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de uitvoering van Intelligence-activiteiten. De Generalist Intelligence
geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intelligence-activiteiten
en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intelligence-activiteiten efficiënter
en effectiever kunnen worden uitgevoerd.
Verbetering Intelligence
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van informatieopdrachten, zodat de uitvoering van informatieopdrachten efficiënter
en effectiever verlopen en de kwaliteit van de veiligheidsproducten wordt verhoogd.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence in de dagelijkse
praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van informatieopdrachten wordt gewaarborgd.
Verzamelen gegevens
Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak en/of conform leidraden bijeenbrengen
van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een
fundament ontstaat voor gegevensbewerking.
Valideren gegevens
Het beoordelen van aangereikte en verzamelde gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit
en compleetheid, zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.
Vastleggen gegevens
-
• Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een
fundament ontstaat voor gegevensbewerking.
-
• Het controleren van juiste en correcte invoer van gegevens in de daartoe geëigende
gegevenssystemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.
Archivering gegevens
Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat
een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.
Gegevensbewerking
-
• Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de
context waarin ze een rol spelen.
-
• Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.
-
• Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.
Veiligheidsinformatieproducten
• Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante
informatie.
Kritische reflectie
Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.
Verstrekken en rapporteren van informatie
-
• Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk
voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.
-
• Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten,
zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid
en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in
de context geïnterpreteerde gegevens;
• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;
• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;
• betrouwbare gegevensbestanden;
• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar
gemaakte patronen en verbanden;
• rechtmatige bewijslast;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);
• standaardoverzichten (loketfunctie);
• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);
• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;
• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;
• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;
• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien
van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;
• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;
• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de
veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers
worden voorzien van actuele relevante informatie;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;
• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;
• gegevens interpreteren in hun context;
• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/
criminele aandachtsvelden opstellen;
• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;
• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• de vakgebieden in het domein Uitvoering;
• in het kader van de informatiegestuurde politie;
• met vertrouwelijke en geheime informatie;
• met persoonsgebonden gevoelige informatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak
bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;
• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;
• het verstrekken van standaard overzichten;
• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen
betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die
zich voordoen bij:
• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;
• het interpreteren van gegevens in de context waar ze een rol spelen;
• het in samenhang brengen en analyseren van gegevens uit verschillende gegevensbestanden;
• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen
betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;
• het verstrekken van standaard overzichten;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
op de juiste wijze:
• gegevens verzamelen, valideren, interpreteren, in samenhang brengen en analyseren;
• gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;
• controle uitoefenen op juiste en correcte invoer van gegevens;
• standaard overzichten verstrekken;
• veiligheidsinformatieproducten opstellen en verstrekken;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens
(heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige
en geheime informatie;
• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken
en verstrekken van gegevens;
• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen
(met name psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);
• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;
• open en gesloten bronnen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechniek;
• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;
• kennis van vreemde talen;
• gesprekstechniek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid
en terreur op de voet.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van
de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand
worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich
terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt
aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Medewerker Techniek B
Kern van de functie
Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen,
werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.
Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit
het RBP.
Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Techniek B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door
het zelfstandig verrichten van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden.
De Medewerker Techniek B participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke
aanpak van technische werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen
vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
technische werkzaamheden. De Medewerker Techniek B geeft instructies en handreikingen
aan medewerkers.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van
de uitvoering van technische werkzaamheden en het maken van afstemmingsafspraken,
zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.
Verbetering techniek
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat de uitvoering
van technische werkzaamheden efficiënter en effectiever verlopen.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers in de dagelijkse praktijk,
zodat de kwaliteit van de uitvoering van technische werkzaamheden wordt gewaarborgd.
Defecten en storingen
• Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen
aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen en werktuigen (monteur) c.q. elektronische en elektrotechnische systemen en installaties (elektrotechniek), zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen
en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.
Administratie
-
• Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten
en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk
zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.
-
• Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische,
elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers
op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter
kunnen toepassen.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen
en werktuigen;
• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;
• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;
• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;
• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen
en van uitgevoerde reparaties;
• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van
technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• voert adequaat en accuraat inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen
aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s en werkplaatshandleidingen;
• verricht adequaat en accuraat onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur,
installaties, infrastructuren en verbindingen aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s
en elektrotechnische handleidingen;
• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen;
• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;
• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde
reparaties;
• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur,
systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert
hen helder.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen
verrichten;
• onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur,
installaties, infrastructuren en verbindingen verrichten;
• defecten en storingen aan vervoersmiddelen verhelpen/repareren;
• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties,
infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren;
• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde
reparaties in rapportages vastleggen;
• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;
• (preventief) onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• technische werkplaats en op locatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het plegen van onderhoud op gereedschappen en onderdelen;
• het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten
en storingen en van uitgevoerde reparaties;
• het opstellen en uitreiken gebruikershandleidingen bij installatie,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
wetgeving, richtlijnen, instructies.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die
zich voordoen bij:
• inspecties, (preventief) onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan
(vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);
• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;
• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde
reparaties in rapportages vastleggen;
• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
op de juiste wijze:
• inspecties, (preventief)onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan
(vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);
• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen uitvoeren;
• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;
• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek, installatietechniek;
motorvoertuigentechniek;
• wetenschap: bèta.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• werkplaatsnormen;
• elektrotechnische handleidingen;
• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;
• motorvoertuigentechniek;
• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;
• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;
• passieve kennis van de Engelse taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig
staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms
onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden,
het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij
het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken
bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst
hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie
aan de medewerkers, deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden,
daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt
in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Generalist Forensische Opsporing
Kern van de functie
Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De
uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel
of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.
Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Generalist Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd)
forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident
(PI). De Generalist Forensische Opsporing participeert in bestaande (werkterreingerelateerde)
netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van forensische opsporingsonderzoeken
en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken.
De Generalist Forensische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten
en) Medewerkers Forensische Opsporing.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van
forensische opsporingsonderzoeken, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd
en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.
Verbetering forensische opsporing
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensisch opsporingsonderzoek, zodat
forensische opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit
van waarheidsvinding wordt verhoogd.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Forensische
Opsporing in de dagelijkse uitvoeringspraktijk, zodat de kwaliteit van forensische
opsporingsonderzoeken wordt gewaarborgd.
Veiligstellen van sporen
Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische
sporen op maatwerk plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat
een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen
uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid
van sporen als bewijslast.
Rapportage onderzoeksgegevens
-
• Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut.
-
• Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis
daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Registratie van beelden
Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of
tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.
Deelname aan verhoren
Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het
inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch
opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt
verhoogd.
Assistentie bij schouw
Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van
ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop
van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.
Vaststellen modus operandi
Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats,
zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s)
c.q. het verloop en de toedracht van het incident.
Kritische reflectie
Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op maatwerk plaatsen
delict (PD) en op plaatsen incident (PI);
• processen-verbaal;
• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;
• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen
en onderzoeksmogelijkheden;
• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel
of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek
kunnen dienen;
• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit,
betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten
hiervan vast;
• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;
• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus
operandi);
• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf,
ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie
bij lijkschouwingen;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren van sporen op maatwerk plaatsen delict
(PD) en op plaatsen incident (PI);
• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;
• rapporteren van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen
en onderzoeksmogelijkheden;
• valideren en vastleggen forensische onderzoeksgegevens;
• opstellen processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• maatwerk plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);
• forensische laboratoria;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• levert gegevens aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die
in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;
• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
onder meer op plaatsen delict/incident,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD)
en plaatsen incident (PI);
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.
op de juiste wijze:
• sporen zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren;
• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan
vastleggen;
• forensische sporen interpreteren en in samenhang brengen met de vindplaats (modus
operandi);
• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;
• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens en van daar uit voortkomende oplossingsrichtingen
en opsporingsmogelijkheden opstellen;
• assisteren bij schouw;
• deelnemen aan verhoor;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: bètawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht en het strafprocesrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking
tot forensische opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het
verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan
wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Generalist Meldkamer
Kern van de functie
Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning
van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.
Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit
de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Generalist Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, door het zelfstandig uit voeren van meldkameractiviteiten.
De Generalist Meldkamer participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijk
aanpak van meldkameractiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen
vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van meldkameractiviteiten.
De Generalist Meldkamer geeft instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van meldkameractiviteiten
en het maken van afstemmingsafspraken, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en
effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever
en efficiënter hun werk kunnen doen.
Verbetering Meldkamer
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en
effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever
en efficiënter hun werk kunnen doen.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Intake &
Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van meldkameractiviteiten
wordt gewaarborgd.
Intake
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van
de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende
hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.
-
• Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi) automatische meldinstallaties en het
volgens protocol koppelen van de melding aan politie-inzet, zodat gepaste actie wordt
geboden.
-
• Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren
van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen
van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet
dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste
hulp wordt geboden.
Noodhulpregie
-
• Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat
een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.
-
• Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare
politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen
en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende
hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige
politietaken doelmatig blijft verlopen.
-
• Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige)
noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de
multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.
Ondersteuning
-
• Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis
ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.
-
• Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor
de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe
hulp van collega’s kunnen rekenen.
-
• Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s
op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek,
zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen
van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
-
• Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie;
het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de
opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van
veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
Opschaling
Het signaleren van en attenderen op situaties waarin multidisciplinaire afhandeling
(GRIP) of opschaling van politie-inzet (SGBO) geboden is, zodat gepaste hulp wordt
geboden en de noodhulpverlening efficiënt en effectief verloopt.
Vastleggen gegevens
-
• Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake
de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment
tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.
-
• Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie,
de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding
kan worden gebaseerd.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;
• ondersteuning van politie-inzet;
• life-line voor de collega’s op straat;
• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;
• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken
van burgers;
• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
aan politie-inzet met juiste bepaling van prioriteit;
• voert accuraat regie op politie-inzet;
• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;
• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;
• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;
• voert alert regie op onderlinge communicatie;
• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;
• signaleert alert de noodzaak tot opschaling en informeert direct de verantwoordelijke collega daarover;
• legt adequaat en direct gegevens vast ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de
opschaling;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• prioriteiten toekennen aan politie-inzet;
• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
koppelen aan politie-inzet;
• regie voeren op politie-inzet;
• het zijn van life-line;
• regie voeren op onderlinge communicatie;
• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter
plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;
• de noodzaak signaleren tot opschaling en de verantwoordelijke collega attenderen;
• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;
• meldingen;
• spoedeisende hulpverzoeken;
• assistentieverzoeken collega’s;
• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;
• politie-inzet;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het afwijken van beslisregels bij het uitvragen van bellers 1-1-2 wanneer daarmee
de inhoud en strekking van het hulpverzoek snel en helder kan worden vastgesteld;
• het doorverbinden van een 1-1-2 intakegesprek naar een andere hulpdienst als deze
niet op het terrein van de politie ligt;
• het koppelen van de meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire
(grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet;
• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;
• het verzamelen van relevante ‘real time’ informatie en deze te delen met de collega’s
op straat en ter plaatse, en met de opgeschaalde organisatie;
• het attenderen van de verantwoordelijke collega bij signalering van de noodzaak
tot opschaling van politie-inzet of tot multidisciplinaire afhandeling van melding/spoedeisend
hulpverzoek;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• het beheren van de wachtrij 1-1-2;
• het snel helder krijgen van het spoedeisende hulpverzoek bij intake via 1-1-2;
• het voeren van regie op de politie-inzet op basis van protocollen, toegekende prioriteit
en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit;
• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;
• het zijn van life-line;
• het verzamelen van relevante ‘realtime’informatie ten behoeve van collega’s op straat
en ter plaatse, en ten behoeve van de opgeschaalde organisatie;
• het actueel houden van de status van de afhandeling en het verstrekken van de actuele
status;
• het verzamelen, valideren en vastleggen van relevante actuele informatie ter zake
de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, alsmede het verstrekken
van deze informatie aan de collega’s op straat en aan de opgeschaalde organisatie;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
op de juiste wijze:
• beslisregels hanteren bij het uitvragen van spoedeisende hulpverzoeken;
• doorverbinden naar andere hulpdiensten;
• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en (grootschalige) multidisciplinaire noodhulpverlening
koppelen aan politie-inzet;
• prioriteiten toekennen aan de afhandeling van spoedeisende hulpverzoeken;
• de beschikbaarheid en directe inzetbaarheid van politie-inzet inventariseren;
• regie voeren op politie-inzet;
• de noodzaak tot opschaling signaleren en daarop attenderen;
• gegevens ter zake intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling verzamelen,
valideren, vastleggen en verstrekken;
• regie voeren op de onderlinge communicatie;
• als life-line fungeren voor de collega’s op straat en ter plaatse;
• de collega’s op straat en ter plaatse alsmede de opgeschaalde organisatie van actuele
en relevante informatie voorzien;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen
(psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen,
beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;
• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;
• privacywetgeving;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• computerprogramma’s en applicaties;
• ten minste kennis van één vreemde taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld
(criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en
protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal
loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet
voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en
dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie,
dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Generalist Intake & Service
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Generalist Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit te voeren. De Generalist Intake & Service
participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake
& Serviceactiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de
uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten.
De Generalist Intake & Service geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten
en) Medewerkers Intake & Service.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intake &
Serviceactiviteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intake &
Serviceactiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.
Verbetering Intake & Service
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van Intake & Service, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving
efficiënter en effectiever verlopen.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten) en Medewerkers Intake
& Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten
wordt gewaarborgd.
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan de bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt
wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie
ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving
van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan de bevordering
van leefbaarheid en veiligheid.
-
• Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden
van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de
burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.
-
• Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van
aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.
Registratie
-
• Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
-
• Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen,
zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de
afhandeling.
Validatie gegevens aangifte
-
• Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van
gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat
een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen
kan worden gebaseerd.
-
• Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen
gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen
en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke
functionaris.
Vergunningen
-
• Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op
volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere
afhandeling van vergunningaanvragen.
-
• Het ter voorbereiding van de beslissing op vergunningaanvraag toetsen van de gegevens
en de locatie aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager, het
betrekken van de handhavinggeschiedenis, voor zover relevant voor de vergunning, zodat
een solide basis ontstaat voor beslissing op vergunningaanvraag door het bevoegd gezag.
-
• Het innen van leges, zodat de vergunning kan worden verleend.
-
• Het daadwerkelijk controleren van de naleving van de vergunningbepalingen, zodat afwijkingen
worden geconstateerd en erop kan worden gehandhaafd.
-
• Het beheren van lopende vergunningen op geldigheid, zodat bij het verstrijken van
de termijn van geldigheid kan worden gehandhaafd.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat
om de aangever te kunnen informeren.
-
• Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften
en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger
steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.
Interne serviceverlening
-
• Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures,
richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden
actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of
vervolging.
-
• Het zijn van vraagbaak voor collega’s voor actuele vastgestelde werkwijzen en procedures,
zodat de effectiviteit en efficiency van de uitvoeringspraktijk verbetert.
Beheer
Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde
werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk
deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.
Service aan burger
-
• Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling
van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee
de burger zelf, steeds centraal stelt.
-
• Het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek,
zodat het slachtoffer weet dat de politie de burger zelf steeds centraal stelt.
-
• Het bemiddelen in schaderegeling, zodat de burger weet dat hij als slachtoffer optimaal
door de politie wordt ondersteund bij geleden schade.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten;
• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden
doorgestuurde aangiften;
• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen
gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van
binnen en buiten de politie;
• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;
• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;
• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;
• geïnformeerde aangevers en slachtoffers over de behandeling dan wel de status van
hun aangifte;
• voor beslissing voorbereide vergunningaanvragen;
• geïnde leges;
• controle op naleving van vergunningbepalingen;
• op geldigheid beheerde lopende vergunningen;
• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van de actuele vastgestelde
werkwijzen en procedures;
• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc.;
• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van
afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers;
• bij schaderegelingen bemiddelde slachtoffers;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;
• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende
systemen;
• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;
• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens
uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert
helder zijn bevindingen;
• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;
• informeert aangevers en slachtoffers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;
• bemiddelt slachtoffers correct bij schaderegelingen;
• bereidt nauwkeurig de beslissing op vergunningaanvraag voor door het toetsen van de gegevens en de locatie
aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager en het betrekken van
de handhavinggeschiedenis, voorzover relevant voor de vergunning;
• int vasthoudend leges;
• beheert zorgvuldig het vergunningenbestand op geldigheid en termijnen;
• controleert strikt de naleving van vergunningbepalingen;
• is proactief als vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;
• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen
etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.
• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling
van aangiften en vergunningaanvragen;
• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen
en wet- en regelgeving;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;
• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;
• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante
vakgebied;
• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;
• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;
• aangevers en slachtoffers informeren over de behandeling dan wel status van hun
aangiften;
• schadebemiddeling aan slachtoffers;
• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;
• de beslissing op vergunningaanvraag voorbereiden;
• leges innen;
• het vergunningenbestand beheren op geldigheid en termijnen;
• controles uitvoeren op de naleving van vergunningbepalingen;
• vraagbaak zijn voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen
en procedures;
• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc.;
• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling
van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;
• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;
• opstellen processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;
• service aan burgers en slachtoffers;
• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;
• versiebeheer op formulieren;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij een
dreigende termijnoverschrijding van de behandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen
van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;
• het informeren over de voortgang en procedures in het strafonderzoek;
• om in netwerken te participeren ten behoeve van de uitvoering van Intake & Service-activiteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, incl. 1-1-2
meldingen;
• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;
• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;
• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;
• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;
• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;
• het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek
en het bemiddelen bij schaderegelingen;
• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte;
• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen
en procedures;
• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen,
handreikingen etc.;
• het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften en het bewaken van
termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers,
• het voor beslissing voorbereiden van vergunningaanvragen;
• het innen van leges;
• het beheren van het vergunningenbestand;
• het controleren op naleving van vergunningbepalingen;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.
op de juiste wijze:
• burgers en slachtoffers te woord staan en informeren;
• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• collega’s informeren over vastgestelde actuele werkwijzen en procedures;
• versiebeheer voeren;
• controles uitvoeren op naleving van vergunningbepalingen;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;
• techniek: documentatiesystemen;
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens);
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• Algemene wet bestuursrecht;
• schadebemiddeling;
• documentatiesystemen;
• versiebeheer;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
° houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
° heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met
name aanwezig bij baliewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op
een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier,
format, richtlijn etc. wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald
in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Generalist Beveiliging
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name
uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de tak Uitvoeren, en aan
de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
Generalist Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het zelfstandig
uitvoeren van veiligheidsmaatregelen. De Generalist Beveiliging participeert in bestaande
netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en maakt
afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen
in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen.
De Generalist Beveiliging geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en)
Medewerkers Beveiliging.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van
beveiligingsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de uitvoering
van veiligheidsmaatregelen effectiever, efficiënter en veiliger verlopen.
Verbetering Beveiliging
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen,
zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Beveiliging
in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen
wordt gewaarborgd.
Toezicht – Beveiliging objecten
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
-
• Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
-
• Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet
wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.
Veiligheidsmaatregelen in en ten behoeve van de Rechtbank
-
• Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie,
zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd (actie-intelligentie).
-
• Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke
stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven
wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.
Voorverkenning
-
• Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd
(statische beveiliging).
-
• Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat
een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).
-
• Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en
het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties,
zodat kan worden vastgesteld of de beveiligingsopdracht conform plan van aanpak kan
worden uitgevoerd.
Beveiliging personen
-
• Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te
beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.
-
• Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen
op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties,
eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen
persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).
Arrestantenverzorging
-
• Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire
en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid
van de arrestant worden gewaarborgd.
-
• Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten
op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.
-
• Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering,
het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant
bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige
situaties wordt tegengegaan.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens
gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen
en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat
het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• beveiligde personen;
• beveiligde objecten;
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;
• orde in de Rechtbank;
• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• documenteert (overige) eigen waarneming en deelt informatie over achtergronden van
personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;
• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen (actie-intelligentie);
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving
en privacy;
• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;
• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;
• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;
• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;
• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de
rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;
• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie
van situaties en gedrag wordt vermeden;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• persoonsbeveiliging uitvoeren;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering
van de omgeving;
• arrestantenzorg verrichten;
• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen
die de arrestanten bij zich dragen;
• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;
• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;
• geweldsmiddelen gebruiken;
• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken
en het innen van openstaande boetes;
• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;
• processen-verbaal opstellen;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;
• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;
• persoonsbeveiliging;
• het cellenblok;
• de verzorging van arrestanten;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het voorverkennen van routes en locaties om vast te stellen of de beveiligingsopdracht
conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd;
• het ingrijpen, desnoods met toepassing van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;
• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort
dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar
naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• de beveiliging van personen;
• objectbeveiliging;
• het participeren in een netwerk;
• het bewaren van orde in de Rechtbank;
• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;
• arrestantenzorg;
• het geven van aanwijzingen;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;
op juiste wijze:
• gesignaleerde onregelmatigheden melden;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;
• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;
• aanwijzingen geven;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;
• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;
• wapenkunde;
• observatietechnieken;
• interventietechnieken;
• kennis van vreemde talen;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg
en DNA-materiaal en personen;
• arrestantenverzorging, veiligheidsfouillering;
• Rechterlijke Organisatie;
• procedures in strafvervolging;
• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;
• communicatie(-middelen);
• coaching;
• strafrecht (materieel en formeel);
• geweldsinstructie;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na
een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is
op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren
maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien
ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt
in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt
aan het loopbaantraject; anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert,
uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Generalist Tactische Opsporing
Kern van de functie
Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door
feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden
tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek,
bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.
Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Generalist Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd)
tactisch opsporingsonderzoek. De Generalist Tactische Opsporing participeert in bestaande
(werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van opsporingsonderzoeken
en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek.
De Generalist Tactische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers
Tactische Opsporing.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van
tactische opsporingsonderzoeken en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de vergaring
van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden
benut.
Verbetering Tactische Opsporing
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek, zodat tactisch
opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van waarheidsvinding
wordt verhoogd.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Tactische Opsporing in
de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek
wordt gewaarborgd.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een
fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Totstandbrenging bewijslast
Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en
het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van
bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.
Interpretatie onderzoeksgegevens
Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens, zodat
inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).
Kritische reflectie
Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Processen-verbaal
Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden
over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat
voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als medewerker in TGO-verband.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• identificatie van verdachten;
• inzicht in de toedracht van misdrijven;
• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• procesdossier;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;
• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende
systemen;
• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;
• dwangmiddelen toepassen;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;
• processen-verbaal opstellen;
• identificeren van verdachten;
• inzicht geven in de toedracht van misdrijven;
• valideren en vast leggen tactische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• dwangmiddelen toepassen;
• procesdossier samenstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven;
• door (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek
betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat
voor opsporing en/of vervolging;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactische opsporingsonderzoek;
• de uitvoering van deelonderzoeken bij meer complexe opsporingsonderzoeken op basis
van een vastgesteld plan van aanpak van onderzoek;
• het vast leggen van tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal
en (overige) eigen waarnemingen;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.
op de juiste wijze:
• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;
• tactische onderzoeksgegevens verzamelen, valideren interpreteren en in samenhang
brengen;
• bewijslast verzamelen en beoordelen;
• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige)
eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;
• kritische reflectie toepassen;
• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen;
• verhoortechniek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt. De
functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur
van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden
tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een
verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Generalist Interventie
Kern van de functie
Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding)
door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden
of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken
en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.
Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.
Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
Generalist Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving
(criminaliteitsbestrijding) door het zelfstandig uitvoeren van interventieactiviteiten.
De Generalist Interventie participeert in bestaande netwerken ten behoeve van het
efficiënt en effectief uitvoeren van interventieacties en maakt afstemmingsafspraken.
Hij doet voorstellen vanuit de interventiepraktijk ter verbetering van de uitvoering
van interventie.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van interventieacties en het maken
van afstemmingsafspraken, zodat interventieacties efficiënter en effectiever kunnen
worden uitgevoerd.
Verbetering Interventie
Het vanuit de interventiepraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van
de uitvoering van interventieacties, zodat interventieacties efficiënter, effectiever
en veiliger kunnen verlopen.
Individuele voorbereiding
Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarsrisico, zodat
tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide)
afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.
Voorverkenning
Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties
c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering
van interventieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de interventieopdracht
conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.
Aanhouden
Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering
van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van
alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum,
tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke
verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging
die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.
Bevrijden van slachtoffers
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht,
interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden
bevrijd.
Beveiligen politie-infiltranten
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid,
zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.
Afscherming
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van
andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s
worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten
kan plaatsvinden.
Assisteren bij begeleiden transport
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten
of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar,
zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.
Assisteren bij beveiliging objecten
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van
aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde
en/of openbare orde in het geding zijn.
Rapportages
Het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen en het toelichten van
bijzonderheden in rapportages bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij
de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten en bij beveiliging van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in
het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en zodat een basis ontstaat
voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering in de uitvoering van de uitvoering
van interventies.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele
informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• weggenomen terreur/geweldsdreiging;
• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;
• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;
• beveiligde objecten;
• beveiligde politie-infiltranten;
• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;
• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden;
• rapport voorverkenning;
• inzetdossier;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren,
schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;
• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;
• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;
• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval
verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;
• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;
• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd
of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;
• schermt het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten
effectief af;
• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden effectief
• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen rond de inzet vast in een rapportage
dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of vervolging en voor verbeteringen
in de uitvoering;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• voorverkenning verrichten;
• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval
uitschakelen;
• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;
• politie-infiltranten beveiligen;
• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten;
• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige
getuigen, verdachten en gedetineerden;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• dwangmiddelen toepassen;
• geweldsmiddelen toepassen;
• rapport voorverkenning opstellen;
• opstellen processen-verbaal.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• binnen het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;
• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over
het gehele geweldsspectrum;
• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;
• slachtoffers van gijzeling en kaping;
• de georganiseerde zware criminaliteit;
• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;
• aangewezen te beveiligen objecten;
• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;
• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten;
• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;
• (wisselend) teamverband;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het dusdanig treffen van individuele voorbereidingen, dat hij tijdens de voorverkenning
en de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide)
afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kan nemen die recht doen aan de interventieopdracht,
passen in de context en de veiligheid van hemzelf en zijn collega’s;
• het voorverkennen van situaties en bij het uitvoeren van interventieacties;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren
van de interventieactie, voor de persoonlijke veiligheid en/of de veiligheid van collega’s;
• het ingrijpen, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, bij aanslagen op of
bij pogingen tot vluchten van getuigen, verdachten en gedetineerden of bij aanslagen
op de politie-infiltrant;
• het delen van informatie over achtergronden van niet in de interventie betrokken
personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing
en/of vervolging;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen bij aanhoudingen
en bij beveiliging van personen en objecten en rapporteert daarover,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• de voorverkenning;
• planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen
van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;
• het bevrijden van slachtoffers;
• het begeleiden van het transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen,
verdachten en gedetineerden;
• het beveiligen van politie-infiltranten;
• het afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten;
• objectbeveiliging;
• acute, onvoorspelbare gevaarsituaties die de interventieactie, de eigen veiligheid
en/of die van zijn collega’s in gevaar brengen (actie-intelligentie);
• signaleren van en anticiperen op risico’s die de interventieactie, de eigen veiligheid
en/of die van de collega’s bedreigen;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
op de juiste wijze
• individuele voorbereidingen treffen;
• voorverkenning uitvoeren en de bevindingen vastleggen in een rapport voorverkenning;
• verrichten van het planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste
geval uitschakelen van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;
• slachtoffers bevrijden;
• politie-infiltranten beveiligen;
• het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten afschermen;
• transportbegeleiding uitvoeren;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en
bijzondere bewapening;
• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van
de collega’s bedreigen;
• feiten, omstandigheden en eigen bevindingen rond de interventieactie vastleggen
en rapporteren;
• participeren in bestaande netwerken;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;
• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;
• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland
wordt ontwikkeld;
• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen;
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot interventie;
• interventiemethoden en -technieken;
• camouflagemethoden en -technieken;
• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;
• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;
• (bijzondere) bewapening;
• beveiligingstechniek;
• inzicht in gedrag;
• rapporteren;
• netwerken.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheid- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende
bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op
een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij Interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig,
evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s
ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie,
of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige
dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect
heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel
anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich
voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Generalist Observatie
Kern van de functie
Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.
Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.
Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Generalist Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig
uitvoeren van observatieacties. De Generalist Observatie participeert in bestaande
netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieacties. Hij doet voorstellen
vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van observatie. De
Generalist Observatie geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van uitvoering van observatieacties
en het maken van afstemmingsafspraken, zodat observatieacties efficiënter en effectiever
kunnen worden uitgevoerd.
Verbetering Observatie
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van observatieacties, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en
effectiever verlopen.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie in de dagelijkse
praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van observatieacties wordt gewaarborgd.
Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen
-
• Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen,
zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.
-
• Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties
− op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever
en efficiënter worden uitgevoerd.
Modificeren en Vervaardigen
-
•
[werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde
specificaties en met behulp van aangereikte werkplaatshandleidingen en technische
instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken,
zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur
en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.
-
•
[installatie, elektro- en computertechniek] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde
specificaties en met behulp van aangereikte elektrotechnische handleidingen en installatie
instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong
vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden
technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.
Defecten en storingen
Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen
aan elektronische, (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken,
waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, computertechniek, installatietechniek en
elektrotechniek, zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/
verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen
weer inzetbaar zijn.
Voorverkenning
Het verkennen van de situatie ter plaatse en het vastleggen van de meest geschikte
posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een
basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor
observaties.
Uitvoeren van observatie
-
• Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van
apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden
en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer,
zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve
van opvolging en/of vervolging.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s
en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen,
ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen
(actie-intelligentie).
Gegevens uit observatie
-
• Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
-
• Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context
waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen
en/of contacten van de geobserveerde.
Rapportage over gegevens uit observatie
-
• Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
-
• Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin
deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen
en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Specifieke functionaliteit
Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke
functionaliteit.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;
• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;
• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;
• op maat gemaakte apparatuur;
• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische
(hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur,
installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen;
• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;
• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor
veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit
observaties;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);
• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;
• zoekt bij de voorverkenning de meest geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur
en (technische hulp)middelen;
• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking
minimaal is en de werking optimaal;
• op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur,
werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren
en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen
en radarapparatuur);
• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren,
schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;
• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur
en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar
dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt
verkleind;
• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen
dienen;
• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en
formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel
oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• voorverkenning verrichten;
• personen heimelijk waarnemen;
• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;
• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren
van informatie over handelingen en contacten van verdachten;
• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;
• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak
voor observaties op maat maken;
• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische
(hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur,
installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen;
• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;
• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit
observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen
voor veiligheidsproblematiek;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld
plan van aanpak voor observaties;
• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur,
werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infstracturen
en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen
en radarapparatuur);
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren
van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);
• het voorverkennen van situaties, bij het plaatsen van apparatuur, bij het uitvoeren
van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en
telecommunicatieverkeer;
• het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische
hulp)middelen;
• het op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;
• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;
• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken
personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging
en/of vervolging,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• de voorverkenning van situaties;
• het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen;
• het uitvoeren van observaties;
• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;
• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of
op
ontmaskering (actie-intelligentie);
• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen;
• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat
maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
op de juiste wijze
• apparatuur en (technische hulp(middelen) installeren;
• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de
persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);
• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;
• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;
• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende
systemen;
• onderzoeksgegevens uit observatie in samenhang brengen met gegevens uit de context
van de observatie en vastleggen in een rapportage met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden
dan wel oplossingsrichtingen;
• participeren in bestaande netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennis en ontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;
• methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot observatie;
• privacywetgeving;
• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;
• camouflagemethoden en -technieken;
• elektrotechnische handleidingen;
• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitengerlateerde geschiktheids-
en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen.
De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig
aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op
een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering,
is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele
druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren
de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie
wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een
bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het
loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op aanmerkelijk.
|
Generalist GGP
Kern van de functie
Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering
van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp verlenen,
Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.
Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Generalist GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerde) operationele
politietaken. De Generalist GGP participeert in bestaande (werkterreingerelateerde)
netwerken (met burgers, bedrijven en instellingen) ten behoeve van gezamenlijke aanpak
van veiligheidsproblematiek en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit
de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde)
veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken. De Generalist
GGP geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP.
Activiteiten en resultaten
Netwerk
Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van
een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken,
zodat de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen wordt gestimuleerd
en hun veiligheidsgevoel wordt verhoogd.
Verbetering GGP
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering
van operationele politietaken, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken
aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.
Werkinstructie
Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP in
de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van operationele politietaken
wordt gewaarborgd.
Toezicht
-
• Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op
personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare
orde wordt gewaarborgd.
Conflictbemiddeling
Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing
van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving
verbetert.
Opsporing-VVC
Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden
op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie
over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
Noodhulp
Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter
plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende
en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp
aan hen die deze behoeven wordt verleend.
Informatie
Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken
direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).
Processen-verbaal
Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde)
overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften,
zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX,
GBO, GRIP e.d.).
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;
• geïnstrueerde medewerkers;
• betrokken burgers, bedrijven en instellingen bij (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;
• gehandhaafde openbare orde;
• oplossingen tussen conflicterende partijen;
• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;
• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;
• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;
• processen-verbaal;
• dossiers VVC.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• participeert actief in bestaande netwerken;
• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;
• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;
• voert accuraat alle operationele politietaken uit;
• werkt gericht aan de afname van onveiligheidsgevoelens en aan de toename van zelfredzaamheid van
burgers, bedrijven en instellingen;
• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven
VVC, en bij (werkterreingerelateerde) aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;
• alle operationele politietaken uitvoeren;
• (werkterreingerelateerde) aangiften opnemen;
• (werkterreingerelateerde) processen-verbaal opstellen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• participatie in bestaand netwerk;
• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;
• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• participatie in netwerken;
• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;
• instrueren van medewerkers;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend
gedrag kan worden tegengegaan;
• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van
situatie of gedrag;
• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over
achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee
ontstaat voor opvolging en/of vervolging;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• de uitvoering van alle operationele politietaken (toezicht en handhaving met aanwending
van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC
en noodhulp);
• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;
• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;
op de juiste wijze:
• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;
• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende
maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren
en vastleggen;
• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;
• instrueren van medewerkers;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;
• techniek: methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• noodhulp en incidentmanagement;
• inzicht in gedrag;
• documentatie- en registratiesystemen;
• netwerken;
• geven van instructie;
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit
onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds
dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich
voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Directiesecretaresse/Officemanager
Kern van de functie
Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden
uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt
afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze,
bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie
en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.
Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak
Ondersteunen uit het RBP.
De Directiesecretaresse/Officemanager draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare
formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van secretariële werkzaamheden.
Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig secretariële werkzaamheden
uit. De Directiesecretaresse/Officemanager bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken
ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken.
De Directiesecretaresse/Officemanager doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de aanpak van secretariële werkzaamheden en implementeert vastgestelde
verbeteringen. De Directiesecretaresse/Officemanager bevordert als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van secretariële werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van secretariële
werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak
van secretariële werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit
en efficiëntie van de uitvoering van Secretariaat wordt verhoogd.
Verbetering Administratie en Secretariaat
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak secretariële werkzaamheden en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat een effectievere en efficiëntere organisatie ontstaat.
Informatieverstrekking
-
• Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het
team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.
-
• Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel
van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste
collega terecht komt.
-
• Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team,
zodat de verzoeker adequaat bediend is.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat
voor personeels- en managementinformatie.
Agendabeheer
Het beheren van de agenda van de leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten
van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering,
zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.
Vergaderingen en bijeenkomsten
-
• Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering,
routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.
-
• Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers
zich optimaal kunnen voorbereiden.
-
• Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten,
zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.
-
• Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt
en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.
-
• Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten
vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.
Termijnbewaking
Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken
tijd worden afgehandeld.
Correspondentie
Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden
met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een
eenduidige en correcte wijze.
Archivering
Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) documenten en dossiers van en aan
de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.
Faciliteiten
-
• Het zijn van aanspreekpunt voor de leidinggevende voor facilitering van de werkplek;
het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken terzake, zodat collega’s
optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
-
• Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten;
het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële
archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal
zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.
Overzichten
Het op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten
uit de (archief)systemen, door middel van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een
correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan een leidinggevende;
• vastgelegde vragen;
• agendabeheer;
• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde
deelnemers;
• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie,
documenten en dossiers;
• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;
• gefaciliteerde werkplekken;
• verstrekte standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.
|
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;
• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende
systemen;
• beheert accuraat de agenda van een leidinggevende en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;
• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;
• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt
tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;
• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de
notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;
• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt
tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert
consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;
• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand
van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;
• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in
de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;
• verstrekt op aanvraag standaard overzichten én − middels gebruik van zoekopdrachten − niet-standaard uit
de (archief)systemen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;
• agenda beheren;
• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);
• notuleren;
• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;
• brieven concipiëren;
• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;
• facilitering van werkplekken organiseren;
• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• leidinggevende;
• team.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van
beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van administratief secretariële werkzaamheden;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;
• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• registratie-, documentatie en archiefsystemen;
• wet- en regelgeving op arbo werkplek;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• notuleren;
• huisstijl van de organisatie;
• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van de sector;
• coaching;
• officemanagement;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het/de vakgebied(en)/werkterrein(en)
waarop het team actief is.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid
op beheer van de agenda, op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten
en op nakoming van uitvoeringsafspraken, in het kader van zaakscoördinatie, door externe
factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen, en dit zich
terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Gespecialiseerd medewerker b
Kern van de functie
Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden,
technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering
aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.
Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Gespecialiseerd Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen
van plannen van aanpak voor de toepassing van vastgestelde beleidsproducten. Hij verricht
zaakscoördinatie en past daarnaast zelfstandig beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd
Medewerker B bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke
aanpak van vastgestelde beleidsproducten en maakt uitvoeringsafspraken. De Gespecialiseerd
Medewerker B doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de
uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en implementeert vastgestelde
verbeteringen. De Gespecialiseerd Medewerker B bevordert als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt
mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de toepassing van beleidsproducten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak
van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing wordt verhoogd.
Verbetering gespecialiseerde ondersteuning
Het vanuit de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van voorstellen
tot verbeteringen in toepassing van beleidsproducten, en het implementeren van vastgestelde
verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie wordt verhoogd.
Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis
Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek
die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt
benut in de bedrijfsvoering.
Ondersteuning van administratie
Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en
documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde
informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen,
zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens
en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde
doelstellingen wordt ondersteund.
Informatieverstrekking
Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving,
vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn
geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek
die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en
de administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;
• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk):
• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;
• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten,
methoden en technieken.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek
die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en
de administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• toepassing vastgestelde beleidsproducten;
• administratie(s).
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van
beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie en regie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze;
• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied van deze
functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid;
• techniek: administratieve systemen en organisatie;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• wet- en regelgeving en (overheids)beleid;
• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;
• techniek en administratieve systemen en organisatie;
• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;
• inzicht in gedrag;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke communicatie;
• voorlichting (groepen);
• individueel advies;
• netwerken;
• klachtbehandeling;
• coaching;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied/werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC
gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van
de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n),
deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare
fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde
inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Teamchef A
Kern van de functie
Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering
van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als
totaal.
Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande
koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten
& diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen,
personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.
Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling
van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten
en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk
en verantwoordelijk voor het organisatierendement.
Leiding vertegenwoordigt de Politie.
Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.
De Teamchef A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering
van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid
voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende
opgesteld − team-bedrijfsvoeringplan, voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk.
Hij stuurt direct een collectief van medewerkers aan waarvan het karakter van de werkzaamheden
van uitvoerende aard en routinematig is.
Activiteiten en resultaten
Leiding en sturing
-
• Het leiding geven aan en direct aansturen van een collectief van medewerkers waarvan
het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en waarin de werkzaamheden
volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies worden
uitgevoerd, zodat routinematige werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd
en resultaten worden behaald.
-
• Het voeren van (integraal) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken
– en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, zodat − in relatie
tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie
van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie
verwacht.
-
• Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen
voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings-
en ontwikkelingsperspectief.
-
• Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers,
en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen
worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.
Organiseren
-
• Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan
voor het team en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden,
zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de
organisatiedoelstellingen en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor
beschikbaar zijn.
-
• Het vertalen van de teamdoelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers
door het op- en vaststellen van resultaatafspraken, zodat activiteiten, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen,
effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris
weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en
efficiënt worden behaald.
-
• Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor
het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en
daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.
Structureren
• Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde
sector-bedrijfsvoeringplan naar organisatiestructuur voor zijn team, het kiezen van
de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere
leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.
Realiseren
-
• Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan,
zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.
-
• Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties
van zijn medewerkers, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet
op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.
-
• Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen
op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan;
het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde
verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van
afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering
ontstaat.
-
• Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van hem
door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen die buiten de (beslissings)mogelijkheden
van de Teamchef A liggen, zodat ook deze verbeteringen kunnen worden geïmplementeerd
en daarmee een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.
-
• Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan,
het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan,
zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.
-
• Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen
op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de
gestelde tijdslijnen worden behaald.
-
• Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren
van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten
binnen budget worden behaald.
-
• Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het team alsmede over
het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan
benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit
van effecten en resultaten kan worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen
van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van
het team.
-
• Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn
medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.
Samenwerken
-
• Het voeren van regie op de onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers
binnen het team, zodat een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt
gewaarborgd.
-
• Het participeren in netwerken (van ook externe partners) ten behoeve van de gezamenlijke
aanpak van problematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken
van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit
en efficiëntie van de aanpak van problematiek wordt verhoogd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;
• legitimering van politie in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:
(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van
uitvoerende aard en routinematig is)
• ten aanzien van leiding en sturing:
• direct, op de uitvoering van routinematige werkzaamheden aangestuurde uitvoerende
medewerkers;
• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers;
• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers;
• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;
• een veilige werkomgeving;
• ten aanzien van organiseren:
• een in een team-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen,
faciliteiten en budget voor een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van
uitvoerende aard en routinematig is;
• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;
• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;
• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;
• ten aanzien van structureren:
• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten, op basis van het vastgestelde
sector-bedrijfsvoeringplan en met keuze uit de LFNP-functies uitgewerkte en door de
naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn team;
• ten aanzien van realiseren:
• vastgestelde prioriteiten binnen het team-bedrijfsvoeringplan;
• uitgevoerd team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en met
op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;
• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;
• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):
• de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding
van budgetten;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,
en zo nodig bijsturing ervan;
• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers en eventuele
bijsturing op hun wijze van inzet;
• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende
faciliteiten;
• ten aanzien van samenwerken:
• regie op door onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het
team te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden;
• participatie in netwerken.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• ten aanzien van leiding en sturing:
• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard
en routinematig is, dat de in het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten
worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;
• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;
• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op en vast;
• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en
aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;
• ten aanzien van organiseren:
• dient een reëel team-bedrijfsvoeringplan in ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;
• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en
stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;
• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen
resultaten;
• ten aanzien van structureren:
• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan
naar een passende organisatiestructuur voor zijn team met keuze uit de LFNP-functies en dient deze
in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;
• ten aanzien van realiseren:
• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het team-bedrijfsvoeringplan;
• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het team-bedrijfsvoeringplan, binnen
vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort
en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt
zonodig bij;
• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stemt consequent verbetervoorstellen indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef
A liggen, af met de naasthogere leidinggevende;
• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt zonodig
tijdig bij;
• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen
resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;
• verantwoordt beargumenteerd budgetten, resultaten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;
• ten aanzien van samenwerken:
• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het team met
het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige
werkzaamheden.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van
uitvoerende aard en routinematig is)
• ten aanzien van leiding en sturing:
• leiding geven aan een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende
aard en routinematig is;
• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;
• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;
• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en
de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;
• ten aanzien van organiseren:
• een team-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling
indienen bij de naasthogere leidinggevende;
• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers
(op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;
• ten aanzien van structureren:
• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten
van het team;
• ten aanzien van realiseren:
• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;
• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen,
(laten) vaststellen en implementeren;
• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:
• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;
• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel
bijsturen op hun wijze van inzet;
• budgetten, resultaten en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;
• ten aanzien van samenwerken:
• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers;
• participeren in netwerken.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie en de samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;
• een team gericht op de uitvoering van routinematig werk;
• een collectief van uitvoerende medewerkers;
• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;
• de binnen de sector afgestemde team-organisatiestructuur voor een team gericht op
uitvoering van routinematig werkzaamheden;
• de voor het team vastgestelde resultaatafspraken;
• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;
• vanuit samenwerking te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van
routinematige werkzaamheden.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
• ten aanzien van leiding en sturing:
• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn team waarvan het karakter
van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, uit bestaande leiderschapstijlen
voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving,
gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt
werkend team;
• neemt de functionaris het initiatief tot:
• het voeren van functionerings-, beoordelings- en voortgangsgesprekken met zijn medewerkers;
• het opstellen van ontwikkelplannen;
• ten aanzien van organiseren:
• neemt de functionaris het initiatief tot:
• het opstellen en indienen van een team-bedrijfsvoeringplan;
• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers
(het opstellen van resultaatafspraken);
• het faciliteren van medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;
• ten aanzien van structureren:
• neemt de functionaris het initiatief tot het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten
structureren van de team-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling
door de naasthogere leidinggevende;
• ten aanzien van realiseren:
• neemt de functionaris het initiatief tot:
• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;
• het bijsturen op het behalen van resultaten en/of op besteding van budget indien
uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;
• het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering,
het vaststellen ervan en het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van voorstellen
tot verbetering die buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef A liggen;
• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen indien uit evaluatie,
monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;
• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve
en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;
• het verantwoorden van resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;
• herkent de functionaris voorstellen tot verbetering die buiten de (beslissings)
mogelijkheden van de Teamchef A liggen en waarvoor het gelegitimeerd is tot het in
overleg treden met de naasthogere leidinggevende voor het beoordelen en vaststellen
ervan;
• ten aanzien van samenwerken:
• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking
binnen het team.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van
uitvoerende aard en routinematig is)
De functionaris kan:
• ten aanzien van leiding en sturing:
• de problemen die zich voordoen bij:
• het direct aansturen van een team, waarvan het karakter van de werkzaamheden van
uitvoerende aard en routinematig is, op het binnen budget en op de vastgestelde wijze
behalen van resultaten;
• het creëren van een veilige werkomgeving;
zelfstandig aanpakken;
• op de juiste wijze:
• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;
• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers;
• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers;
• ten aanzien van organiseren:
• de problemen die zich voordoen bij:
• het op- en doen vaststellen van een team-bedrijfsvoeringplan (inclusief begroting
van formatie, middelen, faciliteiten en budget);
• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers;
• het faciliteren van medewerkers voor het behalen van hun resultaten;
zelfstandig aanpakken;
• op de juiste wijze:
• resultaatafspraken op- en vaststellen;
• ten aanzien van structureren:
• de problemen die zich voordoen bij het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist,
structureren van de team-organisatie zelfstandig aanpakken;
• op de juiste wijze:
• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;
• de team-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;
• ten aanzien van realiseren:
• de problemen die zich voordoen bij:
• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;
• het bijsturen op:
• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,
indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;
• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve
en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;
zelfstandig aanpakken;
• op de juiste wijze:
• evalueren, monitoren en analyseren;
• beoordelen van collectieve en individuele prestaties van medewerkers;
• beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;
• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende
faciliteiten.
|
|
|
• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering beoordelen en
vaststellen dan wel ter beoordeling en vaststelling voorleggen aan de naasthogere
leidinggevende indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A
liggen;
• ten aanzien van samenwerken:
• op de juiste wijze de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers regisseren
op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.
Voldoende beheersing beroepsvaardigheden voor het zelfstandig afhandelen van alle
voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
+ kan directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoordinatie/gezagsvoering
+ plannen van aanpak volgens format).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken
in de relatie politieorganisatie en samenleving.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:
• resultaatgericht aansturen van een team waarvan het karakter van de werkzaamheden
van uitvoerende aard en routinematig is;
• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;
• persoonlijk leiderschap;
• multicultureel vakmanschap;
• inzicht in gedrag;
• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:
• bedrijfsvoering;
• personeelsbeleid;
• organisatiebeleid en toepassing LFNP;
• budgetterings- en begrotingsmethodieken;
• implementatietechniek;
• analysetechnieken;
alsmede:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures,
methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op het betreffende
vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied waarover leiding wordt gegeven;
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap
wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd.
• participeert in netwerken op het vakgebied/werkterrein of aandachtsgebied dat relevant
is voor de door zijn team te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen
van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het
formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor
het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers
voorgelegde voorstellen tot verbetering.
• raadpleegt actief kennisbronnen.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven + werkervaring waarbij ook
zaakscoördinatie aan de orde is, voor het geven van leiding aan teams waarvan het
karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, danwel EVC
gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids-
en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit
de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden
spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid
op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren
zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet
kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid
of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Medewerker Techniek C
Kern van de functie
Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen,
werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.
Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit
het RBP.
Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Techniek C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door
in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen
van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische
werkzaamheden. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde)
technische werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek C bouwt en onderhoudt (nieuwe)
(werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische
werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken. De Medewerker Techniek C doet voorstellen
vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde)
technische werkzaamheden en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Medewerker Techniek C bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
technische werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve
van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische werkzaamheden
wordt verhoogd.
Verbetering Techniek
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, en het implementeren
van vastgestelde verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie
wordt verhoogd.
Preventief onderhoud
-
•
[mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke
oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden
aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader
van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig
worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds
inzetbaar zijn.
-
•
[elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een
gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve
onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en
storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee
de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar
zijn.
Defecten en storingen
-
• Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende
werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties
van voer-, vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie
van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica,
hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische
systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken,
waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen
en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.
Administratie
-
• Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten
en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk
zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.
-
• Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische,
elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers
op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter
kunnen toepassen.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen
en werktuigen;
• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;
• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;
• uitgevoerde revisies/overhaul;
• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;
• op maat vervaardigde dan wel modificeerde apparatuur en technische (hulp)middelen;
• op voorraad liggende gebruiks- en verbruiksartikelen en (reserve) onderdelen in
goede staat;
• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen
en van uitgevoerde reparaties;
• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van
technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• voert adequaat en accuraat periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen
en werktuigen uit, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen
en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;
• verricht adequaat en accuraat periodieke inspecties, preventieve onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische
en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen, ook
waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke
oplossing bieden;
• lokaliseert secuur defecten en storingen aan vervoersmiddelen, met name die hun oorsprong vinden in
een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica,
hydraulica en werktuigbouw;
• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties, met name die hun oorsprong
vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom,
(fijn)mechanica, software-infrastructuur;
• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;
• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde
reparaties;
• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur,
systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert
hen helder.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen
en werktuigen verrichten, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen
en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;
• periodieke inspecties, preventieve onderhouds-, en installatiewerkzaamheden aan
elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen
verrichten ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts
een gedeeltelijke oplossing bieden;
• defecten en storingen aan (vervoers)middelen en werktuigen verhelpen/repareren,
met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek,
elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw;
• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties,
infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren, met name die hun oorsprong vinden
in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom,
(fijn)mechanica, software-infrastructuur;
• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde
reparaties in rapportages vastleggen;
• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;
• inspectie, preventief onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en
elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder
datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• combinatie van technieken;
• technische werkplaats en op locatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van
beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;
• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek;
motorvoertuigentechniek;
• wetenschap: bèta.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• werkplaatsnormen;
• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;
• werktuigbouw;
• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;
• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;
• passieve kennis van de Engelse taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• coaching;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/ werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig
staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms
onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden,
het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij
het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken
bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst
hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming,
omvangrijke reparaties op onvoorziene problemen stuiten,daarmee uitlopen en de inzet
van vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt, en dit zich terugvertaalt
in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Docent A
Kern van de functie
Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op
te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke
kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de
gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten
ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten
in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.
Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel
uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.
De Docent A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten
op te leiden tot competente medewerkers, passend bij de (beoogde) functie van de cursist(en).
Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende
theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij standaard lesmodules voor
het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken, noodzakelijk voor het
mogen uitoefenen van bevoegdheden (certificeringvereisten). Hij neemt ten slotte proeven
van bekwaamheid af en rapporteert hierover.
Activiteiten en resultaten
Plannen van aanpak
Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van cursisten
− opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede
aan de hand van beschikbare formats voor het door de cursist bereiken van gestelde
leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen
worden behaald.
Doceren
-
• Het geven van (vaardigheids)trainingen aan de combinatie cursisten en dieren (honden
en paarden), zodat zowel de cursist, het dier en de combinatie inzetbaar zijn en blijven.
-
• Het geven van (vaardigheids)trainingen aan cursisten op het vaardig worden in het
toepassen van (gewelds)middelen, zodat de cursist optimaal vaardig is in de toepassing
van (gewelds)middelen.
-
• Het geven van theorielessen op het toegewezen aandachtsgebied volgens standaard lesmodules,
zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.
Studiebegeleiding
Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn training/opleiding; het volgen
en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel
advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten,
zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn
bekwaamheden.
Examineren
Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de
cursist en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het
bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren
leerdoelen van de cursist.
Netwerken
Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren
van het (standaard) lesmateriaal en op het gebied van de inzet van Honden c.q. Paarden
ten aanzien van training en africhting en het scouten van dieren −, zodat het onderwijs
steeds actueel aansluit op de (beoogde) functie van de cursist en − in het kader van
inzet van Honden c.q. Paarden − er te allen tijde beschikt kan worden over (nieuwe)
dieren.
Verbeteren
-
• Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende
theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren
en ten aanzien van de toepassing van standaard lesmodules, zodat de kwaliteit van
doceren wordt verhoogd.
-
• Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende
theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud
van de standaard lesmodules, zodat de standaard lesmodules actueel aansluiten op de
(beoogde) functie van de cursist.
-
• Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren en in de
toepassing van standaard lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit
op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.
Ontwikkelen
Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de lessen/trainingen, zodat theorie wordt
omgezet naar praktijk en de standaard lesmodules altijd actueel aansluiten op de belevingswereld
van de cursist.
Beschikbaarheid en africhten van honden en paarden
-
• Het doen van voorstellen tot aanschaf of vervanging van honden en paarden, zodat vanuit
organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over
(nieuwe) honden en paarden.
-
• Het africhten van honden en paarden, zodat de dieren voldoen aan het basisniveau voor
politietraining, en koppeling aan de begeleider, zodat daarna de combinatie getraind
kan worden voor certificeringvereisten.
Analyse en advies
Het − op grond van herkennen van patronen in afgenomen proeven van bekwaamheid − formuleren
van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van (vaardigheids)trainingen
en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit
en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vaardigheids)trainingen verwerven van competenties
wordt verhoogd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van doceren
en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng
van specialisatie;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• op theorie tot competente medewerkers opgeleide cursisten;
• tot inzetbare combinaties van mens en dier getrainde ‘cursisten’;
• het omgaan met (gewelds)middelen competente cursisten;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten);
• verbetervoorstellen vanuit de praktijk;
• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan studieadvies;
• analyse en advies terzake de optimale koppeling van dier aan begeleider;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het
via vaardigheidstrainingen opleiden tot competente medewerkers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;
• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• formuleert heldere studieadviezen op het individu gericht;
• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud
van standaard lesmodules;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;
• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn
cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven
van competenties middels (vaardigheids)trainingen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar
zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze
van doceren en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet
en inbreng van specialisatie;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven op het hem toegewezen aandachtsgebied;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;
• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn cursisten,
leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het
verwerven van competenties middels (vaardigheids)trainingen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• cursisten;
• onderwijs/scholen;
• begeleiding van competentieverwerving op basis van:
• plannen van aanpak in de vorm van studie-advies op basis van beschikbare formats;
• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;
• aangereikte standaard lesmodules;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functies van de cursisten.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• bij het doceren/trainen, studiebegeleiding en examineren;
• het opstellen van (individuele) studieadviezen;
• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• het uitvoeren van analyses op de competentieverwerving van zijn cursisten;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in (vaardigheids)trainingen;
• het formuleren van (individuele) studieadviezen;
• het doceren/trainen en examineren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• het doceren/trainen;
• het examineren;
• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het
competentieverwervingstraject van zijn cursisten;
• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in competentieverwerving via (vaardigheids)trainingen;
op de juiste wijze:
• doceren;
• examineren;
• analyses uitvoeren op de competentieverwerving van zijn cursisten en adviseren;
• netwerken bouwen en onderhouden;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (plannen
van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van de opleiding;
• methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
doceren, studiebegeleiding en examineren op het hem toegewezen aandachtsgebied;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analyse (patronen en verbanden);
• advisering;
• examinering;
• coaching;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde
is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid
op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan
oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke
getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent
desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het aandachtsgebied.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat
op gering, algemeen bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname
aan trainingen.
|
Senior Intelligence
Kern van de functie
Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.
Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.
De Senior Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het – in
het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen
van plannen van aanpak voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten. Hij verricht
zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intelligenceactiviteiten uit. De Senior
Intelligence bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak
van Intelligence-activiteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Intelligence
doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Intelligenceactiviteiten
en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intelligence bevordert als
mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van Intelligence-activiteiten efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak
van Intelligence-activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit
en efficiëntie van de uitvoering van Intelligenceactiviteiten wordt verhoogd.
Verbetering Intelligence
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van Intelligenceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde
en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.
Verzamelen gegevens
Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open
en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor
gegevensbewerking.
Gegevensbewerking
-
• Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de
context waarin ze een rol spelen.
-
• Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.
-
• Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.
Veiligheidsinformatieproducten
-
• Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante
informatie.
Kritische reflectie
Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.
Tegenspreken
Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij
TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad
of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke
inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken
en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.
Verstrekken en rapporteren van informatie
Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten,
zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en toegewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid
en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in
de context geïnterpreteerde gegevens;
• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;
• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;
• betrouwbare gegevensbestanden;
• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar
gemaakte patronen en verbanden;
• rechtmatige bewijslast;
• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproble-matiek/criminele
aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);
• standaardoverzichten (loketfunctie);
• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie)
en deze gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;
• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;
• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;
• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien
van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;
• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;
• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de
veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers
worden voorzien van actuele relevante informatie;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;
• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;
• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;
• gegevens interpreteren in hun context;
• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/
criminele aandachtsvelden opstellen;
• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;
• processen-verbaal opstellen;
• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;
• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende) problematiek;
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• de vakgebieden in het domein Uitvoering;
• in het kader van de informatiegestuurde politie;
• met vertrouwelijke en geheime informatie;
• met persoonsgebonden gevoelige informatie;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het
kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• de uitvoering van intelligenceactiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van
beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van Intelligenceactiviteiten;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligenceactiviteiten (gegevens
(heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige
en geheime informatie;
• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken
en verstrekken van gegevens;
• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen
(met name psychologie);
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);
• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;
• open en gesloten bronnen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechniek;
• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;
• inzicht in gedrag;
• kennis van vreemde talen;
• gesprekstechniek;
• coaching;
• netwerken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid
en terreur op de voet.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van
de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand
worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich
terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt
aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Docent IBT A
Kern van de functie
Docenten IBT dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie, door het begeleiden van
individuen en teams, voor- en observerend in- de uitvoeringspraktijk, om steeds aan
het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit
van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige
politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in de uitvoeringspraktijk.
Docenten IBT zijn voor de uitvoeringspraktijk werkzaam om vanuit participerende observatie
(in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;
Bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,
Bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,
Kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,
Beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.
Door het daadwerkelijk, voor- en observerend- in de uitvoeringspraktijk werkzaam te
zijn onderhoudt en optimaliseert de docent zijn eigen kennis, vaardigheden en competenties
en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van
de docent IBT.
Docenten IBT geven met name uitvoering aan de processen in de takken Ondersteunen
en Verbeteren RBP.
De Docent IBT A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het geven van IBT aan
individuen en teams.
-
• De Docent IBT A verzorgt daartoe praktijkgerichte en op de functie aansluitende trainingen.
-
• De Docent IBT A volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal
voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een
professionele beroepshouding.
-
• De Docent IBT A stelt – in het kader van voorbereiding- mede aan de hand van beschikbare
formats -plannen van aanpak op voor de uitvoering van IBT.
-
• De Docent IBT A bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke
aanpak en maakt uitvoeringsafspraken.
-
• De Docent IBT A doet, mede vanuit onderwijskundig, didactisch of pedagogisch oogpunt,
voorstellen ter verbetering van de aanpak van IBT en implementeert vastgestelde verbeteringen.
-
• De Docent IBT A bevordert als mentor de professionaliteit van medewerkers.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP
en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Training – Begeleiding- Coaching
-
• Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheid) trainingen
aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van
leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het
toepassen en gebruiken van (gewelds) middelen, principes, procedures en vaardigheden)
en de politiemedewerker daarmee inzetbaar is en blijft.
-
• Het geven van theorielessen volgens standaard (én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.
-
• Het in de uitvoeringspraktijk trainen en observeren – ook onder stressvolle omstandigheden-,
zodat vanuit IBT didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en
reacties door politiemedewerkers en teams.
-
• Het voorbereiden van de eigen inbreng (IBT) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens
de IBT in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder
(uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s
en het in permanente alertheid beheersen daarvan, zodat de veiligheidsrisico’s worden
teruggedrongen, en de uitvoering van IBT kan blijven door lopen.
Beoordelen
-
• Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de
politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief
resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat
in de nog te realiseren leerdoelen.
-
• Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker
en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau
en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in
de nog te realiseren leerdoelen.
Plannen van aanpak
Het – op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers
– opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak
mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de politiemedewerker bereiken
van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt
kunnen worden behaald.
Netwerken
-
• Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van IBT voor het gewenste
vakbekwaamheidsniveau, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is.
-
• Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren
van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor IBT, zodat
de politiemedewerker actueel toegerust is.
Verbeteren
-
• Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de wijze van IBT en ten aanzien van inhoud en toepassing van (standaard én op de
actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van IBT wordt verhoogd en
de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit
op het onderwijs en op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.
-
• Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de uitvoering van IBT (principes, procedures en vaardigheden), zodat daarmee het
onderwijs van de politiemedewerker efficiënter en effectiever verloopt.
-
• Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van IBT en in de toepassing
van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden IBT
actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau
en de functie van de politiemedewerker.
Analyse en advies
-
• Het – op grond van herkennen van patronen in en tijdens trainingen en afgenomen toetsen
(bv. proeven van bekwaamheid) – adviseren over mogelijke verbeteringen in het rendement
van (vakbekwaamheid) trainingen aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit
en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vakbekwaamheid) trainingen verwerven van
competenties wordt verhoogd.
-
• Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve
als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting,
dieren).
Begeleiding vakbekwaamheidsniveau
Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet
in operatie; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden;
het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team
inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de IBT en in de bekwaamheden.
Inzet en inbreng voor de uitvoeringspraktijk
-
• Het analyseren van (aangereikte) problematiek voor de uitvoeringspraktijk, zodat een
basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Docent IBT A voor het
opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte)
problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van de trainingssituatie naar
het overdragen voor interventies op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat
direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak.
Ontwikkelen
Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de trainingen/begeleiding, zodat de theorie
daar aangekoppeld juist toegepast en herkend wordt in de uitvoeringspraktijk en het
(standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal altijd actueel aansluit
op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• – mede op basis van observaties uit uitvoeringspraktijk – begeleiding, (vaardigheids)training,
coachen en theorielessen;
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar
zijn;
• gebouwde en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, gemaakte uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit observatie van de praktijk ten behoeve van verbetering in de
wijze van IBT en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmateriaal en
op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied (IBT) en op aangereikte
gegevens en observatie in de praktijk, gericht op verbetering van het rendement van
inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng
van specialisatie;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners – aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid – terzake het rendement van het
via IBT toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• op theorie tot vakbekwame opgeleide politiemedewerkers;
• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten);
• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten
aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid;
• ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbewaamheid begeleide politiemedewerkers en
teams;
• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel
aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak (individuele begeleidingsadviezen)
voor het verder verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;
• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere
uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde
plannen van aanpak;
• formuleert heldere begeleidingsadviezen op het individu gericht;
• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze
van IBT ten aanzien van de inhoud van standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van
vakbekwaamheid;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;
• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn
toegewezen politiemedewerkers en team− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners
voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen
en begeleiding;
• bevordert actief de vakbekwaamheid van politiemedewerkers door begeleiding, (vaardigheids)training,
theorielessen en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• het actief en op maat ontwikkelen van standaard lesmateriaal.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats
beschikbaar zijn;
• plannen van aanpak opstellen voor IBT;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze
van IBT en ten aanzien van de (toepassing van) het standaard en op maat gesneden lesmateriaal;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet
en inbreng van specialisatie;
• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede
het toetsen van vakbekwaamheid;
• coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;
• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen
politiemedewerkers en team, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke
rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen
en begeleidingen;
• analyseren, concluderen en adviseren vanuit IBT tbv de uitvoeringspraktijk;
• terugdringen veiligheidsrisico’s.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijk, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen;
• (politie)medewerkers;
• onderwijs/scholen;
• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:
• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies op basis van beschikbare
formats; leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;
• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;
• conflicterende partijen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;
• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in IBT;
• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor IBT;
• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten
behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;
• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen
en verwerken voor het vakgebied IBT;
• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding
vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;
• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het
op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie
en adviezen;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die de IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van IBT naar het overdragen
van de sturing bij een incident in de uitvoeringspraktijk;
• de uitvoering van IBT;
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan: de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor IBT-
voor toegewezen politiemedewerkers en team;
• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in vakbekwaamheidsverwerving via IBT;
• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling
van IBT,
op de juiste wijze:
• trainen, begeleiden en coachen;
• toetsen, beoordelen en examineren;
• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team en adviseren;
• netwerken bouwen en onderhouden;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• gesprekken voeren in het kader van IBT;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• analyseren, concluderen en adviseren.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisont- wikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk;
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van IBT
• methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
IBT en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken (patronen en verbanden);
• advisering;
• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Basis(vak)-kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring waarbij ook IBT (individuele en team) aan de orde is, danwel
EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek Risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid
op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan
oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke
getraindheid op juist deze
oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch Risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens IBT, en dit zich terugvertaalt in een
verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De
ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Stuurman Zeevaart
Kern van de functie
Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning
van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak
bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.
Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren,
Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.
De Stuurman Zeevaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door
ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen
en door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats
− opstellen van plannen van aanpak. De Stuurman Zeevaart navigeert en manoeuvreert
het vaartuig. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. De Stuurman Zeevaart
bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen
vanuit de praktijk tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde
verbeteringen.
De Stuurman Zeevaart bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Navigeren/manoeuvreren
-
• Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder
weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante
(zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart
optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen,
etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.
-
• Het na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren, navigeren en
manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig,
veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert
in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat
passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen
gaan.
-
• Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige
koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.
Actie-intelligentie
Het tijdens de vaart adviseren aan de gezagvoerder op basis van vastgestelde criteria,
ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, zodat veiligheid
van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.
Controle en onderhoud
-
• Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip
en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.
-
• Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat
een basis ontstaat voor de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig.
-
• Het rapporteren van eventuele gebreken aan de gezagvoerder, zodat deze verholpen kunnen
worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.
Keep the ship clean
Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden
van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.
Scheepsadministratie
-
• Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen),
zodat verantwoording plaatsvindt aan de gezagvoerder over de koers, vaart, positie
en operationele staat van het schip.
-
• Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles,
zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning
met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.
Verbeteren
Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het
vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten
werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden
benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.
Werkinstructies
Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk,
zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek wordt gewaarborgd.
Rolaanduiding
De Stuurman Zeevaart kan, mits aangewezen en gecertificeerd, optreden als Gezagvoerder
Binnenvaart/Bootcommandant (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder
rigid-inflatable boats).
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectieve en efficiënte werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• tijdige, veilige en conform procedures verlopen vaart van het schip;
• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers
te verrichten werkzaamheden;
• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;
• het geven van radaraanwijzingen en/ het varen onder radaraanwijzingen;
• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip
en uitrusting;
• rapportage van eventuele gebreken;
• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds-
en veiligheidscontroles;
• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;
• begeleide leerling-stuurlieden;
• instrueren collega’s;
• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• adviezen met betrekking tot de inzet van het vaartuig.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden en de communicatie
met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;
• geeft adequaat advies aan de gezagvoerder over de zeewaardigheid van het vaartuig;
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• ontmeert, navigeert en manoeuvreert en meert aan, zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig
dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;
• geeft schepen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere schepen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;
• adviseert de gezagvoerder tijdens de vaart op basis van vastgestelde criteria, ervaring
en inzicht, over afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de
reis (interventie, observatie);
• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting uit;
• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken aan de gezagvoerder;
• legt adequaat de gegevens vast in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde
onderhouds- en veiligheidscontroles;
• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;
• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden
en adviseert de gezagvoerder over verbetering;
• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden
tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• het schip ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;
• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;
• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;
• adviseren over de zeewaardigheid van het vaartuig;
• adviseren over afbreken dan wel hervatten van de reis (inzet van het vaartuig);
• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;
• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting
uitvoeren;
• eventuele gebreken rapporteren;
• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;
• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde
onderhouds- en veiligheidscontroles;
• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;
• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;
• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoeringspraktijk;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van collega’s en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie;
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare
orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;
• de zeevaart.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• het vaartuig;
• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• opvarenden;
• communicatie met belanghebbenden;
• maatstaven van goed zeemanschap;
• normen en procedures de zeevaart betreffende.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het
kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het uitzetten van de koers;
• het communiceren met belanghebbenden;
• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;
• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;
• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;
• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;
• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;
• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele
schip en uitrusting;
• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;
• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het zodanig navigeren en manoeuvreren van het vaartuig dat de door passagiers te
verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen
worden uitgevoerd;
• de zeewaardigheid van het vaartuig;
• het afbreken of hervatten van de reis;
• verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden
van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;
• wanneer dit naar zijn oordeel aan de orde is, ongeacht het doel van de reis;
• begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt
van een Stuurman Zeevaart,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die
zich voordoen bij:
• de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren, manoeuvreren
en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en de gegevens
ervan vastleggen in de scheepsadministratie;
op de juiste wijze:
• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;
• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig en daarover adviseren aan de gezagvoerder;
• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken
dan wel kan worden hervat en daarover adviseren aan de gezagvoerder;
• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;
• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke
onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele schip en uitrusting en
de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;
• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;
• op grond van gesignaleerde knelpunten adviseren aan de gezagvoerder over inzetrendement
van het vaartuig;
• leerling-stuurlieden begeleiden tot de vakvolwassenheid van Stuurman Zeevaart;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies;
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;
• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;
• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal
volgens het standard marine vocabulary;
• gezagvoering small craft;
• scheepstechniek;
• communicatiesystemen;
• navigatiesystemen;
• zeevaartkunde;
• manoeuvreren en navigeren;
• adviseren;
• analysetechnieken;
• netwerken;
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie/ gezagsvoering small craft;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens
het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere:
het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden,
het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk
letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte
weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren
van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk
leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld
interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen
tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie
desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en
dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Senior Meldkamer
Kern van de functie
Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning
van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.
Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit
de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Senior Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede
aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering
van meldkamer activiteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig
meldkameractiviteiten uit. De Senior Meldkamer bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken
ten behoeve van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken.
De Senior Meldkamer doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering
van aanpak van meldkameractiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Senior Meldkamer bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt. Dit
houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van meldkameractiviteiten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van meldkamer-activiteiten
en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van meldkameractiviteiten
wordt verhoogd.
Verbetering meldkamer
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van meldkameractiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde
efficiënter en effectiever verlopen.
Intake
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van
de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende
hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.
-
• Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen
van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen
van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.
-
• Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren
van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen
van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet
dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste
hulp wordt geboden.
-
• Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen
van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het
hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische
back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen
van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van
hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.
Noodhulpregie
-
• Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat
een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.
-
• Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit,
zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.
-
• Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare
politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen
en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende
hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige
politietaken doelmatig blijft verlopen.
-
• Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare
hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde
meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende
hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige
operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.
-
• Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet en inzet van hulpdiensten aan
multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren
van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.
Ondersteuning
-
• Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis
ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.
-
• Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor
de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe
hulp van collega’s kunnen rekenen.
-
• Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s
op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding het hulpverzoek,
zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen
van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
-
• Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie;
het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de
opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van
veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
Opschaling
-
• Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak)
of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident
of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige
politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.
-
• Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de
opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en
noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt
en effectief verloopt.
Vastleggen gegevens
-
• Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake
de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment
tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.
-
• Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie,
de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding
kan worden gebaseerd.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits hiervoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;
• ondersteuning van politie-inzet;
• life-line voor de collega’s op straat;
• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;
• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen
• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken
van burgers;
• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;
• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;
• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;
• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;
• voert alert regie op onderlinge communicatie;
• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;
• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;
• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de
opschaling;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• het zijn van life-line;
• regie voeren op onderlinge communicatie;
• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter
plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;
• beslissen tot opschaling naar SGBO, GRIP 0 of GRIP 1;
• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer
dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;
• meldingen;
• spoedeisende hulpverzoeken;
• assistentieverzoeken collega’s;
• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;
• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van meldkameractiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van meldkameractiviteiten;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze
• het uitvoeren van meldkameractiviteiten;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen
(psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen,
beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;
• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;
• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;
• privacywetgeving;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• computerprogramma’s en applicaties;
• inzicht in gedrag;
• ten minste kennis van één vreemde taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• netwerken;
• coaching;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld
(criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/
aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en
protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal
loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet
voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en
dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie,
dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior Intake & Service
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Senior Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
− in het kader van voorbereiding en mede aan de hand van beschikbare formats − plannen
van aanpak op te stellen voor de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten. Hij
verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten
uit. De Senior Intake & Service bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve
van Intake & Serviceactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen
vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten
en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intake & Service bevordert
als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt
mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van intake
en service activiteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke
aanpak van intake en service activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat
de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van intake en service wordt verhoogd.
Verbetering Intake & Service
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde
verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en
van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en
effectiever verlopen.
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
Behandeling inzetverzoeken
-
• Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning
in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek,
zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt
worden behaald.
-
• Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis
ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel
kan worden doorverwezen.
-
• Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende
vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.
-
• Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat
inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat
om de aangever te kunnen informeren.
-
• Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in
de status van de behandeling.
-
• Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften
en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger
steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.
Kwaliteit
-
• Het controleren van eenvoudige dossiers (indicatie: 1 feit-1 persoon) op volledigheid
en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening).
-
• Het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien
de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan ketenpartners een rechtmatig en
gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.
Interne serviceverlening
Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures,
richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden
actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of
vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten;
• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);
• geëffectueerde inzetverzoeken;
• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van
afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• controleert eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);
• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;
• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;
• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling
van aangiften en vergunningaanvragen;
• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen
en wet- en regelgeving.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• vragen aannemen, registreren en deze zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de
burger doorverwijzen;
• controleren van eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit
(case screening);
• het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien
de kwaliteit niet voldoet;
• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling
van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;
• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;
• inzetverzoeken voor ondersteuning vanuit een vakgebied in de uitvoeringspraktijk
aannemen, beoordelen, op resultaatverwachting afstemmen met de indiener, overdragen
en de behandeling ervan monitoren.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• intake;
• service;
• inzetverzoeken;
• case screening;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek: bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van Intake & Serviceactiviteiten;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;
• techniek: documentatiesystemen;
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• Algemene wet bestuursrecht;
• schadebemiddeling;
• documentatiesystemen;
• versiebeheer;
• coaching;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant
in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid
op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte
resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid
of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Begeleider A
Kern van de functie
Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds
aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de
continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige
en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in
en voor de uitvoeringspraktijk.
Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende
observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;
bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,
bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,
kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,
beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.
Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele
Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen
de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.
Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren,
Ondersteunen en Verbeteren RBP.
Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Operationeel Begeleider A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de
uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe
op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen.
Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het
overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele
beroepshouding.
In het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats
– opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van Operationele Begeleiding.
De Operationeel Begeleider A bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van
gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding en maakt uitvoeringsafspraken. De
Operationeel Begeleider doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering
van de aanpak van Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Operationeel begeleider A bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het
opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en
maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationele begeleiding in (opsporings)onderzoeken en t.b.v.
aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk) met name gericht op het opstellen
van plannen van aanpak.
Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk
-
• Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een
basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding
voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte)
problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten
van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder
meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken
van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen,
en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet
en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).
-
• Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar
het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat
direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak
en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.
Plannen van aanpak
Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers
− opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak
mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de politiemedewerker bereiken
van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt
kunnen worden behaald.
Netwerken
-
• Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het operationeel
begeleiden van politiemedewerkers naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau, zodat de
politiemedewerker actueel inzetbaar is.
-
• Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren
van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor operationele
begeleiding, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.
Verbeteren
-
• Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot
verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing
van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit
van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op
de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.
-
• Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende
theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud
van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard
én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie
van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.
-
• Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren
van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden
(principes, procedures en vaardigheden), en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), openbare orde en
de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever
verlopen. (operationele inzet en inbreng)
-
• Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Begeleiden
en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de geboden operationele begeleiding actueel aansluit op het instapniveau, de
leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.
Analyse en advies
-
• Het − op grond van herkennen van patronen in en tijdens trainingen en afgenomen toetsen
(bv. proeven van bekwaamheid) − adviseren over mogelijke verbeteringen in het rendement
van (vakbekwaamheids)trainingen aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit
en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vakbekwaamheids) trainingen verwerven van
competenties wordt verhoogd.
-
• Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve
als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting,
dieren).
Begeleiding vakbekwaamheidsniveau
Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet
in operatie; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden;
het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team
inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de operationele begeleiding en in de bekwaamheden.
Training – Begeleiding- Coaching
-
• Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen
aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van
leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het
toepassen en gebruiken van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden)
en daarmee inzetbaar is en blijft.
-
• Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.
-
• Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk,
zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare
gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen
kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).
-
• Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-,
zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke
gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.
Beoordelen
-
• Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de
politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief
resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat
in de nog te realiseren leerdoelen.
-
• Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker
en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau
en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in
de nog te realiseren leerdoelen.
Ontwikkelen
Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de trainingen/begeleiding, zodat de theorie
daar aangekoppeld juist toegepast en herkend wordt in de uitvoeringspraktijk en het
(standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal altijd actueel aansluit
op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team.
Blauw Vakmanschap
-
• Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team
(teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende
vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden
en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform
protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging
die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds
aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.
-
• Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de
rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en
leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie
activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit
steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen
daarvoor.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar
zijn;
• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu)
waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van operationeel
begeleiden en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmateriaal en op
de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng
van specialisatie;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit
(blauw vakmanschap);
• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;
• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten);
• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten
aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het
via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden
vakbekwaamheidsvereisten;
• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel
aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• analyse, conclusies en adviezen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;
• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) voor het verder verwerven en behouden
van zijn vakbekwaamheid;
• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• formuleert heldere begeleidingsadviezen op het individu gericht;
• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en
ten aanzien van de inhoud van standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;
• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn
toegewezen politiemedewerkers en team− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners
voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen
en operationele begeleiding;
• bevordert actief de vakbekwaamheid van politiemedewerkers door begeleiding, (vaardigheids)training,
theorielessen en het op maat formuleren van aanbevelingen.
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het
kader van het steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende
eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);
• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap;
• het actief en op maat ontwikkelen van standaard lesmateriaal.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig
• plannen van aanpak opstellen (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats
beschikbaar zijn;
• plannen van aanpak opstellen voor operationele begeleiding;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze
van operationele begeleiding en ten aanzien van de (toepassing van) het standaard
en op maat gesneden lesmateriaal;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet
en inbreng van specialisatie;
• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede
het toetsen van vakbekwaamheid;
• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen
geven;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;
• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen
politiemedewerkers en team, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke
rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen
en operationele begeleiding;
• alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);
• processen-verbaal opstellen;
• dwangmiddelen toepassen;
• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;
• terugdringen veiligheidsrisico’s.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijk, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen;
• (politie)medewerkers;
• onderwijs/scholen
• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:
• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies op basis van beschikbare
formats;
• leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;
• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;
• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:
• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;
• de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;
• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in operationele begeleiding;
• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;
• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten
behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;
• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen
en verwerken voor het vakgebied operationele begeleiding;
• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,
• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding
vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;
• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het
op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie
en adviezen.
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding
naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,
• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
|
|
|
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het
operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;
• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in vakbekwaamheidsverwerving via operationele begeleiding;
• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling
van operationele begeleiding.
op de juiste wijze:
• trainen, begeleiden en coachen;
• toetsen, beoordelen en examineren;
• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team en adviseren;
• netwerken bouwen en onderhouden;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• gesprekken voeren in het kader van de operationele begeleiding;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• analyseren, concluderen en adviseren;
• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk
alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;
• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• aanwenden dwangmiddelen;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
|
|
|
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van de operationele begeleiding;
• methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken (patronen en verbanden);
• advisering;
• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook operationele begeleiding (individuele
en team) aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich
voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op
een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior Forensische Opsporing
Kern van de functie
Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De
uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel
of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.
Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Senior Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede
aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak van onderzoek.
Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde)
forensisch opsporingsonderzoek uit.
De Senior Forensische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde)
netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt uitvoeringsafspraken.
Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering
van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek en implementeert vastgestelde
verberingen. De Senior Forensische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
forensische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve
van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
forensische opsporing wordt verhoogd.
Verbetering Forensische Opsporing
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken, en
het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever
verlopen.
Veiligstellen van sporen
Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische
sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen
uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid
van sporen als bewijslast.
Registratie van beelden
Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of
tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.
Deelname aan verhoren
Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het
inzicht in de toedracht van misdrijven/ongeval gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit
tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding
wordt verhoogd.
Assistentie bij schouw
Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van
ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop
van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.
Vaststellen modus operandi
Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats,
zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s)
c.q. het verloop en de toedracht van het incident.
Kritische reflectie
Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Tegenspreken
Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische
opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of
politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk
wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen
en hersteld.
Rapportage onderzoeksgegevens
Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische
onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
-
• Getuige-deskundige bij terechtzittingen;
-
• Coördinator PD-unit (CPDU);
-
• Medewerker in TGO-verband;
-
• Forensisch coördinator;
-
• Sporencoördinator.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD)
tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);
• processen-verbaal;
• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;
• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen
en onderzoeksmogelijkheden;
• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• identificatie van de betrokkene(n);
• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;
• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);
• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen en formuleert op grond
van deze gegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;
• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;
• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);
• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf,
ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie
bij lijkschouwingen;
• neemt op uitnodiging deel aan verhoren van verdachten en getuigen;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;
• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau
Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);
• processen-verbaal opstellen;
• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;
• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;
• assistentie verlenen bij schouw;
• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;
• als tegenspreker optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• forensische laboratoria;
• plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en plaatsen incident (PI);
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: bètawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht en het strafprocesrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking
tot forensische opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• organisatie en werkwijze OM;
• coaching;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en op vervolgingsvraagstukken
bij samenwerkingspartners.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het
verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan
wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Docent A
Kern van de functie
Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs*
– optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving*
met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met
de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten
tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid
en complexiteit en relevante derden*1.
Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden
onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste
(soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving,
de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk
(alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.
*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde
diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.
Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden
en examineren van studenten
om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde
en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor de brede Uitvoeringspraktijk
geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten en vereiste opsporingsbevoegdheid)
in relatie tot de specifieke dynamiek.
Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht
en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving
op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.
Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch
gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend
/ diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.
Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische
en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten
/ kwesties.
Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele
vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als
Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren.
Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk
wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.
Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren,
Ondersteunen en Verbeteren RBP.
Werkterreinen LFNP:
Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinenvoor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar
op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk
en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen,
Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.
De Operationeel Docent A voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde
leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele
omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van
studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.
De Operationeel Docent A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren
tot competente (politie)medewerkers.
De Operationeel Docent A neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde
leeromgeving de volgende maatregelen in acht:
-
– de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten
/ betrokkenen bij deze leersituatie;
-
– de transitiemaatregelen;
-
– de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen
en uitrusting;
-
– de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.
De Operationeel Docent A stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen
van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen
– aan de hand van beschikbare formats en op basis van bekende patronen in leerbehoeften
en instapniveaus van studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid
van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.
De Operationeel Docent A bouwt en onderhoudt netwerken ten behoeve van het optimaliseren
van het standaard lesmateriaal op MBO-niveau.
De Operationeel Docent A doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering
van de aanpak van Operationeel Docentschap en implementeert vastgestelde verbeteringen
toegespitst op MBO-niveau / in relatie tot standaard lesmateriaal.
De Operationeel Docent A bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het
opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en
maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
PraktijkinzetInzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken
en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht
op het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:
-
• Het analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek, zodat een
basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel Docentschap
voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte)
problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.
Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving
-
• Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art
Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving
– op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en
onder wisselende omstandigheden, zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot
het beoogde organisatierendement en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door
de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en
gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.
-
• Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct
monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in didactisch en
pedagogisch opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit
op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel
opzicht optimaal kan beklijven.
-
• Het op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal geven van opleidingen – expliciet
ook in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen
en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire)
reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving
meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert, én in aansluiting op de strategische
doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk, zodat:
-
– de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid
te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen
presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
-
– met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud,
vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn
operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
-
– de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie
gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen
in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.
-
• Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in
de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de
verwerving van kennis en vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen
ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid begeleiden van studenten, zodat inzicht
bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.
Examineren
Het op MBO-niveau (i.c. standaard lesmateriaal) – expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens en
het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in het bezit komt
van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht ontstaat in
de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het naar actuele
maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele
varianten en onvoorspelbaarheid.
Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde
opleiding en examinering
-
• Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke
beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / in casu t.a.v. standaard lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a.
Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:
-
– de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds
toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van
(maatwerk) opleidingen toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde
leeromgeving;
-
– het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van
input voor het laten vertalen naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen),
i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;
-
– het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de
actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
-
– de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder
t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;
-
– het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering
in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten
voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).
-
• Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal), zodat
de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de
examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving
steeds aansluiten op de actuele vereisten.
-
• Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, zodat de geboden opleiding
en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau,
de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.
Plannen van aanpak
Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van studenten
− opstellen van individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak,
aan de hand van beschikbare formats, voor het door de student bereiken van gestelde
leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten, zodat leerdoelen effectief
en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde
en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.
Risicobeperking
Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving,
in casu t.a.v. standaard lesmateriaal op MBO-niveau.
Netwerken
-
• Het bouwen en onderhouden van netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken
van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde
leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch
en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk
en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.
-
• Het bouwen en onderhouden van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele
Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie
en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren
en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:
-
– het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden /
examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;
-
– het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico
op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
zoveel mogelijk beperkt wordt.
-
• Het participeren – in samenwerking met de Eenheden – bij de uitvoering van de Vakvaardigheidsdagen,
zodat beschikt wordt over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren
van het politieonderwijs, gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.
Blauw Vakmanschap
-
• Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid
door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten,
uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit
op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
(i.c. de uitvoeringspraktijk).
-
• Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid
door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten
van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen)
professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie
en operationele sturing.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;
• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en
gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;
• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet
vanuit specialisatie (i.c. vakinhoudelijke advisering voor het opstellen van plannen
van aanpak door de Uitvoeringspraktijk).
|
Resultaten
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
P.I.:
• analyse, conclusies en adviezen vanuit Operationeel Docentschap tbv het door de
Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;
• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan
worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.
Uitvoering OpDo:
• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en
gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;
• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden)
van studenten en geformuleerde aanbevelingen;
• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden
onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van
de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;
• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;
• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar
zijn;
• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -situatie
naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde
leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig
opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering
op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde)
functie van de student;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap
en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van
het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap
/ van inzet en inbreng van specialisatie;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel
docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten
geldende startbekwaamheidsniveau;
• plannen van aanpak voor de uitvoering van Operationeel Docentschap aan studenten
en relevante derden waarvoor formats beschikbaar zijn;
• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;
• met behulp van formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s van
de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale component;
• met behulp van formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving
t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;
• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen
veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);
• aan de hand van formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en verbetering
met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c. Risicobeperking);
• gebouwde en onderhouden netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten met betrekking tot het in de
ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;
• gebouwde en onderhouden netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding
delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde
leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het
risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade
aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);
• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
(Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);
• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen
van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen
professionaliteit (blauw vakmanschap);
• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
P.I.:
• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk.
Uitvoering OpDo:
• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering,
expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving,
studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;
• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen
en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;
• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, aan de hand van beschikbare
formats op het individu gericht;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid
en examens af en rapporteert;
• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;
• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde
leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek
en pedagogiek;
• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van
patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven
en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde
leeromgeving (Operationeel Docentschap);
• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
In het kader van Risicobeperking:
T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:
• treft accuraat en met behulp van formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;
• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;
• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;
• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;
• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap
kunnen verstoren;
• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;
• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
Bevoegdheden
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve
van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief
en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek.
• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar
zijn;
• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);
• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap waarvoor
formats beschikbaar zijn;
• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;
• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;
• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot
verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving,
van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;
• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners
voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels
opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);
• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;
• met behulp van formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving en
dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;
• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen
en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;
• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;
• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk
t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;
• processen-verbaal opstellen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie;
• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet vanuit Operationeel
Docentschap.
• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en
waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties
en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt,
oordeelt, (ver)stoort en reageert.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied / specialisatie, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;
• het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;
• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten
en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;
• vakgebieden in het Domein Uitvoering;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen /
oplossingen bekend);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;
• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;
• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies op basis van beschikbare
formats;
• leerbehoefte en instapniveau van de student;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functie van de student;
• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering
van het Operationeel Docentschap in relatie tot:
• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en
leefbaarheid;
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten;
• transitiemaatregelen;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;
• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;
• het bouwen en onderhouden van netwerken.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel
Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige
specialistische inzet & inbreng en oplossingen bekend zijn;
• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art
politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het
steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm,
didactiek en pedagogiek;
• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid
te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren
in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm,
didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele
varianten en onvoorspelbaarheid;
• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de
functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen
in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit
evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren
en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art
politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak
met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien
van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de
optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen
en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de
opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk,
het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering
in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de
verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de
ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren);
• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm
(ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het
State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele
vereisten;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding
en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften,
gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;
• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en
transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art
politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren
of in gevaar kunnen brengen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar
het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• het behalen van resultaten uit netwerken;
• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten
van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel
Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen die zich voordoen bij;
• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte
problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde
specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen
zelfstandig aanpakken.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• het opstellen van plannen van aanpak op basis van beschikbare formats;
• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;
• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van lesmateriaal;
• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en
transitiemaatregelen (Risicobeperking);
• het bouwen en onderhouden van netwerken.
op de juiste wijze:
• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;
• plannen van aanpak op basis van beschikbare formats opstellen;
• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden
van studenten;
• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in
de ongecontroleerde leeromgeving;
• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en
examen-casuïstiek;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen
(Risicobeperking);
• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;
• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar
het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• netwerken bouwen en onderhouden;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;
• aanwenden van dwangmiddelen;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• optreden als mentor.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de Uitvoeringspraktijk;
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;
• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden
en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;
• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren
en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);
• methoden, technieken en procedures;
• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied
van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• Operationeel Docentschap / de specialisatie;
• State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;
• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard
lesmateriaal op MBO-niveau;
• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau
/ i.c. standaard lesmateriaal;
• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van
Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke &
Mentale component + de (Im)materiële component;
• analyse- en adviestechniek;
• inzicht in gedrag;
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau
expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• ontwikkeling van standaard lesmateriaal op MBO-niveau;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• netwerken;
• coaching;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve
van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook Operationeel Docentschap aan de orde
is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde
leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde
inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior Informantenrunner
Kern van de functie
Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te voorzien van informatie actief vergaard middels (burger)informanten in criminele
netwerken en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving.
Informantenrunners geven met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken
veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in tak Verbeteren
van het RBP.
De Senior Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare
formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van informantenrunnen.
Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig informantenrunnen uit.
De Senior Informantenrunner bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van
gezamenlijke aanpak van informantenrunnen en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior
Informantrunner doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van
aanpak van informantenrunnen en implementeert vastgestelde verbeteringen.
Activiteiten en resultaten
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van informantenrunnen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt
mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van informantenrunnen,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke
aanpak van informantenrunnen en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit
en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.
Verbetering informantenrunner
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van informantenrunnen, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.
Werven van (burger)informanten
(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)
-
• Het werven van (burger)informanten uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen
die een negatieve impact hebben op de samenleving, zodat informatie beschikbaar komt
ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter
beschikking zou komen.
-
• Het – bij stelselmatige informatie-inwinning − contracteren van (burger)informanten,
zodat een juridische basis ontstaat voor de activiteiten van de burgerinformant en
het werven en runnen van (burger)informanten aan de wettelijke eisen voldoet.
-
• Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de kandidaat-burgerinformant, onder meer
door het (laten) uitvoeren van antecedentenonderzoek; het beoordelen van de informatiepositie
van de kandidaat-burgerinformant, zodat de waarde van de (burger)informanten voor
de uitvoeringspraktijk kan worden vastgesteld en de kwaliteit van waarheidsvinding
wordt verhoogd.
-
• Het actueel houden van persoonlijke gegevens over (burger)informanten, zodat een waardevol
en valide inlichtingennetwerk voor de uitvoeringspraktijk ontstaat.
Runnen van (burger)informanten
(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)
-
• Het − volgens vastgesteld (operationeel) plan van aanpak − opbouwen en onderhouden
van contacten met (burger)informanten; het aansturen van (burger)informanten op inlichtingenvergaring;
het verzamelen van inlichtingen uit (burger)informanten, zodat gewenste informatie
uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben
op de samenleving beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk
-
• Het toepassen van bronbeveiliging en afscherming van persoonsgegevens en activiteiten
van (burger)informanten, zodat de veiligheid van (burger)informanten wordt verhoogd.
Voorverkenning
-
• Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd
(statische beveiliging).
-
• Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat
een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).
-
• Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en
het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van informatieopdrachten,
zodat kan worden vastgesteld of de informatieopdracht conform plan van aanpak kan
worden uitgevoerd.
Betrouwbare informatie – gesprekscontacten
-
• Het beoordelen op betrouwbaarheid van de verzamelde inlichtingen door deze te controleren
en te verifiëren, bijvoorbeeld aan de hand van feiten en omstandigheden waaronder
de informatievergaring door de burgerinformant heeft plaatsgevonden of aan de hand
van onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden zoals Intelligence (valideren), zodat
de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.
-
• Het interpreteren en in samenhang brengen van de verzamelde en gevalideerde inlichtingen
met relevante (onderzoeks)gegevens, zodat de aldus ontstane informatie een basis vormt
voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.
Kritische reflectie
Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van inlichtingen
uit (burger)informanten (bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken)
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat rechtmatige
bewijslast ontstaat en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.
Rapportages
-
• Het rapporteren van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten, zodat een basis
ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.
-
• Het rapporteren van informatie − ontstaan na interpretatie en het in samenhang brengen
van gevalideerde inlichtingen − en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen
en opsporingsmogelijkheden dan wel van oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de
openbare orde.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren in de daartoe geëigende systemen van eigen waarnemingen in feiten
en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor
opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• geworven (burger)informanten/gesprekscontacten;
• gevalideerde en in rapportage vastgelegde inlichtingen uit (burger)informanten;
• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor
veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten;
• processen-verbaal en rapportages;
• toegepaste verbeteringen;
• betrouwbare informatie ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze
niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen;
• gecontracteerde (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning;
• (netwerken van) betrouwbare (burger)informanten op waardevolle informatieposities;
• in diens persoonsgegevens/identiteit en activiteiten afgeschermde (burger)informanten.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• legt na validatie inlichtingen uit (burger)informanten zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen
dienen;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die het werven en runnen van (burger)informanten
kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;
• rapporteert over de samenhang in inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn
vergaard, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden
dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• beoordeelt consequent inlichtingen uit (burger)informanten op betrouwbaarheid door deze te controleren en
te verifiëren;
• beoordeelt kritisch kandidaat-(burger)informanten op betrouwbaarheid en op informatieposities;
• past zodanig effectief en efficiënt bronbeveiliging en afscherming van (burger)informanten toe, dat de veiligheid van
de burgerinformant wordt verhoogd;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten bij gebruik als
onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• dwangmiddelen toepassen;
• rapportages opstellen van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten;
• rapportages opstellen – op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten
en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard − met oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;
• processen-verbaal en rapportages opstellen;
• werven en runnen van (burger)informanten/gesprekscontacten;
• kandidaat-(burger)informanten beoordelen op betrouwbaarheid en op informatiepositie;
• (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning contracteren;
• bronbescherming en afscherming toepassen op persoonsgegevens en activiteiten van
(burger)informanten.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van burgers die zich in criminele
kringen en/of (radicale) groeperingen bevinden.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• werven (burger)informanten;
• runnen van (burger)informanten;
• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld
plan van aanpak;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• het nemen in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit
bij de toepassing van dwangmiddelen;
• de uitvoering van informantenrunnen,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van informantenrunnen;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van informantenrunnen;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;
• methoden en technieken met raakvlakken met het werven en runnen van (burger)informanten;
• wetenschap: alfa en gammawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;
• privacywetgeving;
• methoden, technieken en instrumenten met betrekking tot het werven en runnen van
(burger)informanten;
• non politieel gedrag;
• inzicht in de multiculturele samenleving;
• kennis van observatietechnieken;
• inzicht in gedrag;
• analysetechniek;
• netwerken;
• inzicht in groepsdynamica;
• maatschappelijke ontwikkelingen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig
aannemen van een alias. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal
van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering,
is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele
druk).
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren
de informantenrunner of de burgerinformant wordt ontmaskerd en dit zich terugvertaalt
in de inzetbaarheid bij het werven en runnen van (burger)informanten in een bepaalde
omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant
Kern van de functie
Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning
van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak
bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.
Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren,
Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.
De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige
inzet van vaartuigen, in het bijzonder met small fast craft en fast offshore craft,
waaronder rigid-inflatable boats, leveren van hoogwaardig transport van passagiers
(medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden).
De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant geeft leiding aan de bemanning dan wel
geeft nautische instructies aan zijn passagiers (collega’s GGP, Opsporing en overige
Uitvoeringspraktijk) bij operationele opdrachten en is te allen tijde verantwoordelijk
voor de veiligheid van zijn vaartuig en opvarenden, alsmede voor de scheepsadministratie.
Hij handelt bij inzet op zee naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt
– als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie.
Activiteiten en resultaten
Leiding/gezagvoering
-
• Het geven van leiding aan bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden
dan wel het geven van nautische instructie aan passagiers, zodat een veilige koers
en vaart van het vaartuig wordt gewaarborgd.
-
• Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende
normen niet naleven, zodat veiligheid van het vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd.
-
• Het aansturen van de bemanning dan wel het instrueren van passagiers op effectieve
en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen,
zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers
te verrichten werkzaamheden.
Navigeren/manoeuvreren
-
• Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder
weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante
(zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart
optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, vaartuigen,
etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.
-
• Het − bij inzet op zee − na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren,
navigeren en manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat
de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig
maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het − bij inzet op binnenwateren − ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren,
zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig
maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat
passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen
gaan.
-
• Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige
koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.
-
• Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het
sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende
belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende
vaartuigen niet in gevaar komt.
Actie-intelligentie
Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde
criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht
het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van het vaartuig
en opvarenden steeds worden gewaarborgd.
Controle en onderhoud
-
• Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig
(scheepsuitrusting, motoren etc.), zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.
-
• Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat
het vaartuig steeds aan de gestelde vaartechnische voldoet.
-
• Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het
vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.
Keep the ship clean
Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden
van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.
Scheepsadministratie
-
• Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, technische
journalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele
staat van het vaartuig.
-
• Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles,
zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd
voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.
-
• Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van
vaarroutes voor de binnenvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven
opdrachten aan havenautoriteiten.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning
met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Netwerken
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden
van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en
het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering
wordt verhoogd.
Verbeteren
Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het
vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten
werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden
benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• veilige koers en vaart van het vaartuig;
• veiligheid van vaartuig en opvarenden;
• nautisch aangestuurde bemanning dan wel geïnstrueerde opvarenden
• gezagvoering;
• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;
• het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen;
• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers
te verrichten werkzaamheden;
• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen
van vaarroutes voor de binnenvaart;
• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig
en uitrusting;
• rapportage van eventuele gebreken;
• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds-
en veiligheidscontroles;
• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;
• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig aan de hand van
gesignaleerde knelpunten;
• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning, dan wel geeft zodanige heldere instructies aan passagiers dat een veilige koers en vaart van vaartuig wordt gewaarborgd, de bemanning/passagiers gemotiveerd,
effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden
kunnen verrichten;
• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet
naleven, dat veiligheid van vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd;
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de (bij inzet op
zee) zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;
• navigeert en manoeuvreert zodanig alert (en op zee: naar maatstaven van goed zeemanschap) dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig
dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;
• geeft vaartuigen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere vaartuigen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;
• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken
dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);
• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes
voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen;
beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;
• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting uit;
• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken;
• legt adequaat de gegevens vast in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds-
en veiligheidscontroles;
• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;
• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden
en adviseert over verbetering;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de
te verrichten werkzaamheden van de passagiers en maakt uitvoeringsafspraken.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• leiding geven aan bemanning dan wel nautische instructie geven aan passagiers
• gezagvoering;
• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen
niet naleven;
• het vaartuig ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;
• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;
• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;
• op zee: op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig beslissen
al dan niet te ontmeren;
• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de
reis;
• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen
van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;
• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;
• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting
uitvoeren;
• eventuele gebreken rapporteren;
• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;
• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde
onderhouds- en veiligheidscontroles;
• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;
• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;
• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoeringspraktijk;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie;
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare
orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;
• zeevaart en/of binnenvaart (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder
rigid-inflatable boats).
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• gezagvoering;
• het vaartuig;
• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• bemanning en opvarenden;
• communicatie met belanghebbenden;
• op zee: maatstaven van goed zeemanschap;
• normen en procedures de zeevaart en/of de binnenvaart betreffende.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak
bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het uitzetten van de koers;
• op zee: de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;
• het communiceren met belanghebbenden;
• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;
• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;
• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;
• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;
• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;
• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele
voertuig en uitrusting;
• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;
• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het zodanig inzetten, navigeren en manoeuvreren van het vaartuig, dat de door passagiers
te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.)
kunnen worden uitgevoerd;
• het al dan niet ontmeren;
• het afbreken of hervatten van de reis;
• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende
(veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;
• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten
of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;
• het aansturen van de bemanning dan wel het nautisch instrueren van de passagiers;
• de veiligheid van vaartuig en opvarenden;
• de scheepsadministratie;
• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;
• het adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te
verrichten werkzaamheden van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;
• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden
op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies) en waarbij gezagvoering (binnenvaart) aan de
orde is.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie/gezagvoering (binnenvaart) op (eerder verkende) problematiek
(plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• leiding geven aan bemanning dan wel het nautisch instrueren van passagiers (gezagvoering);
• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen
niet naleven;
• bij de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren,
manoeuvreren en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en
de gegevens ervan vastleggen in de scheepsadministratie;
op de juiste wijze:
• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;
• op zee: de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;
• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken
dan wel kan worden hervat;
• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;
• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van
(aan)vaarroutes van de scheepvaart;
• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke
onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele vaartuig en uitrusting
en de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en
veiligheidscontroles;
• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;
• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren aan de gezagvoerder over
inzetrendement van het vaartuig;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie/gezagvoering
(binnenvaart), plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart en binnenvaart;
• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;
• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;
• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de binnenvaart;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal
volgens het standard marine vocabulary;
• scheepstechniek;
• communicatiesystemen;
• navigatiesystemen;
• leiding geven (gezagvoering);
• advisering;
• analysetechniek;
• netwerken.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie/gezagvoering;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie/gezagvoering aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens
het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere:
het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden,
het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk
letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte
weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren
van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk
leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld
interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien
zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen
tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie
desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en
dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Senior Beveiliging
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name
uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan
de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Senior Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het – in
het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen
van plannen van aanpak voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning,
beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging)
en voor de aanpak van beveiligingsproblematiek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert
daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Senior Beveiliging bouwt en onderhoudt
(nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek
en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Beveiliging doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de aanpak van aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering
van veiligheidsmaatregelen en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Senior Beveiliging bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit
houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plan van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen
en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan
plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende
kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt verhoogd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke
aanpak van beveiligingsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de
effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en de aanpak
van veiligheidsmaatregelen wordt verhoogd.
Verbetering Beveiliging
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbetering van in
de aanpak van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging
personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en in de uitvoering van deze maatregelen,
en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde
en het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen efficiënter en effectiever verlopen.
Toezicht – Beveiliging objecten
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
-
• Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
-
• Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet
wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.
Voorverkenning
Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en
het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties,
zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.
Beveiliging personen
-
• Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te
beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.
-
• Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen
op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties,
eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen
persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).
Beveiliging objecten
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd
(statische beveiliging).
-
• Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat
een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• informatie uit voorverkenning;
• beveiligde personen;
• beveiligde objecten;
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• orde in de Rechtbank;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties en door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;
• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag
wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie
van situaties en gedrag wordt vermeden;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• dwangmiddelen toepassen;
• voorverkennen;
• persoonsbeveiliging uitvoeren;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering
van de omgeving;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• object- en persoonsbeveiliging;
• orde Rechtbank;
• arrestantenverzorging;
• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;
• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon zich bevindt;
• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten,
beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op juiste wijze:
• het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten,
beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking
tot persoonsbeveiliging;
• inzicht in gedrag;
• observatietechnieken;
• geweldsinstructie;
• interventietechnieken;
• wapenkunde;
• beveiligingstechniek;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;
• kennis van vreemde talen;
• communicatie(-middelen);
• coaching;
• inzicht in gedrag;
• netwerken;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• oefent zich in het gebruik van uiteenlopende wapens en in interventietechnieken;
• houdt overzicht op de technische mogelijkheden van de beveiligingstechniek.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na
een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is
op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren
maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien
ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt
in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt
aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior Tactische Opsporing
Kern van de functie
Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door
feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden
tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek,
bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.
Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Senior Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede
aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak. Hij verricht
zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) tactisch
opsporingsonderzoek uit. De Senior Tactische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe)
(werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt
uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen
in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek en implementeert
vastgestelde verberingen. De Senior Tactische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
tactische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve
van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
tactische opsporing wordt verhoogd.
Verbetering tactische opsporing
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken, en het
implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever
verlopen.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een
fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Totstandbrenging bewijslast
Het verzamelen, in samenhang brengen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier
en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van
de bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.
Interpretatie onderzoeksgegevens
Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens
uit andere vakgebieden, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in
de identiteit van de verdachte(n).
Kritische reflectie
Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Tegenspreken
Op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische
opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of
politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk
wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen
en/of hersteld.
Processen-verbaal
Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden
over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat
voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• identificatie van verdachten;
• inzicht in de toedracht van misdrijven;
• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met
andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;
• procesdossier;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;
• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit en brengt
er samenhang in;
• valideert verzamelde onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;
• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid
• optreden als mentor;
• dwangmiddelen toepassen;
• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;
• processen-verbaal van (werkterreingerelateerde) aangifte, verhoor, misdrijven, dwangmiddelen
en (overige) bevindingen opstellen;
• procesdossiers samenstellen;
• op aanwijzing − als tegenspreker optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij meer complexe
(werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoeken;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;
• de vervolging van verdachten van misdrijven;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van (werkterrreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• inzicht in gedrag;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen;
• verhoortechniek;
• organisatie en werkwijze OM;
• coaching;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• netwerken;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners en vervolgingsprocedures
bij samenwerkingspartners.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur
van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden
tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een
verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal
gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior Observatie
Kern van de functie
Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.
Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.
Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Senior Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede
aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering
van observatieacties. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig
observatieactiviteiten uit. De Senior Observatie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken
ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken.
De Senior Observatie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering
van aanpak van observatieactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Senior Observatie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van observatieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt
mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van observatieacties,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke
aanpak van observatieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit
en efficiëntie van de uitvoering observatieacties wordt verhoogd.
Verbetering Observatieacties
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van observatieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.
Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen
Het − op basis van een vastgesteld plan van aanpak voor observaties − op maat (laten)
maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en
efficiënter worden uitgevoerd.
Modificeren en Vervaardigen
-
•
[werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en
met behulp van werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren
c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun
oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie
toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar
zijn.
-
•
[installatie- en elektrotechniek] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en
met behulp van elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke
– modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur,
installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong
vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie toegesneden
technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.
Defecten en storingen
Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende
werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan (elektro)technische systemen
en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong
vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica,
installatietechniek en elektrotechniek en/of het lokaliseren van defecten en storingen
aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong
vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom,
(fijn)mechanica, software-infrastructuur, zodat ook meeromvattende defecten en storingen
effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties,
technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.
Voorverkenning
Het verkennen van de situatie ter plaatse, het beoordelen van de noodzaak voor inzet
van apparatuur en (technische hulp)middelen, het vastleggen van de meest geschikte
posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen en het beoordelen
of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische
hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van
het plan van aanpak voor observaties.
Uitvoeren van observatie
-
• Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van
apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden
en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer,
zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve
van opvolging en/of vervolging.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s
en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen,
ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen
(actie-intelligentie).
Gegevens uit observatie
-
• Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
-
• Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context
waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen
en/of contacten van de geobserveerden.
Rapportage over gegevens uit observatie
-
• Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
-
• Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin
deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen
en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek,
zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Specifieke functionaliteit
Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke
functionaliteit.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;
• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;
• op maat gemaakte apparatuur;
• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische
(hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur,
installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen;
• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;
• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor
veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit
observaties,
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);
• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;
• beoordeelt bij de voorverkenning kritisch de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, legt de meest
geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen vast
en beoordeelt kritisch of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische
hulp)middelen;
• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking
minimaal is en de werking optimaal;
• op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur,
werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren
en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen
en radarapparatuur);
• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren,
schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;
• maakt dan wel laat− binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties
− apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat maken dat de bedrijfszekerheid
en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie
wordt verkleind;
• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen
dienen;
• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en
formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel
oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• optreden als mentor;
• dwangmiddelen toepassen;
• voorverkenning verrichten;
• personen heimelijk waarnemen;
• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;
• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren
van informatie over handelingen en contacten van verdachten;
• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak
voor observaties op maat (laten) maken;
• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische
(hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur,
installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);
• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen,
apparatuur en werktuigen;
• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;
• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit
observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen
voor veiligheidsproblematiek;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld
plan van aanpak voor observaties;
• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur,
werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren
en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen
en radarapparatuur);
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• de uitvoering van observatieacties,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van observatieacties;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op de juiste wijze
• het uitvoeren van observatieacties;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;
• methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot observatie;
• privacywetgeving;
• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;
• camouflagemethoden en -technieken;
• elektrotechnische handleidingen;
• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;
• inzicht in gedrag;
• het geven van instructie;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• netwerken;
• coaching;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids-
en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen.
De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig
aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op
een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering,
is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele
druk).
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren
de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie
wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een
bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het
loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op aanmerkelijk.
|
Senior GGP
Kern van de functie
Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering
van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht
en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.
Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Senior GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare
formats − opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde)
operationele politietaken en voor de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek.
Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde)
operationele politietaken uit. De Senior GGP bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde)
netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en maakt
uitvoeringsafspraken. De Senior GGP doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk
ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde) aanpak van veiligheidsproblematiek
en in de uitvoering van operationele politietaken en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Senior GGP bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit
houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van operationele
politietaken ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve
van een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken
en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek wordt verhoogd.
Verbetering GGP
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering
van operationele politietaken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid
efficiënter en effectiever verlopen.
Toezicht
Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op
personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan. Het inschatten
van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie
wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare
orde wordt gewaarborgd.
Conflictbemiddeling
Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing
van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving
verbetert.
Opsporing-VVC
Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden
op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie
over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging
en/of vervolging.
Noodhulp
Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter
plaatse en het verlenen van directe hulp. Het aansturen van de politie-inzet ter plaatse
en het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten,
zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.
Informatie
Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken
direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).
Voorlichting
Het geven van informatie over actuele veiligheidsproblematiek en het bevorderen van
kennis over het voorkomen van overlast en criminaliteit, zodat het veiligheidsgevoel
en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert.
Processen-verbaal
Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde)
overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften,
zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• gehandhaafde openbare orde;
• oplossingen tussen conflicterende partijen;
• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;
• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;
• gecoördineerde politie-inzet bij incident of calamiteit;
• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;
• processen-verbaal;
• dossiers VVC.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• voert accuraat alle operationele politietaken uit;
• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt
regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;
• stuurt bij incident of calamiteit politie-inzet ter plaatse aan;
• geeft zodanig helder voorlichting over actuele (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en het
voorkomen van overlast en criminaliteit dat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid
van burgers, bedrijven en instellingen verbetert;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden
van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid
• optreden als mentor;
• dwangmiddelen toepassen;
• alle operationele politietaken uitvoeren;
• politie-inzet aansturen ter plaatse van incident of calamiteit;
• processen-verbaal opstellen;
• als voorlichter optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;
• de opsporing van daders van misdrijven VVC;
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten;
• (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig wordt gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van alle operationele politietaken;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van alle operationele politietaken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;
• techniek: methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• noodhulp en incidentmanagement;
• inzicht in gedrag;
• documentatie- en registratiesystemen;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• voorlichting;
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• coaching;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen hulpverleningsdiensten;
• houdt zicht op (werkterreingerelateerde) specifieke veiligheidsproblematiek die
burgers, bedrijven en instellingen bezighoudt.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit
onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds
dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke veiligheidsproblematiek.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Senior Interventie
Kern van de functie
Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding)
door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden
of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken
en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.
Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.
Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
Senior Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats
– opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van interventieactiviteiten.
Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig interventieactiviteiten
uit. De Senior Interventie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van
gezamenlijke aanpak van Interventieacties en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior
Interventie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de
aanpak van aanpak van interventieacties en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Senior Interventie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Zaakscoördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van interventieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt
mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief
geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken
met de hem toegewezen mensen en;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken,
functionering en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek
en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van interventieacties,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit
wordt bevorderd.
Netwerk
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van de uitvoering van
interventieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en
efficiëntie van de uitvoering van interventieacties wordt verhoogd.
Verbetering interventie
Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van interventieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
zodat de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding)
efficiënter en effectiever verlopen.
Individuele voorbereiding
Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarrisico, zodat
tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide)
afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen (actie-intelligentie).
Voorverkenning
Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties
c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering
van interventieopdrachten, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen
van een plan van aanpak.
Aanhouden
Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering
van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van
alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum,
tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke
verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging
die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.
Bevrijden van slachtoffers
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht,
interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden
bevrijd.
Beveiligen politie-infiltranten
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid,
zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.
Afscherming
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van
andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s
worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten
kan plaatsvinden.
Assisteren bij begeleiden transport
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten
of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar,
zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.
Assisteren bij beveiliging objecten
Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht,
assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van
aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde
en/of openbare orde in het geding zijn.
Rapportages
Het verzamelen − onder meer vanuit de-briefing − het vastleggen en in samenhang brengen
van feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie en het toelichten
van bijzonderheden bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming
van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten
en het beveiligen van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop
van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en een basis ontstaat voor opvolging en/of
vervolging en voor verbetering van de uitvoering van interventies.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Specifieke functionaliteit
Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke
functionaliteit.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• implementatie vastgestelde verbeteringen;
• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;
• weggenomen terreur/geweldsdreiging;
• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;
• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;
• beveiligde objecten;
• beveiligde politie-infiltranten;
• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;
• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden;
• rapport voorverkenning;
• inzetdossier;
• verslag de-briefing;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);
• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;
• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;
• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren,
schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;
• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;
• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval
verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;
• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;
• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd
of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;
• schermt het optreden van andere specialistische eenheden af;
• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden zodanig effectief dat de te beveiligen personen veilig en zeker op hun plaats van bestemming aankomen;
• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten
en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen (actie-intelligentie);
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• verzamelt en legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie
rond de inzet vast in een rapportage dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of
vervolging en voor verbeteringen in de uitvoering;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;
• zaakscoördinatie voeren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare
formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;
• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid
• optreden als mentor;
• dwangmiddelen toepassen;
• voorverkenning verrichten;
• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval
uitschakelen;
• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;
• politie-infiltranten beveiligen;
• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten;
• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige
getuigen, verdachten en gedetineerden;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• geweldsmiddelen toepassen;
• rapport voorverkenning opstellen;
• processen-verbaal;
• de-briefing organiseren.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);
• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• zaakscoördinatie;
• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;
• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over
het gehele geweldsspectrum;
• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;
• slachtoffers van gijzeling en kaping;
• de georganiseerde zware criminaliteit;
• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;
• aangewezen te beveiligen objecten;
• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;
• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle
activiteiten;
• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;
• (wisselend) teamverband;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie
aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings-
en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren
vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• de uitvoering van interventieacties,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis
van beschikbare formats) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van interventieacties;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (zaakscoördinatie);
• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
op juiste wijze:
• het uitvoeren van interventieacties;
• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en
bijzondere bewapening;
• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van
de collega’s bedreigen;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vastgestelde verbeteringen implementeren;
• voortgangsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie,
plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;
• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;
• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland
wordt ontwikkeld;
• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot interventie;
• interventiemethoden en -technieken;
• camouflagemethoden en -technieken;
• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;
• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;
• (bijzondere) bewapening;
• beveiligingstechniek;
• rapporteren;
• netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• coaching;
• inzicht in gedrag;
• analysetechnieken;
• zaakscoördinatie;
• mentor.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van zaakscoördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• volgt op de voet de technische ontwikkelingen op het gebied van observeren, bewapening,
persoonlijke beschermingsmiddelen, explosieven, beveiliging;
• volgt (nieuwe) oefenmethoden op de voet.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids-
en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende
bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op
een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij (terreur)interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig,
evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s
ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie,
of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige
dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect
heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel
anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich
voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Gespecialiseerd medewerker c
Kern van de functie
Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden,
technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering
aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.
Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Gespecialiseerd Medewerker C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie
door de effecten en resultaten van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten
te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren
en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij
stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische
coördinatie. Hij past daarnaast vastgestelde beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd
Medewerker C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van
gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, maakt uitvoeringsafspraken,
stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken.
De Gespecialiseerd Medewerker C bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) – waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de toepassing van vastgestelde
beleidsproducten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke
aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten; het maken van uitvoeringsafspraken,
het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten
wordt verhoogd.
Verbetering gespecialiseerde ondersteuning
Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van
voorstellen tot verbeteringen in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten,
het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan,
zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten efficiënter en effectiever kunnen
worden uitgevoerd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor, het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid en het beoordelen ervan,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd.
Advies
-
• Het op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten
(werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving;
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidstoepassing,
zodat deze toepassing bijdraagt aan een effectievere en efficiëntere organisatie;
Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis
Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek
die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt
benut in de bedrijfsvoering.
Ondersteuning van administratie
Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en
documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde
informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen,
zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens
en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde
doelstellingen wordt ondersteund.
Informatieverstrekking
Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving,
vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn
geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek
die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en
de administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;
• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;
• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk):
• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;
• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten,
methoden en technieken.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek
die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;
• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en
de administraties die daarvoor worden gevoerd;
• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden
en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;
• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• toepassing vastgestelde beleidsproducten;
• administratie(s);
• politieorganisatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische
coördinatie;
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak
waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen
van netwerkpartners aan verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze:
• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak);
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid;
• techniek: administratieve systemen en organisatie;
• wetenschap.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het werkterrein/aandachtsgebied;
• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;
• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het werkterrein/aandachtsgebied
en die het werkterrein/aandachtsgebied raken;
• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken,
voor zover van toepassing op het werkterrein/aandachtsgebied;
• inzicht in gedrag;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke communicatie;
• voorlichting (groepen);
• individueel advies;
• regisseren van netwerken;
• coaching;
• analysetechnieken;
• organisatorische coördinatie;
• advisering;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van
de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n),
deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare
fouten maken of verkeerde beslissingen nemen en dit zich terugvertaalt in verminderde
inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Bedrijfsvoeringspecialist A
Kern van de functie
Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie
door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen
en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.
De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren,
adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing
(beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse &
combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van
informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen,
behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische)
notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.
De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring
op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten,
ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie,
evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.
Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen
& Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.
-
(1) De Bedrijfsvoeringspecialist A draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie
door (aangereikte) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren
met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden
en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend / routinematig
bereikbaar).
-
(2) De Bedrijfsvoeringspecialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten)
binnen de gehele organisatie.
De Bedrijfsvoeringspecialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de
deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over
te dragen.
Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor
waarop stelselmatig wordt ingezet.
Activiteiten en resultaten
(1). Praktijkinzet:
Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering
-
• Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische
inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.
-
• Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke
advisering.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering
van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde
methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de bedrijfsvoering en
de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie
en beoogde resultaten en effecten worden behaald.
(Individuele) advisering
Het vertalen van vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen
en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde
instrumenten, methoden en technieken, naar praktisch toepasbare oplossingen voor specifieke
problematiek en/of naar individuele vakinhoudelijke adviezen, waarmee de voor het
collectief geformuleerde oplossingen naar het individu geconcretiseerd worden, zodat
de motivering van de individuele functionaris wordt bevorderd en daarmee het organisatierendement
verbetert.
Verbetering( individuele) advisering
Het vanuit specialisatie en vanuit de adviespraktijk formuleren van voorstellen tot
verbeteringen; het in de praktijk brengen dan wel het implementeren van vastgestelde
verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden, zodat de
geboden oplossingen en (individuele) adviezen vanuit zijn specialisatie efficiënt
en effectief aansluiten op de actualiteit.
(2). Beleidsinzet:
Monitoring op juist gebruik en toepassing beleids(producten):
Analyse en advies
-
• Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders
en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten
en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van
de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over
bijsturing en verbetering.
-
• Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren
over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen,
uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk
verbetert.
Netwerken
Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten
op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de
specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.
Deskundigheidsoverdracht
Het overdragen van kennis en vaardigheden door onder meer het geven van trainingen
en daarbij het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s wordt
bevorderd over het specialisme.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
-
• Projectleider.
-
• Ambtelijk secretaris.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;
• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;
door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied/ specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• rapportage van analyse en conclusies;
• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;
• producten & diensten;
• gemonitoorde toepassing beleids(producten).
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van verbetering
van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);
• analyse op de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) van het eigen vakgebied en op
aangereikte gegevens;
• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);
• gedeelde actuele specialistische kennis;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng
van specialisatie.
Nader aangeduid:
• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,
met als deelresultaten:
• oplossingen vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek;
• naar praktisch toepasbare oplossingen en/of individuele vakinhoudelijke adviezen
vertaalde, vastgestelde kaders;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen,
met als deelresultaten:
• voorstellen − vanuit de specialisatie en adviespraktijk − tot verbetering, en in
de praktijk gebrachte vastgestelde verbeteringen, in de persoonlijke advisering;
• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde
specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;
• advies aan leiding en netwerkpartners − op basis van analyse en monitoring vanuit
specialisatie − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk
en de bedrijfsvoering;
• participatie in bestaande netwerken;
• geborgde deskundigheid van de specialisatie,
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:
• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden
die dat niet vergen gericht door;
• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;
• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie
en adviezen;
• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van
producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden,
technieken en via bekende benaderingswijzen;
• vertaalt vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen
en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde
instrumenten, methoden en technieken naar concrete en praktisch toepasbare oplossingen en naar vakinhoudelijke adviezen die op het individu zijn afgestemd;
• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke
rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleids(producten) zodanig
transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties
voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;
• formuleert vanuit de specialisatie en vanuit de adviespraktijk haalbare voorstellen tot verbeteringen in de persoonlijke adviespraktijk;
• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen dan wel past deze toe;
• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• participeert actief in bestaande netwerken van bedrijfsvoeringspecialisten;
• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;
• (aangereikte) problematiek analyseren en daarover adviseren;
• gebruik en toepassing van beleids(producten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;
• vastgestelde kaders vertalen naar praktisch toepasbare oplossingen en individuele
vakinhoudelijke adviezen;
• voorstellen doen tot verbetering van de individuele adviespraktijk;
• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• participeren in bestaande netwerken;
• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk.
• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van
verbetering van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en
inbreng van specialisatie.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie;
• de politie als functie in de samenleving;
• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;
• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;
• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);
• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen
en bekende oplossingen;
• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);
• individuele medewerkers;
• bestaande netwerken.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten
met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en
technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig
bereikbaar).
Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de
gehele organisatie (uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering) en adviseert ter zake.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s
met de passende specialisatie;
• het maken van uitvoeringsafspraken over de implementatie van vastgestelde verbeteringen
op het (de) hem toevertrouwde aandachtsgebied(en);
• het formuleren van voorstellen tot verbetering van de individuele advisering en
over gebruik en toepassing van beleids(producten)in uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• het participeren in bestaande netwerken;
• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden.
waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en
oplossingen bekend zijn.
Nader aangeduid:
• kiest de functionaris:
• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest
effectieve en efficiënte aanpak;
• bij het analyseren van (aangereikte) problematiek door het volgen van bekende benaderingswijzen;
• bij aanpak van problematiek en (individuele) advisering:
• voor de klantgerichte, en daarmee meest effectieve en efficiënte aanpak;
• voor een werkwijze gebaseerd op de toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen,
methoden, technieken en instrumenten en met inachtneming van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel,
dan wel landelijke programma’s/projecten.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen die zich voordoen bij:
• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;
• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over
gebruik en toepassing van beleids(producten);
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken
en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken.
op de juiste wijze
• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken toepassen;
• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de adviespraktijk;
• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie;
• participeren in bestaande netwerken;
• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk;
• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door
toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende
benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met
het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en),
waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet en beleidsinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:
• kennis van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten)
en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke
programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied, het (de) werkterrein(en) en/of
aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;
• de specialisatie;
• monitoring en evaluatie; herkennen van patronen en verbanden in gebruik en toepassing
beleids(producten);
• gestandaardiseerde specialistische (analyse)methoden en technieken;
• kennis van de politieorganisatie;
• (individuele) advisering; handreikingen;
• slecht-nieuws gesprekken;
• communicatie(-middelen);
• implementatietechniek;
• netwerken;
• informatieoverdracht;
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid.
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en)
die voor deze functie relevant zijn;
• volgt opfriscursussen op het terrein van analyse en advisering;
• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen
en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde methoden, technieken
en instrumenten;
• houdt overzicht op de mogelijkheden die kennissystemen hem kunnen bieden ter ondersteuning
van zijn werkzaamheden.
Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van
aanpak (aangereikte) problematiek met bekende oplossingen, en ten behoeve van monitoring
en/of intermediairschap en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden
en technieken.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft hbo werk- en denkniveau;
• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in de situatie dat effecten in de advies- en/of
verbetertrajecten waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in
een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Docent B
Kern van de functie
Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op
te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke
kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de
gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten
ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten
in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.
Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel
uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.
De Docent B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door, cursisten
op te leiden tot competente medewerkers op mbo-niveau vanuit specialisatie, passend
bij de (beoogde)functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte
en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij
volgt daarbij (standaard) lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden
en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding. Hij neemt ten
slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover. De Docent B regisseert
netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het lesmateriaal voor geïntegreerde
toepassing in opleidingen. In het kader van ontwikkelen adviseert hij over bruikbaarheid
van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan voor geïntegreerde
toepassing in opleidingen.
Activiteiten en resultaten
Plannen van aanpak
Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele
studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats)
voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten,
zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.
Doceren
-
• Het geven van theorielessen vanuit integrale aanpak volgens (standaard) lesmateriaal,
zodat de cursisten competente medewerkers op mbo-niveau worden voor hun (beoogde)
functie.
-
• Het doceren en aanleren van cursisten van een professionele beroepshouding, waaronder
omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van
interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie,
antidiscriminatie en dergelijke), zodat de cursisten competente medewerkers worden
voor hun (beoogde) functie.
Studiebegeleiding
Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn opleiding; het monitoren, analyseren
en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel
advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten,
zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn
bekwaamheden.
Examineren
Het afnemen van proeven van bekwaamheid en het hierover rapporteren, zodat bij positief
resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat
in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.
Netwerken
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en
het sturen op nakoming ervan, zodat het onderwijs steeds actueel aansluit op de (beoogde)
functie van de cursist.
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard) lesmateriaal voor
onderwijs met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat (standaard) lesmateriaal optimaal
en actueel aansluit op het opleiden van competente medewerkers in relatie tot hun
(beoogde) functie.
Verbeteren
-
• Het vanuit de praktijk van het doceren vanuit integraal karakter, formuleren van voorstellen
tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de toepassing van (standaard)
lesmodules, zodat de kwaliteit van doceren wordt verhoogd.
-
• Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren
en in de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel
aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.
Ontwikkelen
-
• Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van
het (standaard) lesmodules en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen
en vernieuwingen (waaronder bepalingen terzake bevoegdheden, wet- en regelgeving en
dergelijke) − adviseren over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste
doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee de (standaard) lesmodules actueel
aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van cursisten, en op de leerdoelen
passende bij de (beoogde) functie van de cursist.
-
• Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen
in de (standaard) lesmodules, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant (standaard)
lesmateriaal.
Analyse en advies
Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken
en bekende benaderingswijzen op de leerprestaties van cursisten − formuleren van voorstellen
voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de opleiding en het daarover adviseren
aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit
van het zich via de geboden opleiding verwerven van competenties op mbo-niveau wordt
verhoogd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• verbetervoorstellen vanuit analyse op de praktijk;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• initiëring van verbeteringen;
• analyseren vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van
gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;
• monitoren op juist gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals lespakketten;
• begeleiding van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;
• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• tot competente medewerkers op mbo-niveau opgeleide cursisten met een professionele
beroepshouding;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten).
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk ook tegenstrijdige belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• formuleert vanuit analyse en monitoring en vanuit specialisatie, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud
van (standaard) lesmodules met integraal karakter;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;
• stelt − op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten
− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven
van competenties op mbo-niveau;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse formuleren van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoeringspraktijk;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren vanuit specialisatie;
• monitoren van juist gebruik en toepassing beleids(producten), zoals lespakketten;
• begeleiden van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;
• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• doceren;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten, leiding
en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het opleiden
tot mbo-niveau.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak vergen waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• cursisten;
• onderwijs/scholen;
• begeleiding van competentieverwerving op basis van:
• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;
• (standaard) lesmodules;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functies van de cursisten op mbo- niveau met integraal karakter;
• initiëren en regisseren van en in (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige
belangen.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• bij plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• bij het doceren, studiebegeleiding en examineren;
• bij bouwen, onderhouden en regie in netwerken.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• nieuwe netwerken;
• het uitvoeren van analyses op de leerprestaties van zijn cursisten;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in opleidingen tot en met mbo-niveau;
• het doceren en examineren,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds) instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• het doceren;
• het examineren;
• het in de vorm van studiebegeleiding coördineren van de uitvoering van het competentieverwervingstraject
door de cursist;
• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van nieuwe netwerken;
• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in competentieverwerving op mbo-niveau;
op de juiste wijze:
• doceren;
• examineren;
• analyses uitvoeren op de leerprestaties van zijn cursisten;
• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• optreden als mentor;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• kan directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek
(analyse, plannen van aanpak zonder beschikbaar format).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van de opleiding;
• methoden, technieken en procedures;
• wetenschap: didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voorzover deze inhoudelijk relevant zijn voor
doceren, studiebegeleiding en examineren;
• de specialisatie;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• coaching,
• analysetechnieken;
• advisering;
• examinering;
• les- en leerstofontwikkeling;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde
is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het voorgaan
in en deelname aan oefeningen bedoeld voor aanleren professionele beroepshouding (bekeuren,
omgaan met agressie e.d.). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens
vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent
desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit
zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering, algemeen
bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname aan trainingen.
|
Medewerker Techniek D
Kern van de functie
Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering
en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen,
werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.
Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit
het RBP.
Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Medewerker Techniek D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door
de uitvoering van technische werkzaamheden te analyseren, over verbeteringen te adviseren,
vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren
en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen
van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast technische
werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek D initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert
(werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische
werkzaamheden, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en stuurt op nakoming van afspraken. De Medewerker Techniek D bevordert
en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van technische activiteiten
en ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van (werkterreingerelateerde) netwerken – waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen
– voor de gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden; het maken van uitvoeringsafspraken,
het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische activiteiten
en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden wordt verhoogd.
Verbetering Techniek
Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische activiteiten en in de uitvoering
van technische werkzaamheden, het initiëren van verbeteringen en het implementeren
van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en
het eventueel bijsturen ervan, zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever
kunnen worden uitgevoerd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van technische werkzaamheden (werkmethoden,
procedures, professionaliteit en technieken),
en:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van technische werkzaamheden,
het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving,
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van de uitvoering van technische werkzaamheden, zodat
de uitvoering van technische werkzaamheden optimaal bijdraagt aan de effectieve en
efficiënte politieorganisatie.
Rapportages
Het opstellen van rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder
luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering, zodat de daadwerkelijke
certificering ervan door de daartoe geautoriseerde instanties wordt vergemakkelijkt.
Preventief onderhoud
-
•
[mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke
oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden
aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader
van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig
worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds
inzetbaar zijn.
-
•
[elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een
gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve
onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische
apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur,
computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en
storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee
de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar
zijn.
Defecten en storingen
-
• Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende
werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties
van voer,- vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie
van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica,
hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische
systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken,
waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen
en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.
Administratie
-
• Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten
en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk
zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.
-
• Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische,
elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers
op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter
kunnen toepassen.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• uitgevoerde revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties, ook
die waarin formats niet voorzien;
• rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering
en zeewaardigheidcertificering;
• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van
technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringspreken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie
en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van technische werkzaamheden;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• voert adequaat en accuraat technische werkzaamheden uit die zijn deskundigheid vergen;
• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur,
systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte, en instrueert
hen helder;
• rapporteert volledig ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering
en zeewaardigheidcertificering.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• uitvoering van technische werkzaamheden, met name totale revisie, overhaul, omvangrijke
inspecties en complexe reparaties;
• rapportages opstellen ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering
en zeewaardigheidcertificering;
• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• totale revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties;
• veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;
• technische werkplaats en op locatie.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en
efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; organisatorische
coördinatie;
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van technische werkzaamheden,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak
waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van technische werkzaamheden;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen
van netwerkpartners aan verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze:
• technische werkzaamheden verrichten;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;
• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek;
motorvoertuigentechniek;
• wetenschap: bèta.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• werkplaatsnormen;
• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;
• werktuigbouw;
• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;
• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;
• kennis van de Engelse taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• analysetechnieken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• geven van instructie;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig
staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms
onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden,
het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij
het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken
bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst
hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Psychisch risico
|
Niet van toepassing.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming,
omvangrijke reparaties of inspecties op onvoorziene problemen stuiten, daarmee uitlopen
en de inzet vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt en dit zich
terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Operationeel Expert Intelligence
Kern van de functie
Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk
te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.
Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie
uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.
Operationeel Expert Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering
van Intelligenceactiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen
te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren
en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen
van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig
Intelligenceactiviteiten uit. De Operationeel Expert Intelligence initieert, bouwt,
onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten,
maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken,
en stuurt op nakoming van afspraken.
De Operationeel Expert Intelligence bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van Intelligenceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van Intelligence-activiteiten
en ten behoeve van de aanpak van Intelligence-activiteiten, zodat besluitvorming kan
plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende
kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de
gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken,
het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intelligence-activiteiten
wordt verhoogd.
Verbetering Intelligence
Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van Intelligence-activiteiten, het initiëren van verbeteringen en het
implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie
en het eventueel bijsturen ervan, zodat de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever
verlopen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het − op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van Intelligence-activiteiten (werkmethoden,
procedures, professionaliteit en technieken);
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intelligence-activiteiten,
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van Intelligenceactiviteiten, zodat de uitvoering van
Intelligenceactiviteiten optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare
orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Verzamelen gegevens
Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open
en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor
gegevensbewerking.
Gegevensbewerking
-
• Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de
context waarin ze een rol spelen.
-
• Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.
-
• Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden,
zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.
Veiligheidsinformatieproducten
-
• Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante
informatie.
Kritische reflectie
Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.
Tegenspreken
Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij
TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad
of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke
inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken
en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.
Verstrekken en rapporteren van informatie
Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten,
zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid
en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in
de context geïnterpreteerde gegevens;
• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;
• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;
• betrouwbare gegevensbestanden;
• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar
gemaakte patronen en verbanden;
• rechtmatige bewijslast;
• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);
• standaardoverzichten (loketfunctie);
• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);
• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;
• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;
• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;
• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien
van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;
• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;
• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de
veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers
worden voorzien van actuele relevante informatie;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;
• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;
• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid
• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;
• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;
• gegevens interpreteren in hun context;
• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;
• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele
aandachtsvelden opstellen;
• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;
• processen-verbaal opstellen;
• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;
• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• de vakgebieden in het domein Uitvoering;
• van de informatiegestuurde politie;
• vertrouwelijke en geheime informatie;
• persoonsgebonden gevoelige informatie;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak
bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische
coördinatie);
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken, binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak
waarvoor geen formats beschikbaar zijn), die zich voordoen bij:
• de uitvoering Intelligenceactiviteiten;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze:
• Intelligenceactiviteiten verrichten;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens
(heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige
en geheime informatie;
• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken
en verstrekken van gegevens;
• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen
(met name psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen
met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);
• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;
• open en gesloten bronnen;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechniek;
• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;
• inzicht in gedrag;
• kennis van vreemde talen;
• gesprekstechniek;
• regisseren van netwerken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing vakvolwassenheid..
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid
en terreur op de voet.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Niet van toepassing.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van
de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand
worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich
terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt
aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Docent IBT B
Kern van de functie
Docenten IBT dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie, door het begeleiden van
individuen en teams, voor- en observerend in- de uitvoeringspraktijk, om steeds aan
het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit
van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige
politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in de uitvoeringspraktijk.
Docenten IBT zijn voor de uitvoeringspraktijk werkzaam om vanuit participerende observatie
(in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;
Bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,
Bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,
Kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,
Beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.
Door het daadwerkelijk, voor- en observerend- in de uitvoeringspraktijk werkzaam te
zijn onderhoudt en optimaliseert de docent zijn eigen kennis, vaardigheden en competenties
en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van
de docent IBT.
Docenten IBT geven met name uitvoering aan de processen in de takken Ondersteunen
en Verbeteren RBP.
De Docent IBT B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het geven van IBT aan
individuen en teams.
-
• De Docent IBT B verzorgt daartoe praktijkgerichte en op de functie aansluitende trainingen.
-
• De Docent IBT B volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal
voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een
professionele beroepshouding.
-
• De Docent IBT B stelt – in het kader van voorbereiding -van plannen van aanpak op,
ook zonder beschikbaar format.
-
• De Docent IBT B verricht organisatorische coördinatie.
-
• De Docent IBT B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van
gezamenlijke aanpak van IBT, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.
-
• De Docent IBT B doet, mede vanuit onderwijsdeskundig, didactisch of pedagogisch oogpunt,
voorstellen ter verbetering van de aanpak van IBT en implementeert vastgestelde verbeteringen.
-
• De Docent IBT B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.
-
• De Docent IBT B begeleidt politiemedewerkers en teams na ingrijpende incidenten.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP
en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van IBT efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:
-
• het – in afstemming met de leidinggevende – vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-
/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen.
Training – Begeleiding – Coaching
-
• Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheid) trainingen
aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van
leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het
toepassen en gebruiken van (gewelds) middelen, principes, procedures en vaardigheden)
en de politiemedewerker daarmee inzetbaar is en blijft.
-
• Het geven van theorielessen volgens standaard (én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.
-
• Het in de uitvoeringspraktijk trainen en observeren – ook onder stressvolle omstandigheden-,
zodat vanuit IBT didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en
reacties door politiemedewerkers en teams.
-
• Het voorbereiden van de eigen inbreng (IBT) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens
de IBT in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder
(uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s
en het in permanente alertheid beheersen daarvan, zodat de veiligheidsrisico’s worden
teruggedrongen, en de uitvoering van IBT kan blijven door lopen.
-
• Vanuit het perspectief van IBT begeleiden van politiemedewerkers en team na ingrijpende
incidenten, zodat politiemedewerkers en het team duurzaam inzetbaar zijn en b\lijven
in de uitvoeringspraktijk.
Beoordelen
-
• Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de
politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief
resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat
in de nog te realiseren leerdoelen.
-
• Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker
en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau
en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in
de nog te realiseren leerdoelen.
Plannen van aanpak
-
• Het – op basis van leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers – opstellen
van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder
beschikbare formats) voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen
en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.
-
• Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) – waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van IBT, zodat besluitvorming
kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op de werkwijze en de daarbij
behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerken
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke
aanpak van IBT van politiemedewerkers (individu en team) naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau;
het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen
op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is en de effectiviteit
en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit
toegesneden) lesmateriaal voor IBT met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken
en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker
actueel toegerust is.
Verbeteren
-
• Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de wijze van IBT en ten aanzien van inhoud en toepassing van (standaard én op de
actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van IBT wordt verhoogd en
de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit
op het onderwijs en op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.
-
• Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen
in de uitvoering van IBT (principes, procedures en vaardigheden), zodat daarmee het
onderwijs van de politiemedewerker efficiënter en effectiever verloopt.
-
• Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van IBT
en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de geboden IBT actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste
vakbekwaamheidsniveau en de functie van de politiemedewerker.
Advies (Accounthouderschap)
Het – op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van IBT (werkmethoden, procedures, professionaliteit
en technieken); en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk; en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen -;
adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek in de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoering
van IBT optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan
veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Analyse en advies
-
• Het op basis van analyse van aangereikte vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek
adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van
de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk, zodat specifieke vaardigheids-
en inzetbaarheidsproblematiek efficiënt en effectief opgelost worden.
-
• Het – met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken
en bekende benaderingswijzen op het bereiken van vakbekwaamheidsniveau van politiemedewerkers
– formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van IBT
en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit
en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden IBT verwerven van competenties
en vakbekwaamheid wordt verhoogd.
-
• Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve
als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting,
dieren).
Begeleiding vakbekwaamheidsniveau
Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet
in operatie; het monitoren, analyseren en beoordelen van de voortgang in de verwerving
van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van va
volwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team
inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de IBT en in de bekwaamheden.
Deskundigheidsbevordering
-
• Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor aan collega IBT docenten
en operationeel begeleiders; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van
conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de
vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende
geïnformeerd is omtrent resultaat en ontwikkelafspraken.
-
• Het geven van trainingen aan collega IBT docenten en operationeel begeleiders docenten
en het signaleren van leermomenten, zodat ontwikkeling van vaardigheden geborgd is
en de zelfredzaamheid van collega IBT docenten en operationeel begeleiders wordt vergroot.
Inzet en inbreng voor de uitvoeringspraktijk
-
• Het analyseren van (aangereikte -en- niet eerder verkende) problematiek voor de uitvoeringspraktijk,
zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Docent IBT B
voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte)
problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van de trainingssituatie naar
het overdragen voor interventies op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat
direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak.
Ontwikkelen
-
• Het – op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van
de IBT en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen –
adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden)
lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee
het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op
het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen
passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.
-
• Het – op basis van maatschappelijke oriëntatie en interculturele sensitiviteit – adviseren
over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal
en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard
én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluiten op het instapniveau
en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de
(beoogde) functie van de politiemedewerker.
-
• Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen
in IBT, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant lesmateriaal.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• mede op basis van observaties in de uitvoeringspraktijk-begeleiding, (vaardigheids)training,
coachen en theorielessen;
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor geen formats beschikbaar
zijn;
• plannen van aanpak voor de uitvoering van IBT (team en individu) waarvoor geen formats
beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen;
• maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken,
sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
van IBT; initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied IBT en op aangereikte
gegevens en observatie in de praktijk, gericht op verbetering van het rendement van
inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;
• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten);
• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame politiemedewerkers;
• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten
aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het
via IBT toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;
• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel
aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• door IBTduurzame inzetbaarheid politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;
• analyse, conclusies en vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit
IBT tbv de uitvoeringspraktijk;
• vaardige en zelfredzame collega docenten en Operationeel begeleiders;
• door IBT in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;
• onderzochte mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek
in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;
• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die
ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding
en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet
en inbreng vakgebied IBT;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit
en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze
in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak voor het verwerven
en behouden van zijn vakbekwaamheid;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van
aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het
maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde
verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van
ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van
ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het
kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van
kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, en
schakelt van IBT naar overdracht;
• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van
vakbekwaamheid;
• bevordert actief door IBT duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team,
na ingrijpende incidenten;
• het actief onderzoeken van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van
de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;
• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die IBT overstijgen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg)
ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich
voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) opstellen waarvoor geen formats
beschikbaar zijn;
• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van IBT (team en individu) waarvoor
geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken,
sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede
het toetsen van vakbekwaamheid;
• IBT, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega docenten en operationeel begeleiders;
• verrichten van onderzoek van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak
van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt
zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van: het gehele vakgebied, die zelfstandig
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke,
multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige
belangen spelen;
• organisatorische coördinatie;
• (politie)medewerkers;
• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• onderwijs/scholen;
• door IBT in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;
• onderzoeken naar mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek
in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;
• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:
• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies zonder beschikbare
formats;
• leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;
• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;
• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen
en oplossingsrichtingen vanuit IBT tbv de uitvoeringspraktijk;
• de begeleiding naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende
incidenten.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;
• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;
• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;
• bij het schakelen van IBT naar het daadwerkelijk in actiekomen in de uitvoeringspraktijk
en daarbij de regie overdragen (zelf stap terug) en daarna weer terug naar de trainingssituatie;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team; het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
in IBT; het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor IBT;
• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten
behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;
• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen
en verwerken voor het vakgebied IBT;
• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding
vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;
• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het
op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie
en adviezen;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die de IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van IBT naar het overdragen
van de sturing bij een incident in de uitvoeringspraktijk;
• de uitvoering van IBT;
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• het begeleiden naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende
incidenten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van IBT;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het opstellen van plannen van aanpak – ook zonder beschikbare formats − voor IBT
voor toegewezen politiemedewerkers en team;
• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling
van IBTen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen op de juiste wijze:
• IBT begeleidingsactiviteiten verrichten;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak);
• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team en adviseren;
• geven van trainingen aan collega docenten en operationeel begeleiders;
• leveren van inzet en inbreng vanuit IBT in de uitvoeringspraktijk;
• trainen en begeleiden gericht op het kunnen laten excelleren in hun optreden van
politiemedewerkers in specifieke situaties.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en
|
Kennisontwikkelin
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen
voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk;
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van IBT
• methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
IBT en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken (patronen en verbanden);
attitude en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek
• advisering;
• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen. organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing van vakvolwassenheid;
• les- en leerstofontwikkeling.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Basis(vak)-kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding
gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en
vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid
op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan
oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke
getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De Ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet aanwezig.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens IBT, en dit zich terugvertaalt in een
verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De
ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Gezagvoerder zeevaart – beperkte inzet
Kern van de functie
Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning
van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak
bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.
Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren,
Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.
De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − draagt bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige
inzet van vaartuigen, en het leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers
van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden). De Gezagvoerder
Zeevaart – beperkte inzet – stelt in het kader van voorbereiding plannen van aanpak
op, zonder beschikbare formats en hij doet voorstellen vanuit de praktijk tot verbeteringen
in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen en initieert de implementatie.
De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − heeft als inzetrestricties:
-
• Windkracht tot maximaal 6 Bft;
-
• Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;
-
• Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven.
De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − geeft leiding aan de Stuurman Zeevaart
en bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn schip
en opvarenden en voor de scheepsadministratie. Hij neemt tijdens de vaart, vanuit
autonomie,
ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van schip en opvarenden. Hij handelt
naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens
de vaart de Politie.
Activiteiten en resultaten
Leiding/gezagvoering
-
• Het geven van leiding aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning in algemene zin
op het gebied van nautische aangelegenheden, zodat een veilige koers en vaart van
schip wordt gewaarborgd.
-
• Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende
normen niet naleven, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.
-
• Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid
en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning
optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit
te voeren binnen veiligheidsnormen en in relatie tot de door passagiers te verrichten
werkzaamheden.
-
• Het aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden
en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal
rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.
-
• Het voeren voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart,
bemanning en leerling-stuurlieden, zodat een effectief en efficiënt opererend team
wordt geborgd.
Navigeren/manoeuvreren
-
• Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder
weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.), het bestuderen van de relevante
(zee) navigatiekaarten, het uitzetten van de koers zodat de te volgen koers en vaart
− met inachtneming van beperkte inzet − optimaal is afgestemd op de door passagiers
te verrichten werkzaamheden.
-
• Het op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig, besluiten tot
ontmeren, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.
-
• Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen,
etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.
-
• Het navigeren en manoeuvreren naar maatstaven van goed zeemanschap − met inachtneming
van beperkte inzet −, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt
en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te
verrichten werkzaamheden.
-
• Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het
sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende
belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende
vaartuigen niet in gevaar komt.
Actie-intelligentie
Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde
criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht
het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van schip en opvarenden
steeds worden gewaarborgd.
Controle en onderhoud
-
• Het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles
aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.
-
• Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het
vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.
Scheepsadministratie
-
• Het toezien op de vastlegging van gegevens in, en het vaststellen van de scheepsadministratie
(scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt
over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.
-
• Het toezien op de vastlegging in, en het vaststellen van de administratie van de gevoerde
onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar
zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.
-
• Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van
(aan)vaarroutes voor de scheepvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake
gegeven opdrachten aan (haven)autoriteiten.
Verbetering Scheepvaart
-
• Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van scheepvaart, het initiëren van verbeteringen en het implementeren
van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en
het eventueel bijsturen ervan, zodat de inzet van vaartuigen efficiënter en effectiever
wordt.
-
• Het analyseren van knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en
de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden,
zodat er een basis ontstaat voor advisering.
Analyse en advisering
-
• Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van opvarenden,
het nautisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen
van de inzetbaarheid van het vaartuig, zodat het rendement van de inzet van het vaartuig
wordt verhoogd.
Netwerken
Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden
van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en
het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering
wordt verhoogd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden op leerling-stuurlieden, zodat
deze zich ontwikkelen tot de vakvolwassenheid die in de functie van Stuurman Zeevaart
wordt gevraagd.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn, waarin
mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van scheepvaartactiviteiten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Hoge omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• gezagvoering;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
het vakgebied Scheepvaart;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• veilige koers en vaart van het schip;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten
• veiligheid van schip en opvarenden;
• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkend bemanningteam;
• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties −
in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen
van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;
• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles
aan het gehele schip en uitrusting;
• rapportage van eventuele gebreken;
• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds-
en veiligheidscontroles;
• knelpuntenanalyse op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het vaartuig −
binnen geldende restricties − en de door passagiers gestelde eisen in het kader van
de door hen te verrichten werkzaamheden;
• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig − binnen geldende
restricties −;
• begeleide leerling-stuurlieden.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en
efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden
kunnen verrichten;
• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet
naleven, dat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd;
• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden
aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;
• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart − binnen geldende restricties − optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de zeewaardigheid
van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;
• navigeert en manoeuvreert − binnen geldende restricties − zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken
dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);
• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes
voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert
zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;
• organiseert en coördineert de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles
aan het gehele schip en uitrusting zodanig consequent dat gebreken tijdig gesignaleerd worden en input wordt geleverd voor certificering
van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie;
• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds
veilig inzetbaar zijn;
• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in scheepsadministratie en in de administratie
van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;
• participeert actief in netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig − binnen geldende
restricties − in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers;
• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement
van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − bij het door passagiers
te verrichten werkzaamheden;
• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden
tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• leiding geven aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning;
• gezagvoering;
• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen
niet naleven;
• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid
en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;
• voortgangsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden voeren;
• het schip navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −;
• besluiten op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig − binnen
geldende restricties − al dan niet te ontmeren;
• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de
reis − binnen geldende restricties −;
• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen
van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;
• de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele
schip en uitrusting organiseren en coördineren;
• eventuele gebreken rapporteren;
• op de vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie
van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles toezien;
• de scheepsadministratie en de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles
vaststellen;
• knelpuntenanalyse uitvoeren en op basis daarvan adviseren;
• in bestaande netwerken participeren;
• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;
• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• voorstellen vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoeringspraktijk;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de politieorganisatie;
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare
orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;
• de zeevaart.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;
• gezagvoering;
• de restricties:
• Windkracht tot maximaal 6 Bft;
• Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;
• Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven;
• het vaartuig;
• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;
• bemanning en opvarenden;
• communicatie met belanghebbenden;
• maatstaven van goed zeemanschap;
• normen en procedures de zeevaart betreffende.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak
bij:
• het − binnen geldende restricties − uitzetten van de koers;
• de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;
• het communiceren met belanghebbenden;
• het − binnen geldende restricties − navigeren en manoeuvreren;
• de veiligheid van schip en opvarenden;
• de scheepsadministratie;
• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:
• het − binnen geldende restricties − zodanig inzetten van het vaartuig dat de door
passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie
etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij nautische omstandigheden dit niet toelaten;
• het − binnen geldende restricties − al dan niet ontmeren;
• het − binnen geldende restricties − afbreken of hervatten van de reis;
• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende
(veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;
• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten
of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;
• het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles
aan het gehele schip en uitrusting;
• toezicht op vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie;
• toezicht op vastlegging van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;
• het aansturen van de Stuurman Zeevaart en de overige bemanning;
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart,
bemanning en leerling-stuurlieden;
• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden
op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers − binnen geldende restricties
−;
• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering
van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de
passagiers − binnen geldende restricties −;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid
en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;
• de begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt
van een Stuurman Zeevaart,
waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en
gezagvoering (zeevaart) waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met
gezagvoering (zeevaart) op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak
waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• leiding geven aan Stuurman Zeevaart en overige bemanning;
• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen
niet naleven;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid
en arbeidsomstandigheden aan boord;
• voor en tijdens de vaart (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden,
navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −);
• toezicht op vastlegging gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie
van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;
• het op de juiste wijze begeleiden van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid
van de Stuurman Zeevaart;
• het bouwen en onderhouden van een netwerk;
op de juiste wijze:
• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;
• inschatten wanneer er − binnen geldende restricties − (niet) kan worden ontmeerd,
de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;
• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van
(aan)vaarroutes van de scheepvaart;
• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van
het vaartuig − binnen geldende restricties −;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• medewerkers instrueren;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (analyse,
gezagvoering (zeevaart), plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;
• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;
• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal
volgens het standard marine vocabulary;
• scheepstechniek;
• communicatiesystemen;
• navigatiesystemen;
• knelpuntenanalysetechniek;
• gezagvoering;
• zeevaartkunde;
• manoeuvreren en navigeren binnen gestelde restricties;
• advisering;
• analysetechniek;
• netwerken;
• coaching;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet-eerder) verkende problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie/gezagvoering;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied.
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook gezagvoering aan de orde is, danwel
EVC gelijkwaardig daaraan;
• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens
het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere:
het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden,
het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk
letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte
weersomstandigheden. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal
gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk
leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld
interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien
zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen
tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie
desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en
dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Operationeel Specialist A
Kern van de functie
Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, door beleidsontwikkeling
en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én
door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).
De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren,
adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing
(beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse &
combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van
informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen,
behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen
en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen
worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.
De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring
op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten,
van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie,
evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.
Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken
Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.
-
(1.) De Operationeel Specialist A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
vanuit specialisatie:
-
1. opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen voor de opsporingspraktijk aan te
dragen;
-
2. oplossingen/adviezen voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek aan te dragen;
-
3. producten & diensten te leveren,
met behulp van -/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden
en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig
bereikbaar).
-
(2.) De Operationeel Specialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid
(sproducten) binnen de uitvoeringspraktijk.
De Operationeel Specialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de deskundigheid
van collega’s in de uitvoeringspraktijk door kennis en vaardigheden vanuit specialisatie
over te dragen.
Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel
een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie,
aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin
sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid
voor de burger op alle politietaken.
Activiteiten en resultaten
Praktijkinzet(1):
Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek
(uitvoeringspraktijk)
-
• Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische
inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.
-
• Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke
advisering.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering
van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde
methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de uitvoeringspraktijk
efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten
en effecten worden behaald.
-
• Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek
waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken
wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
-
• Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren
en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier),
zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en
de identiteit van de verdachte(n).
-
• Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over
oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken
met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat
de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden
benut.
-
• Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische
reflectie).
Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek
-
• Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie
− adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip
van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken,
zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek
efficiënt en effectief verloopt.
Beleidsinzet(2):
Monitoring op juist gebruik van toepassing beleid(sproducten)
-
• Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk
van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures,
instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in
relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van
afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing
en verbetering.
-
• Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren
over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen,
uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk,
zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.
Netwerken
-
• Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) specialisten op de eigen
specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk
effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.
-
• Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken, -werkterreinen,
en/of -thema’s, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings-
en vervolgingskansen worden benut.
-
• Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie
van specifieke veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken
en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele
informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Deskundigheidsoverdracht
Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van
trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s
in de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
-
• Projectleider;
-
• Hulp Officier van Justitie (HOVJ);
-
• Medewerker in TGO-verband;
-
• Onderhandelaar;
-
• Medewerker in SGBO-verband.
LFNP niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;
door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:
• rapportage van analyse en conclusies;
• opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen;
• adviezen aanpak aangereikte veiligheidsproblematiek;
• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;
• producten & diensten;
• gemonitoorde toepassing beleid(sproducten).
• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op
het realiseren van vastgestelde resultaten;
• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng
van specialisatie.
Nader aangeduid:
• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf,
ongeval of niet-natuurlijke dood;
• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);
• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden
voor (deel van een) opsporingsonderzoek;
• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte
veiligheidsproblematiek;
• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak
van aangereikte veiligheidsproblematiek;
• processen-verbaal van bevindingen;
• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;
• gedeelde actuele specialistische kennis.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van
het volgende:
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie
en legt de bevindingen vast (dossier);
• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;
• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken
die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;
• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming
van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;
• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte
veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele
politietaken;
• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;
• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie
en adviezen;
• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke
rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleid(sproducten) zodanig
transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben
van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk;
• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van
producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden,
technieken en via bekende benaderingswijzen;
• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;
• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie
vereisen;
• dwangmiddelen toepassen*;
• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;
• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken
die zijn specialisatie vereisen;
• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken
die zijn specialisatie vereisen;
• participeren in bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in
het kader van het deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;
• (aangereikte) veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren
over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;
• gebruik en toepassing van beleid(sproducten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;
• participeren in bestaande netwerken voor wat betreft de aangereikte (veiligheids)problematiek;
• processen-verbaal van bevindingen opstellen;
• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;
• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk.
• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de
uitvoeringspraktijk;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en
inbreng van specialisatie.
|
* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij
het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden
aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene
rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;
• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van: de vakgebieden in het domein Uitvoering,
zoals daar zijn:
• het vakgebied Tactische Opsporing;
• het vakgebied Forensische Opsporing;
• het vakgebied GGP;
• het vakgebied Intelligence;
• het vakgebied Interventie;
• het vakgebied Informantenrunnen;
• het vakgebied Beveiliging;
• het vakgebied Meldkamer;
• het vakgebied Intake & Service;
• het vakgebied Luchtvaart;
• het vakgebied Observatie;
• het vakgebied Operationele begeleiding.
en binnen het kader van:
• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);
• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen
en bekende oplossingen;
• monitoring op gebruik en toepassing beleid(sproducten);
• bestaande netwerken.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten
met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden
en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig
bereikbaar).
Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de
gehele organisatie van de uitvoeringspraktijk en adviseert ter zake.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het − in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen − verzamelen, interpreteren
en analyseren van onderzoeksgegevens, en het adviseren over oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden;
• het − bij aangereikte veiligheidsproblematiek − analyseren van de problematiek vanuit
zijn specialisatie en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor
aanpak;
waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en
oplossingen bekend zijn.
• neemt de functionaris het initiatief tot het participeren in:
• bestaande netwerken in zijn specialisatie;
• bestaande netwerken van opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname
aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;
• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;
• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden
van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor
opvolging en/of vervolging;
• neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen
van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk;
• Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek
bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen.
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen die zich voordoen bij:
• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;
• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over
gebruik en toepassing van beleid(sproducten),
vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken
en instrumenten, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen/ routinematig bereikbaar,
zelfstandig aanpakken.
De functionaris kan:
• de problemen die zich voordoen bij:
• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie
vereisen;
• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;
• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,
zelfstandig aanpakken;
• de problemen die zich voordoen bij het vanuit zijn specialisatie analyseren van
aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en
mogelijkheden voor aanpak zelfstandig aanpakken;
• de problemen die zich voordoen bij het overdragen van kennis en vaardigheden vanuit
specialisatie op de uitvoeringspraktijk zelfstandig aanpakken;
Op juiste wijze:
• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken
die zijn specialisatie vereisen;
• adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte
veiligheidsproblematiek;
• participeren in:
• bestaande netwerken in zijn specialisatie;
• bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname
aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;
• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;
• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;
• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.
• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;
• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door
toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende
benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij
het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden
aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
○ wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met
het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en),
waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet en beleidsinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• de specialisatie;
• analyse- en adviestechniek;
• inzicht in gedrag;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• netwerken;
• het geven van instructie.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt actief kennisbronnen;
• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied
die voor deze functie relevant zijn.
Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van
aanpak (aangereikte) problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische
methoden en technieken en ten behoeve van monitoring en/of intermediairschap.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft hbo werk- en denkniveau;
• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld,
danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat
op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Niet van toepassing.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan
wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het
geval de ingezette opsporingsbevoegdheden of aanpak van veiligheidsproblematiek tot
klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde
inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Operationeel Expert Meldkamer
Kern van de functie
Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde in de samenleving door intake voor spoedeisende hulp, door
regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele
opschaling.
Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit
de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Operationeel Expert Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en
openbare orde in de samenleving door de uitvoering van meldkameractiviteiten te analyseren,
over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen
te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt
− in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische
coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig meldkameractiviteiten uit. De Operationeel
Expert Meldkamer initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve
van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt
op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.
De Operationeel Expert Meldkamer bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van meldkameractiviteiten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke
aanpak van meldkameractiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op
het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat
de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van meldkameractiviteiten wordt
verhoogd.
Verbetering meldkamer
Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van meldkameractiviteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren
van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en
het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde en openbare orde
efficiënter en effectiever verlopen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van meldkameractiviteiten (werkmethoden,
procedures, professionaliteit en technieken),
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van meldkameractiviteiten,
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde,
veiligheid en leefbaarheid,
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van meldkameractiviteiten, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten
optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de samenleving.
Intake
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van
de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende
hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.
-
• Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen
van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen
van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.
-
• Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren
van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen
van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet
dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste
hulp wordt geboden.
-
• Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen
van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het
hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische
back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen
van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van
hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.
Noodhulpregie
-
• Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat
een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.
-
• Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit,
zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.
-
• Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare
politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen
en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende
hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige
politietaken doelmatig blijft verlopen.
-
• Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare
hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde
meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende
hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige
operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.
-
• Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige)
noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de
multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.
-
• Het − conform procedures − koppelen van inzet van hulpdiensten aan multidisciplinaire
(grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie
daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.
Ondersteuning
-
• Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis
ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.
-
• Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor
de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe
hulp van collega’s kunnen rekenen.
-
• Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s
op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek,
zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen
van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
-
• Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie;
het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de
opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van
veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.
Opschaling
-
• Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak)
of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident
of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige
politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.
-
• Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de
opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en
noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt
en effectief verloopt.
Vastleggen gegevens
-
• Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake
de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment
tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.
-
• Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie,
de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding
kan worden gebaseerd.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en /of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;
• ondersteuning van politie-inzet;
• life-line voor de collega’s op straat;
• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;
• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• geeft nauwgezet uitvoering aan protocollen, beslisregels, procedures, werkwijzen en vastgestelde
plannen van aanpak voor meldkameractiviteiten maar kan zelfstandig beslissen daarvan
af te wijken bij onvoorspelde situaties die tot gevaarzetting kunnen leiden voor de
collega’s op straat en ter plaatse;
• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken
van het publiek;
• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;
• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;
• is betrouwbaar als lifeline voor collega’s op straat en ter plaatse;
• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;
• voert alert regie op onderlinge communicatie;
• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;
• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;
• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de
opschaling;
• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;
• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening
koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;
• het zijn van life-line;
• regie voeren op onderlinge communicatie;
• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter
plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;
• beslissen tot opschaling;
• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;
• processen-verbaal opstellen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer
dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;
• meldingen;
• spoedeisende hulpverzoeken;
• assistentieverzoeken collega’s;
• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;
• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke
meldkamer;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische
coördinatie);
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van meldkameractiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van meldkameractiviteiten;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze:
• meldkameractiviteiten verrichten;
• analyseren, monitoren, evalueren en bijstellen;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen
(psychologie).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen,
beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;
• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;
• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;
• privacywetgeving;
• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;
• computerprogramma’s en applicaties;
• ten minste kennis van één vreemde taal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• meldkamer regievoering;
• analysetechnieken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld
(criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk
ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en
protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal
loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet
voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en
dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie,
dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Expert Intake & Service
Kern van de functie
Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door
de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen
en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.
Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren
en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Operationeel Expert Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in
de samenleving door de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten te analyseren,
over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen
te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt
− in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische
coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit. De
Operationeel Expert Intake & Service initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken
ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken,
stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.
De Operationeel Expert Intake & Service bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele aansturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van intake & serviceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intake & Serviceactviteiten,
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve
van de gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken,
het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten
wordt verhoogd.
Verbetering Intake en service
Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, het initiëren van verbeteringen en
het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de
implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorden
en openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever
verlopen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten (werkmethoden,
procedures, professionaliteit en technieken),
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intake & Service,
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde,
veiligheid en leefbaarheid,
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, zodat de uitvoering
van intake en service optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde, openbare
orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen
-
• Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften,
vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft
voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.
-
• Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger
een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht,
en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan
werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare
orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.
Registratie
Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat
in wat de burger van de politie verwacht.
Behandeling inzetverzoeken
-
• Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning
in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek,
zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt
worden behaald.
-
• Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis
ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel
kan worden doorverwezen.
-
• Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende
vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.
-
• Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat
inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.
Monitoring en termijnbewaking
-
• Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in
de status van de behandeling.
-
• Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in
de status van de behandeling.
-
• Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften
en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden
en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende
indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger
steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.
Kwaliteit
Het controleren van gevoegde dossiers (indicatie: meerdere feiten – 1 persoon/1 feit
– meerdere personen) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren
(case screening); het aanhouden van het (onderzoeks)dossier en het terugmelden ervan
aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan
ketenpartners een rechtmatig en gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.
Interne serviceverlening
Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures,
richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden
actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of
vervolging.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde,
en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten;
• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);
• geëffectueerde inzetverzoeken;
• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van
afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• nieuwe en beheerde (persoons-zaaks)dossiers.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het
doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;
• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;
• controleert gevoegde dossiers op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);
• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;
• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;
• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling
van aangiften en vergunningaanvragen;
• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen
en wet- en regelgeving.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• toegankelijke en bereikbare servicepunten;
• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;
• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);
• geëffectueerde inzetverzoeken;
• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van
afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;
• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• intake;
• service;
• inzetverzoeken;
• case screening;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische
coördinatie;
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze:
• Intake & Serviceactiviteiten verrichten;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor
een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;
• techniek: documentatiesystemen, analysetechnieken;
• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant
zijn, zijn:
• strafrecht (materieel en formeel);
• Algemene wet bestuursrecht;
• documentatiesystemen;
• versiebeheer;
• inzicht in gedrag;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• regisseren van netwerken;
• analysetechnieken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een
beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans
op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit
zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist
gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.
|
Psychisch risico
|
De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk
leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant
in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid
op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte
resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid
of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Expert Forensische Opsporing
Kern van de functie
Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De
uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel
of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.
Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren,
en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.
Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Operationeel Expert Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van
(werkterreingerelateerd) forensisch onderzoek te analyseren, over verbeteringen te
adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren,
resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader
van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie.
Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek
uit. De Operationeel Expert Forensische Opsporing initieert, bouwt, onderhoudt en
regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd)
forensisch opsporingsonderzoek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van
randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel
Expert Forensische Opsporing bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken
efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerd)
forensisch opsporingsonderzoek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige
belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van forensisch opsporingsonderzoek;
het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van
de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek wordt verhoogd.
Verbetering Forensische Opsporing
Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing, het initiëren van
verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en
evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving
van de openbare orde en het werken aan veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische
opsporing (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van forensische opsporing,
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde en veiligheid,
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoek,
zodat de uitvoering van forensische opsporing optimaal bijdraagt aan handhaving van
de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving.
Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussenrelevante
collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends
en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.
Veiligstellen van sporen
Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische
sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament
ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.
Validatie onderzoeksgegevens
Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen
uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid
van sporen als bewijslast.
Registratie van beelden
Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of
tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.
Deelname aan verhoren
Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het
inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch
opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt
verhoogd.
Assistentie bij schouw
Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van
ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop
van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.
Vaststellen modus operandi
Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats,
zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s)
c.q. het verloop en de toedracht van het incident.
Kritische reflectie
Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens
en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit
van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.
Tegenspreken
Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische
opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of
politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk
wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen
en hersteld.
Rapportage onderzoeksgegevens
Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek
op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische
onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd
en alle opsporingskansen worden benut.
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat
actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
-
• Getuige-deskundige bij terechtzittingen;
-
• Coördinator PD-unit (CPDU);
-
• Medewerker in TGO-verband;
-
• Forensisch coördinator;
-
• Sporencoördinator;
-
• Hulp Officier van Justitie (HOVJ);
-
• Projectleider.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD)
tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);
• processen-verbaal;
• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;
• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen
en onderzoeksmogelijkheden;
• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;
• rechtmatige bewijslast;
• identificatie van de betrokkene(n);
• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;
• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding
en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet
en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit
en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze
in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van
aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het
maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde
verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van
ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het
kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van
kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• werkt gericht aan waarheidsvinding;
• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);
• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel
of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;
• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek
kunnen dienen;
• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en
opsporingsmogelijkheden;
• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit,
betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;
• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten
hiervan vast;
• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;
• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus
operandi);
• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf,
ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie
bij lijkschouwingen;
• neemt, ten behoeve van inzicht in de toedracht van misdrijven, op uitnodiging deel
aan verhoren van verdachten en getuigen;
• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;
• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau
Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);
• forensische opsporingsonderzoeken voorbereiden;
• processen-verbaal opstellen;
• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;
• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;
• assistentie verlenen bij schouw;
• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;
• als tegenspreker optreden.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• criminaliteit en samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• alle plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI); op calamiteiten-PD’s onder
aansturing van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LFTO);
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische
coördinatie);
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde
activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen
met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen
van netwerkpartners aan verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
op de juiste wijze
• (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken verrichten;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak).
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot forensische opsporing;
• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;
• wetenschap: bètawetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• het strafrecht en het strafprocesrecht;
• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking
tot forensische opsporing;
• documentatie- en registratiesystemen;
• organisatie en werkwijze OM;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en vervolgingsvraagstukken
bij samenwerkingspartners.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,zoals
opgenomen in het opleidingsprofiel.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden
in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het
verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als
dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en
dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst
hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig
bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan
wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt
in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een
schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Begeleider B
Kern van de functie
Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds
aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de
continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige
en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in
en voor de uitvoeringspraktijk.
Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende
observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;
bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,
bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,
kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,
beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.
Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele
Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen
de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.
Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren,
Ondersteunen en Verbeteren RBP.
Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De Operationeel begeleider B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de
uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe
op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen.
Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het
overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele
beroepshouding.
In het – in het kader van voorbereiding – opstellen van plannen van aanpak, ook zonder
beschikbaar format. De Operationeel Begeleider B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert
netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding, maakt
uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt
op nakoming van afspraken.
Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van
Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.
De Operationeel Begeleider B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het
opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en
maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van Operationele Begeleiding efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
-
• Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers− opstellen
van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder
beschikbare formats) voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen
en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.
-
• Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van Operationeel
Begeleiding, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling,
op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen
en middelen.
Netwerken
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke
aanpak van Operationele Begeleiding van politiemedewerkers (individu en team) naar
het gewenste vakbekwaamheidsniveau; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar
is en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.
-
• Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit
toegesneden) lesmateriaal voor operationele begeleiding met een integraal karakter;
het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen
op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.
Verbeteren
-
• Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot
verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing
van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit
van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op
de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.
-
• Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende
theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud
van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard
én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie
van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.
-
• Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren
van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden
(principes, procedures en vaardigheden), het initiëren van verbeteringen en het implementeren
van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van implementatie en het
eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding),
openbare orde en de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter
en effectiever verlopen. (operationele inzet en inbreng)
-
• Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van operationele
begeleiding en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de geboden operationele begeleiding steeds actueel aansluit op het instapniveau,
de leerbehoefte, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.
Deskundigheidsbevordering
-
• Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor aan collega operationeel
begeleiders en docenten; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies
en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent
resultaat en ontwikkelafspraken.
-
• Het geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten en het signaleren
van leermomenten, zodat ontwikkeling van vaardigheden geborgd is en de zelfredzaamheid
van collega operationeel begeleiders en docenten wordt vergroot.
Analyse en advies operationele begeleiding
-
• Het op basis van analyse van aangereikte vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek
adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van
de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk, zodat specifieke vaardigheids-
en inzetbaarheidsproblematiek efficiënt en effectief opgelost worden.
-
• Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken
en bekende benaderingswijzen op het bereiken van vakbekwaamheidsniveau van politiemedewerkers
− formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de
operationele begeleiding en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners,
zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden
operationele begeleiding verwerven van competenties en vakbekwaamheid wordt verhoogd.
-
• Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve
als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting,
dieren).
Begeleiding vakbekwaamheidsniveau
Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet
in operatie; het monitoren, analyseren en beoordelen van de voortgang in de verwerving
van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid
en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team
inzicht heeft in de ontwikkeling en in de bekwaamheden.
Training – Begeleiding- Coaching
-
• Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen
aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van
leermomenten, zodat de vakbekwaamheid op niveau blijft (het toepassen en gebruiken
van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden) en daarmee inzetbaar
is en blijft.
-
• Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal,
zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.
-
• Het trainen en begeleiden van politiemedewerkers om een professionele beroepshouding
en vaardigheidsniveau, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten
op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen,
crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat politiemedewerkers excelleren
in hun optreden.
-
• Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk,
zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare
gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen
kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).
-
• Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-,
zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke
gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.
-
• Vanuit het perspectief van Operationele Begeleiding politiemedewerkers en het team
begeleiden na ingrijpende incidenten (geweld, verkeer ed.), zodat politiemedewerkers
en het team duurzaam inzetbaar zijn en blijven in de uitvoeringspraktijk.
Beoordelen
-
• Het afnemen van proeven van bekwaamheid, die relevant zijn op het vakgebied voor de
politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief
resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat
in de nog te realiseren leerdoelen.
-
• Het beoordelen van vakbekwaamheid, die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker
en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau
en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in
de nog te realiseren leerdoelen.
Ontwikkelen
-
• Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van
de operationele begeleiding en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen
en vernieuwingen− adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit
toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen
en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit
op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen
passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.
-
• Het − op basis van maatschappelijke oriëntatie en interculturele sensitiviteit − adviseren
over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal
en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard
én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluiten op het instapniveau
en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de
(beoogde) functie van de politiemedewerker.
-
• Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen
in operationele begeleiding, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant lesmateriaal.
Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk
-
• Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een
basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding
voor het op te stellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat problematiek
effectief en efficiënt wordt aangepakt.
-
• Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering
van producten en diensten (principes, procedures en vaardigheden) – met behulp van/door
toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen
en waarbij creativiteit, aangewend voor het behalen van resultaten vanuit Operationele
Begeleiding, slechts begrensd wordt door technische (on)mogelijkheden, vastgestelde
kaders, richtlijnen en wetgeving − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief
wordt ondersteund vanuit Operationele Begeleiding en beoogde resultaten en effecten
worden behaald.
-
• Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten
van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder
meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken
van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen,
en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet
en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).
-
• Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar
het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat
direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak
en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.
Blauw Vakmanschap
-
• Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team
(teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende
vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden
en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform
protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging
die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds
aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.
-
• Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de
rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en
leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie
activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit
steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen
daarvoor.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor geen formats beschikbaar
zijn;
• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu)
waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering
van operationele begeleiding;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;
• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid
(certificaten);
• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;
• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit
(blauw vakmanschap);
• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;
• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten
aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en
vakbekwaamheid;
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het
via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden
vakbekwaamheidsvereisten;
• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel
aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid politiemedewerker en team,
na ingrijpende incidenten;
• analyse, conclusies en vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit
operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;
• teruggedrongen veiligheidsrisico’s;
• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in
specifieke situaties;
• onderzochte mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek
in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding
en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet
en inbreng vakgebied operationele begeleiding;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak voor het verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het
maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde
verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van
ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het
kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing
van dwangmiddelen;
• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt
regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp en schakelt van
operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen;
• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;
• bevordert actief door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker
en team, na ingrijpende incidenten;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het kader van het
steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende eigen professionaliteit
(blauw vakmanschap);
• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap en dat van de collega’s;
• het actief onderzoeken van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek
in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding;
• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die de operationele begeleiding overstijgen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) opstellen waarvoor geen formats
beschikbaar zijn;
• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationele begeleiding (team
en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede
het toetsen van vakbekwaamheid;
• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen
geven;
• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;
• uitvoeren van alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);
• processen-verbaal opstellen;
• begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• inzetten op het terugdringen veiligheidsrisico’s;
• verrichten van onderzoek van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak
van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.
|
|
|
|
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke,
multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige
belangen spelen;
• organisatorische coördinatie;
• (politie)medewerkers;
• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• onderwijs/scholen;
• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in
specifieke situaties;
• onderzoeken naar mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek
in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding
• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:
° plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies zonder beschikbare
formats;
° leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;
° aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;
° gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
° (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;
• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:
° het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;
° de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);
° conflicterende partijen;
° incidenten en calamiteiten;
° alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen
en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;
• de begeleiding naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende
incidenten.
|
|
|
|
|
|
|
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve
en efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische
coördinatie);
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;
• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;
• het schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen
in de uitvoeringspraktijk;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;
• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten
behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,
• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding
vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen
en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;
• het begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;
• het begeleiden naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende
incidenten.
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding
naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,
• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het opstellen van plannen van aanpak – ook zonder beschikbare formats − voor het
operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;
• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling
van operationele begeleiding en van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen.
op de juiste wijze:
• operationele begeleidingsactiviteiten verrichten;
• het trainen, begeleiden en coachen;
• het toetsen, beoordelen en examineren;
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied operationele begeleiding informatie geven over vakinhoudelijke
trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak);
• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.
• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers
en team en adviseren;
• geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten;
• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk
alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;
• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• trainen en begeleiden gericht op het kunnen laten excelleren in hun optreden van
politiemedewerkers in specifieke situaties.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud
van de operationele begeleiding;
• methoden, technieken en procedures;
• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;
• didactiek;
• inzicht in gedrag;
• regisseren van netwerken;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• analysetechnieken;
• attitude en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek;
• advisering;
• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen.
• organisatorische coördinatie;
• mentor;
• toetsing van vakvolwassenheid
• les- en leerstofontwikkeling.
|
|
|
|
|
|
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
|
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,
zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
|
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich
voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op
een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet
is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Docent B
Kern van de functie
Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door
de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs*
– optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving*
met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met
de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten
tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid
en complexiteit en relevante derden*1.
Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden
onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste
(soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving,
de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk
(alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.
*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde
diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.
Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden
/ examineren van studenten om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige,
gekwalificeerde en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor
de brede Uitvoeringspraktijk geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten
en vereiste opsporingsbevoegdheid) in relatie tot de specifieke dynamiek.
Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht
en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving
op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.
Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch
gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend
/ diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.
Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische
en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten
/ kwesties.
Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele
vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als
Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren
van studenten.
Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk
wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.
Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren,
Ondersteunen en Verbeteren RBP.
Werkterreinen LFNP:
Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinenvoor waarop stelselmatig wordt ingezet.
De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar
op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk
en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen,
Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.
De Operationeel Docent B voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde
leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele
omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van
studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op
de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.
De Operationeel Docent B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op
de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren
tot competente (politie)medewerkers.
De Operationeel Docent B neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde
leeromgeving de volgende maatregelen in acht:
-
– de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten
/ betrokkenen bij deze leersituatie;
-
– de transitiemaatregelen;
-
– de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen
en uitrusting;
-
– de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.
De Operationeel Docent B stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen
van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen
– ook zonder beschikbare formats en op basis van leerbehoeften en instapniveaus van
studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid van de deskundige,
gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.
De Operationeel Docent B bouwt en onderhoudt netwerken ten behoeve van het optimaliseren
van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal
op MBO-niveau. De Operationeel Docent B doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering
van de aanpak van Operationeel Docentschap en implementeert vastgestelde verbeteringen
toegespitst op MBO-niveau / in relatie tot standaard lesmateriaal én op de specifieke
situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal.
De Operationeel Docent B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van
collega’s.
Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH),
de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het
opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en
maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.
Activiteiten en resultaten
Praktijkinzet
Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken en t.b.v.
aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht op het door
de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:
-
• Het vanuit specialisatie analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek,
zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel
Docentschap voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk
met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken
-
• Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante
informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte)
problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.
------------------------------
Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving
-
• Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art
Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving
op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en onder wisselende omstandigheden,
zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot het beoogde organisatierendement
en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door de vaardige, bekwame e bevoegde uitvoering
van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.
-
• Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct
monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch,
didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én op de specifieke
situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit
op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel
opzicht optimaal kan beklijven.
-
• Het op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie
niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding
van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort
en reageert, én in aansluiting op de strategische doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk,
zodat:
-
– de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid
te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen
presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
-
– met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud,
vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn
operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
-
– de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie
gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen
in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.
-
• Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in
de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de
verwerving van kennis en aardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen
ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid begeleiden van studenten, zodat inzicht
bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.
Examineren
Het maken van examen-casuïstiek en het op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal
én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal) – expliciet óók in
de ongecontroleerde leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid
en examens en het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in
het bezit komt van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht
ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het
naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met
al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.
Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde
opleiding en examinering
-
• Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke
beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / in casu t.a.v. standaard lesmateriaal
én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a.
Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:
-
– de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds
toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van
(maatwerk) opleidingen toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde
leeromgeving;
-
– het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van
input voor de vertaling naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen),
i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;
-
– het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de
actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
-
– de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder
t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;
-
– het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering
in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten
voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;
-
– de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).
-
• Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de
specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal), zodat de inhoud en vorm (ook
in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art
Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving steeds aansluiten op de actuele
vereisten.
-
• Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau, zodat de geboden opleiding en examinering in
de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften,
gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.
Advies
-
• Het − op grond van analyse vanuit specialisatie van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van Operationeel Docentschap op MBO-niveau
/ i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal
(inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en t.a.v.
examens);
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk door studenten;
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding)
en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek bij het opleiden en examineren van studenten,
expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, zodat de uitvoering van Operationeel
Docentschap optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en
aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door steeds de beschikbaarheid te
bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (executieve)
politie-medewerkers.
-
• Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen
relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld
op trends en ontwikkelingen die vakgebied-overstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen
verbetert.
Plannen van aanpak
-
• Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten− opstellen van individuele
opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats)
voor het door de student bereiken van gestelde leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten,
zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid
van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.
-
• Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van het opleiden
en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving (=Operationeel Docentschap),
zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze
en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Risicobeperking
Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving,
in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal
op MBO-niveau.
Netwerken
-
• Het bouwen en onderhouden van netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken
van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde
leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch
en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal
op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk
en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.
-
• Het bouwen en onderhouden van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele
Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie
en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren
en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:
-
– het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden /
examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;
-
– het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico
op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
zoveel mogelijk beperkt wordt.
-
• Het participeren bij de organisatie – in samenwerking met de Eenheden – van de Vakvaardigheidsdagen, zodat beschikt wordt
over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren van het politieonderwijs,
gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.
Blauw Vakmanschap
-
• Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid
door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten,
uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit
op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
(i.c. de uitvoeringspraktijk).
-
• Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde
(criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid
door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten
van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen)
professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie
en operationele sturing.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk
formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan,
zodat de professionaliteit wordt bevorderd.
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en
leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;
• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;
• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en
gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;
• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet
vanuit specialisatie (i.c. vakinhoudelijke advisering voor het opstellen van plannen
van aanpak door de Uitvoeringspraktijk).
|
Resultaten
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
P.I.:
• analyse, conclusies en adviezen vanuit specialisatie van Operationeel Docentschap
tbv het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;
• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan
worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.
Uitvoering OpDo:
• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en
gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;
• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden)
van studenten en geformuleerde aanbevelingen;
• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden
onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van
de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;
• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;
• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;
• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -situatie
naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde
leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig
opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;
• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering
op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde)
functie van de student;
• analyseren vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van
gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;
• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie.
• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in
rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel
docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten
geldende startbekwaamheidsniveau;
• verrichtte analyse, conclusies en advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake
de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde
en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de steeds
bevorderde beschikbaarheid van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde
(executieve) politie-medewerkers;
• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats,voor de uitvoering van Operationeel
Docentschap aan studenten en relevante derden;
• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, voor de uitvoering van het opleiden
en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling,
werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;
• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;
• ook zonder beschikbare formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s
van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale
component;
• ook zonder beschikbare formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving
t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;
• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen
veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);
• ook zonder beschikbare formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en
verbetering met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c.
Risicobeperking);
• gebouwde en onderhouden netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken,
gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten met betrekking tot het in de
ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;
• gebouwde en onderhouden netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding
delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde
leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het
risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade
aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);
• georganiseerde Vakvaardigheidsdagen door participatie vanuit het Operationeel Docentschap
gericht op het steeds actualiseren van opleiden en examineren expliciet óók in de
ongecontroleerde leeromgeving;
• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving
(Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);
• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen
van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen
professionaliteit (blauw vakmanschap);
• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
P.I.:
• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk.
Uitvoering OpDo:
• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering,
expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving,
studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;
• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen
en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;
• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats
op het individu gericht;
• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid
en examens af en rapporteert;
• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal
én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten
op de actuele vereisten;
• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde
leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek
en pedagogiek;
• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van
patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven
en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde
leeromgeving (Operationeel Docentschap);
• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• faciliteert leiding en/of netwerkpartners met duidelijk onderbouwde advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel
Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid
en leefbaarheid in de samenleving;
• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;
• stelt heldere plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, op t.b.v. de uitvoering van Operationeel
Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en
kwalitatieve inzet van mensen en middelen;
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
In het kader van Risicobeperking:
T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:
• treft accuraat ook zonder beschikbare formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;
• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;
• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;
• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;
• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap
kunnen verstoren.
• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;
• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;
• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve
van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief
en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek.
• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare
formats;
• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);
• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap ook
zonder beschikbare formats;
• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde
leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;
• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties
het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;
• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot
verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving,
van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;
• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners
voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels
opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);
• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;
• implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap
overstijgen;
• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen t.b.v. de uitvoering
van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en
kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;
• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;
• ook zonder beschikbare formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving
en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;
• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen
en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;
• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;
• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen,
maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;
• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;
• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk
t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;
• processen-verbaal opstellen;
• dwangmiddelen toepassen.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit
en onvoorspelbaarheid;
• de politieorganisatie;
• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet vanuit Operationeel
Docentschap;
• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en
waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties
en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt,
oordeelt, (ver)stoort en reageert.
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied / specialisatie, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;
• het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal;
• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten
en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;
• vakgebieden in het Domein Uitvoering;
• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;
• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen /
oplossingen bekend);
• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;
• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;
• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies ook zonder beschikbare
formats;
• leerbehoefte en instapniveau van de student;
• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;
• (beoogde) functie van de student;
• de uitvoering van Operationeel Docentschap in relatie tot de in plan van aanpak
gemotiveerde verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve
inzet van mensen en middelen;
• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering
van het Operationeel Docentschap in relatie tot:
• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en
leefbaarheid;
• conflicterende partijen;
• incidenten en calamiteiten;
• transitiemaatregelen;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader
van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte
aanpak bij:
• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;
• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;
• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• de aan de uitvoering van Operationeel Docentschap verbonden verantwoordelijkheidsverdeling,
werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;
• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;
• het bouwen en onderhouden van netwerken.
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel
Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige
specialistische inzet & inbreng en oplossingen bekend zijn;
• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art
politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het
steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm,
didactiek en pedagogiek;
• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid
te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren
in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm,
didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele
varianten en onvoorspelbaarheid;
• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de
functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen
in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;
• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit
evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren
en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art
politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak
met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien
van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de
optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen
en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de
opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk,
het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering
in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de
verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de
ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen,
geweldsmiddelen, dieren);
• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm
(ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het
State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele
vereisten;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding
en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften,
gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;
• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en
transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art
politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen,
die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren
of in gevaar kunnen brengen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar
het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• het behalen van resultaten uit netwerken;
• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten
van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel
Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet
óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen die zich voordoen bij;
• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte
problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde
specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen
zelfstandig aanpakken.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie
die zich voordoen bij:
• het opstellen van plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;
• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;
• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók
in de ongecontroleerde leeromgeving;
• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen
en examen-casuïstiek;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap
en in de toepassing van lesmateriaal;
• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en
transitiemaatregelen (Risicobeperking);
• het bouwen en onderhouden van netwerken.
op de juiste wijze:
• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;
• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats opstellen;
• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;
• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden
van studenten;
• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;
• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in
de ongecontroleerde leeromgeving;
• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en
examen-casuïstiek;
• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen voor de uitvoering
van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming
op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet
van mensen en middelen;
• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;
• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen
(Risicobeperking);
• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;
• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die
de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;
• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;
• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar
het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;
• netwerken bouwen en onderhouden;
• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;
• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;
• aanwenden van dwangmiddelen;
• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• optreden als mentor.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de Uitvoeringspraktijk;
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;
• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden
en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal;
• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren
en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);
• methoden, technieken en procedures;
• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied
van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• Operationeel Docentschap / de specialisatie;
• State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal;
• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard
lesmateriaal op MBO-niveau;
• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau
/ i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;
• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van
Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke &
Mentale component + de (Im)materiële component;
• analyse- en adviestechniek;
• inzicht in gedrag;
• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen,
procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor
het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau
expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal
én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;
• communicatie(-middelen);
• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;
• ontwikkeling van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst
maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau;
• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;
• netwerken;
• coaching;
• conflictbemiddeling;
• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;
• noodhulp en incidentmanagement;
• documentatie- en registratiesystemen.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek m.b.v. plannen van aanpak zonder
beschikbare formats;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;
• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien
van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.
Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve
van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek.
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft MBO (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook Operationeel Docentschap / OpDo-specialisatie
aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;
• voldoet aan functie en/of werkterrein en/of specifieke functionaliteiten gerelateerde
geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|
Fysiek risico
|
Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Psychisch risico
|
Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.
|
Risico op slachtofferschap
|
Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig.
De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat
op gering.
|
Afbreukrisico
|
Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom
niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde
leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde
inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan
als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.
|
Operationeel Expert Beveiliging
Kern van de functie
Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door
het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen,
objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen.
Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg
in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.
De Operationeel Expert Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde
in de samenleving door de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning,
beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging)
te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde
verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren.
Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische
coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Operationeel
Expert Beveiliging initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve
van gezamenlijke aanpak van veiligheidsmaatregelen, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt
op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.
De Operationeel Expert Beveiliging bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit
van collega’s.
Activiteiten en resultaten
Operationele sturing:
Organisatorische coördinatie
Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak,
zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt.
Dit houdt mede in:
-
• het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan
van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken
(concretisering in individuele activiteiten en resultaten);
-
• het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader
voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de
kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke
afspraken met de hem toegewezen mensen;
-
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling.
Plannen van aanpak
Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede
de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen
en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan
plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende
kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.
Netwerk
Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren
van netwerken ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek;
het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van
de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en van de aanpak van beveiligingsproblematiek
wordt verhoogd.
Verbetering beveiliging
Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in
de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen,
het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen,
het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan,
zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.
Deskundigheidsbevordering
Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de
vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren
van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt
bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.
Advies
-
• Het – op grond van analyse van:
-
• resultaten en effecten van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning,
beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging)
en van de aanpak van beveiligingsproblematiek (werkmethoden, procedures, professionaliteit
en technieken),
en van:
-
• gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van veiligheidsmaatregelen,
en het daarbij betrekken van:
-
• trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot openbare orde, veiligheid
en leefbaarheid,
en:
-
• de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden,
ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,
-
– adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging
in de (gezamenlijke) aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat de uitvoering van
veiligheidsmaatregelen optimaal bijdraagt aan handhaving van de openbare orde en aan
veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.
Toezicht
-
• Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en
controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.
-
• Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging
op escalatie wordt weggenomen.
Handhaving
Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan
en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.
Begeleiding te beveiligen personen
-
• Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer, zodat de te beveiligen persoon
veilig op zijn plaats van bestemming aankomt.
-
• Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen
op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties,
eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen
persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).
Beveiliging objecten
-
• Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de
veiligheid rond het object wordt bewaakt.
-
• Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd
(statische beveiliging).
-
• Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat
een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).
Geregistreerde gegevens (IGP)
Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele
informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.
Aanwenden dwangmiddelen
Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden
op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming,
onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders
van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Rolaanduiding
Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:
Hoge Omschakelfrequentie
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
LFNP Niveau-indicatoren
Verantwoordelijkheid
|
Belang
|
Effecten
|
Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd
is:
• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.
|
|
Resultaten
|
De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het
vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie;
• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;
• initiëren van verbeteringen;
• implementatie van vastgestelde verbeteringen;
• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• informatie uit voorverkenning;
• beveiligde personen;
• beveiligde objecten;
• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;
• registratie van in bewaring genomen goederen;
• orde in de Rechtbank;
• processen-verbaal.
|
Beïnvloeding
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar
initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:
• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;
• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling,
de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);
• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;
• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);
• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;
• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;
• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;
• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel
tijdig bij;
• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;
• voert functioneringgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische
coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;
• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden
en het op maat formuleren van aanbevelingen;
• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;
• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;
• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;
• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;
• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen
− in te grijpen bij aanslagen;
• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een
object kunnen inluiden;
• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving
en privacy;
• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen.
De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar
zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken
en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het
belang van ‘resultaat’).
|
|
Bevoegdheden
|
Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:
• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• organisatorische coördinatie voeren;
• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige
belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde
resultaten;
• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering
van de uitvoering;
• implementeren vastgestelde verbeteringen;
• initiëren van verbeteringen;
• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens,
gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;
• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;
• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het
toetsen van vakvolwassenheid;
• dwangmiddelen toepassen;
• voorverkennen;
• persoonsbeveiliging uitvoeren;
• objectbeveiliging uitvoeren;
• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering
van de omgeving;
• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;
• aanwijzingen geven;
• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;
• processen-verbaal;
• optreden als mentor.
|
Dynamiek
|
Complexiteit
|
Context
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen de context van:
• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde
samenleving.
|
|
Speelveld
|
De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing
te brengen, speelt zich af binnen het kader van:
• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen
en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;
• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende
problematiek);
• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;
• organisatorische coördinatie;
• object- en persoonsbeveiliging;
• orde Rechtbank;
• arrestantenverzorging;
• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;
• locaties/objecten waarin de beveiligde persoon zich bevindt;
• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;
• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele
aspecten verbonden kunnen zijn.
|
Oplossingsgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld,
aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever
aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief
te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals
vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.
In dit kader:
kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd
binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve
en efficiënte aanpak bij:
• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;
• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
netwerken;
• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische
coördinatie);
• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren,
het evalueren en het bijsturen ervan;
Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:
• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten
vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);
• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;
• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken
en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie
aangestuurde functionarissen;
• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen,
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen;
• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming
ervan;
• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;
• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren
van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering
(werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit
de praktijk;
• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging
van het vakgebied;
• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij
de toepassing van dwangmiddelen;
• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten,
beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),
waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders
(wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).
|
|
Handelingsbekwaamheid
|
Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris
de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.
De functionaris kan:
de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies
met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van
aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:
• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;
• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;
• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;
• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen
functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);
• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;
• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde
verbeteringen;
• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van
(nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan
verbonden zijn;
• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke
afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige
belangen.
op de juiste wijze:
• veiligheidsmaatregelen uitvoeren (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging
personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);
• het verrichten van analyses op de uitvoering;
• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen
en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;
• adviezen opstellen en verstrekken;
• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;
• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;
• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;
• optreden als mentor;
• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving,
richtlijnen en (gewelds)instructies;
• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische
coördinatie, plannen van aanpak);
• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.
Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.
|
Deskundigheid
|
Ontwikkelingen kennis en vaardigheden
|
Kennisontwikkeling
|
Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie
raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:
• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;
• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;
• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.
Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie
tot praktijkinzet.
|
|
Kennisterrein
|
De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor
deze functie relevant zijn, zijn:
• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking
tot persoonsbeveiliging;
• inzicht in gedrag;
• observatietechnieken;
• geweldsinstructie;
• interventietechnieken;
• wapenkunde;
• beveiligingstechniek;
• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;
• kennis van vreemde talen;
• communicatie(-middelen);
• netwerken;
• analysetechnieken;
• advisering;
• organisatorische coördinatie;
• regievoering;
• mentor;
• toetsing van vakvolwassenheid.
|
Kennisgerichtheid
|
Inspanningsverplichting
|
De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein
op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.
De functionaris:
• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en
voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele
sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;
• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;
• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.
|
|
Basis(vak)kennis
|
De functionaris:
• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;
• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste
opleiding gevolgd en/of werkervaring, waarbij ook organisatorische coördinatie aan
de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.
• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen
in het opleidingsprofiel;
• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.
|
Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden
|