Publicatiepiek op wetten.overheid.nl. Per 1 juli 2025 wordt er een groot aantal regelingen gewijzigd. Mogelijk zijn nog niet alle wijzigingen verwerkt op de datum van inwerkingtreding en ziet u een oude versie van de tekst. Raadpleeg bij twijfel de bekendmaking. Deze publicatiepiek vangt aan op 16 juni en zal tot 1 augustus 2025 duren.

Regeling vaststelling LFNP

Geraadpleegd op 24-06-2025.
Geldend van 01-12-2022 t/m 03-03-2023

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 mei 2013, nr. 382047, directoraat-generaal Politie, programma Arbeidsvoorwaarden in verband met de vaststelling van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Regeling vaststelling LFNP)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Het bevoegd gezag kan de Minister een voorstel doen tot wijziging van de bij de regeling behorende bijlagen. De Minister geeft ten behoeve hiervan de korpschef een aanwijzing als bedoeld in artikel 31 van de Politiewet 2012 met het oog op het verplichte gebruik van het door hem aangewezen systeem om functies te beschrijven respectievelijk te waarderen.

Artikel 3

  • 1 De aanduiding van de functies, onderverdeeld naar de domeinen leiding, uitvoering en ondersteuning en naar vakgebieden, met de daaraan gekoppelde barema’s zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 De koppeling van de functies, van punten naar barema’s, aan de salarisschalen is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 3 De bij de functies behorende functiebeschrijvingen zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 4 De aan de functiebeschrijvingen te koppelen werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.

Artikel 3a

  • 1 De ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding heeft gevolgd, kan enkel worden geplaatst in een functie in het vakgebied Intelligence, Forensische Opsporing, met uitzondering van het werkterrein Speurhondengeleiding, of Operationeel Specialismen, zoals opgenomen in bijlage 1.

  • 2 De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die is geplaatst in een functie als bedoeld in het eerste lid is niet bewapend.

Artikel 3b

De volgende activiteiten uit de in bijlage 3 opgenomen functiebeschrijvingen van de functies in het vakgebied Operationeel Specialismen zijn voorbehouden aan de ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding heeft voltooid:

  • a. de toepassing van dwangmiddelen in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, en

  • b. het voeren van functioneringsgesprekken in verband met organisatorische coördinatie.

Artikel 4

  • 1 In het kader van het vaststellen van passende arbeid als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, stelt het bevoegd gezag zo nodig een functie samen uit een of meerdere functies opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3. Bij het samenstellen van deze functie wordt rekening gehouden met de resterende verdiencapaciteit van de desbetreffende ambtenaar.

  • 2 Aan deze samengestelde functie wordt door het bevoegd gezag met inachtneming van artikel 2, tweede volzin, een salaris gekoppeld.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Bijlage 1. horende bij artikel 3, eerste lid

Matrix Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie

Barema

Leiding

Uitvoering

 

Ondersteuning

 
 

Beveiliging

GGP

Informantenrunnen

Intelligence

Interventie

Meldkamer

Observatie

Tactische Opsporing

Forensische Opsporing

Luchtvaart

Intake & Service

Operationele begeleiding

Operationeel Specialismen

Bedrijfsvoeringspecialismen

Gespecialiseerde ondersteuning

Administratie en Secretariaat

Scheepvaart

Techniek

Huisvesting, Services en Middelen

Onderzoek en Kennisontwikkeling

Docenten

   

Arrestantenbewaking en Parket

   

Informatievoorziening

           

politiele administratie

                       

16

Korpschef

                                             

15

                                               

14

Directeur

                                             

13

                                               

12

Sectorhoofd

                       

Operationeel Specialist F

Bedrijfsvoering specialist F

             

Lector

 

11

                         

Operationeel Specialist E

Bedrijfsvoering specialist E

                 

10

Teamchef C

                 

Chef Vlieger

   

Operationeel Specialist D

Bedrijfsvoering specialist D

             

Wetenschappelijk onderzoeker C

 

9

                   

Politie Vlieger

   

Operationeel Specialist C

Bedrijfsvoering specialist C

             

Wetenschappelijk onderzoeker B

Docent D

8

Teamchef B

                       

Operationeel Specialist B

Bedrijfsvoering specialist B

     

Gezagvoerder Zeevaart

     

Wetenschappelijk onderzoeker A

Docent C

7

 

Operationeel-Expert Beveiliging

Operationeel-Expert GGP

Operationeel-Expert Informantenrunner

Operationeel-Expert Intelligence

Operationeel-Expert Interventie

Operationeel-Expert Meldkamer

Operationeel-Expert Observatie

Operationeel-Expert Tactische Opsporing

Operationeel-Expert Forensische Opsporing

 

Operationeel-Expert Intake & Service

Operationeel Begeleider B

Operationeel Specialist A

Bedrijfsvoering specialist A

Gespecialiseerd Medewerker C

   

Gezagvoerder Zeevaart Beperkte Inzet

Medewerker Techniek D

     

Docent B

6

Teamchef A

Senior Beveiliging

Senior GGP

Senior Informantenrunner

Senior Intelligence

Senior Interventie

Senior Meldkamer

Senior Observatie

Senior Tactische Opsporing

Senior Forensische Opsporing

 

Senior Intake & Service

Operationeel Begeleider A

   

Gespecialiseerd Medewerker B

Directie-secretaresse / Office Manager

Stuurman Zeevaart

Gezagsvoerder Binnenvaart

Medewerker Techniek C

     

Docent A

5

 

Generalist Beveiliging

Generalist GGP

 

Generalist Intelligence

Generalist Interventie

Generalist Meldkamer

Generalist Observatie

Generalist Tactische Opsporing

Generalist Forensische Opsporing

 

Generalist Intake & Service

     

Gespecialiseerd Medewerker A

Secretarieel Medewerker

   

Medewerker Techniek B

       

4

 

Medewerker Beveiliging

Medewerker GGP

 

Medewerker Intelligence

   

Medewerker Observatie

Medewerker Tactische Opsporing

Medewerker Forensische Opsporing

 

Medewerker Intake & Service

       

Administratief Secretarieel Medewerker

   

Medewerker Techniek A

 

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D

   

3

 

Assistent Beveiliging B

Assistent GGP B

           

Assistent Forensische Opsporing

 

Assistent Intake & Service B

       

Administratief Secretarieel Medewerker B

       

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C

   

2

 

Assistent Beveiliging A

Assistent GGP A

               

Assistent Intake & Service A

       

Administratief Secretarieel Medewerker A

     

Chauffeur (HSM)

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B

   

1

                                         

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A

   

Bijlage 2. horende bij artikel 3, tweede lid

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Fuwa plotting LFNP 1.0 d.d. 7 juli 2016

Pt.totaal

Barema

Bbp Schaal

1

Medewerker HSM A

71

1

3

2

Administratief Secretarieel Medewerker A

76

2

4

3

Medewerker HSM B

84

2

4

4

Assistent Intake & Service A

111

2

4

5

Assistent Beveiliging A

115

2

4

6

Assistent GGP A

124

2

4

7

Chauffeur (HSM)

140

2

4

8

Assistent Intake & Service B

185

3

5

9

Assistent Beveiliging B

189

3

5

10

Administratief Secretarieel Medewerker B

197

3

5

11

Assistent GGP B

198

3

5

12

Medewerker HSM C

205

3

5

13

Assistent Forensische Opsporing

219

3

5

14

Medewerker Intelligence

236

4

6

15

Administratief Secretarieel Medewerker

236

4

6

16

Medewerker Techniek A

236

4

6

17

Medewerker HSM D

255

4

6

18

Medewerker Forensische Opsporing

262

4

6

19

Medewerker Intake & Service

270

4

6

20

Medewerker Observatie

278

4

6

21

Medewerker Beveiliging

282

4

6

22

Medewerker GGP

290

4

6

23

Medewerker Tactische Opsporing

290

4

6

24

Secretarieel Medewerker

309

5

7

25

Gespecialiseerd Medewerker A

310

5

7

26

Generalist Intelligence

317

5

7

27

Medewerker Techniek B

318

5

7

28

Generalist Forensische Opsporing

344

5

7

29

Generalist Meldkamer

351

5

7

30

Generalist Intake & Service

351

5

7

31

Generalist Beveiliging

363

5

7

32

Generalist Tactische Opsporing

364

5

7

33

Generalist Interventie

368

5

7

34

Generalist Observatie

369

5

7

35

Generalist GGP

372

5

7

36

Directiesecretaresse / Office Manager

386

6

8

37

Gespecialiseerd Medewerker B

387

6

8

38

Teamchef A

392

6

8

39

Medewerker Techniek C

395

6

8

40

Docent A

397

6

8

41

Senior Intelligence

402

6

8

42

Stuurman Zeevaart

410

6

8

43

Senior Meldkamer

428

6

8

44

Senior Intake & Service

428

6

8

45

Operationeel Begeleider A

428

6

8

46

Senior Forensische Opsporing

429

6

8

47

Senior Informantenrunner

433

6

8

48

Gezagvoerder Binnenvaart

433

6

8

49

Senior Beveiliging

440

6

8

50

Senior Tactische Opsporing

441

6

8

51

Senior Observatie

446

6

8

52

Senior GGP

449

6

8

53

Senior Interventie

450

6

8

54

Gespecialiseerd Medewerker C

461

7

9

55

Bedrijfsvoeringspecialist A

466

7

9

56

Docent B

468

7

9

57

Medewerker Techniek D

469

7

9

58

Operationeel Expert Intelligence

476

7

9

59

Gezagvoerder Zeevaart – Beperkte inzet

496

7

9

60

Operationeel Specialist A

496

7

9

61

Operationeel Expert Meldkamer

502

7

9

62

Operationeel Expert Intake & Service

502

7

9

63

Operationeel Expert Forensische Opsporing

503

7

9

64

Operationeel Begeleider B

507

7

9

65

Operationeel Expert Beveiliging

514

7

9

66

Operationeel Expert Tactische Opsporing

515

7

9

67

Operationeel Expert Observatie

520

7

9

68

Operationeel Expert Informantenrunner

522

7

9

69

Operationeel Expert GGP

523

7

9

70

Operationeel Expert Interventie

524

7

9

71

Bedrijfsvoeringspecialist B

538

8

10

72

Docent C

543

8

10

73

Wetenschappelijk Onderzoeker A

546

8

10

74

Teamchef B

553

8

10

75

Operationeel Specialist B

576

8

10

76

Gevagvoerder Zeevaart

584

8

10

77

Docent D

623

9

11

78

Bedrijfsvoeringspecialist C

630

9

11

79

Wetenschappelijk Onderzoeker B

631

9

11

80

Politie Vlieger

658

9

11

81

Operationeel Specialist C

668

9

11

82

Teamchef C

706

10

12

83

Bedrijfsvoeringspecialist D

709

10

12

84

Wetenschappelijk Onderzoeker C

718

10

12

85

Chef Vlieger

726

10

12

86

Operationeel Specialist D

739

10

12

87

Bedrijfsvoeringspecialist E

783

11

13

88

Operationeel Specialist E

797

11

13

89

Lector

856

12

14

90

Bedrijfsvoeringspecialist F

857

12

14

91

Sectorhoofd

859

12

14

92

Operationeel Specialist F

871

12

14

93

Directeur

1012

14

16

94

Korpschef

1173

16

18

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 34573, datum inwerkingtreding 19-12-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 20-08-2020.

Fuwa plotting LFNP 1.0 d.d. 7 juli 2016

Pt.totaal

Barema

Bbp Schaal

1

Medewerker HSM A

71

1

3

2

Administratief Secretarieel Medewerker A

76

2

4

3

Medewerker HSM B

84

2

4

4

Assistent Intake & Service A

111

2

4

5

Assistent Beveiliging A

115

2

4

6

Assistent GGP A

124

2

4

7

Chauffeur (HSM)

140

2

4

8

Assistent Intake & Service B

185

3

5

9

Assistent Beveiliging B

189

3

5

10

Administratief Secretarieel Medewerker B

197

3

5

11

Assistent GGP B

198

3

5

12

Medewerker HSM C

205

3

5

13

Assistent Forensische Opsporing

219

3

5

14

Medewerker Intelligence

252

4

6

15

Administratief Secretarieel Medewerker

236

4

6

16

Medewerker Techniek A

236

4

6

17

Medewerker HSM D

255

4

6

18

Medewerker Forensische Opsporing

262

4

6

19

Medewerker Intake & Service

270

4

6

20

Medewerker Observatie

278

4

6

21

Medewerker Beveiliging

282

4

6

22

Medewerker GGP

290

4

6

23

Medewerker Tactische Opsporing

290

4

6

24

Secretarieel Medewerker

309

5

7

25

Gespecialiseerd Medewerker A

310

5

7

26

Generalist Intelligence

333

5

7

27

Medewerker Techniek B

318

5

7

28

Generalist Forensische Opsporing

344

5

7

29

Generalist Meldkamer

351

5

7

30

Generalist Intake & Service

351

5

7

31

Generalist Beveiliging

363

5

7

32

Generalist Tactische Opsporing

364

5

7

33

Generalist Interventie

368

5

7

34

Generalist Observatie

369

5

7

35

Generalist GGP

372

5

7

36

Directiesecretaresse / Office Manager

386

6

8

37

Gespecialiseerd Medewerker B

387

6

8

38

Teamchef A

392

6

8

39

Medewerker Techniek C

395

6

8

40

Docent A

397

6

8

41

Senior Intelligence

402

6

8

42

Stuurman Zeevaart

410

6

8

43

Senior Meldkamer

428

6

8

44

Senior Intake & Service

428

6

8

45

Operationeel Begeleider A

428

6

8

46

Senior Forensische Opsporing

429

6

8

47

Senior Informantenrunner

433

6

8

48

Gezagvoerder Binnenvaart

433

6

8

49

Senior Beveiliging

440

6

8

50

Senior Tactische Opsporing

441

6

8

51

Senior Observatie

446

6

8

52

Senior GGP

449

6

8

53

Senior Interventie

450

6

8

54

Gespecialiseerd Medewerker C

461

7

9

55

Bedrijfsvoeringspecialist A

466

7

9

56

Docent B

468

7

9

57

Medewerker Techniek D

469

7

9

58

Operationeel Expert Intelligence

476

7

9

59

Gezagvoerder Zeevaart – Beperkte inzet

496

7

9

60

Operationeel Specialist A

496

7

9

61

Operationeel Expert Meldkamer

502

7

9

62

Operationeel Expert Intake & Service

502

7

9

63

Operationeel Expert Forensische Opsporing

503

7

9

64

Operationeel Begeleider B

507

7

9

65

Operationeel Expert Beveiliging

514

7

9

66

Operationeel Expert Tactische Opsporing

515

7

9

67

Operationeel Expert Observatie

520

7

9

68

Operationeel Expert Informantenrunner

522

7

9

69

Operationeel Expert GGP

523

7

9

70

Operationeel Expert Interventie

524

7

9

71

Bedrijfsvoeringspecialist B

538

8

10

72

Docent C

543

8

10

73

Wetenschappelijk Onderzoeker A

546

8

10

74

Teamchef B

553

8

10

75

Operationeel Specialist B

576

8

10

76

Gevagvoerder Zeevaart

584

8

10

77

Docent D

623

9

11

78

Bedrijfsvoeringspecialist C

630

9

11

79

Wetenschappelijk Onderzoeker B

631

9

11

80

Politie Vlieger

658

9

11

81

Operationeel Specialist C

668

9

11

82

Teamchef C

706

10

12

83

Bedrijfsvoeringspecialist D

709

10

12

84

Wetenschappelijk Onderzoeker C

718

10

12

85

Chef Vlieger

726

10

12

86

Operationeel Specialist D

739

10

12

87

Bedrijfsvoeringspecialist E

783

11

13

88

Operationeel Specialist E

797

11

13

89

Lector

856

12

14

90

Bedrijfsvoeringspecialist F

857

12

14

91

Sectorhoofd

859

12

14

92

Operationeel Specialist F

871

12

14

93

Directeur

1012

14

16

94

Korpschef

1173

16

18

Bijlage 3. horende bij artikel 3, derde lid

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (zoals onderhoud, montage en reprografie) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C.

Activiteiten en resultaten

Onderhoud

  • Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

  • Het verrichten van opruimwerkzaamheden op aanwijzing, zodat gebouwen en terreinen opgeruimd en representatief zijn.

Montage

Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen, zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen worden gebruikt.

Reprografie

Het – op aanwijzing – verrichten van reprografie werkzaamheden, zodat aangeboden drukwerk gedupliceerd is en gereed is voor verzending.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en onder begeleiding voorgeschreven routinematige activiteiten beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

• montagewerkzaamheden;

• reprografie werkzaamheden.

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s;

• verricht nauwlettend opruimwerkzaamheden;

• verricht nauwgezet montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden op aanwijzing.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en onder begeleiding voorgeschreven routinematig die beperkt zijn tot taakgebied):

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;

• op aanwijzing opruimwerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing montagewerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing reprografie werkzaamheden verrichten.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• door het strikt − op aanwijzing en onder begeleiding − toepassen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies op toegewezen taakgebieden (onderhoud, montage en reprografie).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

beschikt de functionaris, onder begeleiding, over volledig aangereikte oplossingen en voorgeschreven handelen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

• montagewerkzaamheden;

• reprografie werkzaamheden.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• waarschuwen van collega’s bij het niet volgens richtlijnen aanbieden van afval etc.;

• het waarschuwen van collega’s bij het ontbreken van onderhoudsschema’s;

• het herkennen van situaties die begeleiding legitimeren;

waarbij de aanpak is beperkt tot voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken, door het onder begeleiding en op aanwijzing volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, die zich voordoen bij:

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

op de juiste wijze:

• de handleidingen volgen bij montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden;

• onder begeleiding en op aanwijzing uitvoeren van voorgeschreven routinematige activiteiten.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: –;

• techniek: civiele techniek.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek;

• onderhoud;

• montage.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Administratief Secretarieel Medewerker A

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals vastleggen aangereikte gegevens, dupliceren aangereikte documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in-en uitgaande post volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Administratief Secretarieel Medewerker A wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Administratief Secretarieel Medewerker B.

Activiteiten en resultaten

Administratie

Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties), zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Archivering

Het archiveren van aangereikte documenten en dossiers, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Postverwerking

  • Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending adequaat gebeurt.

  • Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar is waar ingekomen post zich bevindt.

Repro

  • Het samenvoegen (‘vullen’), adresseren (‘stickeren’) en verzenden van aangereikte documenten (mailingen), zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie kunnen worden voorzien.

  • Het volgens opgegeven specificaties reproduceren en afwerken van aangereikte documenten, zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie kunnen worden voorzien.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;

• vastgelegde en gearchiveerde documenten en dossiers;

• afgehandelde inkomende en uitgaande post;

• registratie op ingekomen post;

• verzonden mailingen;

• gereproduceerde documenten;

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;

• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;

• handelt verzorgd mailingen af;

• reproduceert en werkt aangereikte documenten accuraat af volgens opgegeven specificaties.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig en beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• inkomende en uitgaande post afhandelen;

• mailingen handlen;

• aangereikte documenten reproduceren en afwerken;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (dupliceren aangereikte documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in- en uitgaande post) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties);

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;

• het verzenden poststukken en pakketten;

• het registreren en distribueren van inkomende post;

• het handlen van mailingen;

• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten.

Neemt de functionaris het initiatief tot bij:

• het navragen van opgegeven specificaties voor reproduceren en afwerken van aangereikte documenten bij mogelijk foutieve opgaven;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;

• het handlen van mailingen;

• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen, reprografische en boekdruktechnieken;

• wetenschap.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief- en post)registratiesystemen;

• boekbindtechnieken;

• werking van de posterijen;

• monitoren.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals beheer, registratie, onderhoud, montage, reprografie en beveiligd vervoer volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

Registratie

Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen en het controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren van (dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde − overzicht ontstaat in voorraden.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

Montage

Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden met behulp van handleidingen aan gebouwen en voorzieningen, zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen worden gebruikt.

Reprografie

Het – op aanwijzing – verrichten van reprografiewerkzaamheden met behulp van handleidingen, zodat aangeboden drukwerk gedupliceerd is en gereed is voor verzending.

Maaltijdbereiding

Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen worden aan afnemers.

Beveiligd vervoer

  • Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd is;

  • Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer vereisen.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage;

• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;

• reprografie;

• maaltijdbereiding;

• beveiligd vervoer.

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s;

• verricht nauwgezet maaltijdbereiding op aanwijzing en aan de hand van menuplanning.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• ontvangen goederen, middelen en (groen)voorzieningen beheren;

• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;

• op aanwijzing en volgens handleidingen montagewerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing en volgens handleidingen reprografie werkzaamheden verrichten;

• verrichten van beveiligd vervoer.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (beheren en registeren van goederen, middelen en voorzieningen en onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen, reprografie, maaltijdbereiding, beveiligd vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijdbereiding;

• beveiligd vervoer.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;

• het aantekenen van verschillen in aangeboden (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken;

• het herkennen van situaties die begeleiding van en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en (groen)voorzieningen;

• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• beveiligd vervoer;

op de juiste wijze

• de handleidingen volgen bij montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijden bereiden;

• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• beveiligd vervoer;

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Intake & Service A

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Intake & Service A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent Intake & Service A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent Intake & Service B.

Activiteiten en resultaten

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden.

Interne serviceverlening

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het dupliceren en bij procesvoerders bezorgen van dossiers, zodat gewaarborgd is dat dossiers volledig bij de procesvoerders beschikbaar zijn.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten, waaronder de balie, waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers;

• geregistreerde bezoekers;

• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;

• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens;

• gedupliceerde en bij procesvoerders bezorgde dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• legt accuraat vragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;

• legt accuraat aangereikte gegevens vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• dupliceert dossiers nauwkeurig en bezorgt in persoon dossiers bij de procesvoerders (OM en advocaten van de verdachte).

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• vragen van burgers aannemen op servicepunten, waaronder de balie; deze vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• vragen van burgers vastleggen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• aangereikte gegevens vastleggen;

• dossiers dupliceren en bezorgen bij de procesvoerders.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het vastleggen van vragen van burgers en van aangereikte gegevens;

• het dupliceren van dossiers en het bezorgen ervan bij procesvoerders;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand te betreden;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het vastleggen van vragen van burgers;

• het vastleggen van aangereikte gegevens;

• het dupliceren en bezorgen van dossiers bij procesvoerders;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en hun vragen beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• vragen en aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• dossiers dupliceren en bezorgen bij procesvoerders;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en de taakgebieden van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratiesystemen;

• beveiligingstechniek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Beveiliging A

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

Assistent Beveiliging A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van veiligheidsmaatregelen te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent Beveiliging A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent Beveiliging B.

Activiteiten en resultaten

Toezicht Beveiliging objecten-portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank

Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen (overige) waarnemingen in feiten en omstandigheden in de daartoe geëigende systemen, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• beveiligde objecten (portakabin);

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• op aanwijzing objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;

• de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en de uitvoering van beveiligingstaken in en ten behoeve van de Rechtbank;

• het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• bij ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• objectbeveiliging (portakabin);

op de juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;

• arrestantenverzorging;

• veiligheidsfouillering;

• inzicht in gedrag;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen onder begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent GGP A

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen1 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent GGP A draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van operationele politietaken te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals parkeerbeheer en begeleiding van evenementen – volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent GGP A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent GGP B.

Activiteiten en resultaten

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.

Ondersteunende dienstverlening

De functie wordt op aanwijzing ter ondersteuning ingezet bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie;

• processen-verbaal;

• verzorgde arrestanten;

• verrichte baliewerkzaamheden.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie);

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• in het kader van handhaving aanwijzingen geven;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal opstellen;

• baliewerkzaamheden verrichten;

• arrestanten verzorgen;

• dwangmiddelen toepassen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (parkeerbeheer, begeleiding van evenementen e.d.) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden;

• – op aanwijzing − bij de ondersteuning bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel en basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;

• baliewerkzaamheden;

• de verzorging van arrestanten;

op de juiste wijze:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• overtredingen verbaliseren en documenteren;

• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeersrecht;

• parkeerbeleid;

• evenementenbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functiegeschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede (voor politiewerk normatieve) conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Chauffeur

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Chauffeur draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door – op aanwijzing – het met behulp van voertuigen leveren van hoogwaardig transport van passagiers vanuit het toegewezen taakgebied vervoer, volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. Hij vertegenwoordigt – als Chauffeur− tijdens de reis de Politie.

Activiteiten en resultaten

Navigeren/besturen

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, verkeersinformatie), het bestuderen van de relevante wegenkaarten, het uitzetten van routes in onder andere navigatiesystemen, zodat de te volgen route optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden.

  • Het besturen van het voertuig binnen strikte tijdslijnen tussen locaties, zodat de passagier op de afgesproken aankomsttijd aankomt op de plaats van bestemming.

  • Het (tijdens de reis) communiceren met belanghebbenden aangaande routeplanning, routeverloop, aankomst-/vertrektijden, zodat de route tijdig, veilig en conform (bijgestelde) planning wordt afgelegd.

  • Het tijdens de reis op basis van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen beslissen tot afbreken dan wel hervatten van de reis, zodat de veiligheid van de passagier steeds wordt gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig, zodat de veiligheid tijdens de rit steeds is gewaarborgd.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken en schades, zodat deze verholpen kunnen worden en het voertuig steeds veilig inzetbaar is en in representatieve staat verkeert.

  • Het signaleren aangaande uit te voeren periodieke onderhoudsbeurten en APK’s aan het voertuig, zodat gebreken tijdig gesignaleerd en verholpen worden.

Service en representativiteit

  • Het schoonhouden van het voertuig, zodat de passagier van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.

  • Het leveren van optimaal comfort in rijstijl en omstandigheden (climat control in het voertuig, eten, drinken en rust-stops, indien gewenst) aan de passagier tijdens de reis, zodat de passagier fit op zijn bestemming aankomt.

Voertuigadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie (routeverantwoording, kilometeradministratie, brandstofadministratie), zodat verantwoording plaatsvindt over de gevolgde routes van het voertuig.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing, gestandaardiseerde werkwijze, routinematig, beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• maximaal rendement van de inzet van het voertuig in termen van de door passagier te verrichten werkzaamheden;

• in kennis gestelde passagier omtrent het verloop van de reis;

• gesignaleerde onderhoudsbeurten;

• rapportage van eventuele gebreken of schades;

• op orde zijnde voertuigadministratie;

• schoon, hygiënisch en representatief voertuig;

• in comfort en aan de wensen aangepaste rijstijl vervoerde passagier(s).

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen route optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden en de communicatie met de passagier conform procedures kan verlopen;

• hanteert een zodanig op de passagier afgestemde rijstijl en faciliteert de passagier zodanig comfort dat deze op tijd, veilig en fit zijn bestemming;

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de operationele staat van het voertuig;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken en schades;

• signaleert tijdig de noodzaak tot onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;

• legt adequaat de gegevens vast in de voertuigadministratie;

• houdt het voertuig zodanig schoon dat de passagier van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing, gestandaardiseerde werkwijze, routinematig, beperkt tot taakgebied) zelfstandig:

• het voertuig besturen;

• de rit afbreken dan wel hervatten, conform nauwgezette richtlijnen;

• de complete operationele staat van het voertuig bewaken en controleren;

• eventuele gebreken en schades rapporteren;

• signaleren van onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;

• het voertuig schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden;

• gegevens vastleggen in de voertuigadministratie;

• tijdens de rit de Politie vertegenwoordigen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• op aanwijzing op toegewezen taakgebieden (vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

• het voertuig;

• de passagier(s);

• infrastructuur.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt exclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het uitzetten van de route;

• het besturen van het voertuig;

• het hygiënisch, schoon en in representatieve staat houden van het voertuig;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig;

• het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig besturen van het voertuig en het zodanig faciliteren van de passagier dat de inzet van het voertuig tot maximaal rendement leidt in termen van de door passagier te verrichten werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen)

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden van het voertuig;

• het technisch rijklaar houden van het voertuig;

• het plannen van de route;

• het besturen van het voertuig en faciliteren van de passagier;

op de juiste wijze

• gegevens in de voertuigadministratie vastleggen;

• de rijgeschiktheid beoordelen van het voertuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden gereden, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• eventueel schadeherstel aan het voertuig laten uitvoeren en de gegevens ervan vastleggen in de administratie;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wegenverkeerswet- en regelgeving en beleid met betrekking personen- en taxivervoer;

• techniek: autotechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeerswet- en regelgeving;

• rijstijlen;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• dienstbare opstelling.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal/fysiek geweld is in deze functie aanwezig ingeval de functionaris tijdens de rit herkenbaar als politie een in het publieke domein bekende passagier vervoert. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op de juiste verkeerstechnische afwegingen voor een route kiest maar desondanks door de verkeersomstandigheden of technisch falen (motorstoring) de gestelde tijdslijn niet haalt, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Assistent Intake & Service B

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Intake & Service B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals vragen van burgers aan te nemen, aangiften op te nemen en vergunningaanvragen van burgers in ontvangst te nemen, burgers over aangiften terug te bellen, gegevens van door collega’s aangereikte aangiften te complementeren, fotoconfrontatie te verrichten, op aanwijzing BOB-middelen aan te vragen, verhoorruimtes uit te geven en aangereikte gegevens (onder meer ook tap’s) in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen. De Assistent Intake & Service B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A.

Activiteiten en resultaten

Verbetering Intake & service

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van Intake & Service, zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënter en effectiever verloopt.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

  • Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden.

Validatie gegevens aangifte

Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

Vergunningen

Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op vol ledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

Service aan burger

Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

Interne serviceverlening

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (bonnen, tap’s) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het − op aanwijzing − aanvragen en koppelen aan de betrokken collega van bevelen voor bijzondere opsporing (BOB-middelen), zodat de politie rechtmatig werkt.

  • Het verrichten van fotoconfrontatie, zodat er zicht komt op de identiteit van verdachten.

Beheer

Het beheer en toewijzing van verhoorruimtes en -studio’s, zodat een passende ruimte beschikbaar is voor het afnemen van verhoor of getuigenverklaring.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• verrichte fotoconfrontaties;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• geregistreerde bezoekers;

• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;

• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die zijn aangereikt door collega’s;

• op aanwijzing aangevraagde en aan de betrokken collega gekoppelde BOB- bevelen/middelen;

• beschikbare verhoorruimtes en -studio’s;

• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• verricht neutraal fotoconfrontaties;

• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en instructies;

• legt accuraat aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;

• neemt nauwkeurig de procedures in acht bij het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen, en het koppelen ervan aan de betrokken collega;

• beheert zodanig adequaat verhoorruimtes en -studio’s, dat het afnemen van verhoor of getuigenverklaring kan plaatsvinden in een daartoe passende ruimte;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig:

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten, waaronder de balie;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;

• op aanwijzing BOB-bevelen/middelen aanvragen en koppelen aan de betrokken collega;

• verhoorruimtes en -studio’s beheren en toewijzen;

• fotoconfrontaties verrichten;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• aangereikte gegevens vastleggen (bonnen en tap’s);

• voorstellen tot verbetering van uitvoeringspraktijk formuleren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op toegewezen taakgebied (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;

• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen en van aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);

• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;

• het verrichten van fotoconfrontaties;

• het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen;

• het koppelen van BOB-bevelen/middelen aan de betrokken collega;

• het beheer van verhoorruimtes en -studio’s;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• tot het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand te betreden;

• tot het geven van werkinstructies aan medewerkers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,

• het vastleggen van aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het verrichten van fotoconfrontaties;

• het aanvragen en koppelen van BOB-bevelen/middelen;

• het beheren en toewijzen van verhoorruimtes- en studio’s;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen en aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• BOB-bevelen/middelen aanvragen.

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratiesystemen;

• beveiligingstechniek;

• foto confrontatietechnieken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• het geven van werkinstructie en handreikingen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Beveiliging B

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Beveiliging B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde de uitvoering van veiligheidsmaatregelen zelfstandig te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen. De Assistent Beveiliging B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Beveiliging A.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Verbetering beveiliging

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van veiligheidsmaatregelen, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënter en effectiever wordt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten A in de dagelijkse praktijk, zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.

Toezicht Beveiliging objecten – portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank

Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/ of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• beveiligde objecten (portakabin);

• processen-verbaal;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 
 
 
 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• voorstellen formuleren over verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• dwangmiddelen toepassen;

• werkinstructies en handreikingen geven;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het toegewezen taakgebied (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registreren van goederen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak:

• bij de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;

• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;

• voor het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;

• bij de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• tot ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• tot het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbetering in de ondersteuning van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het geven van werkinstructies en handreikingen aan medewerkers;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 
 
 
 
 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken, door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• objectbeveiliging (portakabin);

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.

op de juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• (overige)eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• instrueren van medewerker;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

 
 
 

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennis-ontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 
 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebieden, exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging;

• veiligheidsfouillering;

• inzicht in gedrag;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• geweldsinstructie;

• het geven van instructie.

 
 
 

Kennisgerichtheid

Inspannings-verplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)-kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevogld en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

 
 

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Administratief Secretarieel Medewerker B

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door zelfstandig routinematig verzamelen, vastleggen, ordenen en archiveren van bedrijfsgegevens. De Administratief Secretarieel Medewerker B geeft instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerker A.

Activiteiten en resultaten

Administratie

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

  • Het opstellen van documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Validatie gegevens documenten

Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van documenten kan worden gebaseerd.

Archivering

Het archiveren van documenten en dossiers volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Postverwerking

  • Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending adequaat gebeurt.

  • Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar is waar ingekomen post zich bevindt.

Serviceloket

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat het vakgebied Administratie bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.

  • Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden, zodat vragen worden beantwoord.

  • Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan de Administratief Secretarieel Medewerker A in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematig moeten kunnen worden behaald, zijn:

• aan gegevens toegekende rubriceringen en coderingen;

• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;

• gevalideerde documenten;

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;

• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers;

• afgehandelde inkomende en uitgaande post;

• registratie op ingekomen post;

• tevreden klanten van het serviceloket;

• vastgelegde vragen aan het serviceloket;

• verstrekte standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• geïnstrueerde medewerker.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen;

• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende systemen;

• stelt nauwkeurig op basis van aangereikte gegevens standaard documenten op;

• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;

• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;

• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;

• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;

• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;

• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:

• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;

• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;

• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• inkomende en uitgaande post afhandelen;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;

• het korps/politieorganisatieonderdeel;

• de hem toegewezen (archief)systemen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;

• het verzenden poststukken en pakketten;

• het registreren en distribueren van inkomende post.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het periodiek verstrekken van standaard overzichten uit de archiefsystemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• geven van werkinstructies aan medewerkers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief- en post)registratiesystemen;

• werking van de posterijen;

• monitoren;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de praktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent GGP B

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen2 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent GGP B draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door de uitvoering van operationele politietaken te ondersteunen in/op toegewezen taakgebieden − zoals parkeerbeheer en begeleiding van evenementen − en werkterreinen (Verkeer, Vreemdelingen, Milieu, e.d.), door zelfstandig overtredingen af te handelen en door op aanwijzing de afhandeling van eenvoudige misdrijven (w.o. rijden onder invloed, winkeldiefstal) te ondersteunen, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen. De Assistent GGP B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten GGP A.

Activiteiten en resultaten

Verbetering GGP

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken efficiënter en effectiever verloopt.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten GGP A in de dagelijkse praktijk, zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.

Ondersteunende dienstverlening

De functie wordt op aanwijzing ingezet bij opsporing (afzetten en bewaken plaats delict e.d.) en op werkterreinen (verkeers- en alcoholcontroles e.d.), bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/ of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;

• geholpen klanten (balie);

• verzorgde arrestanten;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie;

• processen-verbaal;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en bij contacten aan de balie;

• gaat zorgvuldig om met arrestanten;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal, na overleg, ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig):

• voorstellen tot verbetering van de uitvoeringspraktijk formuleren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan Assistenten GGP A;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal opstellen;

• baliewerkzaamheden verrichten;

• arrestanten verzorgen;

• werkzaamheden op plaats delict verrichten (afzetten en bewaken);

• in het kader van opsporing VVC eenvoudige misdrijven afhandelen;

• dwangmiddelen toepassen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van;

• het op toegewezen taakgebied (parkeerbeheer, begeleiding van evenementen e.d.) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden en werkterreinen;

• – op aanwijzing − bij baliewerkzaamheden, bij de verzorging van arrestanten, bij afhandeling eenvoudige misdrijven en bij het afzetten en bewaken van plaats delict,

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het vanuit de ondersteuningspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van operationele politietaken;

• het geven van werkinstructies aan medewerkers;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;

• het afhandelen van eenvoudige misdrijven (rijden onder invloed, winkeldiefstal);

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de ondersteuning van operationele politietaken;

• het afzetten en bewaken plaats delict;

op de juiste wijze:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• overtredingen en eenvoudige misdrijven verbaliseren en documenteren;

• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied, taakgebieden en/of werkterreinen van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeersrecht;

• parkeerbeleid;

• evenementenbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• geweldsinstructie;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in deze functie aanwezig door het in alle weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede (voor politiewerk normatieve) conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig routinematig ondersteunende voorzieningen te verschaffen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en Middelen A en B.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

Registratie

Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen; het controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren van (dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde – overzicht ontstaat in voorraden.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen en het verhelpen van storingen, volgens standaard procedures, bekende oplossingen en aan de hand van onderhoudsschema’s. Het melden en rapporteren van storingen die hun oorsprong vinden buiten standaard procedures, bekende oplossingen en onderhoudsschema’s zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

Plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen

Het op aanwijzing plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen, volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening optimaal kan worden gebruikt.

Reprografie

Het verrichten van reprografie werkzaamheden met behulp van handleidingen, zodat aangeboden drukwerk gereed is voor verzending.

Maaltijdbereiding

  • Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen worden aan afnemers.

  • Het plannen van menu’s waarbij rekening wordt gehouden met voedingswaarde, afwisseling en prijs, zodat een gevarieerd aanbod van maaltijden geserveerd kan worden.

Beveiligd vervoer

  • Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd is.

  • Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer vereisen.

Kleding

• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en Middelen A en B in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen;

• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;

• reprografie;

• maaltijdbereiding;

• passende kleding en uitrusting;

• geïnstrueerde medewerkers.

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen en (groen)voorzieningen;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden aan de hand van onderhoudschema’s;

• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• rapporteert accuraat en meldt alert storingen die hun oorsprong vinden buiten standaard procedures, bekende oplossingen en onderhoudsschema’s;

• verricht nauwgezet maaltijdbereiding en planning voor menu’s;

• meet correct de maat voor collega’s ten behoeve van de kleding en uitrusting.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematige:

• zelfstandig ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren;

• zelfstandig ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en voorzieningen plegen;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;

• passende kleding en uitrusting bestellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied en wordt aangepakt volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding;

• huisvesting, services en middelen;

• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;

• klanten voor kleding en uitrusting.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijdbereiding;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen.

op de juiste wijze:

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• maaltijden bereiden;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• plaatsing- en installatietechnieken;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding);

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen3 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstanding uitvoeren van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal. De Assistent Forensische Opsporing ondersteunt − op aanwijzing − de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken op alle niveaus plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI). De Assistent Forensische Opsporing werkt volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Activiteiten en resultaten

Onderzoeksassistentie en -ondersteuning

Het assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten en -middelen en het − op aanwijzing − uitvoeren van overige operationeel forensische onderzoekshandelingen, zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Gebruiksklare onderzoeksmiddelen

Het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij forensische opsporingsonderzoeken.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen conform gestandaardiseerde normen op aangeleverd materiaal met toepassing van dactyloscopie en DNA-bepaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op aangeleverd materiaal, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen worden behaald, zijn:

• te allen tijde gebruiksklare onderzoeksinstrumenten en -middelen;

• assistentie en – op aanwijzing – ondersteuning bij forensisch opsporingsonderzoek;

• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op aangeleverd materiaal;

• processen-verbaal van bevindingen;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:

• onderzoeksapparatuur onderhouden en onderzoeksmiddelen op voorraad nemen;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op aangeleverd materiaal;

• assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten en -middelen en ondersteunen – op aanwijzing − op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;

• forensische laboratoria;

• ondersteunend en op aanwijzing: op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• aangeleverd materiaal.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal met toepassing van dactyloscopie en DNA-bepaling;

• het op − op aanwijzing − ondersteunen van opsporingsonderzoeken op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• met het op peil houden van de voorraad onderzoeksmiddelen;

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;

• onderzoeksapparatuur onderhouden;

• onderzoeksinstrumenten en -middelen selecteren en aanreiken;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit, bij het werken op plaats delict of incident, is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Medewerker Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intelligenceactiviteiten. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intelligence en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Verzamelen gegevens

Het ondersteunen bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Valideren gegevens

Het beoordelen van aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid, zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.

Vastleggen gegevens

Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Archivering gegevens

Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

Het ondersteunen bij het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen en patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

Het ondersteunen bij het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde gegevens;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet het plan van aanpak, wettelijke kaders, voorschriften (AO-procedures), instructies en handreikingen bij het valideren en vastleggen van aangereikte gegevens;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• aangereikte gegevens valideren, vastleggen en archiveren;

• standaardoverzichten verstrekken (loketfunctie);

• processen-verbaal opstellen.

• gegevens verzamelen uit open en gesloten bronnen;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• binnen de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik gebracht zijn, inclusief begeleiding, voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van aangereikte gegevens;

• verstrekken van standaard overzichten;

• het verzamelen van gegevens;

• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;

• het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het valideren van aangereikte gegevens;

• het ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het verstrekken van standaard overzichten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens beoordelen op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• gevalideerde gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• gegevens ordenen ter archivering;

• standaard overzichten verstrekken;

• ondersteuning bieden bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen; het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens en het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• overige eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot intelligence-activiteiten en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op gegevensbeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet (juist) gevalideerde gegevens worden toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Administratief Secretarieel Medewerker

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uitvoeren van routinematige administratief secretariële werkzaamheden, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen.

De Administratief Secretarieel Medewerker verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens, beheerd de agenda, maakt afspraken, organiseert vergaderingen en verspreidt vergaderstukken, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. De Administratief Secretarieel Medewerker geeft instructies en handreikingen aan administratief secretarieel medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Administratie

Administreren

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen, zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.

  • Het beheer over rubriceringen en coderingen in de (archief)systemen, zodat de vastlegging van gegevens en documenten in de daartoe geëigende systemen steeds optimaal kan plaatsvinden.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

  • Het opstellen van standaard documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

Validatie gegevens documenten

  • Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van documenten kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen en procedures, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Gebruikerswensen

Het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen, zodat het gebruikersgemak en gebruikersvriendelijkheid toeneemt en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van het gebruik van deze systemen.

Serviceloket

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat administratieve/secretariële service bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.

  • Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden, zodat vragen worden beantwoord.

  • Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan administratief secretarieel medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.

Administratie en Secretariaat

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld en behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Archivering

Het archiveren van documenten en dossiers en aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), door middel van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Secretariaat

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda voor het team, het toewijzen van autorisatie voor medegebruik ervan en het signaleren van dubbele afspraken, zodat tijdsindeling zo effectief en efficiënt wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van het team aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig behaald door het uitvoeren van routinematige activiteiten (toepassen gestandaardiseerde werkwijzen/MTI en bekende benaderingswijzen)) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• in rubricering en codering beheerde (archief)systemen;

• gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in voor controle aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen en procedures;

• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers, w.o. (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie;

• tevreden klanten van het serviceloket;

• vastgelegde vragen aan het serviceloket;

• verstrekte standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• inzicht in gebruikerswensen ten aanzien van (archief)systemen (invoer en uitlezen);

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan het team;

• agendabeheer team;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, signaleert onjuistheden of strijdigheden in gegevens of met betrekking tot de procedures en documenteert deze;

• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende systemen;

• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;

• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;

• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;

• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten en op aanvraag niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• formuleren zodanig passende gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• monitoort zodanig vasthoudend de routing van documenten en bewaakt alert de behandelingstermijnen, dat de betrokken collega en de betrokken leidinggevende tijdig kunnen worden gewaarschuwd bij dreigende overschrijding;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af of legt deze accuraat vast;

• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, monitoort actief op dubbele afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;

• organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• beheer op rubriceringen en coderingen in (archief)systemen;

• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;

• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;

• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren en het documenteren van onjuistheden of strijdigheden met procedures;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• gebruikerswensen formuleren vanuit het gebruik van (archief)systemen;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• werkinstructies en handreikingen geven aan administratief secretarieel medewerkers;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is;

• het korps/politieorganisatieonderdeel;

• de hem toegewezen (archief)systemen;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten en het signaleren en documenteren van onjuistheden en strijdigheden;

• het verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers.

• het telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• faciliteren werkplek.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het terugverwijzen van gevalideerde documenten waarin onjuistheden of strijdigheden zijn gesignaleerd;

• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• het geven van werkinstructies aan medewerkers;

• het waarschuwen van collega’s bij dubbele afspraken in de agenda;

• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen, het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien dit procedure is;

• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien termijn wordt overschreden;

• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;

• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;

• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels worden nageleefd,

waarbij de aanpak gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer over rubriceringen en coderingen;

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• het organiseren van facilitering werkplek;

op de juiste wijze:

• rubriceringen en coderingen beheren;

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• gesignaleerde onjuistheden of strijdigheden in gevalideerde documenten documenteren;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• instrueren van medewerkers;

• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief)registratiesystemen;

• werking van de posterijen;

• geven van instructie;

• inhoudelijk beheer van (archiefsystemen);

• zoekopdrachten binnen (archief)systemen;

• documenteren;

• monitoren;

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbowerkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van het team.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op functionaliteit van de gebruikte (archief)systemen;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team actief is.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks alerte monitoring en daaruit voortkomende waarschuwingen, desondanks de behandelingstermijn van documenten (bijvoorbeeld: het tekenen van facturen) wordt overschreden en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek A

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen4 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uitvoeren van routinematige technische werkzaamheden. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Medewerker Techniek B en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Preventief onderhoud

Het − volgens geldende voorschriften en instructies − verrichten van (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur steeds inzetbaar zijn.

Technische analyse (storingsdiagnose)

Het verrichten van technische analyses aan de hand van protocollen/richtlijnen, zodat defecten en storingen effectief en efficiënt verholpen kunnen worden.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• uitgevoerde (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert adequaat en accuraat onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur volgens geldende voorschriften en instructies;

• voert adequaat en accuraat technische analyses (storingsdiagnose) aan middelen en apparatuur volgens protocollen/richtlijnen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur verrichten;

• opstellen van technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose) volgens protocollen/richtlijnen

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• technische analyses (storingsdiagnose);

• technische werkplaats.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

op de juiste wijze:

• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose);

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatshandleidingen en -normen;

• werktuigbouw;

• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en apparatuur;

• technische analyse en storingsdiagnose;

• passieve kennis van de Engelse taal.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen, het veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen van technische systemen (machines) bij het verrichten van onderhoud aan vervoersmiddelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door zelfstandig ondersteunende voorzieningen te verschaffen volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en waarvoor bekende oplossingen gelden. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van Huisvesting, Services en Middelen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

  • Hij stelt hiertoe overzichten op en rapporteert, zodat collega’s een juiste toerusting bezitten en inzicht is in wat is uitgereikt binnen de organisatie.

Registratie

  • Het registreren van uitgeven en innemen van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen (waaronder geld, kapitaalgoederen, gevaarlijke stoffen, munitie, wapens etc.). Het hiertoe opstellen van overzichten op en het rapporteren, zodat overzicht ontstaat wie goederen, middelen en voorzieningen hebben ontvangen dan wel hebben geretourneerd.

  • Het registreren van storingsmeldingen, zodat inzicht ontstaat in de aard, omvang en frequentie van storingen.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen, het signaleren, repareren en melden van knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen en het verlenen van telefonische ondersteuning, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven, voorzieningen toegankelijk zijn en collega’s telefonisch geholpen kunnen worden.

Plaatsen c.q. installeren van goederen, middelen en voorzieningen

Het plaatsen c.q. installeren van goederen en middelen die nauwkeurige registratie vereisen, volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening optimaal kan worden gebruikt.

Monitoring en termijnbewaking

Het monitoren van de status van gemelde storingen en het bewaken van de behandelingstermijn, zodat er inzicht is in de status van de werkzaamheden en in wie de uitvoerder is.

(technische) helpdesk

  • Het beantwoorden van vragen omtrent technische storingen en mankementen aan gebouwen en voorzieningen, zodat storingen en mankementen – eventueel op afstand – kunnen worden opgelost.

  • Het beantwoorden van vragen omtrent bestellingen en reparatie van kleding en uitrusting dan wel klachten van klanten, zodat de klant optimaal is geïnformeerd over de status van zijn vraag.

Kleding

• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.

Verbetering

• Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen, zodat de uitvoering van ondersteunende voorzieningen efficiënter en effectiever wordt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerker Huisvesting, Services en Middelen in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van uitvoering van ondersteunde voorzieningen wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• onderhoud aan gebouwen en voorzieningen, signalering en reparatie waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• gebruikersinstructies;

• (technische) ondersteuning vanuit helpdesk;

• geregistreerde storingsmeldingen;

• geregistreerde en gerapporteerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk van HSM;

• tevreden klanten van de (technische) helpdesk;

• op de status van gemelde storingen en behandelingstermijn gemonitoorde technische storingen;

• bestelde goederen, middelen en voorzieningen;

• gediagnosticeerde storingen;

• passende kleding en uitrusting;

• geïnstrueerde medewerkers.

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• plaatst economisch voordelige bestellingen bij geselecteerde leveranciers;

• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen binnen gestelde kaders waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn, signaleert alert, repareert vakkundig en meldt direct knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en voorzieningen;

• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af;

• diagnosticeert puntsgewijs storingen en schakelt zonodig derden volgens procedure in;

• registreert storingsmeldingen accuraat, monitoort periodiek de status van de gemelde storing en bewaakt oplettend de behandelingstermijn;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren die nauwkeurige registratie vereisen;

• uitgegeven en terugontvangen goederen, middelen en voorzieningen registreren die nauwkeurige registratie vereisen;

• onderhoud plegen aan gebouwen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• bestellingen plaatsen bij geselecteerde leveranciers;

• (technische) helpdesk bemensen;

• storingen diagnosticeren en zonodig en volgens procedure derden inschakelen;

• voorstellen formuleren voor verbeteringen van de uitvoeringspraktijk;

• medewerkers instrueren,

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is;

• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vergen;

• leveranciers;

• huisvesting, services en middelen;

• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;

• klanten voor kleding en uitrusting.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die volledig zijn aangereikt exclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van uitgegeven en ontvangen goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• het plaatsen van bestellingen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde leveranciers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het tijdig bestellen van voorraad;

• het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;

• het tijdig inschakelen van derden volgens procedure;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen, ook waar deze nauwkeurige registratie vergen;

• het registreren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• het beantwoorden c.q. het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;

• het bestellen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde leveranciers;

op de juiste wijze:

• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen, registreren en daarover rapporteren;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• storingsmeldingen monitoren en termijnbewaking registeren;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• plaatsing- en installatietechnieken;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorzieningen;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• het geven van instructie;

• onderhandelen;

• rapporteren.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op de te verschaffen ondersteunende voorzieningen, door externe factoren niet nagekomen kunnen worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen5 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Forensische Opsporing en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen op standaard plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek, onder meer op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als rechtmatige bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op het niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• eenvoudige rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• forensisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast uitvoeren op het niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• in forensische opsporingsonderzoeken ondersteunen op overige niveaus plaatsen delict;

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• forensische laboratoria;

• standaard plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• ondersteunend: op overige niveaus plaatsen delict.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en eenvoudige bewijslast;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaatsen delict/incident;

• herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en een eenvoudige bewijslast op niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• bij het op basis van een vastgesteld onderzoeksplan ondersteunen van forensische opsporingsonderzoeken op overige niveaus plaatsen delict;

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;

• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan vastleggen;

• de identiteit van de betrokkene(n) vaststellen;

• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van forensisch opsporingsonderzoek op plaats delict en plaats incident is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Medewerker Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intake & Service en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

  • Het aannemen en doorverbinden van 1-1-2 meldingen, zodat de meldkamer optimaal wordt benut.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

Validatie gegevens aangifte

  • Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Vergunningen

Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

Interne serviceverlening

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het opstellen van processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het − op aanwijzing − opvragen van informatie of dossiers (geschiedenis, zaak, persoon) ten behoeve van opvolging en vervolging, zodat de uitvoeringspraktijk beschikt over achtergrondinformatie om effectief en efficiënt opvolgings- en/of vervolgingsacties kan plannen.

Service aan burger

Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van bijzondere bevoegdheden (bevelen en BOB-middelen);

  • Het inlichten van de betrokken collega(’s) en de betrokken leidinggevende(n) indien een termijn dreigt te worden overschreden, zodat het optreden van de politie steeds rechtmatig is.

Beheer

Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten en 1-1-2 meldingen;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die zijn aangereikt door collega’s;

• processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens;

• op aanwijzing opgevraagde dossiers of informatie ten behoeve van opvolging en vervolging;

• op geldigheid gemonitoorde bevelen en BOB-middelen;

• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc..

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert helder zijn bevindingen;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;

• stelt correcte processen-verbaal op op grond van door collega’s aangereikte gegevens;

• vraagt zodanig relevante dossiers en informatie (geschiedenis, zaak, persoon) op dat deze als achtergrondinformatie kunnen dienen voor opvolging en/of vervolging;

• bewaakt nauwlettend de wettelijke termijnen van BOB-bevelen/middelen en waarschuwt als deze dreigen te worden overschreden;

• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;

• op grond van door collega’s aangereikte gegevens processen-verbaal opstellen;

• dossiers en informatie (persoon, zaak, geschiedenis) opvragen als achtergrondinformatie ten behoeve van opvolging/vervolging;

• BOB-bevelen/middelen bewaken op geldigheid;

• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc..

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• service aan burgers;

• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;

• versiebeheer op formulieren.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;

• het documenteren van gesignaleerde onjuistheid van gegevens in aangiften;

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het op basis van aangereikte gegevens opstellen van processen-verbaal;

• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;

• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen;

• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);

• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;

• het − op aanwijzing − opvragen van achtergrondinformatie (dossiers);

• het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van BOB-bevelen/middelen;

• het voeren van versiebeheer over formulieren, formats voor plannen van aanpak.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• tot het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij een dreigende termijnoverschrijding van de hem toegekende BOB-middelen;

• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc;

• het herkennen van situaties die begeleiding en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het documenteren van onjuistheden in aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het opstellen van processen-verbaal op grond van aangereikte gegevens van collega’s;

• het bewaken van termijnen van BOB-bevelen/middelen;

• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• versiebeheer voeren;

• op aanwijzing achtergrondinformatie (dossiers) opvragen bij de aangewezen vakgebieden;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service

• techniek: documentatiesystemen

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier, format, richtlijn etc wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten6 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van observatieactiviteiten met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Observatie en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

  • Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.

  • Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Rapportage over gegevens uit observatie

Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet het plan van aanpak voor observaties maar kan zelfstandig beslissen daarvan af te wijken bij onvoorspelde gevaarsituaties;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat maken;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• onderhoud en aanpassen van apparatuur en (technische hulp)middelen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• van routinematige observatie (basisobservatiewerk) volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• de uitvoering ter plaatse in ad hoc gevaarssituaties;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het voorverkennen van situaties, bij het uitvoeren van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• het oplossen van problemen die kunnen ontstaan bij het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering van observatie te komen;

• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van routinematige observatie (basisobservatiewerk);

• de voorverkenning van situaties;

• het uitvoeren van observaties;

• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering;

• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen zelfstandig aanpakken;

• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

op de juiste wijze:

• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;

• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het incidenteel beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Medewerker Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Medewerker Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het zelfstandig uitvoeren van routinematige veiligheidsmaatregelen. Hij wordt ten aan zien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Beveiliging en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Toezicht Beveiliging objecten-portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Veiligheidsmaatregelen in of ten behoeve van de Rechtbank

  • Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Beveiliging personen

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

Observatie objecten

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:

• orde in de Rechtbank;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert accuraat alle routinematige veiligheidsmaatregelen uit;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opsporingsonderzoek en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• dwangmiddelen toepassen;

• processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• beveiligingstaken in of ten behoeve van de Rechtbank;

• persoonsbeveiliging;

• de verzorging van arrestanten;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;

• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• de uitvoering van opgedragen justitiële taken;

• de uitvoering van persoons- en objectbeveiliging;

• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;

• de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

• de beveiliging van de directe omgeving van de te beveiligen persoon;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert (actie-intelligentie);

• bij persoonsbeveiliging het initiatief tot het ingrijpen, desnoods met toepassing van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;

• het (doen) installeren van technische apparatuur en hulpmiddelen;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van beveiligingstaken;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• de problemen die zich voordoen, ook in gevaarsituaties, bij de beveiliging van personen;

• de problemen die zich voordoen bij objectbeveiliging;

• de problemen die zich voordoen bij het verwijderen van onbevoegden van privéterreinen;

• bij het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

op de juiste wijze

• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging;

• wapenkunde;

• interventietechnieken;

• beveiligingstechniek;

• inzicht in gedrag;

• strafrecht (materieel en formeel);

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste gevolgde opleidingen en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen7 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van routinematige operationele politietaken. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist GGP en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossier VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

– voert accuraat alle operationele politietaken uit, waartoe behoren:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan de oplossing van conflicten tussen conflicterende partijen;

• werkt gericht aan het oplossen VVC;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de aanwending van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt – eventueel in overleg – regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en afhandeling van de melding;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven, en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

– alle operationele politietaken uitvoeren, waartoe behoren:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• feiten en omstandigheden op het gebied van VVC onderzoeken (opsporing VVC) onderzoeken;

• verdachte personen aanhouden, in bewaring stellen en voorgeleiden voor de hulpofficier van justitie;

• dwangmiddelen toepassen;

• in dialoog treden met conflicterende partijen en bemiddelen in de oplossing van conflicten;

• directe hulp verlenen;

• regulerende en stabiliserende maatregelen nemen bij incidenten en calamiteiten;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding, binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de aanwending van dwangmiddelen;

• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering van operationele politietaken te komen;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp).

Op de juiste wijze:

• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen8 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Tactische Opsporing en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van eenvoudige bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• identificatie van verdachten;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige eenvoudige bewijslast;

• dossier VVC;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

- voert accuraat tactisch opsporingsonderzoek uit, waartoe behoren:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten;

• levert actuele gegevens aan als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• verzamelt, ordent en legt accuraat bewijslast in een procesdossier vast;

borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris onder begeleiding en met recht van overdracht:

• tactisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers VVC horen;

• dwangmiddelen toepassen;

• processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij tactisch opsporingsonderzoek met eenvoudige bewijslast (VVC);

• ondersteunend: de opsporing van daders van misdrijven in meer complexe opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en eenvoudige bewijslast;

• het aanwenden van dwangmiddelen binnen de grenzen van subsidiariteit en subsidiariteit;

• het horen van verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• het valideren van verzamelde onderzoeksgegevens en het vastleggen ervan in de daartoe geëigende systemen;

• het vastleggen van bewijslast in een procesdossier;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• het nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en een eenvoudige bewijslast;

• de ondersteuning van meer complexe opsporingsonderzoeken op basis van een vastgesteld plan van aanpak van onderzoek.

op de juiste wijze:

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• tactische onderzoeksgegevens verzamelen en valideren;

• bewijslast verzamelen en beoordelen;

• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Secretarieel Medewerker

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uit voeren van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel Medewerker participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel Medewerker geeft instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Verbeteren

Het, vanuit de praktijk, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van secretariële activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever verlopen en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Netwerken

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van secretariële activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever verlopen en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van secretariaat wordt gewaarborgd.

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda van een leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering, zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Termijnbewaking

Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Archivering

Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie documenten en dossiers van en aan de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten en niet standaard overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied)

moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan de leidinggevende;

• vastgelegde vragen;

• agendabeheer leidinggevende;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie, documenten en dossiers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• verstrekte standaard en niet standaard overzichten uit de (archief)systemen.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;

• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende systemen;

• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot het gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert afspraken;

• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;

• verstrekt op aanvraag standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• medewerkers instrueren;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken etc. archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren;

• standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.

Dynamiek

Complexiteitt

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• leidinggevende;

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het inschatten van vergaderingverzoeken op urgentie en relevantie;

• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen, het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien dit procedure is;

• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien termijn wordt overschreden;

• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;

• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;

• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken en ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels worden nageleefd,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Oplossingsgerichtheid

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die zich voordoen bij:

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• het organiseren van facilitering werkplek;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• urgentie en relevantie inschatten bij vergaderverzoeken;

• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• standaardoverzichten uit de (archief)systemen halen en verstrekken;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;

• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbo werkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van leidinggevende en het team;

• netwerken;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team actief is.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op beheer van de agenda, en op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten, door externe factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gespecialiseerd medewerker a

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen9 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door vastgestelde beleidsproducten zelfstandig toe te passen. De Gespecialiseerd Medewerker A participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van vastgestelde beleidsproducten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten. De Gespecialiseerd Medewerker A geeft instructies en handreikingen aan collega’s.

Activiteiten en resultaten

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de toepassing van (werkterreingerelateerde) beleidsproducten, waaronder ten aanzien van de uitvoering van administratieve activiteiten, zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten efficiënter en effectiever verlopen en waardoor de kwaliteit wordt verhoogd.

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van (het optimaliseren van) de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het verbeteren van de uitvoering van administratieve activiteiten, het maken van afstemmingsafspraken, zodat deze toepassing efficiënter en effectiever wordt uitgevoerd en de effectiviteit en efficiëntie van Administratie wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Administratie en van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten wordt gewaarborgd.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen, en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

  • Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van (nieuwe) wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over (nieuwe) wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten en over consequenties die dit voor hen heeft.

  • Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbende (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) door het verstrekken van uitleg over praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, methoden, technieken en instrumenten, zodat gegevens, documenten en dossiers optimaal worden aangereikt aan Administratie.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;

• houdt inhoudelijk toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk);

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• formuleert passende verbetervoorstellen;

• participeert actief in netwerken;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• uitvoeren eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk informeren individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;

• collega’s instrueren.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van eigen werkzaamheden, de afhandeling van vragen en de aanpak van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;

• bij het vanuit vakinhoudelijke kennis verstrekken van informatie aan individuele en groepen belanghebbenden;

• bij het geven van uitleg over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• bij het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het participeren in netwerken;

• het maken van afspraken in netwerken ten behoeve van afstemming van de werkzaamheden;

• het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders wetgeving, richtlijnen, instructies.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van werkzaamheden, waaronder het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;

• informatieverstrekking aan individuen en groepen;

• het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);

• het participeren in netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken;

• het formuleren van voorstellen ter verbetering, zelfstandig aanpakken;

op de juiste wijze:

• medewerkers instrueren;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het aandachtsgebied;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het aandachtsgebied en die het aandachtsgebied raken;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, voorzover van toepassing op het aandachtsgebied;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie aan collega’s, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Generalist Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uit voeren van Intelligenceactiviteiten. De Generalist Intelligence participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van Intelligence-activiteiten. De Generalist Intelligence geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intelligence-activiteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intelligence-activiteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informatieopdrachten, zodat de uitvoering van informatieopdrachten efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van de veiligheidsproducten wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van informatieopdrachten wordt gewaarborgd.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak en/of conform leidraden bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Valideren gegevens

Het beoordelen van aangereikte en verzamelde gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid, zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.

Vastleggen gegevens

  • Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

  • Het controleren van juiste en correcte invoer van gegevens in de daartoe geëigende gegevenssystemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Archivering gegevens

Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

Veiligheidsinformatieproducten

• Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Verstrekken en rapporteren van informatie

  • Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.

  • Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie;

• met persoonsgebonden gevoelige informatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;

• het verstrekken van standaard overzichten;

• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die zich voordoen bij:

• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het interpreteren van gegevens in de context waar ze een rol spelen;

• het in samenhang brengen en analyseren van gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• het verstrekken van standaard overzichten;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• gegevens verzamelen, valideren, interpreteren, in samenhang brengen en analyseren;

• gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• controle uitoefenen op juiste en correcte invoer van gegevens;

• standaard overzichten verstrekken;

• veiligheidsinformatieproducten opstellen en verstrekken;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek B

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen10 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig verrichten van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. De Medewerker Techniek B participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. De Medewerker Techniek B geeft instructies en handreikingen aan medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van de uitvoering van technische werkzaamheden en het maken van afstemmingsafspraken, zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering techniek

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van technische werkzaamheden wordt gewaarborgd.

Preventief onderhoud

Defecten en storingen

• Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen en werktuigen (monteur) c.q. elektronische en elektrotechnische systemen en installaties (elektrotechniek), zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert adequaat en accuraat inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s en werkplaatshandleidingen;

• verricht adequaat en accuraat onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s en elektrotechnische handleidingen;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen;

• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;

• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde reparaties;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert hen helder.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen verrichten;

• onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verrichten;

• defecten en storingen aan vervoersmiddelen verhelpen/repareren;

• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• (preventief) onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het plegen van onderhoud op gereedschappen en onderdelen;

• het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• het opstellen en uitreiken gebruikershandleidingen bij installatie,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders wetgeving, richtlijnen, instructies.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• inspecties, (preventief) onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);

• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• inspecties, (preventief)onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);

• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen uitvoeren;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek, installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• motorvoertuigentechniek;

• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• passieve kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie aan de medewerkers, deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen11 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI). De Generalist Forensische Opsporing participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van forensische opsporingsonderzoeken en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken. De Generalist Forensische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Forensische Opsporing.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van forensische opsporingsonderzoeken, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

Verbetering forensische opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensisch opsporingsonderzoek, zodat forensische opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Forensische Opsporing in de dagelijkse uitvoeringspraktijk, zodat de kwaliteit van forensische opsporingsonderzoeken wordt gewaarborgd.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op maatwerk plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Rapportage onderzoeksgegevens

  • Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • coördinator PD-unit (CPDU).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren van sporen op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapporteren van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• valideren en vastleggen forensische onderzoeksgegevens;

• opstellen processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• maatwerk plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• forensische laboratoria;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• levert gegevens aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaatsen delict/incident,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren;

• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan vastleggen;

• forensische sporen interpreteren en in samenhang brengen met de vindplaats (modus operandi);

• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens en van daar uit voortkomende oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden opstellen;

• assisteren bij schouw;

• deelnemen aan verhoor;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Generalist Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, door het zelfstandig uit voeren van meldkameractiviteiten. De Generalist Meldkamer participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijk aanpak van meldkameractiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van meldkameractiviteiten. De Generalist Meldkamer geeft instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van meldkameractiviteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever en efficiënter hun werk kunnen doen.

Verbetering Meldkamer

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever en efficiënter hun werk kunnen doen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Intake & Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van meldkameractiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi) automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan politie-inzet, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

Het signaleren van en attenderen op situaties waarin multidisciplinaire afhandeling (GRIP) of opschaling van politie-inzet (SGBO) geboden is, zodat gepaste hulp wordt geboden en de noodhulpverlening efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• signaleert alert de noodzaak tot opschaling en informeert direct de verantwoordelijke collega daarover;

• legt adequaat en direct gegevens vast ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet;

• regie voeren op politie-inzet;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• de noodzaak signaleren tot opschaling en de verantwoordelijke collega attenderen;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het afwijken van beslisregels bij het uitvragen van bellers 1-1-2 wanneer daarmee de inhoud en strekking van het hulpverzoek snel en helder kan worden vastgesteld;

• het doorverbinden van een 1-1-2 intakegesprek naar een andere hulpdienst als deze niet op het terrein van de politie ligt;

• het koppelen van de meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet;

• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;

• het verzamelen van relevante ‘real time’ informatie en deze te delen met de collega’s op straat en ter plaatse, en met de opgeschaalde organisatie;

• het attenderen van de verantwoordelijke collega bij signalering van de noodzaak tot opschaling van politie-inzet of tot multidisciplinaire afhandeling van melding/spoedeisend hulpverzoek;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het beheren van de wachtrij 1-1-2;

• het snel helder krijgen van het spoedeisende hulpverzoek bij intake via 1-1-2;

• het voeren van regie op de politie-inzet op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit;

• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;

• het zijn van life-line;

• het verzamelen van relevante ‘realtime’informatie ten behoeve van collega’s op straat en ter plaatse, en ten behoeve van de opgeschaalde organisatie;

• het actueel houden van de status van de afhandeling en het verstrekken van de actuele status;

• het verzamelen, valideren en vastleggen van relevante actuele informatie ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, alsmede het verstrekken van deze informatie aan de collega’s op straat en aan de opgeschaalde organisatie;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• beslisregels hanteren bij het uitvragen van spoedeisende hulpverzoeken;

• doorverbinden naar andere hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en (grootschalige) multidisciplinaire noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet;

• prioriteiten toekennen aan de afhandeling van spoedeisende hulpverzoeken;

• de beschikbaarheid en directe inzetbaarheid van politie-inzet inventariseren;

• regie voeren op politie-inzet;

• de noodzaak tot opschaling signaleren en daarop attenderen;

• gegevens ter zake intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling verzamelen, valideren, vastleggen en verstrekken;

• regie voeren op de onderlinge communicatie;

• als life-line fungeren voor de collega’s op straat en ter plaatse;

• de collega’s op straat en ter plaatse alsmede de opgeschaalde organisatie van actuele en relevante informatie voorzien;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Generalist Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit te voeren. De Generalist Intake & Service participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten. De Generalist Intake & Service geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Intake & Service.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intake &

Serviceactiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Intake & Service

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Service, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten) en Medewerkers Intake & Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan de bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan de bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

Validatie gegevens aangifte

  • Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Vergunningen

  • Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

  • Het ter voorbereiding van de beslissing op vergunningaanvraag toetsen van de gegevens en de locatie aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager, het betrekken van de handhavinggeschiedenis, voor zover relevant voor de vergunning, zodat een solide basis ontstaat voor beslissing op vergunningaanvraag door het bevoegd gezag.

  • Het innen van leges, zodat de vergunning kan worden verleend.

  • Het daadwerkelijk controleren van de naleving van de vergunningbepalingen, zodat afwijkingen worden geconstateerd en erop kan worden gehandhaafd.

  • Het beheren van lopende vergunningen op geldigheid, zodat bij het verstrijken van de termijn van geldigheid kan worden gehandhaafd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat om de aangever te kunnen informeren.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Interne serviceverlening

  • Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het zijn van vraagbaak voor collega’s voor actuele vastgestelde werkwijzen en procedures, zodat de effectiviteit en efficiency van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Beheer

Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.

Service aan burger

  • Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

  • Het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek, zodat het slachtoffer weet dat de politie de burger zelf steeds centraal stelt.

  • Het bemiddelen in schaderegeling, zodat de burger weet dat hij als slachtoffer optimaal door de politie wordt ondersteund bij geleden schade.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers en slachtoffers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• voor beslissing voorbereide vergunningaanvragen;

• geïnde leges;

• controle op naleving van vergunningbepalingen;

• op geldigheid beheerde lopende vergunningen;

• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van de actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers;

• bij schaderegelingen bemiddelde slachtoffers;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert helder zijn bevindingen;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• informeert aangevers en slachtoffers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• bemiddelt slachtoffers correct bij schaderegelingen;

• bereidt nauwkeurig de beslissing op vergunningaanvraag voor door het toetsen van de gegevens en de locatie aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager en het betrekken van de handhavinggeschiedenis, voorzover relevant voor de vergunning;

• int vasthoudend leges;

• beheert zorgvuldig het vergunningenbestand op geldigheid en termijnen;

• controleert strikt de naleving van vergunningbepalingen;

• is proactief als vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers en slachtoffers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• schadebemiddeling aan slachtoffers;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• de beslissing op vergunningaanvraag voorbereiden;

• leges innen;

• het vergunningenbestand beheren op geldigheid en termijnen;

• controles uitvoeren op de naleving van vergunningbepalingen;

• vraagbaak zijn voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;

• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;

• opstellen processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• service aan burgers en slachtoffers;

• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;

• versiebeheer op formulieren;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij een dreigende termijnoverschrijding van de behandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• het informeren over de voortgang en procedures in het strafonderzoek;

• om in netwerken te participeren ten behoeve van de uitvoering van Intake & Service-activiteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, incl. 1-1-2 meldingen;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek en het bemiddelen bij schaderegelingen;

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte;

• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften en het bewaken van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers,

• het voor beslissing voorbereiden van vergunningaanvragen;

• het innen van leges;

• het beheren van het vergunningenbestand;

• het controleren op naleving van vergunningbepalingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• burgers en slachtoffers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• collega’s informeren over vastgestelde actuele werkwijzen en procedures;

• versiebeheer voeren;

• controles uitvoeren op naleving van vergunningbepalingen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens);

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• schadebemiddeling;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

° houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

° heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier, format, richtlijn etc. wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

Generalist Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het zelfstandig uitvoeren van veiligheidsmaatregelen. De Generalist Beveiliging participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen. De Generalist Beveiliging geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Beveiliging.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen effectiever, efficiënter en veiliger verlopen.

Verbetering Beveiliging

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen, zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Beveiliging in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen wordt gewaarborgd.

Toezicht – Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Veiligheidsmaatregelen in en ten behoeve van de Rechtbank

  • Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd (actie-intelligentie).

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties, zodat kan worden vastgesteld of de beveiligingsopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Beveiliging personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Arrestantenverzorging

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• orde in de Rechtbank;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• documenteert (overige) eigen waarneming en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;

• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen (actie-intelligentie);

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestanten bij zich dragen;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• processen-verbaal opstellen;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• dwangmiddelen toepassen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;

• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;

• persoonsbeveiliging;

• het cellenblok;

• de verzorging van arrestanten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het voorverkennen van routes en locaties om vast te stellen of de beveiligingsopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd;

• het ingrijpen, desnoods met toepassing van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;

• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de beveiliging van personen;

• objectbeveiliging;

• het participeren in een netwerk;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;

• arrestantenzorg;

• het geven van aanwijzingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

op juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• wapenkunde;

• observatietechnieken;

• interventietechnieken;

• kennis van vreemde talen;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging, veiligheidsfouillering;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• communicatie(-middelen);

• coaching;

• strafrecht (materieel en formeel);

• geweldsinstructie;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject; anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen12 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek. De Generalist Tactische Opsporing participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van opsporingsonderzoeken en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek.

De Generalist Tactische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Tactische Opsporing.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van tactische opsporingsonderzoeken en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

Verbetering Tactische Opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek, zodat tactisch opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Tactische Opsporing in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek wordt gewaarborgd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als medewerker in TGO-verband.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal opstellen;

• identificeren van verdachten;

• inzicht geven in de toedracht van misdrijven;

• valideren en vast leggen tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• dwangmiddelen toepassen;

• procesdossier samenstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven;

• door (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactische opsporingsonderzoek;

• de uitvoering van deelonderzoeken bij meer complexe opsporingsonderzoeken op basis van een vastgesteld plan van aanpak van onderzoek;

• het vast leggen van tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• tactische onderzoeksgegevens verzamelen, valideren interpreteren en in samenhang brengen;

• bewijslast verzamelen en beoordelen;

• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• kritische reflectie toepassen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt. De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Interventie

Kern van de functie

Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.

Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten13 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Generalist Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door het zelfstandig uitvoeren van interventieactiviteiten. De Generalist Interventie participeert in bestaande netwerken ten behoeve van het efficiënt en effectief uitvoeren van interventieacties en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de interventiepraktijk ter verbetering van de uitvoering van interventie.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van interventieacties en het maken van afstemmingsafspraken, zodat interventieacties efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Interventie

Het vanuit de interventiepraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van interventieacties, zodat interventieacties efficiënter, effectiever en veiliger kunnen verlopen.

Individuele voorbereiding

Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarsrisico, zodat tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.

Voorverkenning

Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van interventieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de interventieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Aanhouden

Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum, tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.

Bevrijden van slachtoffers

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht, interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden bevrijd.

Beveiligen politie-infiltranten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.

Afscherming

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten kan plaatsvinden.

Assisteren bij begeleiden transport

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar, zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.

Assisteren bij beveiliging objecten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde en/of openbare orde in het geding zijn.

Rapportages

Het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen en het toelichten van bijzonderheden in rapportages bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten en bij beveiliging van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering in de uitvoering van de uitvoering van interventies.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• weggenomen terreur/geweldsdreiging;

• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;

• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;

• beveiligde objecten;

• beveiligde politie-infiltranten;

• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• rapport voorverkenning;

• inzetdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;

• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;

• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;

• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;

• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;

• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;

• schermt het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten effectief af;

• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden effectief

• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen rond de inzet vast in een rapportage dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of vervolging en voor verbeteringen in de uitvoering;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• voorverkenning verrichten;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval uitschakelen;

• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• geweldsmiddelen toepassen;

• rapport voorverkenning opstellen;

• opstellen processen-verbaal.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;

• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers van gijzeling en kaping;

• de georganiseerde zware criminaliteit;

• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;

• aangewezen te beveiligen objecten;

• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;

• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• (wisselend) teamverband;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het dusdanig treffen van individuele voorbereidingen, dat hij tijdens de voorverkenning en de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kan nemen die recht doen aan de interventieopdracht, passen in de context en de veiligheid van hemzelf en zijn collega’s;

• het voorverkennen van situaties en bij het uitvoeren van interventieacties;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de interventieactie, voor de persoonlijke veiligheid en/of de veiligheid van collega’s;

• het ingrijpen, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, bij aanslagen op of bij pogingen tot vluchten van getuigen, verdachten en gedetineerden of bij aanslagen op de politie-infiltrant;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de interventie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen bij aanhoudingen en bij beveiliging van personen en objecten en rapporteert daarover,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de voorverkenning;

• planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• het bevrijden van slachtoffers;

• het begeleiden van het transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• het beveiligen van politie-infiltranten;

• het afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• objectbeveiliging;

• acute, onvoorspelbare gevaarsituaties die de interventieactie, de eigen veiligheid en/of die van zijn collega’s in gevaar brengen (actie-intelligentie);

• signaleren van en anticiperen op risico’s die de interventieactie, de eigen veiligheid en/of die van de collega’s bedreigen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

op de juiste wijze

• individuele voorbereidingen treffen;

• voorverkenning uitvoeren en de bevindingen vastleggen in een rapport voorverkenning;

• verrichten van het planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten afschermen;

• transportbegeleiding uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en bijzondere bewapening;

• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van de collega’s bedreigen;

• feiten, omstandigheden en eigen bevindingen rond de interventieactie vastleggen en rapporteren;

• participeren in bestaande netwerken;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;

• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;

• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland wordt ontwikkeld;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen;

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot interventie;

• interventiemethoden en -technieken;

• camouflagemethoden en -technieken;

• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;

• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;

• (bijzondere) bewapening;

• beveiligingstechniek;

• inzicht in gedrag;

• rapporteren;

• netwerken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheid- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij Interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten14 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van observatieacties. De Generalist Observatie participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieacties. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van observatie. De Generalist Observatie geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van uitvoering van observatieacties en het maken van afstemmingsafspraken, zodat observatieacties efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Observatie

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van observatieacties, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van observatieacties wordt gewaarborgd.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

  • Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.

  • Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van aangereikte werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie, elektro- en computertechniek] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van aangereikte elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische, (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, computertechniek, installatietechniek en elektrotechniek, zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse en het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerde.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• zoekt bij de voorverkenning de meest geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking minimaal is en de werking optimaal;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• het voorverkennen van situaties, bij het plaatsen van apparatuur, bij het uitvoeren van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• het op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de voorverkenning van situaties;

• het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het uitvoeren van observaties;

• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op

ontmaskering (actie-intelligentie);

• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze

• apparatuur en (technische hulp(middelen) installeren;

• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de

persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;

• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• onderzoeksgegevens uit observatie in samenhang brengen met gegevens uit de context van de observatie en vastleggen in een rapportage met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennis en ontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitengerlateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp verlenen, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen15 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken. De Generalist GGP participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken (met burgers, bedrijven en instellingen) ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken. De Generalist GGP geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen wordt gestimuleerd en hun veiligheidsgevoel wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van operationele politietaken wordt gewaarborgd.

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• betrokken burgers, bedrijven en instellingen bij (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossiers VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert accuraat alle operationele politietaken uit;

• werkt gericht aan de afname van onveiligheidsgevoelens en aan de toename van zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven VVC, en bij (werkterreingerelateerde) aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• (werkterreingerelateerde) aangiften opnemen;

• (werkterreingerelateerde) processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de uitvoering van alle operationele politietaken (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp);

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• netwerken;

• geven van instructie;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Directiesecretaresse/Officemanager

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Directiesecretaresse/Officemanager draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van secretariële werkzaamheden. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig secretariële werkzaamheden uit. De Directiesecretaresse/Officemanager bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken. De Directiesecretaresse/Officemanager doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van secretariële werkzaamheden en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Directiesecretaresse/Officemanager bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van secretariële werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van secretariële werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Secretariaat wordt verhoogd.

Verbetering Administratie en Secretariaat

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak secretariële werkzaamheden en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat een effectievere en efficiëntere organisatie ontstaat.

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda van de leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering, zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Termijnbewaking

Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Archivering

Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) documenten en dossiers van en aan de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor de leidinggevende voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken terzake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Overzichten

Het op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen, door middel van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan een leidinggevende;

• vastgelegde vragen;

• agendabeheer;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie, documenten en dossiers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• verstrekte standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.

 

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;

• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende systemen;

• beheert accuraat de agenda van een leidinggevende en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;

• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;

• verstrekt op aanvraag standaard overzichten én − middels gebruik van zoekopdrachten − niet-standaard uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• leidinggevende;

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van administratief secretariële werkzaamheden;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;

• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbo werkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van de sector;

• coaching;

• officemanagement;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het/de vakgebied(en)/werkterrein(en) waarop het team actief is.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op beheer van de agenda, op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten en op nakoming van uitvoeringsafspraken, in het kader van zaakscoördinatie, door externe factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gespecialiseerd medewerker b

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen16 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de toepassing van vastgestelde beleidsproducten. Hij verricht zaakscoördinatie en past daarnaast zelfstandig beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd Medewerker B bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van vastgestelde beleidsproducten en maakt uitvoeringsafspraken. De Gespecialiseerd Medewerker B doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Gespecialiseerd Medewerker B bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de toepassing van beleidsproducten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing wordt verhoogd.

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van voorstellen tot verbeteringen in toepassing van beleidsproducten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie wordt verhoogd.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving, vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk):

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie en regie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze;

• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• netwerken;

• klachtbehandeling;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied/werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Teamchef A

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Teamchef A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende17 vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende opgesteld − team-bedrijfsvoeringplan, voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk. Hij stuurt direct een collectief van medewerkers aan waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan en direct aansturen van een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en waarin de werkzaamheden volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies worden uitgevoerd, zodat routinematige werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het voeren van (integraal) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan voor het team en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor beschikbaar zijn.

  • Het vertalen van de teamdoelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken, zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

• Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar organisatiestructuur voor zijn team, het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Realiseren

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen, zodat ook deze verbeteringen kunnen worden geïmplementeerd en daarmee een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het team alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten kan worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van het team.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie op de onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team, zodat een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het participeren in netwerken (van ook externe partners) ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de aanpak van problematiek wordt verhoogd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• direct, op de uitvoering van routinematige werkzaamheden aangestuurde uitvoerende medewerkers;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• een in een team-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten, op basis van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan en met keuze uit de LFNP-functies uitgewerkte en door de naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn team;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde prioriteiten binnen het team-bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en met op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

en zo nodig bijsturing ervan;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers en eventuele bijsturing op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie op door onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden;

• participatie in netwerken.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, dat de in het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op en vast;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• dient een reëel team-bedrijfsvoeringplan in ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar een passende organisatiestructuur voor zijn team met keuze uit de LFNP-functies en dient deze in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;

• ten aanzien van realiseren:

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het team-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stemt consequent verbetervoorstellen indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen, af met de naasthogere leidinggevende;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten, resultaten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het team met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• een team-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers (op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten van het team;

• ten aanzien van realiseren:

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten, resultaten en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers;

• participeren in netwerken.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• een team gericht op de uitvoering van routinematig werk;

• een collectief van uitvoerende medewerkers;

• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• de binnen de sector afgestemde team-organisatiestructuur voor een team gericht op uitvoering van routinematig werkzaamheden;

• de voor het team vastgestelde resultaatafspraken;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• vanuit samenwerking te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend team;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van functionerings-, beoordelings- en voortgangsgesprekken met zijn medewerkers;

• het opstellen van ontwikkelplannen;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het opstellen en indienen van een team-bedrijfsvoeringplan;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het opstellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de team-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op het behalen van resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, het vaststellen ervan en het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van voorstellen tot verbetering die buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef A liggen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• herkent de functionaris voorstellen tot verbetering die buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef A liggen en waarvoor het gelegitimeerd is tot het in overleg treden met de naasthogere leidinggevende voor het beoordelen en vaststellen ervan;

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking binnen het team.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct aansturen van een team, waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het op- en doen vaststellen van een team-bedrijfsvoeringplan (inclusief begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget);

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers;

• het faciliteren van medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de team-organisatie zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de team-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• beoordelen van collectieve en individuele prestaties van medewerkers;

• beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten.

   

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering beoordelen en vaststellen dan wel ter beoordeling en vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen;

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.

Voldoende beheersing beroepsvaardigheden voor het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies + kan directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoordinatie/gezagsvoering + plannen van aanpak volgens format).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op het betreffende vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied waarover leiding wordt gegeven;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd.

• participeert in netwerken op het vakgebied/werkterrein of aandachtsgebied dat relevant is voor de door zijn team te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering.

• raadpleegt actief kennisbronnen.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven + werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, voor het geven van leiding aan teams waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek C

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen18 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek C bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken. De Medewerker Techniek C doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Medewerker Techniek C bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische werkzaamheden wordt verhoogd.

Verbetering Techniek

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie wordt verhoogd.

Preventief onderhoud

  • [mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds inzetbaar zijn.

  • [elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar zijn.

Defecten en storingen

  • Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van voer-, vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;

• uitgevoerde revisies/overhaul;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• op maat vervaardigde dan wel modificeerde apparatuur en technische (hulp)middelen;

• op voorraad liggende gebruiks- en verbruiksartikelen en (reserve) onderdelen in goede staat;

• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• voert adequaat en accuraat periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen uit, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• verricht adequaat en accuraat periodieke inspecties, preventieve onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen, ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan vervoersmiddelen, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur;

• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;

• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde reparaties;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert hen helder.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen verrichten, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• periodieke inspecties, preventieve onderhouds-, en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verrichten ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• defecten en storingen aan (vervoers)middelen en werktuigen verhelpen/repareren, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw;

• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• inspectie, preventief onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• combinatie van technieken;

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;

• werktuigbouw;

• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• passieve kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/ werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming, omvangrijke reparaties op onvoorziene problemen stuiten,daarmee uitlopen en de inzet van vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt, en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent A

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, passend bij de (beoogde) functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij standaard lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken, noodzakelijk voor het mogen uitoefenen van bevoegdheden (certificeringvereisten). Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover.

Activiteiten en resultaten

Plannen van aanpak

Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Doceren

  • Het geven van (vaardigheids)trainingen aan de combinatie cursisten en dieren (honden en paarden), zodat zowel de cursist, het dier en de combinatie inzetbaar zijn en blijven.

  • Het geven van (vaardigheids)trainingen aan cursisten op het vaardig worden in het toepassen van (gewelds)middelen, zodat de cursist optimaal vaardig is in de toepassing van (gewelds)middelen.

  • Het geven van theorielessen op het toegewezen aandachtsgebied volgens standaard lesmodules, zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn training/opleiding; het volgen en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de cursist en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Netwerken

Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard) lesmateriaal en op het gebied van de inzet van Honden c.q. Paarden ten aanzien van training en africhting en het scouten van dieren −, zodat het onderwijs steeds actueel aansluit op de (beoogde) functie van de cursist en − in het kader van inzet van Honden c.q. Paarden − er te allen tijde beschikt kan worden over (nieuwe) dieren.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de toepassing van standaard lesmodules, zodat de kwaliteit van doceren wordt verhoogd.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van de standaard lesmodules, zodat de standaard lesmodules actueel aansluiten op de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren en in de toepassing van standaard lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

Ontwikkelen

Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de lessen/trainingen, zodat theorie wordt omgezet naar praktijk en de standaard lesmodules altijd actueel aansluiten op de belevingswereld van de cursist.

Beschikbaarheid en africhten van honden en paarden

  • Het doen van voorstellen tot aanschaf of vervanging van honden en paarden, zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) honden en paarden.

  • Het africhten van honden en paarden, zodat de dieren voldoen aan het basisniveau voor politietraining, en koppeling aan de begeleider, zodat daarna de combinatie getraind kan worden voor certificeringvereisten.

Analyse en advies

Het − op grond van herkennen van patronen in afgenomen proeven van bekwaamheid − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van (vaardigheids)trainingen en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vaardigheids)trainingen verwerven van competenties wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van doceren en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op theorie tot competente medewerkers opgeleide cursisten;

• tot inzetbare combinaties van mens en dier getrainde ‘cursisten’;

• het omgaan met (gewelds)middelen competente cursisten;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• verbetervoorstellen vanuit de praktijk;

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan studieadvies;

• analyse en advies terzake de optimale koppeling van dier aan begeleider;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via vaardigheidstrainingen opleiden tot competente medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• formuleert heldere studieadviezen op het individu gericht;

• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud van standaard lesmodules;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties middels (vaardigheids)trainingen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze van doceren en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven op het hem toegewezen aandachtsgebied;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;

• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn cursisten, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het verwerven van competenties middels (vaardigheids)trainingen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van studie-advies op basis van beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• aangereikte standaard lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het doceren/trainen, studiebegeleiding en examineren;

• het opstellen van (individuele) studieadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de competentieverwerving van zijn cursisten;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in (vaardigheids)trainingen;

• het formuleren van (individuele) studieadviezen;

• het doceren/trainen en examineren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• het doceren/trainen;

• het examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het competentieverwervingstraject van zijn cursisten;

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in competentieverwerving via (vaardigheids)trainingen;

op de juiste wijze:

• doceren;

• examineren;

• analyses uitvoeren op de competentieverwerving van zijn cursisten en adviseren;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de opleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren op het hem toegewezen aandachtsgebied;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analyse (patronen en verbanden);

• advisering;

• examinering;

• coaching;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het aandachtsgebied. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering, algemeen bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname aan trainingen.

Senior Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Senior Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intelligenceactiviteiten uit. De Senior Intelligence bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligence-activiteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Intelligence doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Intelligenceactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intelligence bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intelligence-activiteiten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligence-activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intelligenceactiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van Intelligenceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

  • Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Tegenspreken

Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en toegewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tegenspreker;

  • Informatiecoördinator.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproble-matiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie) en deze gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen;

• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende) problematiek;

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie;

• met persoonsgebonden gevoelige informatie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van intelligenceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van Intelligenceactiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligenceactiviteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie);

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• coaching;

• netwerken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Stuurman Zeevaart

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Stuurman Zeevaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen

en door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak. De Stuurman Zeevaart navigeert en manoeuvreert het vaartuig. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. De Stuurman Zeevaart bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de praktijk tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Stuurman Zeevaart bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan.

  • Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart adviseren aan de gezagvoerder op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, zodat veiligheid van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat een basis ontstaat voor de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken aan de gezagvoerder, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Keep the ship clean

Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.

Scheepsadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt aan de gezagvoerder over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.

  • Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbeteren

Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek wordt gewaarborgd.

Rolaanduiding

De Stuurman Zeevaart kan, mits aangewezen en gecertificeerd, optreden als Gezagvoerder Binnenvaart/Bootcommandant (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• tijdige, veilige en conform procedures verlopen vaart van het schip;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;

• het geven van radaraanwijzingen en/ het varen onder radaraanwijzingen;

• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;

• begeleide leerling-stuurlieden;

• instrueren collega’s;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviezen met betrekking tot de inzet van het vaartuig.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• geeft adequaat advies aan de gezagvoerder over de zeewaardigheid van het vaartuig;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• ontmeert, navigeert en manoeuvreert en meert aan, zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;

• geeft schepen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere schepen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;

• adviseert de gezagvoerder tijdens de vaart op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, over afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting uit;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken aan de gezagvoerder;

• legt adequaat de gegevens vast in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;

• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden en adviseert de gezagvoerder over verbetering;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• het schip ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;

• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;

• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;

• adviseren over de zeewaardigheid van het vaartuig;

• adviseren over afbreken dan wel hervatten van de reis (inzet van het vaartuig);

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;

• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting uitvoeren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;

• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;

• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;

• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van collega’s en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de zeevaart.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het uitzetten van de koers;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;

• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;

• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;

• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;

• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;

• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig navigeren en manoeuvreren van het vaartuig dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd;

• de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het afbreken of hervatten van de reis;

• verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;

• wanneer dit naar zijn oordeel aan de orde is, ongeacht het doel van de reis;

• begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt van een Stuurman Zeevaart,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en de gegevens ervan vastleggen in de scheepsadministratie;

op de juiste wijze:

• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;

• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig en daarover adviseren aan de gezagvoerder;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat en daarover adviseren aan de gezagvoerder;

• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele schip en uitrusting en de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;

• op grond van gesignaleerde knelpunten adviseren aan de gezagvoerder over inzetrendement van het vaartuig;

• leerling-stuurlieden begeleiden tot de vakvolwassenheid van Stuurman Zeevaart;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• gezagvoering small craft;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• zeevaartkunde;

• manoeuvreren en navigeren;

• adviseren;

• analysetechnieken;

• netwerken;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie/ gezagsvoering small craft;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Senior Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van meldkamer activiteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig meldkameractiviteiten uit. De Senior Meldkamer bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Meldkamer doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van meldkameractiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Meldkamer bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van meldkamer-activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van meldkameractiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering meldkamer

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet en inzet van hulpdiensten aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

  • Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak) of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

  • Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits hiervoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Calamiteitencoördinator (caco).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;

• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• beslissen tot opschaling naar SGBO, GRIP 0 of GRIP 1;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van meldkameractiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van meldkameractiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze

• het uitvoeren van meldkameractiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• inzicht in gedrag;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door − in het kader van voorbereiding en mede aan de hand van beschikbare formats − plannen van aanpak op te stellen voor de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit. De Senior Intake & Service bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van Intake & Serviceactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intake & Service bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van intake en service activiteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van intake en service activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van intake en service wordt verhoogd.

Verbetering Intake & Service

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

Behandeling inzetverzoeken

  • Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek, zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel kan worden doorverwezen.

  • Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.

  • Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat om de aangever te kunnen informeren.

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Kwaliteit

  • Het controleren van eenvoudige dossiers (indicatie: 1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening).

  • Het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan ketenpartners een rechtmatig en gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.

Interne serviceverlening

Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Dossiervormer in TGO’s.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• controleert eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);

• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• vragen aannemen, registreren en deze zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• controleren van eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit (case screening);

• het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;

• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;

• inzetverzoeken voor ondersteuning vanuit een vakgebied in de uitvoeringspraktijk aannemen, beoordelen, op resultaatverwachting afstemmen met de indiener, overdragen en de behandeling ervan monitoren.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• intake;

• service;

• inzetverzoeken;

• case screening;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek: bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van Intake & Serviceactiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• schadebemiddeling;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Begeleider A

Kern van de functie

Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in en voor de uitvoeringspraktijk.

Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,

bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.

Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen19 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Begeleider A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen. Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

In het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van Operationele Begeleiding. De Operationeel Begeleider A bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding en maakt uitvoeringsafspraken. De Operationeel Begeleider doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Operationeel begeleider A bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationele begeleiding in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk) met name gericht op het opstellen van plannen van aanpak.

Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.

Plannen van aanpak

Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers − opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Netwerken

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het operationeel begeleiden van politiemedewerkers naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is.

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor operationele begeleiding, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden (principes, procedures en vaardigheden), en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), openbare orde en de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen. (operationele inzet en inbreng)

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Begeleiden en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden operationele begeleiding actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

Analyse en advies

  • Het − op grond van herkennen van patronen in en tijdens trainingen en afgenomen toetsen (bv. proeven van bekwaamheid) − adviseren over mogelijke verbeteringen in het rendement van (vakbekwaamheids)trainingen aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vakbekwaamheids) trainingen verwerven van competenties wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de operationele begeleiding en in de bekwaamheden.

Training – Begeleiding- Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden) en daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Ontwikkelen

Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de trainingen/begeleiding, zodat de theorie daar aangekoppeld juist toegepast en herkend wordt in de uitvoeringspraktijk en het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal altijd actueel aansluit op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team.

Blauw Vakmanschap

  • Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team (teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.

  • Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen daarvoor.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmateriaal en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• analyse, conclusies en adviezen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) voor het verder verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• formuleert heldere begeleidingsadviezen op het individu gericht;

• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de inhoud van standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en operationele begeleiding;

• bevordert actief de vakbekwaamheid van politiemedewerkers door begeleiding, (vaardigheids)training, theorielessen en het op maat formuleren van aanbevelingen.

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het kader van het steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap;

• het actief en op maat ontwikkelen van standaard lesmateriaal.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig

• plannen van aanpak opstellen (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor operationele begeleiding;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze van operationele begeleiding en ten aanzien van de (toepassing van) het standaard en op maat gesneden lesmateriaal;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;

• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en operationele begeleiding;

• alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen;

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• terugdringen veiligheidsrisico’s.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijk, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen;

• (politie)medewerkers;

• onderwijs/scholen

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies op basis van beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in operationele begeleiding;

• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen en verwerken voor het vakgebied operationele begeleiding;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie en adviezen.

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 
 
 
 
 
 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in vakbekwaamheidsverwerving via operationele begeleiding;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van operationele begeleiding.

op de juiste wijze:

• trainen, begeleiden en coachen;

• toetsen, beoordelen en examineren;

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• gesprekken voeren in het kader van de operationele begeleiding;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• analyseren, concluderen en adviseren;

• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;

• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• aanwenden dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

 
 
 
 

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de operationele begeleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken (patronen en verbanden);

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook operationele begeleiding (individuele en team) aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen20 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak van onderzoek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) forensisch opsporingsonderzoek uit.

De Senior Forensische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt uitvoeringsafspraken.

Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek en implementeert vastgestelde verberingen. De Senior Forensische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing wordt verhoogd.

Verbetering Forensische Opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven/ongeval gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en hersteld.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • Coördinator PD-unit (CPDU);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Forensisch coördinator;

  • Sporencoördinator.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n);

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen en formuleert op grond van deze gegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• neemt op uitnodiging deel aan verhoren van verdachten en getuigen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;

• assistentie verlenen bij schouw;

• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;

• als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• forensische laboratoria;

• plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en plaatsen incident (PI);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• organisatie en werkwijze OM;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en op vervolgingsvraagstukken bij samenwerkingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Informantenrunner

Kern van de functie

Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van informatie actief vergaard middels (burger)informanten in criminele netwerken en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving.

Informantenrunners geven met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in tak Verbeteren van het RBP.

De Senior Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van informantenrunnen. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig informantenrunnen uit. De Senior Informantenrunner bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van informantenrunnen en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Informantrunner doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van informantenrunnen en implementeert vastgestelde verbeteringen.

Activiteiten en resultaten

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van informantenrunnen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van informantenrunnen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van informantenrunnen en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbetering informantenrunner

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informantenrunnen, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Werven van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het werven van (burger)informanten uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving, zodat informatie beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen.

  • Het – bij stelselmatige informatie-inwinning − contracteren van (burger)informanten, zodat een juridische basis ontstaat voor de activiteiten van de burgerinformant en het werven en runnen van (burger)informanten aan de wettelijke eisen voldoet.

  • Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de kandidaat-burgerinformant, onder meer door het (laten) uitvoeren van antecedentenonderzoek; het beoordelen van de informatiepositie van de kandidaat-burgerinformant, zodat de waarde van de (burger)informanten voor de uitvoeringspraktijk kan worden vastgesteld en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het actueel houden van persoonlijke gegevens over (burger)informanten, zodat een waardevol en valide inlichtingennetwerk voor de uitvoeringspraktijk ontstaat.

Runnen van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het − volgens vastgesteld (operationeel) plan van aanpak − opbouwen en onderhouden van contacten met (burger)informanten; het aansturen van (burger)informanten op inlichtingenvergaring; het verzamelen van inlichtingen uit (burger)informanten, zodat gewenste informatie uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk

  • Het toepassen van bronbeveiliging en afscherming van persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten, zodat de veiligheid van (burger)informanten wordt verhoogd.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van informatieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de informatieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Betrouwbare informatie – gesprekscontacten

  • Het beoordelen op betrouwbaarheid van de verzamelde inlichtingen door deze te controleren en te verifiëren, bijvoorbeeld aan de hand van feiten en omstandigheden waaronder de informatievergaring door de burgerinformant heeft plaatsgevonden of aan de hand van onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden zoals Intelligence (valideren), zodat de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van de verzamelde en gevalideerde inlichtingen met relevante (onderzoeks)gegevens, zodat de aldus ontstane informatie een basis vormt voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten (bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken) en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat rechtmatige bewijslast ontstaat en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Rapportages

  • Het rapporteren van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

  • Het rapporteren van informatie − ontstaan na interpretatie en het in samenhang brengen van gevalideerde inlichtingen − en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel van oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren in de daartoe geëigende systemen van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• geworven (burger)informanten/gesprekscontacten;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde inlichtingen uit (burger)informanten;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten;

• processen-verbaal en rapportages;

• toegepaste verbeteringen;

• betrouwbare informatie ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen;

• gecontracteerde (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning;

• (netwerken van) betrouwbare (burger)informanten op waardevolle informatieposities;

• in diens persoonsgegevens/identiteit en activiteiten afgeschermde (burger)informanten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt na validatie inlichtingen uit (burger)informanten zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die het werven en runnen van (burger)informanten kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• rapporteert over de samenhang in inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beoordeelt consequent inlichtingen uit (burger)informanten op betrouwbaarheid door deze te controleren en te verifiëren;

• beoordeelt kritisch kandidaat-(burger)informanten op betrouwbaarheid en op informatieposities;

• past zodanig effectief en efficiënt bronbeveiliging en afscherming van (burger)informanten toe, dat de veiligheid van de burgerinformant wordt verhoogd;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• dwangmiddelen toepassen;

• rapportages opstellen van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten;

• rapportages opstellen – op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal en rapportages opstellen;

• werven en runnen van (burger)informanten/gesprekscontacten;

• kandidaat-(burger)informanten beoordelen op betrouwbaarheid en op informatiepositie;

• (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning contracteren;

• bronbescherming en afscherming toepassen op persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van burgers die zich in criminele kringen en/of (radicale) groeperingen bevinden.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• werven (burger)informanten;

• runnen van (burger)informanten;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• het nemen in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van informantenrunnen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van informantenrunnen;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van informantenrunnen;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• methoden en technieken met raakvlakken met het werven en runnen van (burger)informanten;

• wetenschap: alfa en gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• privacywetgeving;

• methoden, technieken en instrumenten met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• non politieel gedrag;

• inzicht in de multiculturele samenleving;

• kennis van observatietechnieken;

• inzicht in gedrag;

• analysetechniek;

• netwerken;

• inzicht in groepsdynamica;

• maatschappelijke ontwikkelingen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van een alias. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de informantenrunner of de burgerinformant wordt ontmaskerd en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij het werven en runnen van (burger)informanten in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen, in het bijzonder met small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats, leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden).

De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant geeft leiding aan de bemanning dan wel geeft nautische instructies aan zijn passagiers (collega’s GGP, Opsporing en overige Uitvoeringspraktijk) bij operationele opdrachten en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn vaartuig en opvarenden, alsmede voor de scheepsadministratie. Hij handelt bij inzet op zee naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering

  • Het geven van leiding aan bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden dan wel het geven van nautische instructie aan passagiers, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig wordt gewaarborgd.

  • Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, zodat veiligheid van het vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het aansturen van de bemanning dan wel het instrueren van passagiers op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, vaartuigen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het − bij inzet op zee − na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het − bij inzet op binnenwateren − ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan.

  • Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.

  • Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende vaartuigen niet in gevaar komt.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van het vaartuig en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig (scheepsuitrusting, motoren etc.), zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat het vaartuig steeds aan de gestelde vaartechnische voldoet.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Keep the ship clean

Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.

Scheepsadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, technische journalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele staat van het vaartuig.

  • Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.

  • Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van vaarroutes voor de binnenvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven opdrachten aan havenautoriteiten.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbeteren

Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• veilige koers en vaart van het vaartuig;

• veiligheid van vaartuig en opvarenden;

• nautisch aangestuurde bemanning dan wel geïnstrueerde opvarenden

• gezagvoering;

• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;

• het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van vaarroutes voor de binnenvaart;

• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig aan de hand van gesignaleerde knelpunten;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning, dan wel geeft zodanige heldere instructies aan passagiers dat een veilige koers en vaart van vaartuig wordt gewaarborgd, de bemanning/passagiers gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, dat veiligheid van vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de (bij inzet op zee) zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• navigeert en manoeuvreert zodanig alert (en op zee: naar maatstaven van goed zeemanschap) dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;

• geeft vaartuigen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere vaartuigen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;

• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting uit;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken;

• legt adequaat de gegevens vast in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;

• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden en adviseert over verbetering;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en maakt uitvoeringsafspraken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding geven aan bemanning dan wel nautische instructie geven aan passagiers

• gezagvoering;

• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven;

• het vaartuig ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;

• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;

• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;

• op zee: op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig beslissen al dan niet te ontmeren;

• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de reis;

• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;

• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting uitvoeren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;

• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;

• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;

• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• zeevaart en/of binnenvaart (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats).

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• gezagvoering;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• op zee: maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart en/of de binnenvaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het uitzetten van de koers;

• op zee: de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;

• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;

• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;

• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;

• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele voertuig en uitrusting;

• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;

• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig inzetten, navigeren en manoeuvreren van het vaartuig, dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd;

• het al dan niet ontmeren;

• het afbreken of hervatten van de reis;

• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende (veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;

• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;

• het aansturen van de bemanning dan wel het nautisch instrueren van de passagiers;

• de veiligheid van vaartuig en opvarenden;

• de scheepsadministratie;

• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies) en waarbij gezagvoering (binnenvaart) aan de orde is.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie/gezagvoering (binnenvaart) op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• leiding geven aan bemanning dan wel het nautisch instrueren van passagiers (gezagvoering);

• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen niet naleven;

• bij de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en de gegevens ervan vastleggen in de scheepsadministratie;

op de juiste wijze:

• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;

• op zee: de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes van de scheepvaart;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele vaartuig en uitrusting en de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren aan de gezagvoerder over inzetrendement van het vaartuig;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie/gezagvoering (binnenvaart), plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart en binnenvaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de binnenvaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• leiding geven (gezagvoering);

• advisering;

• analysetechniek;

• netwerken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie/gezagvoering;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie/gezagvoering aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en voor de aanpak van beveiligingsproblematiek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Senior Beveiliging bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Beveiliging doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Senior Beveiliging bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plan van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt verhoogd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en de aanpak van veiligheidsmaatregelen wordt verhoogd.

Verbetering Beveiliging

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbetering van in de aanpak van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en in de uitvoering van deze maatregelen, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde en het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen efficiënter en effectiever verlopen.

Toezicht – Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Voorverkenning

Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.

Beveiliging personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Verantwoordelijk Beveiligingsambtenaar.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• informatie uit voorverkenning;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties en door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkennen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• object- en persoonsbeveiliging;

• orde Rechtbank;

• arrestantenverzorging;

• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon zich bevindt;

• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op juiste wijze:

• het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• observatietechnieken;

• geweldsinstructie;

• interventietechnieken;

• wapenkunde;

• beveiligingstechniek;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• kennis van vreemde talen;

• communicatie(-middelen);

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• oefent zich in het gebruik van uiteenlopende wapens en in interventietechnieken;

• houdt overzicht op de technische mogelijkheden van de beveiligingstechniek.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen21 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek uit. De Senior Tactische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek en implementeert vastgestelde verberingen. De Senior Tactische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporing wordt verhoogd.

Verbetering tactische opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, in samenhang brengen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van de bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tactisch Coördinator;

  • Tegenspreker;

  • Familierechercheur.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit en brengt er samenhang in;

valideert verzamelde onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal van (werkterreingerelateerde) aangifte, verhoor, misdrijven, dwangmiddelen en (overige) bevindingen opstellen;

• procesdossiers samenstellen;

• op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij meer complexe (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• de vervolging van verdachten van misdrijven;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterrreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• organisatie en werkwijze OM;

• coaching;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners en vervolgingsprocedures bij samenwerkingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten22 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van observatieacties. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig observatieactiviteiten uit. De Senior Observatie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Observatie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van observatieactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Observatie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van observatieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van observatieacties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van observatieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering observatieacties wordt verhoogd.

Verbetering Observatieacties

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van observatieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

Het − op basis van een vastgesteld plan van aanpak voor observaties − op maat (laten) maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie- en elektrotechniek] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, installatietechniek en elektrotechniek en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur, zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, het beoordelen van de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen en het beoordelen of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerden.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties,

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• beoordeelt bij de voorverkenning kritisch de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, legt de meest geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen vast en beoordeelt kritisch of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking minimaal is en de werking optimaal;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt dan wel laat− binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat maken dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat (laten) maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van observatieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van observatieacties;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze

• het uitvoeren van observatieacties;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• het geven van instructie;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen23 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en voor de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) operationele politietaken uit. De Senior GGP bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior GGP doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde) aanpak van veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior GGP bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van operationele politietaken ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Toezicht

Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan. Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het aansturen van de politie-inzet ter plaatse en het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Voorlichting

Het geven van informatie over actuele veiligheidsproblematiek en het bevorderen van kennis over het voorkomen van overlast en criminaliteit, zodat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert.

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • medewerker in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.);

  • wachtcommandant.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• gecoördineerde politie-inzet bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossiers VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle operationele politietaken uit;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• stuurt bij incident of calamiteit politie-inzet ter plaatse aan;

• geeft zodanig helder voorlichting over actuele (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en het voorkomen van overlast en criminaliteit dat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• politie-inzet aansturen ter plaatse van incident of calamiteit;

• processen-verbaal opstellen;

• als voorlichter optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig wordt gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van alle operationele politietaken;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van alle operationele politietaken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• voorlichting;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen hulpverleningsdiensten;

• houdt zicht op (werkterreingerelateerde) specifieke veiligheidsproblematiek die burgers, bedrijven en instellingen bezighoudt.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke veiligheidsproblematiek. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Interventie

Kern van de functie

Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.

Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten24 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Senior Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van interventieactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig interventieactiviteiten uit. De Senior Interventie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Interventieacties en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Interventie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van aanpak van interventieacties en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Interventie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van interventieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van interventieacties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van de uitvoering van interventieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van interventieacties wordt verhoogd.

Verbetering interventie

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van interventieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) efficiënter en effectiever verlopen.

Individuele voorbereiding

Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarrisico, zodat tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen (actie-intelligentie).

Voorverkenning

Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van interventieopdrachten, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.

Aanhouden

Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum, tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.

Bevrijden van slachtoffers

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht, interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden bevrijd.

Beveiligen politie-infiltranten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.

Afscherming

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten kan plaatsvinden.

Assisteren bij begeleiden transport

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar, zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.

Assisteren bij beveiliging objecten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde en/of openbare orde in het geding zijn.

Rapportages

Het verzamelen − onder meer vanuit de-briefing − het vastleggen en in samenhang brengen van feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie en het toelichten van bijzonderheden bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten en het beveiligen van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering van de uitvoering van interventies.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• weggenomen terreur/geweldsdreiging;

• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;

• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;

• beveiligde objecten;

• beveiligde politie-infiltranten;

• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• rapport voorverkenning;

• inzetdossier;

• verslag de-briefing;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;

• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;

• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;

• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;

• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;

• schermt het optreden van andere specialistische eenheden af;

• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden zodanig effectief dat de te beveiligen personen veilig en zeker op hun plaats van bestemming aankomen;

• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen (actie-intelligentie);

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• verzamelt en legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie rond de inzet vast in een rapportage dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of vervolging en voor verbeteringen in de uitvoering;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkenning verrichten;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval uitschakelen;

• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen;

• rapport voorverkenning opstellen;

• processen-verbaal;

• de-briefing organiseren.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;

• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers van gijzeling en kaping;

• de georganiseerde zware criminaliteit;

• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;

• aangewezen te beveiligen objecten;

• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;

• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• (wisselend) teamverband;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van interventieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van interventieacties;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op juiste wijze:

• het uitvoeren van interventieacties;

• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en bijzondere bewapening;

• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van de collega’s bedreigen;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;

• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;

• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland wordt ontwikkeld;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot interventie;

• interventiemethoden en -technieken;

• camouflagemethoden en -technieken;

• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;

• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;

• (bijzondere) bewapening;

• beveiligingstechniek;

• rapporteren;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt op de voet de technische ontwikkelingen op het gebied van observeren, bewapening, persoonlijke beschermingsmiddelen, explosieven, beveiliging;

• volgt (nieuwe) oefenmethoden op de voet.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij (terreur)interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Gespecialiseerd medewerker c

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen25 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de effecten en resultaten van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij past daarnaast vastgestelde beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd Medewerker C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken. De Gespecialiseerd Medewerker C bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) – waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten wordt verhoogd.

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor, het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving;

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidstoepassing, zodat deze toepassing bijdraagt aan een effectievere en efficiëntere organisatie;

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving, vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk):

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s);

• politieorganisatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het werkterrein/aandachtsgebied;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het werkterrein/aandachtsgebied en die het werkterrein/aandachtsgebied raken;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, voor zover van toepassing op het werkterrein/aandachtsgebied;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• regisseren van netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• organisatorische coördinatie;

• advisering;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Bedrijfsvoeringspecialist A

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1) De Bedrijfsvoeringspecialist A draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door (aangereikte) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend / routinematig bereikbaar).

  • (2) De Bedrijfsvoeringspecialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie.

De Bedrijfsvoeringspecialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.26

Activiteiten en resultaten

(1). Praktijkinzet:

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

(Individuele) advisering

Het vertalen van vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken, naar praktisch toepasbare oplossingen voor specifieke problematiek en/of naar individuele vakinhoudelijke adviezen, waarmee de voor het collectief geformuleerde oplossingen naar het individu geconcretiseerd worden, zodat de motivering van de individuele functionaris wordt bevorderd en daarmee het organisatierendement verbetert.

Verbetering( individuele) advisering

Het vanuit specialisatie en vanuit de adviespraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen; het in de praktijk brengen dan wel het implementeren van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden, zodat de geboden oplossingen en (individuele) adviezen vanuit zijn specialisatie efficiënt en effectief aansluiten op de actualiteit.

(2). Beleidsinzet:

Monitoring op juist gebruik en toepassing beleids(producten):

Analyse en advies

  • Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

  • Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Netwerken

Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

Deskundigheidsoverdracht

Het overdragen van kennis en vaardigheden door onder meer het geven van trainingen en daarbij het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s wordt bevorderd over het specialisme.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

  • Ambtelijk secretaris.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/ specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleids(producten).

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• analyse op de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• oplossingen vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek;

• naar praktisch toepasbare oplossingen en/of individuele vakinhoudelijke adviezen vertaalde, vastgestelde kaders;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen,

met als deelresultaten:

• voorstellen − vanuit de specialisatie en adviespraktijk − tot verbetering, en in de praktijk gebrachte vastgestelde verbeteringen, in de persoonlijke advisering;

• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• advies aan leiding en netwerkpartners − op basis van analyse en monitoring vanuit specialisatie − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• participatie in bestaande netwerken;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie,

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• vertaalt vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken naar concrete en praktisch toepasbare oplossingen en naar vakinhoudelijke adviezen die op het individu zijn afgestemd;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleids(producten) zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• formuleert vanuit de specialisatie en vanuit de adviespraktijk haalbare voorstellen tot verbeteringen in de persoonlijke adviespraktijk;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen dan wel past deze toe;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• participeert actief in bestaande netwerken van bedrijfsvoeringspecialisten;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• (aangereikte) problematiek analyseren en daarover adviseren;

• gebruik en toepassing van beleids(producten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;

• vastgestelde kaders vertalen naar praktisch toepasbare oplossingen en individuele vakinhoudelijke adviezen;

• voorstellen doen tot verbetering van de individuele adviespraktijk;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• participeren in bestaande netwerken;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• individuele medewerkers;

• bestaande netwerken.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie (uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering) en adviseert ter zake.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het maken van uitvoeringsafspraken over de implementatie van vastgestelde verbeteringen op het (de) hem toevertrouwde aandachtsgebied(en);

• het formuleren van voorstellen tot verbetering van de individuele advisering en over gebruik en toepassing van beleids(producten)in uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden.

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• bij het analyseren van (aangereikte) problematiek door het volgen van bekende benaderingswijzen;

• bij aanpak van problematiek en (individuele) advisering:

• voor de klantgerichte, en daarmee meest effectieve en efficiënte aanpak;

• voor een werkwijze gebaseerd op de toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en met inachtneming van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel, dan wel landelijke programma’s/projecten.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleids(producten);

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken toepassen;

• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de adviespraktijk;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie;

• participeren in bestaande netwerken;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en), waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied, het (de) werkterrein(en) en/of aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• monitoring en evaluatie; herkennen van patronen en verbanden in gebruik en toepassing beleids(producten);

• gestandaardiseerde specialistische (analyse)methoden en technieken;

• kennis van de politieorganisatie;

• (individuele) advisering; handreikingen;

• slecht-nieuws gesprekken;

• communicatie(-middelen);

• implementatietechniek;

• netwerken;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid.

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van analyse en advisering;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde methoden, technieken en instrumenten;

• houdt overzicht op de mogelijkheden die kennissystemen hem kunnen bieden ter ondersteuning van zijn werkzaamheden.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek met bekende oplossingen, en ten behoeve van monitoring en/of intermediairschap en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in de situatie dat effecten in de advies- en/of verbetertrajecten waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent B

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door, cursisten op te leiden tot competente medewerkers op mbo-niveau vanuit specialisatie, passend bij de (beoogde)functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij (standaard) lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding. Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover. De Docent B regisseert netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het lesmateriaal voor geïntegreerde toepassing in opleidingen. In het kader van ontwikkelen adviseert hij over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan voor geïntegreerde toepassing in opleidingen.

Activiteiten en resultaten

Plannen van aanpak

Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Doceren

  • Het geven van theorielessen vanuit integrale aanpak volgens (standaard) lesmateriaal, zodat de cursisten competente medewerkers op mbo-niveau worden voor hun (beoogde) functie.

  • Het doceren en aanleren van cursisten van een professionele beroepshouding, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn opleiding; het monitoren, analyseren en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat het onderwijs steeds actueel aansluit op de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard) lesmateriaal voor onderwijs met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat (standaard) lesmateriaal optimaal en actueel aansluit op het opleiden van competente medewerkers in relatie tot hun (beoogde) functie.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van het doceren vanuit integraal karakter, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat de kwaliteit van doceren wordt verhoogd.

  • Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren en in de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

Ontwikkelen

  • Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van het (standaard) lesmodules en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen (waaronder bepalingen terzake bevoegdheden, wet- en regelgeving en dergelijke) − adviseren over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee de (standaard) lesmodules actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van cursisten, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in de (standaard) lesmodules, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant (standaard) lesmateriaal.

Analyse en advies

Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen op de leerprestaties van cursisten − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de opleiding en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden opleiding verwerven van competenties op mbo-niveau wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit analyse op de praktijk;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëring van verbeteringen;

• analyseren vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• monitoren op juist gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiding van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• tot competente medewerkers op mbo-niveau opgeleide cursisten met een professionele beroepshouding;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk ook tegenstrijdige belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• formuleert vanuit analyse en monitoring en vanuit specialisatie, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud van (standaard) lesmodules met integraal karakter;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties op mbo-niveau;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse formuleren van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren vanuit specialisatie;

• monitoren van juist gebruik en toepassing beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiden van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• doceren;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het opleiden tot mbo-niveau.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak vergen waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• (standaard) lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten op mbo- niveau met integraal karakter;

• initiëren en regisseren van en in (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• bij het doceren, studiebegeleiding en examineren;

• bij bouwen, onderhouden en regie in netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• nieuwe netwerken;

• het uitvoeren van analyses op de leerprestaties van zijn cursisten;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in opleidingen tot en met mbo-niveau;

• het doceren en examineren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds) instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• het doceren;

• het examineren;

• het in de vorm van studiebegeleiding coördineren van de uitvoering van het competentieverwervingstraject door de cursist;

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van nieuwe netwerken;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in competentieverwerving op mbo-niveau;

op de juiste wijze:

• doceren;

• examineren;

• analyses uitvoeren op de leerprestaties van zijn cursisten;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• kan directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (analyse, plannen van aanpak zonder beschikbaar format).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de opleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voorzover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren;

• de specialisatie;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching,

• analysetechnieken;

• advisering;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen bedoeld voor aanleren professionele beroepshouding (bekeuren, omgaan met agressie e.d.). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering, algemeen bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname aan trainingen.

Medewerker Techniek D

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen27 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de uitvoering van technische werkzaamheden te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast technische werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek D initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken. De Medewerker Techniek D bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van technische activiteiten en ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken – waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen – voor de gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische activiteiten en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden wordt verhoogd.

Verbetering Techniek

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische activiteiten en in de uitvoering van technische werkzaamheden, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van technische werkzaamheden (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van technische werkzaamheden,

      het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van de uitvoering van technische werkzaamheden, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden optimaal bijdraagt aan de effectieve en efficiënte politieorganisatie.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen.

Rapportages

Het opstellen van rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering, zodat de daadwerkelijke certificering ervan door de daartoe geautoriseerde instanties wordt vergemakkelijkt.

Preventief onderhoud

  • [mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds inzetbaar zijn.

  • [elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar zijn.

Defecten en storingen

  • Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van voer,- vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties, ook die waarin formats niet voorzien;

• rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringspreken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van technische werkzaamheden;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• voert adequaat en accuraat technische werkzaamheden uit die zijn deskundigheid vergen;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte, en instrueert hen helder;

• rapporteert volledig ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitvoering van technische werkzaamheden, met name totale revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties;

• rapportages opstellen ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• totale revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties;

• veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van technische werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van technische werkzaamheden;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• technische werkzaamheden verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;

• werktuigbouw;

• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• geven van instructie;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming, omvangrijke reparaties of inspecties op onvoorziene problemen stuiten, daarmee uitlopen en de inzet vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Operationeel Expert Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

Operationeel Expert Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Intelligenceactiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig Intelligenceactiviteiten uit. De Operationeel Expert Intelligence initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Intelligence bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intelligenceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van Intelligence-activiteiten en ten behoeve van de aanpak van Intelligence-activiteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intelligence-activiteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intelligence-activiteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Intelligence-activiteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intelligence-activiteiten,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van Intelligenceactiviteiten, zodat de uitvoering van Intelligenceactiviteiten optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

  • Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Tegenspreken

Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tegenspreker;

  • Informatiecoördinator;

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen;

• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• van de informatiegestuurde politie;

• vertrouwelijke en geheime informatie;

• persoonsgebonden gevoelige informatie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken, binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn), die zich voordoen bij:

• de uitvoering Intelligenceactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• Intelligenceactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• regisseren van netwerken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid..

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gezagvoerder zeevaart – beperkte inzet

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen, en het leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden). De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet – stelt in het kader van voorbereiding plannen van aanpak op, zonder beschikbare formats en hij doet voorstellen vanuit de praktijk tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen en initieert de implementatie.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − heeft als inzetrestricties:

  • Windkracht tot maximaal 6 Bft;

  • Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;

  • Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − geeft leiding aan de Stuurman Zeevaart en bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn schip en opvarenden en voor de scheepsadministratie. Hij neemt tijdens de vaart, vanuit autonomie,

ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van schip en opvarenden. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering

  • Het geven van leiding aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden, zodat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd.

  • Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit te voeren binnen veiligheidsnormen en in relatie tot de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het voeren voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden, zodat een effectief en efficiënt opererend team wordt geborgd.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.), het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten, het uitzetten van de koers zodat de te volgen koers en vaart − met inachtneming van beperkte inzet − optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig, besluiten tot ontmeren, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het navigeren en manoeuvreren naar maatstaven van goed zeemanschap − met inachtneming van beperkte inzet −, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende vaartuigen niet in gevaar komt.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Scheepsadministratie

  • Het toezien op de vastlegging van gegevens in, en het vaststellen van de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.

  • Het toezien op de vastlegging in, en het vaststellen van de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.

  • Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven opdrachten aan (haven)autoriteiten.

Verbetering Scheepvaart

  • Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van scheepvaart, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de inzet van vaartuigen efficiënter en effectiever wordt.

  • Het analyseren van knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden, zodat er een basis ontstaat voor advisering.

Analyse en advisering

  • Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van opvarenden, het nautisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig, zodat het rendement van de inzet van het vaartuig wordt verhoogd.

Netwerken

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden op leerling-stuurlieden, zodat deze zich ontwikkelen tot de vakvolwassenheid die in de functie van Stuurman Zeevaart wordt gevraagd.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn, waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van scheepvaartactiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• gezagvoering;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering het vakgebied Scheepvaart;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• veilige koers en vaart van het schip;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten

• veiligheid van schip en opvarenden;

• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkend bemanningteam;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• knelpuntenanalyse op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig − binnen geldende restricties −;

• begeleide leerling-stuurlieden.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, dat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd;

• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart − binnen geldende restricties − optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• navigeert en manoeuvreert − binnen geldende restricties − zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• organiseert en coördineert de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting zodanig consequent dat gebreken tijdig gesignaleerd worden en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie;

• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn;

• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• participeert actief in netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig − binnen geldende restricties − in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers;

• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − bij het door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding geven aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• gezagvoering;

• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven;

• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• voortgangsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden voeren;

• het schip navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −;

• besluiten op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig − binnen geldende restricties − al dan niet te ontmeren;

• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de reis − binnen geldende restricties −;

• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting organiseren en coördineren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• op de vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles toezien;

• de scheepsadministratie en de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles vaststellen;

• knelpuntenanalyse uitvoeren en op basis daarvan adviseren;

• in bestaande netwerken participeren;

• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;

• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• voorstellen vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de zeevaart.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• gezagvoering;

• de restricties:

• Windkracht tot maximaal 6 Bft;

• Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;

• Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het − binnen geldende restricties − uitzetten van de koers;

• de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het − binnen geldende restricties − navigeren en manoeuvreren;

• de veiligheid van schip en opvarenden;

• de scheepsadministratie;

• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het − binnen geldende restricties − zodanig inzetten van het vaartuig dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij nautische omstandigheden dit niet toelaten;

• het − binnen geldende restricties − al dan niet ontmeren;

• het − binnen geldende restricties − afbreken of hervatten van de reis;

• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende (veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;

• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• toezicht op vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie;

• toezicht op vastlegging van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het aansturen van de Stuurman Zeevaart en de overige bemanning;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers − binnen geldende restricties −;

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers − binnen geldende restricties −;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• de begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt van een Stuurman Zeevaart,

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en gezagvoering (zeevaart) waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met gezagvoering (zeevaart) op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• leiding geven aan Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen niet naleven;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord;

• voor en tijdens de vaart (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden, navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −);

• toezicht op vastlegging gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het op de juiste wijze begeleiden van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid van de Stuurman Zeevaart;

• het bouwen en onderhouden van een netwerk;

op de juiste wijze:

• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;

• inschatten wanneer er − binnen geldende restricties − (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes van de scheepvaart;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van het vaartuig − binnen geldende restricties −;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• medewerkers instrueren;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (analyse, gezagvoering (zeevaart), plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• knelpuntenanalysetechniek;

• gezagvoering;

• zeevaartkunde;

• manoeuvreren en navigeren binnen gestelde restricties;

• advisering;

• analysetechniek;

• netwerken;

• coaching;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet-eerder) verkende problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie/gezagvoering;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied.

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook gezagvoering aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist A

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.) De Operationeel Specialist A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door vanuit specialisatie:

    • 1. opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen voor de opsporingspraktijk aan te dragen;

    • 2. oplossingen/adviezen voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek aan te dragen;

    • 3. producten & diensten te leveren,

    met behulp van -/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

  • (2.) De Operationeel Specialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid (sproducten) binnen de uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Specialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de deskundigheid van collega’s in de uitvoeringspraktijk door kennis en vaardigheden vanuit specialisatie over te dragen.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen28 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

  • Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Beleidsinzet(2):

Monitoring op juist gebruik van toepassing beleid(sproducten)

  • Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

  • Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) specialisten op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken, -werkterreinen, en/of -thema’s, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

  • Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie van specifieke veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s in de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen;

• adviezen aanpak aangereikte veiligheidsproblematiek;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleid(sproducten).

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Nader aangeduid:

• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor (deel van een) opsporingsonderzoek;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal van bevindingen;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

• gedeelde actuele specialistische kennis.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie en legt de bevindingen vast (dossier);

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleid(sproducten) zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• dwangmiddelen toepassen*;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• participeren in bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van het deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• (aangereikte) veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• gebruik en toepassing van beleid(sproducten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;

• participeren in bestaande netwerken voor wat betreft de aangereikte (veiligheids)problematiek;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk.

• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van: de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleid(sproducten);

• bestaande netwerken.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de gehele organisatie van de uitvoeringspraktijk en adviseert ter zake.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het − in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen − verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens, en het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• het − bij aangereikte veiligheidsproblematiek − analyseren van de problematiek vanuit zijn specialisatie en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

• neemt de functionaris het initiatief tot het participeren in:

• bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• bestaande netwerken van opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;

• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk;

• Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleid(sproducten),

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen/ routinematig bereikbaar, zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het overdragen van kennis en vaardigheden vanuit specialisatie op de uitvoeringspraktijk zelfstandig aanpakken;

Op juiste wijze:

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• participeren in:

• bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

○ wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en), waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• de specialisatie;

• analyse- en adviestechniek;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en ten behoeve van monitoring en/of intermediairschap.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden of aanpak van veiligheidsproblematiek tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Operationeel Expert Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde in de samenleving door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de samenleving door de uitvoering van meldkameractiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig meldkameractiviteiten uit. De Operationeel Expert Meldkamer initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Meldkamer bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van meldkameractiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering meldkamer

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van meldkameractiviteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van meldkameractiviteiten,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging

    in de (gezamenlijke) aanpak van meldkameractiviteiten, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

  • Het − conform procedures − koppelen van inzet van hulpdiensten aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

  • Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak) of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

  • Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en /of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Calamiteitencoördinator (caco);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• geeft nauwgezet uitvoering aan protocollen, beslisregels, procedures, werkwijzen en vastgestelde plannen van aanpak voor meldkameractiviteiten maar kan zelfstandig beslissen daarvan af te wijken bij onvoorspelde situaties die tot gevaarzetting kunnen leiden voor de collega’s op straat en ter plaatse;

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van het publiek;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als lifeline voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;

• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• beslissen tot opschaling;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van meldkameractiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van meldkameractiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• meldkameractiviteiten verrichten;

• analyseren, monitoren, evalueren en bijstellen;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• meldkamer regievoering;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit. De Operationeel Expert Intake & Service initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Intake & Service bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele aansturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van intake & serviceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intake & Serviceactviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intake en service

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorden en openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intake & Service,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, zodat de uitvoering van intake en service optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde, openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

Behandeling inzetverzoeken

  • Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek, zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel kan worden doorverwezen.

  • Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.

  • Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Kwaliteit

Het controleren van gevoegde dossiers (indicatie: meerdere feiten – 1 persoon/1 feit – meerdere personen) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening); het aanhouden van het (onderzoeks)dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan ketenpartners een rechtmatig en gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.

Interne serviceverlening

Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Dossiervormer in TGO’s;

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-zaaks)dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• controleert gevoegde dossiers op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);

• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• intake;

• service;

• inzetverzoeken;

• case screening;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• Intake & Serviceactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen, analysetechnieken;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben. Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen29 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch onderzoek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek uit. De Operationeel Expert Forensische Opsporing initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Forensische Opsporing bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van forensisch opsporingsonderzoek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek wordt verhoogd.

Verbetering Forensische Opsporing

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van forensische opsporing,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde en veiligheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoek, zodat de uitvoering van forensische opsporing optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving.

Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussenrelevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en hersteld.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • Coördinator PD-unit (CPDU);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Forensisch coördinator;

  • Sporencoördinator;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n);

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• neemt, ten behoeve van inzicht in de toedracht van misdrijven, op uitnodiging deel aan verhoren van verdachten en getuigen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• forensische opsporingsonderzoeken voorbereiden;

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;

• assistentie verlenen bij schouw;

• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;

• als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• alle plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI); op calamiteiten-PD’s onder aansturing van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LFTO);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze

• (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot forensische opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• organisatie en werkwijze OM;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en vervolgingsvraagstukken bij samenwerkingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Begeleider B

Kern van de functie

Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in en voor de uitvoeringspraktijk.

Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,

bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.

Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen30 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel begeleider B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen. Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

In het – in het kader van voorbereiding – opstellen van plannen van aanpak, ook zonder beschikbaar format. De Operationeel Begeleider B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Operationeel Begeleider B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Operationele Begeleiding efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

  • Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers− opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van Operationeel Begeleiding, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding van politiemedewerkers (individu en team) naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor operationele begeleiding met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden (principes, procedures en vaardigheden), het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), openbare orde en de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen. (operationele inzet en inbreng)

  • Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van operationele begeleiding en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden operationele begeleiding steeds actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoefte, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor aan collega operationeel begeleiders en docenten; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat en ontwikkelafspraken.

  • Het geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten en het signaleren van leermomenten, zodat ontwikkeling van vaardigheden geborgd is en de zelfredzaamheid van collega operationeel begeleiders en docenten wordt vergroot.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Operationele Begeleiding (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −;

      • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging

    • in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek in de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoering van Operationele Begeleiding optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebied-overstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Analyse en advies operationele begeleiding

  • Het op basis van analyse van aangereikte vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk, zodat specifieke vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek efficiënt en effectief opgelost worden.

  • Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen op het bereiken van vakbekwaamheidsniveau van politiemedewerkers − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de operationele begeleiding en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden operationele begeleiding verwerven van competenties en vakbekwaamheid wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het monitoren, analyseren en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling en in de bekwaamheden.

Training – Begeleiding- Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden) en daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het trainen en begeleiden van politiemedewerkers om een professionele beroepshouding en vaardigheidsniveau, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat politiemedewerkers excelleren in hun optreden.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

  • Vanuit het perspectief van Operationele Begeleiding politiemedewerkers en het team begeleiden na ingrijpende incidenten (geweld, verkeer ed.), zodat politiemedewerkers en het team duurzaam inzetbaar zijn en blijven in de uitvoeringspraktijk.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid, die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid, die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Ontwikkelen

  • Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van de operationele begeleiding en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen− adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het − op basis van maatschappelijke oriëntatie en interculturele sensitiviteit − adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in operationele begeleiding, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant lesmateriaal.

Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding voor het op te stellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten (principes, procedures en vaardigheden) – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen en waarbij creativiteit, aangewend voor het behalen van resultaten vanuit Operationele Begeleiding, slechts begrensd wordt door technische (on)mogelijkheden, vastgestelde kaders, richtlijnen en wetgeving − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit Operationele Begeleiding en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.

Blauw Vakmanschap

  • Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team (teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.

  • Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen daarvoor.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering van operationele begeleiding;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• analyse, conclusies en vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s;

• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzochte mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied operationele begeleiding;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak voor het verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp en schakelt van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• bevordert actief door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het kader van het steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap en dat van de collega’s;

• het actief onderzoeken van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die de operationele begeleiding overstijgen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);

• processen-verbaal opstellen;

• begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• inzetten op het terugdringen veiligheidsrisico’s;

• verrichten van onderzoek van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.

 
 
 
 

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

• organisatorische coördinatie;

• (politie)medewerkers;

• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• onderwijs/scholen;

• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzoeken naar mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

° plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies zonder beschikbare formats;

° leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

° aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

° gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

° (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:

° het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

° de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);

° conflicterende partijen;

° incidenten en calamiteiten;

° alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• de begeleiding naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten.

 
 
 
 
 
 
 

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• het schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen in de uitvoeringspraktijk;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• het begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• het begeleiden naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten.

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak – ook zonder beschikbare formats − voor het operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van operationele begeleiding en van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen.

op de juiste wijze:

• operationele begeleidingsactiviteiten verrichten;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied operationele begeleiding informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten;

• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;

• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• trainen en begeleiden gericht op het kunnen laten excelleren in hun optreden van politiemedewerkers in specifieke situaties.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de operationele begeleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• attitude en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek;

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid

• les- en leerstofontwikkeling.

 
 
 
 
 
 

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

 
 
 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

 
 

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen.

Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Operationeel Expert Beveiliging initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsmaatregelen, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Beveiliging bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en van de aanpak van beveiligingsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering beveiliging

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het – op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en van de aanpak van beveiligingsproblematiek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van veiligheidsmaatregelen,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen optimaal bijdraagt aan handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

Begeleiding te beveiligen personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Verantwoordelijk Beveiligingsambtenaar;

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• informatie uit voorverkenning;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkennen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• processen-verbaal;

• optreden als mentor.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• object- en persoonsbeveiliging;

• orde Rechtbank;

• arrestantenverzorging;

• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;

• locaties/objecten waarin de beveiligde persoon zich bevindt;

• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen.

op de juiste wijze:

• veiligheidsmaatregelen uitvoeren (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• observatietechnieken;

• geweldsinstructie;

• interventietechnieken;

• wapenkunde;

• beveiligingstechniek;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• kennis van vreemde talen;

• communicatie(-middelen);

• netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• regievoering;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben. Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen31 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch onderzoek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uit. De Operationeel Expert Tactische Opsporing initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Tactische Opsporing bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek wordt verhoogd.

Verbetering Tactische Opsporing

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporing, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactisch onderzoek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van tactische opsporing,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde en veiligheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek, zodat de uitvoering van tactisch opsporing optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, in samenhang brengen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van de bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tactisch Coördinator;

  • Tegenspreker;

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Projectleider;

  • Familierechercheur;

  • Trajectbegeleider.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit en brengt er samenhang in;

• valideert verzamelde onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal van (werkterreingerelateerde) aangifte, verhoor, misdrijven, dwangmiddelen en (overige) bevindingen opstellen;

• dwangmiddelen toepassen;

• procesdossiers samenstellen;

• op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij meer complexe (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• de vervolging van verdachten van misdrijven;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

○ de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het uitvoeren van analyses;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het opstellen van plannen van aanpak;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• (werkterreingerelateerd) tactische opsporingsonderzoeken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot tactische opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn onder meer:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• organisatie en werkwijze OM;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners en vervolgingsprocedures bij samenwerkingspartners.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten32 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Observatie draagt bij aan de handhaving van de (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Observatie te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig observatieacties uit. De Operationeel Expert Observatie initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieacties, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Observatie bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van observatieacties efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) – waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van observaties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van observatieacties; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van observatieacties wordt verhoogd.

Verbetering Observatie

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van observatieacties, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van observatieacties (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van observatieacties,

      het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendements- verhoging in de (gezamenlijke) aanpak van observatieacties, zodat de uitvoering van observatieacties optimaal bijdraagt aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

Het − op basis van een vastgesteld plan van aanpak voor observaties − op maat (laten) maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie- en elektrotechniek] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − initiëren van, of op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, installatietechniek en elektrotechniek en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur, zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, het beoordelen van de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen en het beoordelen of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerden.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Rolaanduiding:

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Sectiecommandant.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties,

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• beoordeelt bij de voorverkenning kritisch de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt dan wel laat − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opsporingsonderzoek en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat (laten) maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen;

• processen-verbaal opstellen.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• observaties waarbij latent hoog dreigingrisico aanwezig is;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

○ de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van observatieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van observatieactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze

• observatieactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Informantenrunner

Kern van de functie

Informantenrunnen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van informatie actief vergaard middels (burger)informanten in criminele netwerken en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving. Informantenrunnen geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in tak Verbeteren van het RBP.

Operationeel Expert Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van informantenrunnen te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig informantenrunnen uit. De Operationeel Expert Informantenrunner initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van informantenrunnen, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Informantenrunner bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van informantenrunnen efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van informantenrunnen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van informatenrunnen en het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van wordt verhoogd.

Verbetering Informantenrunnen

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informantenrunnen, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de bijdrage aan de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van informantenrunnen (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −;

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak informantenrunnen, zodat de uitvoering van Informantenrunnen optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Werven van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het werven van (burger)informanten uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving, zodat informatie beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen.

  • Het – bij stelselmatige informatie-inwinning − contracteren van (burger)informanten, zodat een juridische basis ontstaat voor de activiteiten van de burgerinformant en het werven en runnen van (burger)informanten aan de wettelijke eisen voldoet.

  • Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de kandidaat-burgerinformant, onder meer door het (laten) uitvoeren van antecedentenonderzoek; het beoordelen van de informatiepositie van de kandidaat-burgerinformant, zodat de waarde van de (burger)informanten voor de uitvoeringspraktijk kan worden vastgesteld en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het actueel houden van persoonlijke gegevens over (burger)informanten, zodat een waardevol en valide inlichtingennetwerk voor de uitvoeringspraktijk ontstaat.

Runnen van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het − volgens vastgesteld plan van aanpak − opbouwen en onderhouden van contacten met (burger)informanten; het aansturen van (burger)informanten op inlichtingenvergaring; het verzamelen van inlichtingen uit (burger)informanten, zodat gewenste informatie uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk.

  • Het toepassen van bronbeveiliging en afscherming van persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten, zodat de veiligheid van (burger)informanten wordt verhoogd.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van informatieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de informatieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Betrouwbare informatie – gesprekscontacten

  • Het beoordelen op betrouwbaarheid van de verzamelde inlichtingen door deze te controleren en te verifiëren, bijvoorbeeld aan de hand van feiten en omstandigheden waaronder de informatievergaring door de burgerinformant heeft plaatsgevonden of aan de hand van onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden zoals Intelligence (valideren), zodat de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van de verzamelde en gevalideerde inlichtingen met relevante (onderzoeks)gegevens, zodat de aldus ontstane informatie een basis vormt voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten (bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken) en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat rechtmatige bewijslast ontstaat en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Rapportages

  • Het rapporteren van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

  • Het rapporteren van informatie − ontstaan na interpretatie en het in samenhang brengen van gevalideerde inlichtingen − en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel van oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren in de daartoe geëigende systemen van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Regie en life-line

Het regisseren van het werven en runnen van (burger)informanten en het daartoe monitoren van de activiteiten van Senioren Informantenrunners, in het bijzonder ten aanzien van actuele veiligheidsrisico’s en de (functionele) relatie van de informantenrunners ten opzichte van de (burger)informanten, zodat de werving van en de informatievergaring uit (burger)informanten efficiënt, effectief en veilig verloopt.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

 

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• geworven (burger)informanten/gesprekscontacten;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde inlichtingen uit (burger)informanten;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten;

• processen-verbaal en rapportages;

• gerealiseerde life-line;

• betrouwbare informatie ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen;

• gecontracteerde (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning;

• (netwerken van) betrouwbare (burger)informanten op waardevolle informatieposities;

• in diens persoonsgegevens/identiteit en activiteiten afgeschermde (burger)informanten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt na validatie inlichtingen uit (burger)informanten zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die het werven en runnen van (burger)informanten kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• rapporteert over de samenhang in inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beoordeelt consequent inlichtingen uit (burger)informanten op betrouwbaarheid door deze te controleren en te verifiëren;

• past zodanig effectief en efficiënt bronbeveiliging en afscherming van (burger)informanten toe, dat de veiligheid van de burgerinformant wordt verhoogd;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• rapportages opstellen van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten;

• rapportages opstellen – op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal en rapportages opstellen;

• kandidaat-(burger)informanten beoordelen op betrouwbaarheid en op informatiepositie;

• (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning contracteren;

• bronbescherming en afscherming toepassen op persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten;

• life-line zijn.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van burgers die zich in criminele kringen en/of (radicale) groeperingen bevinden.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• werven (burger)informanten;

• runnen van (burger)informanten;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak;

• life-line positie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van informantenrunnen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.De problemen zelfstandig aanpakken, binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn), die zich voordoen bij:

• de uitvoering van informantenrunnen;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• informantenrunnen;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• methoden en technieken met raakvlakken met het werven en runnen van (burger)informanten;

• wetenschap: alfa en gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• privacywetgeving;

• methoden, technieken en instrumenten met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• non politieel gedrag;

• inzicht in de multiculturele samenleving;

• kennis van observatietechniek;

• inzicht in gedrag;

• inzicht in groepsdynamica;

• maatschappelijke ontwikkelingen;

• gesprekstechniek;

• advisering;

• analysetechnieken;

• organisatorische coördinatie;

• regisseren van netwerken;

• mentor;

• toesting van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

 

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Onvermijdelijke verzwarende werkomstandigheden

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van een alias. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de informantenrunner of de burgerinformant wordt ontmaskerd en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij het werven en runnen van (burger)informanten in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. Kans is tevens aanwezig ingeval de life-line met Senior Informantenrunners door externe factoren loslaat. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen33 voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en de inzet ervan bij de aanpak van veiligheidsproblematiek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) operationele politietaken uit.

De Operationeel Expert GGP initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert GGP bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van operationele politietaken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van operationele politietaken ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het – op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en van de aanpak van veiligheidsproblematiek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van operationele politietaken,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken optimaal bijdraagt aan handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het aansturen van de politie-inzet ter plaatse en het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Voorlichting

Het geven van informatie over actuele (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en het bevorderen van kennis over het voorkomen van overlast en criminaliteit, zodat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert.

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.);

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Officier van Dienst (OvD);

  • Projectleider;

  • Trajectbegeleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Verantwoordelijkheid

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• gecoördineerde politie-inzet bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossier VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• stuurt bij incident of calamiteit politie-inzet ter plaatse aan;

• geeft heldere voorlichting;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

 

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• politie-inzet aansturen ter plaatse van incident of calamiteit;

• processen-verbaal opstellen;

• als voorlichter optreden;

• als mentor optreden.

Dynamiek

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

 

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

• organisatorische coördinatie;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

 

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen.

op de juiste wijze:

• (werkterreingerelateerde) operationele politietaken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

 

Deskundigheid

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

 

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• organisatorische coördinatie;

• voorlichting;

• analysetechnieken;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• advisering;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid.