Aanbestedingsbesluit op defensie- en veiligheidsgebied

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 18-04-2019 t/m heden

Besluit van 5 februari 2013, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied (Aanbestedingsbesluit op defensie- en veiligheidsgebied)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 9 oktober 2012, nr. WJZ / 12330580, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;

Gelet op richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PbEU L 216) en de artikelen 2.74, tweede lid, en 3.1, eerste lid, van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 december 2012, nr. W15.12.0415/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 31 januari 2013, nr. WJZ / 12378942, uitgebracht mede namens Onze Minister van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • eidas-verordening: verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257);

  • Europese lijst van syntaxen: lijst van syntaxen waarvan het referentienummer op grond van artikel 3 van richtlijn 2014/55/EU bekend is gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie;

  • Europese norm voor elektronische facturering: Europese norm als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van verordening (EU) nr. 1025/2012 voor elektronische facturering waarvan het referentienummer op grond van artikel 3 van richtlijn 2014/55/EU bekend is gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie;

  • syntax: machineleesbare taal of taalvariant die wordt gebruikt om de in een elektronische factuur vervatte gegevenselementen weer te geven;

  • verordening (EU) nr. 1025/2012: Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/4/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2012, L 316);

  • wet: Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.

Hoofdstuk 2. Eigen verklaring

Artikel 2

In de eigen verklaring, bedoeld in artikel 2.74 van de wet, worden ten minste de volgende gegevens opgenomen:

  • a. de naam en adresgegevens van een onderneming, het nummer van de inschrijving in het handelsregister en de gegevens van de contactpersoon;

  • b. een verklaring aangaande de in de wet genoemde uitsluitingsgronden;

  • c. een verklaring aangaande de gestelde geschiktheidseisen;

  • d. een verklaring aangaande de wijze waarop voldaan wordt aan de selectiecriteria;

  • e. een verklaring aangaande de juistheid van de ingevulde eigen verklaring, de bevoegdheid van de ondertekenaar;

  • f. de datum en de handtekening.

Hoofdstuk 3. Communicatie

Artikel 3

  • 1 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf deelt de inschrijvers en gegadigden mede of de mededelingen en uitwisselingen van informatie worden gedaan door middel van de post of de fax, langs elektronische weg overeenkomstig het vijfde lid en artikel 5, per telefoon, of door middel van een combinatie van deze middelen, tenzij het een bericht betreft waarvoor in de wet de wijze van verzending is voorgeschreven.

  • 2 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf maakt gebruik van communicatiemiddelen die algemeen beschikbaar zijn en waardoor de toegang van de ondernemers tot de aanbestedingsprocedure niet wordt beperkt.

  • 3 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf waarborgt bij de mededelingen, uitwisselingen en opslag van informatie de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en van de verzoeken tot deelneming.

  • 4 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf neemt pas na het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening kennis van de inhoud van de verzoeken tot deelneming en van de inschrijvingen.

  • 5 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf gebruikt voor mededelingen langs elektronische weg middelen die, evenals de technische kenmerken daarvan, niet-discriminerend zijn en algemeen beschikbaar en welke in combinatie met algemeen gebruikte informatie- en communicatietechnologieproducten kunnen functioneren.

Artikel 4

  • 1 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf waarborgt dat verzoeken tot deelneming aan een procedure voor de gunning van een opdracht schriftelijk of telefonisch gedaan kunnen worden.

  • 2 Wanneer verzoeken tot deelneming telefonisch worden gedaan, zendt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vóór het verstrijken van de ontvangsttermijn een schriftelijke bevestiging.

Artikel 5

  • 1 Op de toezending en de middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen, en op de middelen voor de elektronische ontvangst van verzoeken tot deelneming zijn het tweede tot en met het vijfde lid van toepassing.

  • 2 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf waarborgt dat de informatie betreffende de specificaties die nodig zijn voor de elektronische indiening van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming, inclusief de encryptie, voor belanghebbende partijen beschikbaar zijn.

  • 3 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf kan met inachtneming van artikel 25 van de eidas-verordening eisen dat bij elektronische inschrijvingen gebruik wordt gemaakt van een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van de eidas-verordening.

  • 4 Een inschrijver of gegadigde dient de documenten, certificaten en verklaringen, die van hem op grond van artikel 2.75, eerste en derde lid, van de wet, worden verlangd, indien deze niet in elektronische vorm beschikbaar zijn, in vóór het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening van inschrijvingen of aanvragen tot deelneming.

  • 5 Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf voorziet er in dat de middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming door passende technische voorzieningen ten minste de waarborg bieden dat:

    • a. met betrekking tot het gebruik van elektronische handtekeningen als bedoeld in artikel 3, onderdeel 10, van de eidas-verordening, bij inschrijvingen en verzoeken tot deelneming voldaan wordt aan de eidas-verordening,

    • b. het tijdstip en de datum van ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming kunnen worden vastgesteld,

    • c. redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de opgegeven uiterste datum toegang kan hebben tot de op grond van onderhavige eisen verstrekte informatie,

    • d. bij een inbreuk op dit toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk zonder problemen kan worden opgespoord,

    • e. alleen de gemachtigde personen de data voor openbaarmaking van de ontvangen informatie kunnen vaststellen of wijzigen,

    • f. tijdens de verschillende fasen van de aanbestedingsprocedure alleen een gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen toegang kan geven tot het geheel of een gedeelte van de verstrekte informatie,

    • g. het gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen slechts na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan geven, en

    • h. de ontvangen en openbaar gemaakte informatie uitsluitend toegankelijk blijft voor de tot inzage gemachtigde personen.

Artikel 6

  • 1 Aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven ontvangen en verwerken elektronische facturen die worden opgesteld ter uitvoering van overeenkomsten waarop de wet van toepassing is en die voldoen aan de Europese norm voor elektronische facturering en aan syntaxen die zijn opgenomen in de Europese lijst van syntaxen.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op elektronische facturen die worden opgesteld ter uitvoering van overeenkomsten waarvan het plaatsen van de opdracht en het uitvoeren van de overeenkomst geheim zijn verklaard of overeenkomstig de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met speciale veiligheidsmaatregelen gepaard moet gaan en mits de lidstaat heeft bepaald dat de betrokken wezenlijke belangen niet met minder ingrijpende maatregelen kunnen worden gewaarborgd.

  • 3 Een actualisatie of herziening van de Europese norm voor elektronische facturering of de Europese lijst van syntaxen als bedoeld in artikel 5 van richtlijn 2014/55/EU gaat voor de toepassing van dit artikel gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken actualisatie of herziening uitvoering moet zijn gegeven.

  • 4 Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een actualisatie of herziening als bedoeld in het derde lid.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanbestedingsbesluit op defensie- en veiligheidsgebied.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 februari 2013

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

De Minister van Defensie,

J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de vijftiende februari 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven