Verordening bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket 2013

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 11-01-2013 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 31 oktober 2012, houdende de vaststelling van de bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket 2013)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95, tweede lid, en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie detailhandel brood en banket;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. een onderneming: een onderneming waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

  • b. de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • c. detailhandel brood- en banketproducten: het aan particulieren verkopen van:

    • brood, dit is de gebakken eetwaar als bedoeld in artikel 1, sub d, van het Warenwetbesluit meel en brood;

    • banket, dit is gebak met slagroom, banketbakkersroom of een dergelijke grondstof, dan wel met vers of gesteriliseerd fruit;

    • overige bakkersartikelen, dit zijn andere geheel of gedeeltelijk uit meel of bloem bereide artikelen, die gewoonlijk in brood- en banketwinkels worden verkocht, dan wel die naar de aard van de verwerkte grondstoffen of de wijze van verwerking van die grondstoffen vergelijkbaar zijn met de hier bedoelde artikelen, zoals beschuit, koek, koekjes, ragoutwerk, kerstbrood of dergelijke (gelegenheids)producten;

  • d. franchiseformule: een commerciële samenwerkingsvorm tussen ondernemers, waarbij de ene partij (de franchisegever) aan de andere partij (de franchisenemer) tegen een vergoeding het recht verleent om een onderneming te exploiteren volgens een door de franchisegever ontwikkeld systeem en onder een door hem voorgeschreven handelsnaam;

  • e. ambulante handel: markthandel, straathandel en handel te water;

  • f. verkoopplaats: iedere plaats waar de detailhandel anders dan in de uitoefening van de ambulante handel wordt uitgeoefend, alsmede elke voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waar waren aan particulieren te koop worden aangeboden;

  • g. bestemmingsheffing: de heffing die is gebaseerd op artikel twaalf, tweede lid, van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

  • h. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in brood- en banketproducten wordt uitgeoefend.

  • 2 Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin de detailhandel in brood en banketproducten uitsluitend in de vorm van ambulante handel wordt uitgeoefend.

  • 3 Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemers die de detailhandel in brood en banketproducten uitoefenen in het kader van een franchiseformule en de franchisegever schriftelijk heeft verklaard dat de verkoopplaatsen van de franchisenemers kunnen worden aangemerkt als eigen verkoopplaatsen in de zin van deze verordening.

  • 4 Deze verordening is niet van toepassing op ondernemers die aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten op grond van de Heffingsverordening banketbakkersbedrijf 2013 de bestemmingsheffing banket zijn verschuldigd.

§ 2. De bestemmingsheffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening, wordt voor het jaar 2013 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van activiteiten betreffende kwaliteitsbevordering, innovatie en professionalisering van de bedrijfsvoering. Hiermee wordt een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in brood en banketproducten bevorderd.

  • 2 De bestemmingsheffing bestaat uit:

    • a. een basisheffing van € 99 per onderneming, en

    • b. een filiaalheffing van € 99 voor elke tweede en volgende verkoopplaats van de onderneming.

  • 3 De bestemmingsheffing bedraagt maximaal € 495 voor ten hoogste 5 verkoopplaatsen.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Het besluit tot het opleggen van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 3, alsmede besluiten voortvloeiend uit artikel 4 van deze verordening worden genomen door de voorzitter.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening treedt in werking na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket 2013.

Den Haag, 31 oktober 2012

E.H.M. Bakker-Derks

voorzitter a.i.

R.C.B. de Jong

secretaris

Naar boven