De vrijstelling van btw voor diensten op het gebied van de AWBZ- en de Wmozorg is opgenomen in artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel g, onder 2°, van de wet. Dit artikel is gebaseerd op artikel 132 van de btw-richtlijn.
De vrijstelling ziet op de diensten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en h, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, verleend aan personen ten behoeve van wie in een indicatiebesluit op grond van de AWBZ is vastgelegd dat ze op in die onderdelen bedoelde zorg zijn aangewezen, alsmede huishoudelijke verzorging, bedoeld in de Wmo, verleend aan personen ten behoeve van wie ingevolge die wet vaststaat dat ze op die verzorging zijn aangewezen.
Het Besluit zorgaanspraken AWBZ wijzigt met ingang van 1 januari 2013. De gevolgen van deze wijziging voor de vrijstelling voor diensten op het gebied van de AWBZ- en de Wmozorg voor de btw-heffing zijn nog niet wettelijk uitgewerkt. Ik acht het daarom wenselijk dat voor het verrichten van diensten, die tot 1 januari 2013 onder het bereik van de vrijstellingsbepaling vielen, vooralsnog de vrijstelling toegepast kan blijven. Daarom keur ik het volgende goed met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule).