U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 04-12-2024. Geldend van 09-12-2020 t/m 25-02-2021
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 november 2012, G&VW/AA/2012/16953, tot vaststelling van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;
Besluit:
1 In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen overtredingen, te weten:
a. een zware overtreding (ZO), oftewel een overtreding die in de bijlage als ZO is aangemerkt en waarvoor direct een boete wordt gegeven;
b. een overtreding met directe boete (ODB), oftewel een overtreding die in de bijlage als ODB is aangemerkt en waarvoor direct een bestuurlijke boete wordt gegeven; en
c. een overige overtreding (OO), oftewel een overtreding die in de bijlage als OO is aangemerkt en waarvoor eerst een waarschuwing of een kennisgeving van een eis tot naleving wordt gegeven, of een eis tot naleving wordt gesteld, en pas nadat dezelfde of een soortgelijke overtreding opnieuw wordt geconstateerd, wordt overgegaan tot boeteoplegging.
2 Hiernaast geldt in deze beleidsregel als overtreding met directe boete de overtreding die de directe aanleiding is geweest voor een arbeidsongeval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet.
3
a. Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 33, eerste en tweede lid, en artikel 34 van de Arbeidsomstandighedenwet worden zeven categorieën normbedragen onderscheiden, te weten:
1°. het 1e normbedrag € 340;
2°. het 2e normbedrag € 750;
3°. het 3e normbedrag € 1500;
4°. het 4e normbedrag € 3000;
5°. het 5e normbedrag € 4500;
6°. het 6e normbedrag € 9000;
7°. het 7e normbedrag € 13500;
b. In afwijking van onderdeel a wordt voor het door een werkgever niet onverwijld melden van een arbeidsongeval als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en waarbij de toezichthouder geen onderzoek meer kan verrichten, een boetenormbedrag opgenomen van € 50000.
4 Overtredingen die meermalen voorkomen, kunnen maximaal drie keer in de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete worden meegenomen.
5 De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, in geval er sprake is van meer dan één overtreding, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
6 De bestuurlijke boete die per boetebeschikking aan een werknemer kan worden opgelegd, bedraagt maximaal € 450.
7 In de bijlage bij deze beleidsregel is per artikel, artikellid of onderdeel daarvan, dat is aangemerkt als overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, aangegeven welk categorie normbedrag zal worden opgelegd en om welk type overtreding het gaat.
Tevens is in de bijlage aangegeven voor welke overtredingen een boete aan een werknemer kan worden opgelegd.
8 De in het derde lid genoemde normbedragen zijn uitgangspunt voor de berekening van op te leggen bestuurlijke boetes voor bedrijven of instellingen met 500 of meer werknemers. Voor bedrijven of instellingen van geringere omvang geldt het volgende:
a. bedrijven of instellingen met minder dan 5 werknemers betalen 10 procent;
b. bedrijven of instellingen met 5 tot en met 9 werknemers betalen 20 procent;
c. bedrijven of instellingen met 10 tot en met 39 werknemers betalen 30 procent;
d. bedrijven of instellingen met 40 tot en met 99 werknemers betalen 50 procent;
e. bedrijven of instellingen met 100 tot en met 249 werknemers betalen 60 procent;
f. bedrijven of instellingen met 250 tot en met 499 werknemers betalen 80 procent.
Een al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerd normbedrag is het uitgangsbedrag voor eventuele verdere boeteberekening.
Bij overtredingen begaan door anderen dan de werkgever, te weten: de opdrachtgever, de ontwerpende partij en de uitvoerende partij bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wordt niet gecorrigeerd naar het aantal werknemers. In dat geval zijn de in de bijlage genoemde normbedragen uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete.
Bij overtredingen begaan door bedrijfsartsen en deskundige personen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, worden de in de bijlage, Tarieflijst, onderdeel Arbowet, bij artikel 14, tweede en derde lid, genoemde normbedragen gehanteerd voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete.
Bij overtredingen begaan door werknemers of zelfstandigen geldt als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete een normbedrag dat is gecorrigeerd voor bedrijven of instellingen met minder dan 5 werknemers of zelfstandigen.
9
a. Voor de boeteberekening van overtredingen geconstateerd op locaties of in filialen, wordt als bedrijfs/instellingsgrootte het aantal werknemers van de gehele juridische eenheid gehanteerd;
b. Voor een bestuurlijke boete die wordt opgelegd aan degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn wordt voor de bedrijfsgrootte uitgegaan van het aantal vrijwilligers dat ten tijde van de overtreding werkzaam was op de locatie waar de overtreding heeft plaatsgevonden. Indien bij degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn, ook werknemers werkzaam zijn, wordt voor de bedrijfsgrootte uitgegaan van het totaal aantal werknemers en vrijwilligers.
10 Bij de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete kunnen één of meer van de volgende factoren aan de orde zijn en leiden tot verhoging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde boetenormbedrag:
a. bij een arbeidsongeval dat leidt tot de dood of uitzonderlijk ernstig blijvend letsel worden de boetenormbedragen voor de daaraan ten grondslag liggende overtreding of overtredingen vermenigvuldigd met vijf;
b. bij een arbeidsongeval dat leidt tot blijvend letsel worden de boetenormbedragen van de daaraan ten grondslag liggende overtredingen met het volgende getal vermenigvuldigd:
1°. bij ernstig blijvend letsel met vier;
2°. bij matig blijvend letsel met drieënhalf;
3°. bij licht blijvend letsel met drie;
c. bij een arbeidsongeval dat leidt tot een ziekenhuisopname worden de boetenormbedragen voor de daaraan ten grondslag liggende overtreding of overtredingen met het volgende getal vermenigvuldigd, waarbij onder het begrip ‘nacht’ wordt verstaan het tijdvak gelegen tussen 24.00 en 06.00 uur;
1°. bij een ziekenhuisopname van zeven nachten en meer met vier;
2°. bij een ziekenhuisopname van twee nachten en meer, maar minder dan zeven nachten, met drieënhalf;
3°. bij een ziekenhuisopname van minder dan twee nachten met drie;
d. in aanvulling op de onderdelen b en c, wordt in het geval van een combinatie van de factoren ‘blijvend letsel’ en ‘ziekenhuisopname’ de hoogst toepasselijke vermenigvuldigingsfactor toegepast;
e. in het geval van een zware overtreding (ZO), wordt het boetenormbedrag vermenigvuldigd met twee;
f. indien meer dan tien, respectievelijk meer dan vijftig werknemers aan een niet-administratieve overtreding zijn blootgesteld wordt het boetenormbedrag vermenigvuldigd met anderhalf, respectievelijk twee.
11 Indien de werkgever aantoont dat hij inspanningen heeft verricht, gericht op het voorkomen van de overtreding in het concrete geval, kan dit leiden tot matiging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde normbedrag. De volgende inspanningen kunnen leiden tot een matiging van 25% per onderdeel:
a. als de risico’s van de concrete werkzaamheden voldoende zijn geïnventariseerd en een veilige werkwijze is ontwikkeld die voldoet aan de vereisten van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet;
b. als de noodzakelijke randvoorwaarden zijn gecreëerd voor het toepassen van een veilige werkwijze;
c. als er adequate instructies zijn gegeven;
d. als er adequaat toezicht is gehouden.
12 Indien de werkgever aantoont dat hij na de overtreding adequate maatregelen heeft genomen, kan dit leiden tot een boetematiging van 12,5%. Maatregelen zijn adequaat als zij:
a. zijn gericht op het voorkomen van dezelfde of soortgelijke overtredingen; en
b. zo snel mogelijk na de overtreding zijn genomen.
13 Als werkgever in de zin van het elfde of twaalfde lid wordt mede begrepen degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn.
14 Bij de vaststelling of sprake is van herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen wordt bij zelfstandig opererende nevenvestigingen van rechtspersonen gehandeld alsof deze afzonderlijke ondernemingen zijn.
15 Indien rechtspersonen langer dan zes aaneengesloten maanden op dezelfde bouwlocatie werkzaamheden verrichten, wordt die bouwlocatie beschouwd als nevenvestiging als bedoeld in het veertiende.
16 Het veertiende en vijftiende lid zijn niet van toepassing op ernstige overtredingen, als bedoeld in artikel 9.10a, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
17 In aanvulling op of in afwijking van de leden drie tot en met vijf en zeven tot en met twaalf, kan het bedrag van de boete worden verhoogd of verlaagd totdat deze evenredig is en daarmee passend en geboden.
De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving wordt ingetrokken.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving.
Deze beleidsregel zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 27 november 2012
Minister
L.F. Asscher.
•
tarieven Arbowet
tarieven Arbobesluit
tarieven Arboregeling
* Ten aanzien van de feiten waar een asterisk (*) achter de boetenormbedragen is geplaatst, kan ook een werknemer worden beboet, indien deze op grond van de desbetreffende bepalingen:
a. de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen en hulpmiddelen niet overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften gebruikt en zindelijk houdt (zie artikel 9.3, eerste lid, Arbobesluit, juncto artikel 11, aanhef en onder a en b. Arbowet of
b. de betreffende voorschriften en verboden niet naleeft (zie artikel 9.3, tweede lid, Arbobesluit).
** Ten aanzien van de artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden waar een dubbele asterisk (**) achter het boetenormbedrag is geplaatst, wordt een eventuele boete opgelegd aan de bedrijfsarts.
*** Ten aanzien van de artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden waar een driedubbele asterisk (***) achter het boetenormbedrag is geplaatst, wordt een eventuele boete opgelegd aan de bedrijfsarts of de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet.
Leeswijzer:
In de hieronder staande tabel wordt per beboetbaar artikel van de Arboregelgeving aangegeven welke categorie boetenormbedrag van toepassing is en of op grond van dit artikel tevens een werknemersboete kan worden opgelegd dan wel een boete aan de bedrijfsarts of de bedrijfsarts of de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet, wordt opgelegd. In de laatste kolom staat ZO voor zware overtreding, ODB voor een overtreding waarvoor direct een boete volgt en OO voor een overige overtreding (OO). Een actuele versie van de regelgeving is te vinden op www.overheid.nl
Artikel
Lid
Onderdeel
Categorie normbedrag
1. Werknemersboete: *
2. Boete bedrijfsarts: **
3. Boete bedrijfsarts en deskundige personen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet: ***
Type overtreding
Arbowet
1
4
OO
2
3 en 4
5
OO/ODB0a
2 en 4
OO/ODB0b
6
8
1 t/m 3
ODB1
50.000 euro, 5 en 3, afhankelijk van de situatie2
ODB3
10
7
ZO4
11
*
ZO5
13
b
14
a
c
d
e
f
g
**
h
i
***
j
eerste zin
tweede zin
ODB5a
OO/ODB5b
14a
2 en 3
15
1 en 3
18
19
Arbobesluit
1.5ha
OO/ODB5c
1.36
1 en 2
1.37
ODB6
ODB7
1.38
Afdeling 9
1.41
1.42
1 t/m 4
1.42a
Afdeling 10
1.44
1.46
2, 3, 4 en 12
5, 6, 7, 9, 10 en 11
ZO (lid 59,
610, 710a, en 911)/OO (lid 10 en 11)
1.48
1.49
2, 3
ZO (lid 212) OO (3)
4, 5, 6
1.51
1.52
1.53
Afdeling 1
2.1
Afdeling 3
2.13
2.14a
2.14d
2.14e
Afdeling 4
2.15
Afdeling 5
2.26
2.27
ODB13
2.28
ODB14 (lid 1)
2.29
ODB
2.32
2.33
2.34
2.35
a t/m d
g en h
i en j
Afdeling 6
2.41
2.42
ODB15(lid 2)/OO
2.42a
2.42b
2.42c
Afdeling 6a
2.42e
ZO16
2.42f
ZO17
2.42g
2.42h
ODB18
2 t/m 4
Afdeling 7
2.43
3.1b
3.2
1 bij aanrijdgevaar
ZO19 (lid 1)
Overig 1 t/m 3
3.2a
ZO19a/ OO
ODB19b
ODB19c
ODB19d
3.3
ZO20
3.4
ZO21 (lid 2)/OO
3.5
3, 4 en 7
ZO22 (lid 3, 4 en 7)/OO
3.5b
3.5c
3.5d
ZO23 (lid 1 en 2)/OO
3.5e
a, b, e en h
ZO24 (a, b en e)/OO
c, d, f, g en i
3.5f
a en b
c, d en e
ODB25
3.5g
*(lid 1)
ZO26
3.5h
OO/ODB27(lid 4)
ZO28
3.6
ZO (lid 1)29/OO
3.7
ZO30 (lid 1 en 2)
3 t/m 6
3.8
3.9
3.10
3.11
1 en 4
3.12
3.13
1 t/m 4 en
8 t/m 10
5 t/m 7
3.14
1 t/m 7
3.15
3.16
1 en 5
ZO (lid 131 en 531a)
3.17
ZO32
3.18
ZO33
3.19
3.20
3.21
3.22
3.23
3.24
3.25
1 t/m 6
Afdeling 2
3.27
3.28
ZO34
3.29
2, 3 en 5
ZO35 (lid 2 en 5)/OO
3.30
ZO36 (lid 1 en 2)/OO
3.31
ZO37
3.33
3.34
3.35
Afdeling 3a
3.37
Afdeling 3b
3.37b
3.37c
ZO (lid1 )38/OO
3.37d
3.37e
ZO39
3.37f
3.37g
3.37h
3.37i
Afdeling 3c
3.37k
3.37m
3.37n
3.37p
3.37q
3.37r
3.37s
1, 5 en 6
3.37t
1, 2 en 4
ODB40
3.37u
3.37v
ZO41
3.37w
b t/m e
3.37y
3.46
ODB42
3.48
4.1b
1 en 243
4.1c
a t/m g, i, j en l
* (sub l)
ZO (f44 en g44a) /OO
k
4.1d
4.2
1 t/m 8
4.2a
4.3
2 t/m 5
4.4
1 t/m 5
ZO (lid 1)45/OO
4.5
ZO46
4.6
ZO47 (lid 1)/OO
4.7
ZO48
c en d
4 en 5
4.8
* Lid 2 en 3
OO /ODB (lid 2 en 3)49
4.9
ZO50
ODB51
4.10
ODB51a
4.10a
1, 2, 4 en 5
4.10b
4.10c
4.10d
1, 3 en 4
4.13
4.15
4.16
OO/ZO (lid 352 en 453)
4.17
4.18
4.19
* sub a
d en e
4.20
4.23
4.45
ZO54
4.45a
4.45b
4.46
ZO55
4.47
1,2, 5 en 6
7 en 8
4.47a
* Lid 3
ZO56
4 t/m 6 en 8
4.47b
4.47c
ODB57
4.48a
ZO58
2 onderdeel b
4.50
ODB (lid 1 en 4)59/ OO
ZO60
4.51
4.51a
ZO61
4.52
ODB62
4.53
4.54
ZO63
4.54a
ZO64/ODB65
ODB66
OO/ODB (lid 4)66a
5 en 6
4.54d
1, 5 en 7
ZO67
ODB68
6 en 8
ODB69
4.58
ZO70
4.59
ZO71
4.60
ZO72
4.61
ZO73
3 t/m 5
ZO74(lid 3 en 5)/OO
4.61a
ZO75
4.61b
ZO76
4.62b
ODB77
4.85
4.86
4.87
4.87a
ZO78 (lid 1)/OO
Lid 3 wordt beboet via lid 2
* onder d
4.87b
4.88
4.89
* Lid 1 en 4
4.90
2 t/m 6
4.91
1 t/m 3, 10
4.94
1, 3 en 5
ODB79
4.95
ODB80
4.96
4.97
4.98
4.99
4.100
4.101
4.102
4.105
ZO81
4.106
ODB82
4.108
ZO83
4.109
ZO84
5.2
5.3
ODB bij verschillende fysiek belastende werkzaamheden, per 01-09-201285, OO
5.4
5.5
5.9
5.10
5.11
5.13a
a. t/m d.
ZO86
6.1
6.2
6.3
6.4
6.7
6.8
1, 3, 7 10 en 11
OO/ZO (lid 10)87
ZO88
6.9
6.10
6.10a
6.11
6.11b
1 t/m 3 en 6
6.11c
ZO89
6.11d
6.11e
1,2 en 4
Afdeling 4a
6.12e
ZO90
6.12f
6.12g
Afdeling 4b
6.12j
ZO90a/OO
ZO90b/OO
6.12k
6.12l
6.12m
6.12n
6.14
6.14a
OO/ ODB91 (lid 3)
ZO92
6.15
b en d
ZO93 (onder b)
6.15a
6.16
ZO94
2, 3, 6 en 7
OO/ODB95 (lid 3, 6 en 7)
5 en 8
6.17
ODB96 (lid 1)/OO
6.18
* Lid 4
ZO97(lid 1 en 2)/OO
6.19
ZO98
ODB 99 (lid 2)/OO
6.20
ZO (lid 1 en 2100)/OO
Afdeling 5a
6.20b
Afdeling 5b
6.20e
6.27
ZO101
6.29
ZO102
6.29a
ZO103
6.29b
ZO104
6.29c
ZO105
7.2
7.3
OO /ZO (lid 2106 en 4107)
7.4
OO /ZO (lid 3108 en 4109)
7.4a
7.5
1 t/m 3 en 5
OO/ZO (lid 2110,3111 en 5112)
7.6
7.7
ZO (lid 1113)/OO
7.8
7.9
ZO114
7.10
7.11
OO/ZO (lid 2115)
7.11a
7.13
* Lid 7
7.14
7.15
7.16
ZO116
7.17a
1, 2, 4, 5, 6
ZO (lid 1117, 2118 en 5119) /OO
7.17b
2a
2b, c, d, e, 5 en 6
ZO (lid 2c en d120)/OO
7.17c
1 en 8
* Lid 8
ODB (lid 1121)/OO
2, 3 en 7
ZO (lid 2122)/OO
7.17d
7.18
2, 4, 6, 7 en 8
ZO (lid 2123, 6124 en 7125)/ODB (lid 4126)/OO (lid 8)
3 en 9
* Lid 9
7.18a
2, 3, 11 en 13
* Lid 2, 3 en 13
ZO (lid 3127 en 13128)/OO
4, 5, 6, 7, 9 en 12
8 en 10
* Lid 10
7.18b
1, 2 en 3
ZO (lid 1129)/OO
7.20
OO/ZO (lid 4130)
7.21
* Lid 2
ZO131
7.23
1 t/m 11
ZO (lid 1132, 5133, 6134, 7135, 9136 en 11137)/OO
7.23a
ZO138
7.23b
2 en 9
3 t/m 7
ZO (lid 3139, 4140, 5141, 7142)/OO
7.23c
1a tm e en 2
* Lid 1b
ZO (lid 1a en d143)/OO
1f en g
OO /ODB (lid 1g144)
7.23d
Een bestuur-lijke boete volgt in combinatie (juncto) artikel 7.18 lid 4
ODB145
3, onder a
ODB146a
3, onder b
ODB146b
ODB147
ODB148
ODB149
ODB150
10, onder a, b, c en d
ODB151
11, onder a en b
ODB152
7.24
* Lid 1
7.25
1, 3, 4, 5 en 7
ZO (lid 1153 en 7154)/OO
ZO155
7.26
7.27
ZO156
7.28
ZO157
7.29
2, 3, 4, 5 en 6
ODB (lid 7158)/OO
7.30
7.32
ODB159
7.34
ZO160
7.35
7.36b
1 tm 4, tweede volzin
4, eerste volzin
4, derde volzin
7.39
ZO161
8.1
1 en 6
2, 3, 4, 5, 7 en 8
* Lid 4, 5, 7 en 8
8.2
8.3
* Lid 1 en 3
ZO (lid 1162 en 2163)/OO
8.4
Arboregeling
Paragraaf 3.2
Paragraaf 4.1
4.11