Aanwijzing contracteerruimte AWBZ 2013

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 19 november 2012, MC-U-3140368, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake contracteerruimte AWBZ 2013 en enkele andere aangelegenheden

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 3 oktober 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2012/13, 30 597, nr. 267);

Gezien:

  • mijn inbreng van 13 november 2012 (DLZ-U-3139428) voor het verslag van een schriftelijk overleg met de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

  • het algemeen overleg op 15 november met de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. werkingssfeer en uitvoering aanwijzing

  • 2 De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) stelt ter uitvoering van deze aanwijzing tijdig voor 1 januari 2013 regels of beleidsregels vast.

Paragraaf 2. Contracteerruimte 2013

Artikel 2. startpunt en algemene uitgangspunten

  • 1 De zorgautoriteit stelt de totale contracteerruimte voor 2013 vast via dezelfde systematiek als voor de jaren 2005 tot en met 2012 is toegepast en gebruikt daarbij als startpunt 100 procent van de totale contracteerruimte 2012 zoals de zorgautoriteit die heeft vastgesteld.

  • 2 Wat betreft de kapitaallasten vallen de normatieve huisvestingscomponenten (hierna: nhc's), net als in 2012, binnen de contracteerruimte met inachtneming van de door de zorgautoriteit ontworpen overgangsregeling op grond van de Aanwijzing van 12 juli 2011 inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ (Stcrt. 2011, 13319), zoals gewijzigd bij Aanwijzing van 8 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 16189). De zorgautoriteit berekent de extra middelen die hiervoor aan de contracteerruimte 2013 worden toegevoegd op basis van de nhc-bedragen per zorgzwaartepakket. In 2013 gaat het op grond van de bedoelde overgangsregeling om 20 procent van de nhc-bedragen.

Artikel 3. verlaging contracteerruimte 2013

De zorgautoriteit verlaagt de met toepassing van artikel 2 berekende contracteerruimte met de volgende bedragen:

Artikel 4. verhoging contracteerruimte 2013

De zorgautoriteit verhoogt de met toepassing van artikel 3 berekende contracteerruimte 2013 met € 421,5 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit:

  • a. € 325 miljoen vanwege volumegroei in verband met de demografische ontwikkelingen;

  • b. € 90 miljoen vanwege extra instroom en doorstroom bij de zorg in natura als gevolg van wijzigingen in de toegang tot het persoonsgebonden budget;

  • c. € 6,5 miljoen vanwege het vervallen van de oormerking van de ruimte voor het aanpakken van de wachtlijsten van de zorg voor jeugdige licht verstandelijk gehandicapten.

Artikel 5. budgetrondes

De zorgautoriteit houdt op de gebruikelijke wijze en tijdstippen budgetrondes voor de productieafspraken, met dien verstande dat:

  • a. zij in de eerste budgetronde € 250 miljoen verdeelt van het bedrag, genoemd in de aanhef van artikel 4;

  • b. zij bij de herverdeling die plaatsvindt bij gelegenheid van de tweede budgetronde in november van het lopende jaar het resterende deel betrekt van het bedrag, genoemd in de aanhef van artikel 4, te weten € 171,5 miljoen.

Artikel 6. regionale contracteerruimte

  • 1 De zorgautoriteit stelt tijdig per zorgkantoorregio de maximale contracteerruimte 2013 vast en deelt deze mee aan het zorgkantoor in de regio. Voor de vaststelling per regio is artikel 2 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 De zorgautoriteit verdeelt het bedrag, genoemd in artikel 5, onder a, op basis van de intramurale en extramurale indicatiegegevens van het Centrum Indicatiestelling Zorg. Zij houdt hierbij de gebruikelijke verdeelsystematiek aan, waarbij zij rekening houdt met de verhouding tussen het extramurale en het intramurale deel van de contracteerruimte.

Artikel 7. toetsing productieafspraken

  • 1 De zorgautoriteit toetst per zorgkantoorregio de totale financiële gevolgen van de productieafspraken aan de voor die regio vastgestelde contracteerruimte. Indien de zorgautoriteit constateert dat de ingediende productieafspraken niet passen binnen de contracteerruimte van de desbetreffende regio, of de ingediende afspraken niet passen binnen de geoormerkte bedragen, bedoeld in de artikelen 9 en 10, wordt deze overschrijding niet gehonoreerd.

  • 2 De tweede volzin van het eerste lid is niet van toepassing op productieafspraken voor intensieve kindzorg en multidisciplinaire behandeling van kinderen met chronische voedselweigering.

Artikel 8. knelpuntenprocedure

De zorgautoriteit hanteert de knelpuntenprocedure op de gebruikelijke wijze.

Paragraaf 3. Geoormerkte middelen naast de contracteerruimte 2013

Artikel 9. zorg door zelfstandige zorgverleners zonder personeel

Naast de contracteerruimte is € 20 miljoen beschikbaar voor het inkopen van zorg door zorgkantoren bij zelfstandige zorgverleners, bedoeld in artikel 1 van mijn aanwijzing van 13 december 2011 in verband met de contractering van zelfstandige zorgverleners (Stcrt. 2011, 23417). De zorgautoriteit hanteert dit bedrag als een landelijk kader, ten aanzien waarvan zij voor zoveel mogelijk op vergelijkbare wijze handelt als ten aanzien van de middelen bedoeld in artikel 10.

Artikel 10. overige geoormerkte middelen naast de contracteerruimte

Naast de contracteerruimte zijn geoormerkte middelen beschikbaar voor het bekostigen van:

  • a. innovatie via de beleidsregel innovatie (landelijk kader van € 19 miljoen);

  • b. innovatie ten behoeve van ketenzorg dementie (landelijk kader van € 15,5 miljoen);

  • c. innovatie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg (landelijk kader van € 5 miljoen);

  • d. meerzorg binnen de gehandicaptenzorg (landelijk kader van € 171 miljoen).

Paragraaf 4. Overige aangelegenheden

Artikel 11. individueel aangepaste rolstoelen en hulpmiddelen

Voor de aanschaf van individueel aangepaste rolstoelen en hulpmiddelen hanteert de zorgautoriteit een kader van € 131 miljoen.

Artikel 12. tariefsoort zorgzwaartepakketten

Met ingang van 1 januari 2013 gelden voor de zorgzwaartepakketten maximumtarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: WMG).

Artikel 13. vereffeningbedrag

Daar waar bij de nacalculatie mocht blijken dat de aanvaardbare kosten lager zijn dan de opbrengsten, waardoor de zorgautoriteit een negatief sluittarief zou dienen vast te stellen, stelt de zorgautoriteit met toepassing van artikel 56b WMG ambtshalve een vereffeningbedrag vast dat door het zorgkantoor in rekening kan worden gebracht bij de betrokken zorgaanbieder.

Artikel 14. prestaties inloopfunctie en extramurale dagbehandeling

  • 1 De zorgautoriteit zet in 2013 de prestatie ‘inloopfunctie GGZ’ voort.

  • 2 De zorgautoriteit stelt voor extramurale dagbehandeling op zodanige wijze nieuwe groepsprestaties met bijbehorend tarief vast dat wordt aangesloten bij de indicatiestelling zoals deze in de praktijk plaatsvindt voor behandeling in een groep.

Artikel 15. toeslagen voor instellingen voor joodse en Indische bewoners

De zorgautoriteit handhaaft de bestaande systematiek van toeslagen voor instellingen voor joodse en Indische bewoners.

Paragraaf 5. Slot

Artikel 17. monitoren maatregel vervoer

De zorgautoriteit informeert mij over de wijze waarop zij eventueel gebruik heeft gemaakt of verwacht te moeten maken van haar bevoegdheid ex artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht als gevolg van de maatregel als bedoeld in artikel 3, onder d, in ieder geval:

  • a. bij gelegenheid van haar rapport, bedoeld in artikel 18, en

  • b. zodra zij verwacht dat voor het totaal van de door haar behandelde en/of in behandeling zijnde gevallen een bedrag van € 25 miljoen dreigt te worden overschreden.

Artikel 18. overige monitoring

  • 1 De zorgautoriteit informeert mij in mei 2013 over de ontwikkelingen in de contracteerruimte 2013 en de regionale contracteerruimtes 2013 in relatie tot de indicatieontwikkeling. Zij betrekt daarbij het Centrum Indicatiestelling Zorg.

  • 2 In haar rapport, bedoeld in het eerste lid, informeert de zorgautoriteit mij tevens over de ontwikkelingen in:

    • a. de contractering van zelfstandige zorgverleners, bedoeld in artikel 9;

    • b. de overige geoormerkte middelen naast de contracteerruimte, bedoeld in artikel 10;

    • c. de landelijke uitgaven aan individueel aangepaste rolstoelen en hulpmiddelen, bedoeld in artikel 11.

  • 3 In haar rapport, bedoeld in het eerste lid, gaat de zorgautoriteit tevens in op de mogelijke inzet van de herverdelingsmiddelen, bedoeld in artikel 5, onder b.

  • 4 Indien haar rapport mij daartoe aanleiding geeft, geef ik de zorgautoriteit toestemming de margeregeling te hanteren, waarvoor maximaal 0,5 procent van de totale contracteerruimte beschikbaar is.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn.

Naar boven