Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 14-06-2018 t/m heden

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 november 2012, nr. IENM/BSK-2012/197993, houdende verlening van mandaat inzake certificering van zeeschepen (Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012)

De Minister van Infrastructuur en Milieu en het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid en 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de instemming van de ingevolge dit besluit gemandateerden;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • erkende organisatie: een organisatie die krachtens een Nederlands wettelijk voorschrift, in overeenstemming met verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PbEG L 131), is aangewezen als erkende rechtspersoon voor onderzoek of inspectie van schepen;

  • inspectie: Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • overeenkomst: de ter uitvoering van IMO-resolutie A.739 (18) betreffende Guidelines for the authorization of organizations acting on behalf of the the Administration en richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 131) met een erkende organisatie gesloten overeenkomst.

Artikel 2. Bevoegdheden Schepenwet

  • 1 De in artikel 6, eerste lid, van de Schepenwet bedoelde bevoegdheid van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie tot het afgeven van certificaten en de in artikel 5, tweede lid, van de Schepenwet bedoelde bevoegdheid van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie tot het verlenen van een ontheffing voor zover nader omlijnd in de Appendix bij Annex I van de overeenkomsten, wordt gemandateerd aan:

    • a. de President en Chief Operating Officer van American Bureau of Shipping (ABS) te Houston, USA;

    • b. de Secretary van Bureau Veritas (BV) te Neuilly-sur-Seine, Frankrijk;

    • c. de Director of Division Classification van DNV GL te Hamburg, Duitsland;

    • d. de Marine Business Director van Lloyds Register EMEA (LR) te Londen, Verenigd Koninkrijk;

    • e. de General Manager of Classification Department en de General Manager of Safety Management Department van Nippon Kaiji Kyokai (NK) te Tokio, Japan;

    • f. de Managing Director van Registro Italiano Navale (RINA) te Genua, Italië;

    • g. de Vice President van Indian Register of Shipping te Mumbai, India.

  • 2 De in artikel 7, derde lid, van de Schepenwet bedoelde bevoegdheid van de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie tot het intrekken van certificaten, voor zover nader omlijnd in de Appendix bij Annex I van de overeenkomsten, wordt gemandateerd aan de in het eerste lid genoemde functionarissen van erkende organisaties.

Artikel 3. Bevoegdheden Wet voorkoming verontreiniging door schepen

Artikel 4. Bevoegdheden Meetbrievenwet 1981

  • 3 Ten aanzien van de door Register Holland Classebureau Zeevaart B.V. te Steenwijk, Nederland, geklasseerde zeeschepen en zeegaande pleziervaartuigen met een lengte van meer dan 24m, wordt de directeur van die organisatie:

Artikel 5. Bevoegdheden Wet zeevarenden

Artikel 6. Omvang mandaat

  • 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt met de verlening van mandaat als bedoeld in artikel 3, 4 of 5 dan wel in artikel 2gelijkgesteld de verlening van machtiging om in naam van de minister onderscheidenlijk het Hoofd van de Scheepvaartinspectie handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling zijn.

  • 2 De verlening van mandaat omvat niet mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

Artikel 7. Ondermandaat

De gemandateerden kunnen, ten aanzien van de hen op grond van dit besluit verleende bevoegdheden, ondermandaat verlenen aan de door hen daartoe aangewezen personen.

Artikel 8. Vorm van besluiten; raadpleging vooraf

  • 1 Een certificaat afgegeven op grond van dit besluit is in overeenstemming met de van toepassing zijnde internationale conventies en Europese of nationale regelgeving en gaat vergezeld van een door de inspectie voorgeschreven brief.

  • 2 Een besluit tot weigering of intrekking van een certificaat als bedoeld in dit besluit, wordt genomen na schriftelijke raadpleging van de inspectie.

Artikel 9. Administratie; verschaffen van inlichtingen

De gemandateerden voeren bij de uitoefening van de hun toegekende bevoegdheden een ordentelijke en voor het Hoofd van de Scheepvaartinspectie transparante administratie en verschaffen hem desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de hun toegekende bevoegdheden.

Artikel 10. Instructies

De gemandateerden nemen bij de uitoefening van het aan hen verleende mandaat de instructies van de mandaatgever in acht.

Artikel 10*. Overgangsbepaling

Aanvragen voor een in artikel 2, vierde, vijfde of zevende lid, van het Besluit erkende organisaties Schepenwet bedoeld onderzoek die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, worden door Register Holland BV in behandeling genomen.

Artikel 12. Intrekking vorig besluit

Het Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen wordt ingetrokken.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de gemandateerden.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,

J. Thunnissen.

Naar boven