Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Artikel 1. Woonlandfactor

Het percentage, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor een woonland anders dan:

  • a. Nederland,

  • b. een van de andere lidstaten van de Europese Unie,

  • c. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • d. Zwitserland;

    bedraagt het in de bijlage bij deze regeling opgenomen percentage.

Artikel 2. Hoogte kindgebonden budget bij aanspraak voor meer dan een kind

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt voor wat betreft de artikelen I, II, III en IV van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid in werking op het tijdstip waarop de respectievelijke artikelen of onderdelen daarvan in werking treden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2023. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

In de tabel wordt via sterretjes inzichtelijk gemaakt dat er verschillen gelden voor de toepassing van het woonlandbeginsel voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslagen daarop enerzijds en de kinderbijslag en het kindgebonden budget anderzijds.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat het woonlandbeginsel alleen buiten toepassing blijft voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdragen tussen dat land en Nederland. Voor de kinderbijslag en het kindgebonden budget kan in dat geval het woonlandbeginsel wel worden toegepast.

**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland het woonlandbeginsel voor geen enkele wet mag worden toegepast.

Land

Woonlandfactor 2024

Afghanistan

30%

Albanië

50%

Algerije

40%

Andorra

90%

Angola

40%

Antigua en Barbuda

90%

Argentinië*

50%

Armenië

40%

Aruba

80%

Australië**

100%

Azerbeidzjan

40%

Bahama’s

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize*

80%

Benin

40%

Bhutan

30%

Bolivia

50%

Bonaire

70%

Bosnië en Herzegovina**

50%

Botswana

50%

Brazilië

60%

Brunei Darussalam

60%

Burkina Faso

50%

Burundi

40%

Cambodja

40%

Canada**

100%

Centraal-Afrikaanse Republiek

60%

Chili*

70%

China

80%

Colombia

40%

Comoren

50%

Congo, Democratische Republiek

60%

Congo, Republiek

80%

Costa Rica

70%

Cuba

60%

Curaçao

90%

Djibouti

70%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador*

60%

Egypte*

40%

El Salvador

60%

Equatoriaal-Guinea

60%

Eritrea

50%

Eswatini

50%

Ethiopië

40%

Fiji

50%

Filipijnen*

50%

Gabon

70%

Gambia

40%

Georgië

40%

Ghana

50%

Grenada

70%

Guatemala

60%

Guinee

50%

Guinee-Bissau

50%

Guyana

50%

Haïti

70%

Honduras

50%

Hong Kong SAR, China*

90%

India

40%

Indonesië**

40%

Irak

60%

Iran

30%

Israël

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

60%

Japan*

100%

Jemen

50%

Jordanië*

50%

Kaapverdië

60%

Kameroen

50%

Kazachstan

40%

Kenia

50%

Kirgizië

30%

Kiribati

90%

Koeweit

80%

Kosovo

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

40%

Liberia

50%

Libië

30%

Macau SAR, China

70%

Madagaskar

40%

Malawi

50%

Maldiven

60%

Maleisië

50%

Mali

50%

Marokko1

50%

Marshalleilanden

100%

Mauritanië

50%

Mauritius

50%

Mexico

60%

Micronesia

100%

Moldavië

40%

Monaco*

100%

Mongolië

40%

Montenegro**

50%

Mozambique

50%

Myanmar

30%

Namibië

60%

Nauru

90%

Nepal

40%

Nicaragua

40%

Nieuw-Zeeland**

100%

Niger

50%

Nigeria

50%

Noord-Macedonië*

50%

Oeganda

40%

Oekraïne

40%

Oezbekistan

30%

Oman

60%

Pakistan

30%

Palau

90%

Panama*

60%

Papoea-Nieuw-Guinea

80%

Paraguay*

50%

Peru

60%

Qatar

80%

Russische Federatie

50%

Rwanda

40%

Saba

70%

Saint Kitts en Nevis

70%

Saint Lucia

80%

Saint Vincent en de Grenadines

70%

Salomonseilanden

100%

Samoa

70%

San Marino

90%

Sao Tomé en Principe

60%

Saoedi-Arabië

60%

Senegal

50%

Servië**

50%

Seychellen

60%

Sierra Leone

30%

Singapore

70%

Sint Eustatius

80%

Sint Maarten (Frans gedeelte)

100%

Sint Maarten (Nederlands deel)

70%

Soedan

30%

Somalië

40%

Sri Lanka

30%

Suriname**

40%

Syrië

50%

Tadzjikistan

30%

Taiwan

80%

Tanzania

50%

Thailand*

50%

Timor-Leste

60%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

70%

Tsjaad

50%

Tunesië**

40%

Turkije2

40%

Turkmenistan

60%

Tuvalu

100%

Uruguay

80%

Vanuatu

100%

Venezuela

50%

Verenigd Koninkrijk3

100%

Verenigde Arabische Emiraten

70%

Verenigde Staten**

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

70%

Zambia

40%

Zimbabwe

90%

Zuid-Afrika**

60%

Zuid-Korea**

90%

Zuid-Soedan

50%

1 Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb. 2016/67). De woonlandfactor uit deze tabel geldt daarom alleen voor personen die werken in het algemeen belang voor zover zij na 1 januari 2021 op grond van het Besluit regels export uitkeringen recht op kinderbijslag hebben voor een in Marokko wonend kind.

2 Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).

3 Voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden als het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, het Handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk of het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk zich tegen toepassing van het woonlandbeginsel verzet.

Naar boven