-
a. de principes van de constructie en van de werking van een verbrandingsmotor;
-
b. de functie en werking van smeersystemen van motorolie, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof;
-
c. de principes van de constructie en werking van het brandstofsysteem;
-
d. de principes en werking van het elektrisch systeem;
-
e. de principes en werking van koppeling, versnellingsbak en aandrijflijn;
-
f. diverse constructies van banden, de aandachtspunten bij het monteren van banden en
het correct gebruik en onderhoud van banden;
-
g. de veiligheidsaspecten die bij de deelneming aan het verkeer van belang zijn met betrekking
tot de typen, de werking, de belangrijkste onderdelen, de montage, het gebruik en
het dagelijks onderhoud van reminrichtingen en snelheidsbegrenzers;
-
h. de principes van de typen, werking, belangrijkste onderdelen, montage, gebruik en
dagelijks onderhoud van het koppelmechanisme en de vergrendeling;
-
i. het herkennen van storingen aan de hand van instrumenten, infopaneel en visuele inspectie
en vervolgens de juiste maatregelen nemen;
-
j. preventief onderhoud van voertuigen en noodzakelijke reparaties, het nemen van juiste
maatregelen en controle houden voor, tijdens en na de rit in verband met eigen veiligheid,
het milieu, alsmede de (rij)technische en verkeersveilige staat van onderhoud van
het voertuig;
-
k. de verantwoordelijkheid van de bestuurder voor de ontvangst, het vervoer en de aflevering
van goederen volgens afspraak.