Regeling mandaat, volmacht en machtiging Raad voor de rechtspraak (verzoeken tot schadevergoeding [...] de Staat aansprakelijk kan worden gehouden)

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 15-10-2014 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 26 januari 2012, nr. 5723477/12, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de Raad voor de rechtspraak inzake verzoeken tot schadevergoeding verband houdend met de rechtspraak waarvoor de Staat aansprakelijk kan worden gehouden

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de Raad: de Raad voor de rechtspraak;

  • b. rechterlijk college: een rechtbank, een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven;

  • c. minister: de Minister van Veiligheid en Justitie

  • d. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de minister besluiten te nemen;

  • e. volmacht: de bevoegdheid om in naam van de minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de minister handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1 Aan de Raad wordt mandaat en machtiging verleend om:

    • a. te beslissen op verzoeken tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van behandeling van een rechtszaak door een of meer rechterlijke colleges;

    • b. te beslissen op bezwaarschriften tegen de onder a bedoelde beslissingen;

    • c. op te treden in zaken waarin de minister door de rechter in het geding is geroepen om verweer te voeren ter zake de onder a of b bedoelde beslissingen.

  • 2 Aan de Raad wordt mandaat en machtiging verleend om te beslissen en op te treden in zaken waarin de minister door de rechter in het geding is geroepen om verweer te voeren tegen een aan de rechter gericht verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van behandeling van een rechtszaak door een of meer rechterlijke colleges.

  • 3 Het mandaat en de machtiging omvatten mede de bevoegdheid om:

    • a. te beslissen op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b. op te treden in beroep;

    • c. hoger beroep in te stellen;

    • d. een ingesteld hoger beroep in te trekken;

    • e. op te treden in hoger beroep;

    • f. beroep in cassatie in te stellen;

    • g. een ingesteld beroep in cassatie in te trekken;

    • h. op te treden in cassatie.

Artikel 3

Aan de Raad wordt volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten, het optreden als procespartij en het verrichten van andere handelingen in verband met civielrechtelijke aansprakelijkstellingen verband houdend met onrechtmatige rechtspraak door een rechterlijk college waarvoor de Staat aansprakelijk wordt gehouden.

Artikel 4

De Raad kan aan onder hem ressorterende ambtenaren mandaat, volmacht en machtiging verlenen de hem de in artikelen 2 en 3 verleende bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 5

De regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 22 april 2009, nr. 5599506/09, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Raad voor de rechtspraak inzake verzoeken tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn (Stcrt. 2009, 81) wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven