Verordening PT vakheffing bloembollen oogstjaar 2010

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 11-09-2011 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 19 mei 2011, houdende de vaststelling van een aan telers van en handelaren in bloembollen op te leggen heffing voor het oogstjaar 2010 (Verordening PT vakheffing bloembollen oogstjaar 2010)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw:

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 10 mei 2011.

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    bloembollen:

    1. bollen of knollen van bloemgewassen;

       

    2. afgebroeide bloembollen;

    3. geholde en gesneden hyacinten;

    4. eenjarige bollen van geholde en gesneden hyacinten, voor zover verhandeld per bed of per mand;

    5. bollen van hyacinten, die zijn verkocht onder uitdrukkelijke voorwaarde dat deze zullen worden gebruikt als werkbollen, in welk geval deze voorwaarde op het koopbriefje dient te worden vermeld;

    6. groen te velde per bed of per mand vóór 15 juni van het kalenderjaar waarin het koopseizoen aanvangt verhandelde hyacinten, geplant in de maat onder zift 10, droog gesorteerd;

    7. schubbollen van lelies;

    8. voortkwekingsmateriaal, voor zover bestemd voor de teelt van bloembollen, met uitzondering van zaden;

    b.

    factuurbedrag:

    het bedrag van de factuur, exclusief behandelingskosten en exclusief kosten kleinverpakkingsmateriaal;

    c.

    In- en verkoopbureau:

    Hobaho BV, Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale (u.a.). en Floralia;

    d.

    koopseizoen:

    de periode van 1 juni 2010 tot en met 31 december 2011;

    e.

    oogstjaar:

    de periode van 1 juni 2010 tot en met 31 december 2011;

    f.

    verkoopwaarde:

    de waarde van bloembollen vastgesteld op basis van de gemiddelde verkoopprijzen in het betreffende oogstjaar.

  • 4 Deze verordening is niet van toepassing indien het betreft:

    • a. bloembollen, waarvan wordt aangetoond door overlegging van aankoopnota’s dat deze in Nederland zijn geïmporteerd en nadien niet in Nederland zijn opgeplant;

    • b. transacties waarbij partijen groen te velde worden verhandeld en die de koper direct accepteert en waarvan hij het telen voortzet.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De koper en verkoper van bloembollen, waaronder levens dient te worden verstaan de zelftelende broeier bedoeld in artikel 10 van deze verordening, zijn aan het productschap een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing is verschuldigd ten behoeve van de algemene kosten van het productschap, alsmede ten behoeve van promotionele- en marketingactiviteiten, kwaliteits-, arbeids- en milieuaangelegenheden en technisch onderzoek.

  • 3 De heffing bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met in achtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doen de koper en verkoper bij het productschap aangifte van de door hen gekochte, respectievelijk verkochte bloembollen.

  • 2 De opgave bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 4

  • 1 De heffing die de koper en verkoper van bloembollen zijn verschuldigd, wordt over iedere transactie opgelegd.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, bedraagt:

    voor de verkoper:

    1,0% van het factuurbedrag.

    voor de koper:

    1,0% van het factuurbedrag.

    voor de zelftelende broeier:

    1,0% van de verkoopwaarde.

  • 3 Het factuurbedrag is het bedrag van de factuur, exclusief de behandelingskosten en exclusief de kosten kleinverpakkingsmateriaal.

  • 4 Indien op de factuur de behandelingskosten niet apart zijn vermeld, worden de volgende bedragen als behandelingskosten aangemerkt:

    Soort

    Periode waarin behandelkosten worden berekend

    Prijs in €

    Gladiool

    April tot en met september

    2,90 / 1000 stuks

    Hyacint

    Vanaf december

    15,80 / 1000 stuks

    Iris

    Gehele jaar

    4,80 / 1000 stuks

    Lelie

    April tot en met september

    14,20 / 1000 stuks

    Narcis

    Vanaf december

    0,15 / kg

    Tulpen

    Vanaf december

    4,80 / 1000 stuks

Artikel 5

  • 1 Degene die bloembollen verkoopt of heeft verkocht door tussenkomst van een in- en verkoopbureau, is aan het productschap een heffing verschuldigd over iedere transactie.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, bedraagt: 1,0% van het factuurbedrag.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde heffing wordt door de verkoper betaald aan het desbetreffende in- en verkoopbureau, die – voor het productschap – het heffingsbedrag inhoudt op de aan de verkoper toekomende koopsom.

    De aldus geïncasseerde heffing wordt rechtstreeks aan het productschap overgemaakt. Door deze betaling voldoet de verkoper aan de heffingsplicht, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Het derde lid laat onverlet de bevoegdheid van het productschap om in voorkomende gevallen zelf tot oplegging en invordering van de ingevolge het eerste lid verschuldigde heffing over te gaan.

Artikel 6

  • 1 Degene die bloembollen koopt of heeft gekocht door tussenkomst van een in- en verkoopbureau is aan het productschap een heffing verschuldigd over iedere transactie.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid, bedraagt: 1,0% van het factuurbedrag.

  • 3 De heffing bedoeld in het eerste lid wordt door de koper betaald aan het desbetreffende in- en verkoopbureau, die daartoe – voor het productschap – het heffingsbedrag inhoudt. De aldus geïncasseerde heffing wordt rechtstreeks aan het productschap overgemaakt.

    Door deze betaling voldoet de koper aan de heffingsplicht, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Het derde lid laat onverlet de bevoegdheid van het productschap om in voorkomende gevallen zelf tot oplegging en invordering van de ingevolge het eerste lid verschuldigde heffing over te gaan.

Artikel 7

  • 1 Degene die zonder tussenkomst van een in- en verkoopbureau bloembollen verkoopt is aan het productschap een heffing verschuldigd over iedere transactie.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, bedraagt: 1,0% van het factuurbedrag.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde heffing dient door de verkoper te worden afgedragen aan het productschap tezamen met de bij de koper geïncasseerde heffing ingevolge artikel 9, derde lid van deze verordening.

  • 4 Door deze betaling voldoet de verkoper aan de heffingsplicht als bedoeld in het eerste lid.

  • 5 Indien en voor zover daartoe termen aanwezig zijn, kan bij de toepassing van het eerste lid als factuurbedrag worden aangemerkt de marktwaarde van de desbetreffende bloembollen op het tijdstip van verkoop.

Artikel 8

Degene die zonder tussenkomst van een in- en verkoopbureau bloembollen verkoopt, is verplicht: 1,0% van het factuurbedrag van de door hem aldus verkochte bollen aan de desbetreffende kopers door te berekenen.

Artikel 9

  • 1 Degene die zonder tussenkomst van een in- en verkoopbureau bloembollen koopt, is aan het productschap een heffing verschuldigd over iedere transactie.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, bedraagt: 1,0% van het factuurbedrag.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde heffing dient door de koper te worden betaald aan de desbetreffende verkoper, die daartoe namens het productschap het betrokken heffingsbedrag in rekening brengt bij de koper en de aldus geïncasseerde heffing, aan het productschap afdraagt.

  • 4 Door deze betaling voldoet de koper aan de heffingsplicht bedoeld in het eerste lid.

    Het derde lid laat onverlet de bevoegdheid van het productschap om in voorkomende gevallen zelf tot oplegging en invordering van de ingevolge het eerste lid verschuldigde heffing over te gaan.

  • 5 Indien en voor zover daartoe termen aanwezig zijn, kan bij de toepassing van het eerste lid als factuurbedrag worden aangemerkt de marktwaarde van de desbetreffende bloembollen op het tijdstip van koop.

Artikel 10

  • 1 Degene die bloembollen afkomstig uit eigen kraam aanwendt voor de teelt van bolbloemen is over die bloembollen aan het productschap een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid bedraagt: 1,0% van de verkoopwaarde van de desbetreffende bloembollen.

  • 3 De verkoopwaarde van de bloembollen wordt door het PT vastgesteld op basis van de gemiddelde verkoopprijzen in het betreffende oogstjaar.

Artikel 11

  • 1 Degene die aantoont:

    • a. dat hij door hem in een verkoopseizoen ingekochte bloembollen in datzelfde seizoen door tussenkomst van een in- en verkoopbureau heeft doorverkocht, en

    • b. dat de over deze inkoop en verkoop op grond van de bepalingen van deze verordening verschuldigde vakheffing door het in- en verkoopbureau aan het productschap is overgemaakt, kan restitutie van de betaalde vakheffing ontvangen van het productschap.

  • 2 De restitutie bedraagt het vakheffingspercentage bij aankoop, vermeerderd met het vakheffingspercentage bij verkoop, berekend over het verkoopfactuurbedrag van de bloembollen.

  • 3 Aanvragen tot restituties dienen bij het productschap te worden ingediend binnen twee jaar na de datum van de betaling van de betreffende bloembollen.

  • 4 Iedere bij het PT geregistreerde bloemkweker die bloembollen heeft aangekocht om deze aan te wenden in zijn bloemkwekerijbedrijf ter verkrijging van een oogst aan bolbloemen, ontvangt van het PT een restitutie ten bedrage van 0,65% van het aankoopfactuurbedrag van de desbetreffende bloembollen.

  • 5 Tot restitutie als bedoeld in het vierde lid wordt slechts overgegaan indien de desbetreffende bloemkweker aan en ten genoegen van het PT aantoont:

    • a. dat hij ingevolge het bepaalde in de artikelen 6 en/of 8 van deze verordening ofwel via een in- en verkoopbureau, ofwel via de desbetreffende teler, ofwel rechtstreeks de vakheffing aan het PT heeft betaald;

    • b. en dat hij de uit die bloembollen verkregen bolbloemen al dan niet door tussenkomst van een in- en verkoopbureau heeft verkocht;

    • c. en dat hij over die bolbloemen bij verkoop verschuldigde vakheffing bloemkwekerijproducten heeft voldaan.

  • 6 Een aanvraag tot restitutie moet bij het PT worden ingediend binnen twee jaren na de datum van de betaling van de desbetreffende bloembollen.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 12

In die gevallen dat de heffing niet is voldaan op de wijze bedoeld in de artikelen 5, derde lid, 6, derde lid en 8, derde lid, vindt de oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt deze door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

Artikel 13

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 14

Een koper of verkoper van bloembollen wordt geacht, indien hij bloembollen door tussenkomst van een in- en verkoopbureau verhandelt, aan zijn verplichtingen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 ten aanzien van de op vorenbedoelde wijze verhandelde producten te hebben voldaan, indien hij het desbetreffende in- en verkoopbureau heeft gemachtigd namens hem aan het productschap de door hem verschuldigde heffing te voldoen en de verschuldigde heffing door het productschap is ontvangen.

Artikel 15

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 16

  • 1 De Verordening PT vakheffing bloembollen oogstjaar 2010, zoals vastgesteld door het bestuur van het productschap bij besluit van 30 maart 2010, wordt ingetrokken.

  • 2 De Verordening PT vakheffing bloembollen oogstjaar 2010 herzien, zoals vastgesteld door het bestuur van het productschap bij besluit van 21 september 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juni 2010.

Zoetermeer, 19 mei 2011

A. Bruggeman

vice-voorzitter

J.M. Gerritsen

secretaris

Naar boven