Stcrt. 2017, 18311, datum inwerkingtreding 04-04-2017, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
1 De voorzitter van de Raad wordt naar rato bezoldigd volgens het hoogste salarisnummer
behorende bij schaal 17 als vermeld in Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1984, uitgaande van een gemiddelde arbeidsduur van 10 uur per week.
2 De voorzitter van de Raad heeft recht op een vakantie-uitkering overeenkomstig de
artikelen 21 en 22 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en
een eindejaarsuitkering overeenkomstig artikel 20a van dat besluit.
3 De leden van de Raad, niet zijnde de voorzitter, ontvangen voor hun werkzaamheden
voor de Raad een schadeloosstelling. Gebaseerd op een uurloon dat is afgeleid van
het hoogste salarisnummer behorende bij schaal 14, als vermeld in Bijlage B van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, bedraagt deze voor:
-
a. de werkzaamheden verbonden aan een plenaire vergadering € 393,68;
-
b. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de casuïstieksectie waarin minder
dan vijftien zaken worden behandeld € 255,89;
-
c. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de casuïstieksectie waarin meer
dan vijftien zaken worden behandeld € 393,68;
-
d. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de bestuurssectie € 255,89;
-
e. de werkzaamheden verbonden aan een hoorzitting € 131,27;
-
f. andere dan de onder a tot en met e genoemde werkzaamheden € 39,37 per uur.
4 Indien een van de in het derde lid bedoelde leden de voorzitter vervangt bij:
-
a. een plenaire vergadering, wordt het in dat lid onder a genoemde bedrag verhoogd met
een toeslag van 30 procent;
-
b. een vergadering van de casuïstieksectie, wordt het in dat lid onder b of c genoemde
bedrag verhoogd met een toeslag van 10 procent.
5 De bedragen genoemd in het derde lid worden aangepast overeenkomstig de aanpassing
van de salarissen van de rijksambtenaren.
6 De leden van de Raad hebben recht op een vergoeding voor reiskosten overeenkomstig
het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.