a. de premies door de werkgevers betaald ingevolge de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES;
b. eenmalige uitkeringen en verstrekkingen ter zake van het overlijden van de werknemer voor zover deze uitkeringen en verstrekkingen driemaal het loon over een maand niet overtreffen;
c. de verplichte bijdragen voor pensioenen en aan pensioenfondsen die worden verrekend met de aan de werknemer, gewezen werknemer, zijn echtgenoot, zijn gewezen echtgenoot, zijn kinderen of pleegkinderen als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, onderdeel a, toekomende pensioenuitkeringen;
d. de verplichte bijdragen van de werkgever voor pensioenen en aan pensioenfondsen;
e. de door de werkgever ten behoeve van de werknemer gemaakte kosten in verband met geneeskundige behandeling en verpleging, alsmede de aanspraken van de werknemer op vrije geneeskundige behandeling en verpleging en op tegemoetkoming in ziektekosten;
f. vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van kosten tot verwerving van het loon, behoudens ter zake van:
g. uitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden schade aan of verlies van persoonlijke goederen;
h. uitkeringen tot dekking van op de werknemer drukkende kosten van zijn opleiding of studie voor een beroep, alsmede verstrekkingen met betrekking tot zodanige opleiding of studie.