De Minister van Defensie,
Gelet op de artikelen 4, derde lid, 5, vierde lid, 7, derde lid, 8, eerste lid, 9, vijfde lid, 10, derde lid, en 11 van het Besluit vervoer ontplofbare stoffen krijgsmacht;
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
ADR: Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par
route;
-
b.
besluit:
Besluit vervoer ontplofbare stoffen krijgsmacht;
-
c.
STANAG 4441: ingevolge een in de Staatscourant gepubliceerde mededeling van Onze Minister van
Defensie van kracht zijnde versie van de NATO Standardization Agreement nr. 4441 met
de daarbij behorende AMovP-6, Allied Multi-Modal Transportation of Dangerous Goods
Directive en Standards-related documents zoals ter inzage gelegd op de bij die mededeling
aangegeven locatie;
-
d.
munitie: ontplofbare stoffen en voorwerpen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit vervoer ontplofbare stoffen krijgsmacht;
-
e.
meevoeren: het meenemen van munitie bestemd voor gebruik door de eigen bemanning in het bij
het voertuig behorende wapensysteem, inbegrepen munitie behorende tot de uitrusting
van de bemanning.
-
1 Indien door de krijgsmacht munitie wordt vervoerd over de weg, het spoor of het binnenwater
dienen de daarop betrekking hebbende gedeelten van de Standards-related documents
van de AMovP-6, behorende tot de STANAG 4441 in acht te worden genomen.
Artikel 3. Tactisch voertuig
-
2 Met een tactisch voertuig mee te voeren munitie, uitgezonderd munitie behorend tot
de uitrusting van de bemanning, dient te worden geplaatst en te worden vastgezet in
de daarvoor bestemde inrichting voor het veilig meevoeren van munitie.
Artikel 4. Logistiek voertuig
-
4 De constructie van het vloeroppervlak van een logistiek voertuig moet zodanig stevig
zijn dat de lading veilig kan worden vervoerd en wordt beschermd tegen (weers)invloeden
van buitenaf.
Het vloeroppervlak mag geen onderbrekingen vertonen. Als onderbreking wordt niet beschouwd
een opening ten behoeve van doorvoer van kabels of technische voorzieningen voor het
vastzetten van lading.
-
8 Bij een met een dekzeil uitgerust logistiek voertuig, ten aanzien waarvan na 31 december
2015 voor de eerste maal een militair registratiebewijs wordt afgegeven, dient het
dekzeil inzake brandbaarheid te voldoen aan ISO-norm 3795, waarbij de voortschrijding
van een brand een waarde van 100 mm per minuut niet te boven gaat.
-
13 De constructie van het logistiek voertuig moet zodanig zijn dat bij haar inzet, inbegrepen
het gebruik van haar bewapening, de temperatuur van het laadoppervlak danwel een wand
nooit hoger wordt dan 80 graden C.
-
14 Een logistiek voertuig ten aanzien waarvan na 31 december 2015 voor de eerste maal
een militair registratiebewijs wordt afgegeven en waarvan de maximale massa meer dan
10 ton bedraagt, dient te zijn voorzien van een antiblokkeer-remsysteem. Een logistiek
voertuig ten aanzien waarvan na 31 december 2015 voor de eerste maal een militair
registratiebewijs wordt afgegeven en waarvan de maximale massa meer dan 3,5 ton bedraagt,
dient te zijn voorzien van een snelheidsbegrenzer.
Artikel 5. Technische keuring
-
4 Bij de technische keuring voor een logistiek voertuig dient tevens controle plaats
te vinden op aanwezigheid, compleetheid en werking van het bij dat voertuig behorende
uitrustingspakket, bedoeld in artikel 5, derde lid, van het besluit.
Artikel 6. Militair keuringsdocument
Artikel 7. Typen verpakking
-
1 Als typen verpakking wordt toegestaan UN goedgekeurde verpakkingen, herkenbaar aan
het UN kenmerk, als omschreven in deel 6 van het ADR. Tevens zijn toegestaan verpakkingen
welke vallen onder en voldoen aan het gestelde in de randnummers 1.6.1.3 en 1.6.1.4
van het ADR.
Artikel 8. Aanduidingen en aanwijzingen op verpakkingen
-
2 Aanduidingen en aanwijzingen op verpakkingen van ontplofbare stoffen dienen in overeenstemming
te zijn met de in de ministeriële publicaties nr. 40-40 gepubliceerde voorschriften
inzake het merken van munitie en van de verpakking van munitie. Voor zover deze voorschriften
geen aanduidingen of aanwijzingen voorschrijven, dient te worden voldaan aan het gestelde
in deel 5 van het ADR met betrekking tot het markeren en etiketteren van verpakkingen.
-
5 Indien de omvang van de verpakking dit noodzakelijk maakt, mag een voorgeschreven
aanduiding of aanwijzing hierop zijn aangepast onder de voorwaarde, dat de aanduiding
of aanwijzing duidelijk zichtbaar is.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.
Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Besluit vervoer ontplofbare
stoffen krijgsmacht 2011.
Bijlage A. Model voor het militair keuringsbewijs, bedoeld in artikel 6