Regeling identificatie van visserij producten BES

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Regeling identificatie van visserij producten BES

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ingrediënt: iedere grondstof die bij de be- of verwerking van een visserijproduct is gebruikt en die als zodanig of als omzettingsproduct in het visserijproduct aanwezig is;

  • b. opgietvloeistof: een al dan niet bevroren of diepgevroren vloeistof, indien en voor zover deze slechts van ondergeschikt belang is ten opzichte van de essentiële bestanddelen van het betreffende visserijproduct, en waarvan daarom kan worden aangenomen dat zij voor de consument die het product uiteindelijk wenst te gebruiken niet doorslaggevend zal zijn voor zijn beslissing om het product aan te kopen;

  • c. productiepartij: een verzameling van visserijproducten die onder vrijwel identieke omstandigheden zijn be- of verwerkt en verpakt, en waarvan de omvang door of namens de ondernemer is vastgesteld;

  • d. technologisch hulpmiddel: een stof die op zichzelf niet als ingrediënt van voedsel wordt geconsumeerd, maar bij de be- of verwerking van het visserijproduct of een ingrediënt daarvan opzettelijk wordt gebruikt om tijdens die be- of verwerking aan een bepaald technisch doel te beantwoorden, en die de onbedoelde doch technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen van de stof of een derivaat ervan in het product ten gevolge kan hebben, mits deze aanwezigheid voor de gezondheid geen gevaar oplevert en evenmin technologische consequenties voor het eindproduct heeft;

  • e. verpakking: het verpakkingsmateriaal, bedoeld in het Besluit verpakking visserijproducten BES, waarin een visserijproduct wordt verpakt, voordat het naar het gebied van de Europese Gemeenschap wordt uitgevoerd;

  • f. verpakte waar: de voor de uitvoer bestemde eenheid die bestaat uit een visserijproduct en de verpakking of recipiënt daarvan, indien deze eenheid niet bestemd is om in dezelfde vorm rechtstreeks aan de consument, daaronder instellingen als ziekenhuizen, kantines en restaurants mede begrepen, te worden afgeleverd;

  • g. voorverpakte waar: de eenheid die reeds voordat de uitvoer plaatsvindt is verpakt met de bestemming om rechtstreeks aan de consument in de zin van onderdeel f te worden afgeleverd.

Artikel 2

  • 1 Indien een grondstof van een visserijproduct uit verscheidene bestanddelen bestaat, worden deze bestanddelen elk afzonderlijk als ingrediënten van het product beschouwd.

  • 2 Niettemin worden bestanddelen van een grondstof, die tijdens de be- of verwerking tijdelijk daaraan worden onttrokken en er vervolgens weer in worden verwerkt in een hoeveelheid die het aanvankelijke gehalte niet overschrijdt, niet als ingrediënten van het visserijproduct beschouwd.

  • 3 Als ingrediënten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden niet aangemerkt grondstoffen die als technologische hulpmiddelen in de zin van onderdeel d van hetzelfde artikel worden gebruikt.

  • 4 Als ingrediënten, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden niet aangemerkt de hierna volgende categorieën van grondstoffen die in een visserijproduct als levensmiddelenadditieven worden gebruikt, indien en voor zover deze in dat product geen technologische functie vervullen:

    • a. antiklontermiddel,

    • b. antioxydant,

    • c. antischuimmiddel,

    • d. bevochtigingsmiddel,

    • e. conserveermiddel,

    • f. emulgator,

    • g. geleermiddel,

    • h. gemodificeerd zetmeel,

    • i. glansmiddel,

    • j. kleurstof,

    • k. smaakversterker,

    • l. stabilisator,

    • m. verdikkingsmiddel,

    • n. verstevigingsmiddel,

    • o. voedingszuur,

    • p. vulstof,

    • q. zoetstof,

    • r. zuurteregelaar.

Hoofdstuk 2. De aanduidingen

§ 1. De benaming

Artikel 3

  • 1 Voor alle verpakte waar wordt een aanduiding gebezigd, in elk geval bestaande uit een benaming waaruit de aard, de samenstelling of de soort van het visserijproduct en zonodig het doel waarvoor het kan worden gebruikt blijkt, dan wel een algemeen daarvoor gebruikelijke benaming.

  • 2 Indien voor een bepaald product bij een algemene verordening een aanduiding of benaming voorgeschreven of voorbehouden is, wordt in elk geval deze gebezigd.

  • 3 De aanduiding is zo gesteld, dat zij onderscheidend werkt ten opzichte van soortgelijke producten waarmee het desbetreffende visserijproduct zou kunnen worden verward.

  • 4 De enkele fabrieksnaam, het handelsmerk of een fantasienaam wordt niet als een onderscheidende aanduiding in de zin van het derde lid aangemerkt.

  • 5 Onverminderd de overige bepalingen van deze regeling bestaat een benaming als in het eerste lid bedoeld uit, of gaat zij vergezeld van, een aanduiding van de fysieke toestand waarin het visserijproduct verkeert en van de be- of verwerking die het heeft ondergaan.

  • 6 Ingeval een ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 9, derde lid, van het Besluit visserijproducten 1999BES is tot stand gekomen en een visserijproduct dienovereenkomstig met ioniserende stralen is behandeld, dient de verpakte waar te zijn voorzien van een van de aanduidingen ‘doorstraald’, ‘door straling behandeld’ of ‘met ioniserende straling behandeld’.

Artikel 4

Indien een visserijproduct bestemd is om rechtstreeks naar een ander dan nederlandstalig gebied van de Europese Gemeenschap te worden uitgevoerd, worden van de aanduidingen en benamingen, in dit hoofdstuk voorgeschreven, de equivalenten in het Engels en/of in de officiële taal of talen van het betreffende gebied gebezigd.

§ 2. Specifieke vermeldingen

Artikel 5

  • 1 Voorverpakte waren worden voorzien van de navolgende vermeldingen:

    • a. een lijst van ingrediënten,

    • b. de netto-hoeveelheid,

    • c. de datum van minimale houdbaarheid dan wel de uiterste consumptiedatum,

    • d. een aanwijzing omtrent bewaring en gebruik,

    • e. gegevens omtrent de producent, de verpakker, de importeur en, indien deze reeds bekend is, de verkoper in het gebied van de Europese Gemeenschap,

    • f. de plaats van oorsprong of herkomst,

    • g. de productiepartij.

  • 2 Verpakte waren worden ten minste voorzien van een vermelding van de productiepartij waartoe zij behoren.

§ 3. De lijst van ingrediënten

Artikel 6

  • 1 De vermelding van de lijst van ingrediënten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, moet zonder onderbreking geschieden in de volgorde van afnemend gewicht waarin de ingrediënten bij de bereiding zijn gebruikt, voorafgegaan door het woord ‘ingrediënten’. Een gewichtstolerantie van 10% relatief is daarbij toegestaan.

  • 2 Als gewicht in de zin van het eerste lid mag worden aangemerkt bij geconcentreerde of gedroogde ingrediënten die in gedehydrateerde toestand in de waar aanwezig zijn: het gewicht vóór het concentreren of drogen, indien deze ingrediënten worden aangeduid met de naam van het ingrediënt vóór het concentreren of drogen.

  • 3 Als gewicht in de zin van het eerste lid moet worden aangemerkt bij het ingrediënt water en bij vluchtige ingrediënten: het gewicht van de hoeveelheid waarin zij in de waar aanwezig zijn, met dien verstande dat de hoeveelheid water wordt bepaald door de hoeveelheid van de waar te verminderen met de som van de hoeveelheden van andere ingrediënten dan water.

  • 4 Het ingrediënt water mag worden aangemerkt als niet in de waar aanwezig, indien de uitkomst, bedoeld in het derde lid, 5% of minder van de totale hoeveelheid van de waar bedraagt.

  • 5 Het ingrediënt water mag tevens worden aangemerkt als niet in de waar aanwezig,

    • a. indien dit tijdens de bereiding alleen is gebruikt om een geconcentreerd of gedehydrateerd ingrediënt in zijn oorspronkelijke toestand terug te brengen;

    • b. indien dit water deel uitmaakt van een opgietvloeistof zoals nader omschreven in artikel 15, tweede lid, welke gewoonlijk niet wordt geconsumeerd.

Artikel 8

In afwijking van artikel 7 mag een aantal ingrediënten met een groepsnaam worden aangeduid, als volgt:

  • a. geraffineerde oliën met uitzondering van olijfolie, als ‘olie’, onder toevoeging van de woorden ‘plantaardig’ of ‘dierlijk’, al naar gelang het geval, en van het woord ‘gehard’, indien het een geharde olie betreft;

  • b. geraffineerde vetten, als ‘vet’, onder toevoeging van de woorden ‘plantaardig’ of ‘dierlijk’, al naar gelang het geval, of van de specifieke plantaardige of dierlijke oorsprong, en van het woord ‘gehard’, indien het een gehard vet betreft;

  • c. alle specerijen die niet meer dan 2% van het gewicht van het visserijproduct uitmaken, als ‘specerijen’ of ‘mengsel van specerijen’;

  • d. alle kruiden of delen daarvan die niet meer dan 2% van het gewicht van het visserijproduct uitmaken, als ‘kruiden’ of ‘mengsel van kruiden’;

  • e. mengsels van groenten die niet meer dan 10% van het gewicht van het visserijproduct uitmaken, als ‘groenten’;

  • f. alle soorten wijn, zoals gedefinieerd in EEG-Verordening no. 822/87 van de Raad, als ‘wijn’.

Artikel 9

  • 1 Eveneens in afwijking van artikel 7 worden grondstoffen, behorende tot de in artikel 2, vierde lid, opgesomde categorieën, indien deze niet voldoen aan de aldaar gestelde voorwaarde en derhalve als ingrediënten dienen te worden beschouwd, aangeduid met de naam van de betreffende categorie, gevolgd door:

    • a. hetzij de voor die stof gebruikelijke naam,

    • b. hetzij het voor die stof vastgestelde EEG-nummer of, indien dit ontbreekt, het voorlopige nummer volgens de bijlage bij de Richtlijn van de Commissie van 22 juli 1983, no. 83/463/EEG.

  • 2 Indien een zodanig ingrediënt behoort tot meer dan één van de in artikel 2, vierde lid, opgesomde categorieën, wordt die categorie vermeld die overeenkomt met de belangrijkste functie van het ingrediënt in het betreffende visserijproduct.

  • 3 Indien in een visserijproduct verschillende ingrediënten voorkomen welke alle tot een en dezelfde categorie als bedoeld in artikel 2, vierde lid, behoren, wordt de naam van die categorie in het meervoud vermeld.

Artikel 10

  • 1 Indien een of meer aroma’s zijn gebruikt, worden deze vermeld:

    • a. hetzij met de term ‘aroma’, onderscheidenlijk ‘aroma’s’,

    • b. hetzij met een meer specifieke aanduiding of een beschrijving ervan.

  • 2 De term ‘natuurlijk’ of een daarmede in hoofdzaak overeenkomende term mag voor aroma’s niet worden gebezigd, tenzij de aromatiserende component ervan uitsluitend bevat:

    • a. hetzij aromastoffen, verkregen met geschikte fysische, enzymatische of microbiologische procedés uit een grondstof van plantaardige of dierlijke oorsprong, die als zodanig is aangewend of door middel van traditionele bereidingswijzen is verwerkt,

    • b. hetzij aromatiserende preparaten, waaronder is te verstaan een al dan niet geconcentreerd product met aromatiserende eigenschappen, niet zijnde een door chemische synthese verkregen aromastof.

  • 3 Indien de vermelding van het aroma een verwijzing bevat naar de dierlijke of plantaardige oorsprong of aard van de gebruikte stoffen, wordt de term ‘natuurlijk’ of een daarmede in hoofdzaak overeenkomende term niet gebezigd, tenzij de aromatiserende component is geïsoleerd door fysische, enzymatische of microbiologische procedés of door middel van traditionele bereidingswijzen waarbij uitsluitend of vrijwel uitsluitend is uitgegaan van het betreffende visserijproduct of het uitgangsmateriaal voor de bereiding van het betreffende aroma.

Artikel 11

Indien artikel 2, eerste lid, van toepassing is, mag in afwijking van artikel 7 de vermelding van de afzonderlijke grondstoffen worden vervangen door de vermelding van de naam van de grondstof waarvan zij een bestanddeel vormen, indien deze naam een bij of krachtens enig wettelijk voorschrift vastgestelde naam is of van algemene bekendheid is, en indien die grondstof tevens:

  • a. hetzij voor ten minste 25% in het visserijproduct aanwezig is, in welk geval die naam onmiddellijk dient te worden gevolgd door een tussen haken geplaatste lijst van de bestanddelen van die grondstof in de volgorde van afnemend gewicht naar de mate waarin die bestanddelen bij de bereiding van de grondstof zijn gebruikt,

  • b. hetzij voor minder dan 25% in het visserijproduct aanwezig is; indien zich in dit geval levensmiddelenadditieven als bedoeld in artikel 2, vierde lid, in die grondstof bevinden, worden deze additieven onmiddellijk achter de in de aanhef van dit artikel bedoelde naam vermeld.

Het bij artikel 2 bepaalde is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

In afwijking van het in de aanhef en in onderdeel b van artikel 11 bepaalde vindt de vermelding van de afzonderlijke bestanddelen van een grondstof welke:

  • a. bestanddelen vormen van een grondstof die voor minder dan 25% in het visserijproduct voorkomt,

  • b. met ioniserende stralen behandeld zijn, en

  • c. voor ten minste 2% in het visserijproduct voorkomen, plaats onmiddellijk achter de in dat artikel bedoelde vermelding van de naam van de grondstof.

Artikel 13

De in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, bedoelde lijst van ingrediënten behoeft niet te worden vermeld, indien het visserijproduct slechts uit één ingrediënt bestaat, en de aanduiding van het product dit ingrediënt aangeeft.

§ 4. De netto-hoeveelheid

Artikel 14

  • 1 Onder de netto-hoeveelheid, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, wordt de hoeveelheid van een visserijproduct verstaan die in elk geval in de verpakking aanwezig is. Zij wordt in massa-eenheden uitgedrukt, aangeduid met kilogrammen en/of grammen; de netto-hoeveelheid mag desgewenst daarnaast in de eenheden van een ander stelsel van gewichtsaanduidingen worden uitgedrukt.

  • 2 Indien op grond van wettelijke voorschriften, geldende op de openbare lichamen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba of in het land waarvoor de uit te voeren visserijproducten bestemd zijn, een hoeveelheid van een bepaalde soort zoals een nominale of gemiddelde hoeveelheid moet worden vermeld, wordt die hoeveelheid als de netto-hoeveelheid aangemerkt.

Artikel 15

  • 1 Voor een voorverpakte waar die bestaat uit vaste bestanddelen en een opgietvloeistof, moet tevens een vermelding worden gebezigd die het uitlekgewicht van het vaste hoofdbestanddeel aangeeft. Die vermelding moet inhouden het woord ‘uitlekgewicht’, gevolgd door de waarde van dat gewicht, met dien verstande dat het woord ‘uitlekgewicht’ mag worden vervangen door de benaming van het vaste hoofdbestanddeel, indien een aanduiding is gebezigd waarvan de benaming van dat hoofdbestanddeel en die van de opgietvloeistof deel uitmaken.

  • 2 De opgietvloeistof moet bestaan uit een of meer van de volgende vloeistoffen: water of waterige oplossingen van zouten, voedingszuren, suikers, zoetstoffen, pekel of azijn.

  • 3 Nadere regels betreffende de bepaling van het uitlekgewicht voor visserijproducten waarvoor een dergelijk uitlekgewicht moet worden gebezigd zullen, indien de behoefte daaraan blijkt, bij ministeriële regeling worden gegeven.

§ 5. De datum van minimale houdbaarheid

Artikel 16

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vermelding moet bestaan uit de woorden ‘ten minste houdbaar tot’, gevolgd door de datum waarop de waar bij een passende wijze van bewaren nog in het bezit is van de voor die waar kenmerkende eigenschappen.

  • 3 Indien na een behandeling zoals zouten, roken, drogen of marineren van een visserijproduct de houdbaarheid slechts voor een beperkte periode wordt gegarandeerd, bevat de vermelding tevens een aanwijzing omtrent het bewaren. Deze aanwijzing wordt ook in andere gevallen waarin de datum van de minimale houdbaarheid mede van een bijzondere wijze van bewaren afhankelijk is in de vermelding opgenomen.

Artikel 17

  • 1 De datum, bedoeld in het tweede lid van artikel 16, moet worden aangegeven in de volgorde dag, maand en jaar, met dien verstande dat:

    • a. de dag moet worden aangegeven met een getal bestaande uit twee cijfers;

    • b. de maand moet worden aangegeven hetzij met de naam, hetzij met de gebruikelijke afkorting daarvan, hetzij met een getal bestaande uit twee cijfers; en

    • c. het jaar moet worden aangegeven hetzij met een jaartal, hetzij met een getal bestaande uit de laatste twee cijfers van dat jaartal.

  • 2 Indien de in artikel 16, tweede lid, bedoelde datum ligt binnen drie maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van de dag en de maand.

  • 3 Indien de in artikel 16, tweede lid, bedoelde datum ligt:

    • a. tussen drie en achttien maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van de maand en het jaar, en

    • b. na achttien maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van het jaar, een en ander met dien verstande dat in afwijking van het in artikel 16, tweede lid, bepaalde de datum moet worden voorafgegaan door de woorden ‘ten minste houdbaar tot einde’.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing, indien de vermelding van de betreffende maand geschiedt door middel van inkerving van de rand van het etiket, mits:

    • a. aan de rand van het etiket ten minste de aanvangsletter van de naam van iedere maand is vermeld, en

    • b. deze vermelding van de maanden in de gebruikelijke volgorde geschiedt.

§ 6. De uiterste consumptiedatum

Artikel 18

  • 1 De uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, wordt aangegeven voor visserijproducten die uit microbiologisch oogpunt zeer bederfelijk zijn en derhalve na korte tijd een onmiddellijk gevaar voor de gezondheid kunnen veroorzaken.

  • 2 De in het eerste lid bedoeld vermelding moet bestaan uit de woorden ‘te gebruiken tot’, gevolgd door de uiterste datum waarop het product moet worden geconsumeerd ten einde het bedoelde gevaar te voorkomen.

Artikel 19

  • 1 Indien het eerste lid van artikel 18 van toepassing is, wordt tevens een aanwijzing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, in de vermelding opgenomen.

  • 2 Het eerste en het vierde lid van artikel 17 zijn op de vermelding van de uiterste consumptiedatum van overeenkomstige toepassing.

§ 7. Overige vermeldingen

Artikel 20

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 16, derde lid, en 19, eerste lid, wordt de aanwijzing omtrent de bewaring en het gebruik, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, in de vermelding opgenomen, indien het visserijproduct:

  • a. op een bijzondere wijze moet worden bewaard, onderscheidenlijk

  • b. zonder de aanwijzing omtrent het gebruik of het gebruiksklaar maken niet op de juiste wijze gebruikt of gebruiksklaar gemaakt kan worden.

Artikel 21

De vermelding van de gegevens omtrent de producent, de verpakker, de importeur en, indien deze reeds bekend is, de verkoper in het gebied van de Europese Gemeenschap, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel e, bestaat uit de naam of handelsnaam en het adres op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba van de producent en van de verpakker, en de naam of handelsnaam en het adres in een gebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is, van de importeur en, indien deze reeds bekend is, de verkoper, met dien verstande dat voor rechtspersonen de vermelding van het adres mag worden vervangen door de vermelding van de plaats van vestiging.

Artikel 22

  • 1 De vermelding van de plaats van oorsprong of herkomst, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, bestaat uit een regionale, territoriale of topografische vermelding.

  • 2 Zij dient te worden gebezigd, indien weglating ervan de consument of een andere koper of verkrijger van visserijproduct zou kunnen misleiden met betrekking tot de werkelijke oorsprong of herkomst daarvan.

Artikel 23

  • 2 De datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum, voor zover deze een dagaanduiding inhoudt, geldt als een vermelding als bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 3. Het aanbrengen van aanduidingen en vermeldingen

Artikel 24

De in deze regeling bedoelde aanduiding en vermeldingen moeten duidelijk zichtbaar en gemakkelijk leesbaar zijn aangebracht en mogen niet door vegen kunnen worden uitgewist. Zij moeten, behoudens de vermelding bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel g, voor de verbruiker gemakkelijk te begrijpen zijn.

Artikel 25

  • 1 Voor wat betreft voorverpakte waren moeten de in deze regeling bedoelde aanduiding en vermeldingen voorkomen op de verpakking of op een daaraan gehecht etiket.

  • 2 In afwijking van het eerste lid behoeven de aanduiding en vermeldingen, behoudens de vermelding die in artikel 5, eerste lid, onderdeel g, bedoeld is, slechts op de handels documenten voor te komen die de betreffende voorverpakte visserijproducten vergezellen of die tegelijk met of voorafgaand aan de aflevering worden verzonden, indien:

    • a. het betreffende visserijproduct, hoewel als zodanig bestemd voor de eindverbruiker, niet zijnde een ziekenhuis, kantine of restaurant of een dergelijke instelling, wordt verhandeld in een stadium vóór de uiteindelijke aflevering, of

    • b. het betreffende product bestemd is om aan een instelling als in onderdeel a bedoeld te worden afgeleverd ten einde daar te worden toebereid, verwerkt en/of in porties verdeeld, of ten einde daar in het kader van een maaltijdverstrekking te worden afgeleverd;

  • 3 Het tweede lid vindt slechts toepassing voor zover op de buitenste verpakking waarin het visserijproduct wordt verhandeld, voorkomen:

    • a. de aanduiding van het product, benevens

    • b. de gegevens omtrent de producent, de verpakker, de importeur en, indien deze reeds bekend is, de verkoper, en

    • c. de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum.

  • 4 Voor wat betreft voorverpakte waren worden de volgende vermeldingen op zulk een wijze aangebracht, dat zij zich bevinden in hetzelfde gezichtsveld als de aanduiding:

    • a. de netto-hoeveelheid, en

    • b. de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum, met dien verstande dat mag worden volstaan met de woorden ‘ten minste houdbaar tot’ of ‘ten minste houdbaar tot einde’, onderscheidenlijk ‘te gebruiken tot’, mits deze vermelding wordt gevolgd door een verwijzing naar de plaats op of aan de verpakking waar de datum voorkomt; alsmede in voorkomende gevallen:

    • c. het alcoholgehalte.

  • 5 Op elke eindverpakking per stuk worden aangeduid of vermeld:

    • a. het land van oorsprong, en

    • b. het originenummer van de fabriek.

Artikel 26

Voor wat verpakte waren betreft worden de aanduiding van het product en de vermelding van de productiepartij aangebracht op de verpakking of op de recipiënt. Indien zulks niet mogelijk is, worden zij aangebracht op het handelsdocument dat de betrokken waar vergezelt.

Artikel 27

  • 1 Indien zich in een verpakking een in afzonderlijk verpakte eenheden verdeelde hoeveelheid van een zelfde visserijproduct bevindt, wordt de eerstbedoelde verpakking aangemerkt als de verpakking, bedoeld in artikel 25, eerste lid.

  • 2 Indien zich in een verpakking een voorverpakt visserijproduct of een in afzonderlijk verpakte eenheden verdeelde hoeveelheid van verschillende visserijproducten bevindt, wordt de eerstbedoelde verpakking aangemerkt als de verpakking, bedoeld in artikel 25, eerste lid. Op de bedoelde verpakking behoeven slechts de aanduiding van het product en de vermelding van de netto-hoeveelheid van elk afzonderlijk visserijproduct te worden vermeld, mits op de verpakking van de afzonderlijke eenheden de voor de betreffende visserijproducten voorgeschreven aanduiding en vermeldingen zijn aangebracht.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid behoeven de in die leden voorgeschreven aanduiding en vermeldingen niet op de buitenzijde van de overeenkomstig die leden aangemerkte verpakking of op een op die verpakking aangebracht etiket te zijn aangebracht, indien die verpakking helder doorzichtig is, en de zich in de bedoelde verpakking bevindende eenheden de volgens deze regeling voorgeschreven aanduiding en vermeldingen dragen en deze voldoende zichtbaar zijn.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 28

  • 1 Aanduidingen, vermeldingen of voorstellingen die, doordat zij onjuist of onvolledig zijn of een onjuiste indruk wekken, misleidend zijn met betrekking tot de kenmerken van de betreffende visserijproducten, en in het bijzonder tot de aard, identiteit, hoedanigheid, samenstelling, hoeveelheid, houdbaarheid, oorsprong of herkomst, wijze van vervaardiging of verkrijging, worden vermeden.

  • 2 In de zin van het eerste lid worden in elk geval als misleidend beschouwd aanduidingen, vermeldingen of voorstellingen:

    • a. die aan het betreffende visserijproduct effecten of eigenschappen toeschrijven die dit niet bezit, of

    • b. die suggereren dat het betreffende product bijzondere kenmerken vertoont, hoewel alle soortgelijke visserijproducten dezelfde kenmerken vertonen.

Artikel 29

Geen bepaling van deze regeling of van enige andere met betrekking tot visserijproducten vastgestelde regeling die voorschriften bevat met betrekking tot de aanduidingen en vermeldingen welke een juiste identificatie van voor de uitvoer naar het gebied van de Europese Gemeenschap bestemde visserijproducten mogelijk maken mag zo worden uitgelegd, dat zij in strijd komt met de richtlijn van de Raad van 18 december 1978, no. 79/112/EEG en de richtlijn van de Commissie van 18 november 1994, no. 94/54/EG, of met een daarvoor geheel of gedeeltelijk in de plaats tredende richtlijn.

Artikel 30

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin zij geplaatst is en werkt terug tot en met 9 november 1998.

Naar boven