Onder brievenbus wordt in deze regeling verstaan een voorziening voor het ontvangen van te bezorgen briefpost aan een huis- of kantooradres, bestaande uit:
a. een metalen of kunststoffen behuizing met tenminste de volgende afmetingen: 35 cm lengte, 25 cm breedte en 10 cm hoogte;
b. een gleuf in een deur, houten wand, stenen muur of pilaar met tenminste de volgende afmetingen: 25 cm lengte en 3,2 cm breedte.
4 Brievenbussen in of aan gebouwen of woningen voldoen aan de in het eerste lid gestelde voorwaarde, indien zij zich niet meer dan tien meter gaans bevinden van de grens van een daar omschreven weg, waaronder mede worden verstaan de daartoe behorende trottoirs, paden, bermen en taluds.
6 Brievenbussen ten dienste van geadresseerden die op recreatieterreinen of binnen een privé-terrein verblijven, dienen groepsgewijs bij de ingang van een zodanig terrein te worden geplaatst. Bij gebreke hiervan kunnen postzendingen door of namens de terreinbeheerder in ontvangst worden genomen of door de geadresseerden op een daartoe door de houder van de concessie aan te wijzen postinrichting worden afgehaald.
3 De brievengleuf of klep dient horizontaal in een verticaal vlak of in het bovenvlak van de brievenbus te zijn aangebracht en dient zich bij voorkeur te bevinden 1,1 meter boven het niveau, waarop de brievenbus wordt bediend, maar in geen geval lager dan 0,6 meter dan wel hoger dan 1,8 meter.
6 Indien zich achter de inwerpgleuf een ruimte bevindt, bestemd voor de bewaring van postzendingen, dan dient de inwendige bruikbare breedte ten minste 27 cm te bedragen en de twee andere inwendige bruikbare afmetingen ten minste 15 en 38 cm.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling brievenbussen BES.