Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2010, nr. IVV/I/2010/13018, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 18.3, eerste, vierde en vijfde lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
De Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 2010, nr. W12.10.0343/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2010, nr. IVV/I/2010/16119, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Hebben goedgevonden en verstaan: