Visserijbesluit BES

Geraadpleegd op 04-12-2024.
Geldend van 15-07-2023 t/m heden

Visserijbesluit BES

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • bottom longline: lange hoofdlijn met vele korte zijlijnen met haakjes en aasvis, die horizontaal wordt afgezonken op de bodem;

  • drift longline: lange hoofdlijn met vele korte zijlijnen met haakjes en aasvis, die horizontaal net onder het wateroppervlak drijvend wordt gehouden;

  • drop long line: hoofdlijn met vele korte zijlijnen met haakjes en aasvis, die verticaal in het water wordt gehouden door een drijver aan het wateroppervlak en een gewicht aan de onderkant;

  • haaien en roggen: soorten behorend tot de familie van de Elasmobranchii;

  • hookah-uitrusting: onderwateruitrusting die de gebruiker via luchtaanvoer vanuit de buitenlucht boven het wateroppervlak in staat stelt om gedurende een lange periode onder water te verblijven;

  • kieuwnet: staand net dat uit een enkel net bestaat en verticaal in het water wordt gehouden door drijvers en zinkers;

  • ringnet: omsluitingsnet waarvan de bodem wordt samengetrokken door een sluitlijn aan de onderkant van het net, die door een reeks ringen langs de onderpees loopt, waardoor het net kan worden samengetrokken en gesloten;

  • schrobnet: bodem beroerend sleepnet;

  • scuba-uitrusting: onderwateruitrusting die de gebruiker via onder druk gebrachte ademhalingslucht in duikflessen in staat stelt om gedurende een lange periode onder water te verblijven;

  • vergunninghouder: de vergunninghouder bedoeld in artikel 2 van de Visserijwet BES;

  • zeekomkommers: soorten die behoren tot de familie van de Holothuroidea.

Artikel 2

  • 1 Het is in de territoriale zee en de visserijzone verboden te vissen met:

    • a. visfuiken met een maaswijdte van minder dan 50 millimeter;

    • b. visfuiken die niet zijn voorzien van een ontsnappingsopening welke is afgedekt door een paneel, van biologisch afbreekbaar materiaal, dat na gebruik in zeewater uiteenvalt zodat na een periode van om en nabij 20 dagen een opening in één van de zijkanten van de fuik ontstaat van tenminste 20 centimeter bij 20 centimeter;

    • c. chemische middelen;

    • d. ontplofbare stoffen;

    • e. aas bestaande uit vlees van zeezoogdieren of haaien en roggen;

    • f. kieuwnetten met een grotere lengte dan 20 meter en een diepte groter dan 2,5 meter;

    • g. drift longlines;

    • h. ringnetten, tenzij deze ringnetten worden gebruikt voor de traditionele visserij op Bonaire, waarbij met deze netten vanaf het strand of vanaf kleine vaartuigen nabij de kust wordt gevist op horsmakreel in de territoriale wateren van Bonaire (Papiamento: Masbango);

    • i. schrobnetten;

    • j. hookah- of scuba-uitrusting; en

    • k. bottom- en drop long lines met in totaal meer dan 20 haken.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen aan het gebruik van vistuigen waarmee het is toegestaan te vissen.

  • 3 Onze minister kan, gehoord de Visserijcommissie BES, tijdelijk ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, indien sprake is van een bijzondere omstandigheid en gewichtige belangen tot het verlenen van een ontheffing aanleiding geven.

  • 4 Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 5 Een ontheffing kan worden gewijzigd of ingetrokken, indien:

    • a. de bij de aanvraag verstrekte gegevens of bescheiden zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b. de omstandigheden op grond waarvan de ontheffing werd verleend, zich zodanig hebben gewijzigd, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de gewijzigde omstandigheden aanwezig waren geweest;

    • c. aan de ontheffing verbonden beperkingen of voorschriften niet worden nageleefd.

  • 6 Het is verboden te handelen in strijd met de bij een ontheffing gestelde voorschriften.

Artikel 3

  • 1 Het is aan een ieder in de territoriale zee en de visserijzone verboden te vissen op de volgende vissen, of om deze vissen die in die gebieden zijn gevangen, aan boord te houden, over te laden, te verplaatsen, aan te landen, of voorhanden te hebben in die gebieden of in de onmiddellijke nabijheid van die wateren:

    • a. zeeslakken behorende tot de soort Strombus gigas uit een schelp met een lipdikte van minder dan 10 mm;indien de zeeslakken reeds uit de schelp gehaald zijn, dient het minimum gewicht aan vlees 225 gr te bedragen;

    • b. alle soorten zeeschildpadden;

    • c. alle zeezoogdieren;

    • d. kreeften behorende tot de soort Panulirus argus die:

      • minder dan 25 cm lang zijn, gemeten wanneer zij plat gelegd worden, van de voorrand van de kop tussen de ogen tot aan de boog van de staart;

      • een carapax lengte van minder dan 9.5 cm hebben;

      • een totaalgewicht van minder dan 680 gr hebben of een staartgewicht van minder dan 200 gr;

    • e. haaien en roggen;

    • f. zeekomkommers.

  • 2 Het is verboden kreeften behorende tot de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort te behouden indien:

    • a. zij zich in het vervellingsstadium bevinden;

    • b. zij eieren bij zich dragen.

  • 3 Het is verboden eierdragende kreeften van de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort van hun eieren te ontdoen.

  • 4 Bij toeval gevangen dieren als bedoeld in het eerste lid, worden ongedeerd gelaten en worden dood of levend onmiddellijk teruggezet, waarbij voor de nog levende dieren geldt dat dit op zodanige wijze gebeurt dat de kans op overleving zo groot mogelijk is.

  • 5 Onze minister kan nadere regels stellen aan de visserij op soorten waarop het is toegestaan te vissen.

Artikel 3a

  • 1 De Visserijcommissie BES bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en drie andere leden. De leden van de Visserijcommissie, de voorzitter daaronder begrepen, worden telkens voor de periode van 6 jaren benoemd.

  • 2 De voorzitter wordt benoemd en kan ontslagen worden door onze Minister. leder openbaar lichaam benoemt een lid. Het openbaar lichaam dat een lid heeft benoemd kan dit lid ontslaan. Een zodanig lid handelt in overeenstemming met het standpunt van het bestuurscollege van het desbetreffende openbaar lichaam.

  • 3 Aan de Visserijcommissie BES wordt een secretaris toegevoegd, die door onze Minister wordt benoemd en ontslagen.

  • 4 De leden en de secretaris van de Visserijcommissie BES ontvangen een vergoeding welke door onze Minister wordt vastgesteld. De uitgaven die hieruit voortvloeien komen ten laste van de Staat.

  • 5 Onze Minister stelt nadere regels met betrekking tot de taken, de werkwijze van de Visserijcommissie BES en de vergoeding voor de leden van de Visserijcommissie BES.

Artikel 4

  • 1 De vergunninghouder houdt een verslag van de visactiviteiten bij, dat informatie omtrent het visgebied, de visserij-inspanning, de gevangen soorten en de gebruikte vismethoden omvat.

    De modellen voor het bedoelde verslag worden door de Visserijcommissie, bedoeld in artikel 13 van de Visserijwet BES, vastgesteld en kosteloos aan de betrokkenen ter beschikking gesteld. Een afschrift van dit verslag wordt binnen 45 dagen na de beëindiging van de vistocht waar het verslag betrekking op heeft aan de Visserijcommissie gezonden. Het verslag kan zonodig ook door de Visserijcommissie opgevraagd worden.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde verslag van de visserijactiviteiten.

Artikel 5

  • 1 De hoogte van het recht, bedoeld in artikel 12 van de Visserijwet BES bedraagt voor het vissen met visfuiken voor het vangen van kreeft met duikers, voor het vissen op zeeslakken behorende tot de Strombus gigas, alsmede voor het vissen met bottom en drop longlines op demersale soorten:

    • a. met een schip kleiner dan 6 B.R.T. of = deklengte minder dan 12 m:

    • b. met een schip van 6 B.R.T. tot 25 B.R.T, of indien het schip kleiner is dan 6 B.R.T. met een deklengte van meer dan 12 m:

    • c. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.:

    • d. met een schip van 50 B.R.T. tot 150 B.R.T. of meer:

    • e. voor het vissen met kieuwnetten tot een maximum van 2,5 km lengte:

      • i. met een schip kleiner dan 25 B.R.T.: nihil,

      • ii. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.: USD 502.79 per jaar,

      • iii. met een schip groter dan 50 B.R.T.: USD 810,06 per jaar.

    • f. voor het vissen met drift longlines:

      • i. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T– USD 2.011,17 per jaar,

      • ii. met een schip van 150 B.R.T. tot 300 B.R.T.: USD 5.027,93 per jaar,

      • iii. met een schip van 300 B.R.T. of groter USD 8.100,56 per jaar.

    • g. Voor het vissen met ringnetten:

      • i. met een schip tot 800 B.R.T.: USD 10.055,87 per jaar,

      • ii. met een schip van 800 B.R.T. tot 1 000 B.R.T.: USD 15.083,80 per jaar,

      • iii. met een schip groter dan 1000 B.R.T.: USD 20.111,73 per jaar.

  • 2 Onder een jaar wordt verstaan een periode van 12 maanden.

  • 3 De inning van het recht, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door middel van storting van het verschuldigde op een door het Ministerie van Financiën aangehouden bankrekening.

Artikel 6

  • 2 Voor het visgebied rond Bonaire kunnen vergunningen die het gebruik van de vismethoden genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, in zich verenigen, worden afgegeven. Voor deze vergunningen zullen de tarieven en het bepaalde in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van toepassing zijn.