Visserijbesluit BES

Geraadpleegd op 12-10-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m 14-07-2023

Visserijbesluit BES

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 Het is aan een ieder in de visserijzone, en aan de vergunninghouder tevens in de territoriale zee, verboden te vissen met:

    • a. schrobnetten;

    • b. visfuiken met een maaswijdte van minder dan 1.5" of 38 mm;

    • c. visfuiken die niet zijn voorzien van een ontsnappingsopening welke is afgedekt door een paneel, van biologisch afbreekbaar materiaal, dat na gebruik in zeewater uiteenvalt zodat na een periode van om en nabij 20 dagen een opening in één van de zijkanten van de fuik ontstaan van tenminste 15 cm bij 15 cm;

    • d. chemische middelen, met uitzondering van Quinaldine indien dit gebruikt wordt voor de vangst van aquariumvissen;

    • e. ontplofbare stoffen;

    • f. aas bestaande uit vlees van zeezoogdieren;

    • g. kieuwnetten met een lengte van meer dan 2,5 km.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen aan het gebruik van vistuigen waarmee het is toegestaan te vissen.

Artikel 3

  • 1 Het is aan een ieder in de visserijzone, en aan de vergunninghouder tevens in de territoriale zee, verboden te vissen op:

    • a. zeeslakken behorende tot de soort Strombus gigas van minder dan 18 cm lengte;indien de zeeslakken reeds uit de schelp gehaald zijn, dient het minimum gewicht aan vlees 225 gr te bedragen;

    • b. alle soorten zeeschildpadden;

    • c. alle zeezoogdieren;

    • d. kreeften behorende tot de soort Panulirus argus die:

      • minder dan 25 cm lang zijn, gemeten wanneer zij plat gelegd worden, van de voorrand van de kop tussen de ogen tot aan de boog van de staart;

      • een carapax lengte van minder dan 9.5 cm hebben;

      • een totaalgewicht van minder dan 680 gr hebben of een staartgewicht van minder dan 200 gr.

  • 2 Het is verboden kreeften behorende tot de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort te behouden indien:

    • a. zij zich in het vervellingsstadium bevinden;

    • b. zij eieren bij zich dragen.

  • 3 Het is verboden eierdragende kreeften van de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort van hun eieren te ontdoen.

  • 4 Onze minister kan nadere regels stellen aan de visserij op soorten waarop het is toegestaan te vissen.

Artikel 3a

  • 1 De Visserijcommissie BES bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en drie andere leden. De leden van de Visserijcommissie, de voorzitter daaronder begrepen, worden telkens voor de periode van 6 jaren benoemd.

  • 2 De voorzitter wordt benoemd en kan ontslagen worden door onze Minister. leder openbaar lichaam benoemt een lid. Het openbaar lichaam dat een lid heeft benoemd kan dit lid ontslaan. Een zodanig lid handelt in overeenstemming met het standpunt van het bestuurscollege van het desbetreffende openbaar lichaam.

  • 3 Aan de Visserijcommissie BES wordt een secretaris toegevoegd, die door onze Minister wordt benoemd en ontslagen.

  • 4 De leden en de secretaris van de Visserijcommissie BES ontvangen een vergoeding welke door onze Minister wordt vastgesteld. De uitgaven die hieruit voortvloeien komen ten laste van de Staat.

  • 5 Onze Minister stelt nadere regels met betrekking tot de taken, de werkwijze van de Visserijcommissie BES en de vergoeding voor de leden van de Visserijcommissie BES.

Artikel 4

  • 1 De vergunninghouder houdt een verslag van de visactiviteiten bij, dat informatie omtrent het visgebied, de visserij-inspanning, de gevangen soorten en de gebruikte vismethoden omvat.

    De modellen voor het bedoelde verslag worden door de Visserijcommissie, bedoeld in artikel 13 van de Visserijwet BES, vastgesteld en kosteloos aan de betrokkenen ter beschikking gesteld. Een afschrift van dit verslag wordt binnen 45 dagen na de beëindiging van de vistocht waar het verslag betrekking op heeft aan de Visserijcommissie gezonden. Het verslag kan zonodig ook door de Visserijcommissie opgevraagd worden.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde verslag van de visserijactiviteiten.

Artikel 5

  • 1 De hoogte van het recht, bedoeld in artikel 12 van de Visserijwet BES bedraagt voor het vissen met visfuiken voor het vangen van kreeft met duikers, voor het vissen op zeeslakken behorende tot de Strombus gigas, alsmede voor het vissen met bottom en drop longlines op demersale soorten:

    • a. met een schip kleiner dan 6 B.R.T. of = deklengte minder dan 12 m:

    • b. met een schip van 6 B.R.T. tot 25 B.R.T, of indien het schip kleiner is dan 6 B.R.T. met een deklengte van meer dan 12 m:

    • c. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.:

    • d. met een schip van 50 B.R.T. tot 150 B.R.T. of meer:

    • e. voor het vissen met kieuwnetten tot een maximum van 2,5 km lengte:

      • i. met een schip kleiner dan 25 B.R.T.: nihil,

      • ii. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.: USD 502.79 per jaar,

      • iii. met een schip groter dan 50 B.R.T.: USD 810,06 per jaar.

    • f. voor het vissen met drift longlines:

      • i. met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T– USD 2.011,17 per jaar,

      • ii. met een schip van 150 B.R.T. tot 300 B.R.T.: USD 5.027,93 per jaar,

      • iii. met een schip van 300 B.R.T. of groter USD 8.100,56 per jaar.

    • g. Voor het vissen met ringnetten:

      • i. met een schip tot 800 B.R.T.: USD 10.055,87 per jaar,

      • ii. met een schip van 800 B.R.T. tot 1 000 B.R.T.: USD 15.083,80 per jaar,

      • iii. met een schip groter dan 1000 B.R.T.: USD 20.111,73 per jaar.

  • 2 Onder een jaar wordt verstaan een periode van 12 maanden.

  • 3 De inning van het recht, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door middel van storting van het verschuldigde op een door het Ministerie van Financiën aangehouden bankrekening.

Artikel 6

  • 2 Voor het visgebied van de Saba bank kunnen vergunningen die het gebruik van de vismethoden genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, in zich verenigen, worden afgegeven aan de natuurlijke personen en rechtspersonen bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de landsverordening. Voor deze vergunningen zullen de tarieven en het bepaalde in artikel 5 eerste lid, onderdeel a, van toepassing zijn.

  • 3 Voor het visgebied rond Curaçao en Bonaire kunnen vergunningen die het gebruik van de vismethoden genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, in zich verenigen, worden afgegeven. Voor deze vergunningen zullen de tarieven en het bepaalde in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van toepassing zijn.