Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het verkrijgen door
Curaçao en Sint Maarten van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk, wenselijk
is om een grens vast te stellen tussen de zeegebieden, met inbegrip van de daaronder
gelegen zeebodem en ondergrond, van Curaçao enerzijds en Bonaire anderzijds, respectievelijk
Sint Maarten enerzijds en Saba anderzijds;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In noordelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt A, en in zuidelijke
richting is het eindpunt van de grenslijn punt W, die de snijpunten vormen van de
grenslijnen tussen de zeegebieden van het land Curaçao, het openbaar lichaam Bonaire,
en de Republiek Venezuela.
In westelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt A, en in oostelijke richting
is het eindpunt van de grenslijn punt K, die de snijpunten vormen van de grenslijnen
tussen de zeegebieden van het land Sint Maarten, het openbaar lichaam Saba en de Franse
Republiek.
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.