Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2010–2011

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 14-04-2010 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 februari 2010, nr. BVE/Stelsel/184910, houdende nadere regels voor experimenten in het kader van het herontwerp van de kwalificatiestructuur mbo (Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2010–2011)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 12.1a.1, zesde lid, en artikel 12.1a.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en natuurlijke omgeving, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. wet: Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • c. bevoegd gezag: bevoegd gezag van een instelling, bedoeld in artikel 12.1a.1, eerste lid, of artikel 12.1a.2, eerste lid, van de wet;

  • d. competenties: in het kader van het herontwerp van de kwalificatiestructuur mbo opgestelde eindtermen, die verwijzen naar onderliggende vaardigheden, kennis en houdingsaspecten en expliciet zijn gerelateerd aan toepassing in de praktijk;

  • e. experimentele opleiding: beroepsopleiding als bedoeld in artikel 12.1a.1, eerste lid, of 12.1a.2, eerste lid, van de wet die gericht is op een door de minister vastgesteld kwalificatiedossier;

  • f. deelnemer: deelnemer, bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet;

  • g. kenniscentrum: kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven als bedoeld in artikel 1.5.1 van de wet, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de kwalificatiedossiers voor experimentele opleidingen;

  • h. kwalificatiedossier: een document waarin een of meer kwalificaties zijn beschreven en

  • i. procesmanagement: organisatie ‘Procesmanagement MBO 2010’ te Ede dieonderwijsinstellingen in het mbo ondersteunt bij het realiseren van de competentiegerichte kwalificatiestructuur.

Artikel 2. Algemene waarborgen deelnemer aan experimentele opleidingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de deelnemer, alvorens deze wordt ingeschreven voor een experimentele opleiding, volledig wordt geïnformeerd over de inhoud en inrichting van de desbetreffende opleiding, inclusief het examen, en de consequenties van het volgen van een experimentele opleiding voor die deelnemer.

  • 2 Inschrijving vindt slechts plaats voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. in de onderwijsovereenkomst met de deelnemer is opgenomen dat, indien een experiment voortijdig moet worden beëindigd, de deelnemer in de gelegenheid wordt gesteld in te stromen in een vervangende verwante opleiding waarvoor eindtermen zijn vastgesteld, van een gelijke duur, een gelijk niveau, een gelijke leerweg en een gelijkwaardige beroepspraktijkvorming als de experimentele opleiding;

    • b. de instelling draagt ervoor zorg dat de deelnemer geen nadelige gevolgen ondervindt van het experimentele karakter van de opleiding.

  • 3 Een instelling kan een kwalificatiedossier, dat in enig studiejaar door de minister is vastgesteld, van toepassing verklaren op een deelnemer die in een eerder studiejaar is ingeschreven voor de, op het desbetreffende kwalificatiedossier gerichte, experimentele opleiding.

  • 4 Een instelling verklaart een kwalificatiedossier als bedoeld in het derde lid niet van toepassing zonder toestemming van de desbetreffende deelnemer.

  • 5 De instelling die, conform het derde lid, een kwalificatiedossier van toepassing verklaart op een deelnemer legt met betrekking tot de desbetreffende opleiding schriftelijk vast dat het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen op grond van het recenter kwalificatiedossier en draagt ervoor zorg dat de desbetreffende deelnemer geen nadelige gevolgen ondervindt van de mogelijke aanpassing van het onderwijs en de examens aan het recenter kwalificatiedossier.

  • 6 Het uitvoeren van een onderdeel van een experiment door een andere instelling dan de aanvragende instelling, geschiedt slechts op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen deze instellingen. In deze samenwerkingsovereenkomst wordt in ieder geval geregeld dat:

    • a. de deelnemers uitsluitend worden ingeschreven bij de aanvragende instelling en

    • b. de onder a vermelde instelling verantwoordelijk is voor het resultaat van de experimentele opleiding.

Artikel 3. Beëindiging bekostiging en erkenning experimentele opleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Indien het belang van de deelnemers aan een experimentele opleiding dit noodzakelijk maakt, kan de minister, na advies van het procesmanagement of de Inspectie van het Onderwijs, besluiten dat een aanspraak op bekostiging die op grond van artikel 12.1a.1 van de wet is verleend, wordt ingetrokken dan wel dat de erkenning van de experimentele opleiding die op grond van artikel 12.1a.2 van de wet is verleend wordt beëindigd.

Paragraaf 2. Experimentele opleidingen 2010–2011

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 4. Aanvragen instellingen bekostigd en niet-bekostigd onderwijs

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het bevoegd gezag dient ten behoeve van een experimentele opleiding voor het studiejaar 2010–2011 uiterlijk 15 februari 2010 een aanvraag voor bekostiging of erkenning van een experimentele opleiding in bij het procesmanagement.

  • 2 Naast hetgeen in artikel 12.1a.1 van de wet is bepaald bevat de aanvraag voor de bekostiging van een experimentele opleiding in het bekostigd onderwijs tenminste informatie over:

    • a. het niveau van de opleiding en

    • b. de beoogde producten en de resultaten, waaronder het beoogde deelnemersaantal en het beoogde percentage gediplomeerde uitstroom, van de experimentele opleiding en de wijze waarop de instelling deze beschikbaar stelt aan derden, waaronder onder andere het desbetreffende kenniscentrum, dan wel de desbetreffende kenniscentra.

  • 3 Naast hetgeen in artikel 12.1a.2 van de wet is bepaald bevat de aanvraag voor erkenning van een experimentele opleiding in het niet-bekostigd onderwijs tenminste informatie over het niveau van de opleiding.

  • 4 Een aanvraag wordt slechts in behandeling genomen indien deze voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 5. Besluit op aanvragen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De minister besluit uiterlijk 5 maart 2010 op de aanvragen voor bekostiging of erkenning van experimentele opleidingen op basis van deze regeling.

  • 2 De toetsing van de aanvragen vindt in ieder geval plaats op basis van de navolgende criteria:

    • a. voldoende spreiding van de experimentele opleidingen over de sectoren van de opleidingen;

    • b. voldoende spreiding van de experimentele opleidingen over de vier niveaus van de opleidingen;

    • c. voldoende landelijke spreiding van de experimenten;

    • d. voldoende spreiding van de experimenten over inhoudelijke ontwikkelingsaspecten voor de opleidingen;

  • 3 De minister neemt uitsluitend een positief besluit op aanvragen voor experimentele opleidingen, voor zover de opleidingen overeenstemmen met de criteria, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 6. Registratie Centraal register beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De minister registreert na het tijdstip van het vaststellen van het kwalificatiedossier de opleiding in het Centraal register beroepsopleidingen. Dit geldt als registratie voor het register van het studiejaar 2010–2011.

Paragraaf 3. Procesmanagement

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 7. Taken van het procesmanagement

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 Het procesmanagement dient voor 1 juni 2010 een startrapportage en voor 1 februari 2011 een eindrapportage in bij de minister inzake de deelname aan de experimentele opleidingen in het studiejaar 2010–2011.

  • 3 De eindrapportage, bedoeld in het tweede lid, behelst tenminste een overzicht van:

    • a. het aantal experimentele opleidingen dat instellingen mogen verzorgen en het aantal experimentele opleidingen die daadwerkelijk door instellingen worden verzorgd;

    • b. de aard van de experimentele opleidingen;

    • c. het aantal deelnemers dat op 1 oktober 2010 deelneemt aan de onderscheiden experimentele opleidingen;

    • d. het aantal gediplomeerde uitstromers en het percentage gediplomeerde uitstromers van de onderscheiden experimentele opleidingen;

    • e. de aard van de opgeleverde producten;

    • f. het percentage deelnemers aan experimentele opleidingen in het studiejaar 2010–2011 ten opzichte van het totaal aantal deelnemers in het beroepsonderwijs en

    • g. eventuele knelpunten bij en verbetervoorstellen ten behoeve van de kwalificatiedossiers en experimentele opleidingen 2010–2011.

  • 4 De minister kan bij beschikking nadere voorwaarden stellen over de inhoud en de inrichting van de in het derde lid vermelde rapportages.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 7. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2010–2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven