Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte zodanig te wijzigen dat een landelijke huurcommissie wordt ingesteld;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Red: Wijzigt de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.]
[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]
[Red: Wijzigt de Huisvestingswet.]
[Red: Wijzigt de Wet op de huurtoeslag.]
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij een huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter van de huurcommissie aanhangige verzoeken worden, zo nodig in afwijking van artikel 49 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, met toepassing van het vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht behandeld door de huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter, bedoeld in artikel 3a van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet.
1 De voorzitter van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, is na de inwerkingtreding van deze wet werkzaam in de kwaliteit van zittingsvoorzitter als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, tot het tijdstip waarop het in artikel 23, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, genoemde tijdvak is geëindigd, met dien verstande dat deze in afwijking van artikel 3b, eerste lid, vierde volzin, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, voor aansluitende tijdvakken van vier jaar kan worden herbenoemd.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op een voorzitter van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, indien die voorzitter per de datum van inwerkingtreding van deze wet tot voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of zittingslid, als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, is benoemd.
1 De leden van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, zijn na de inwerkingtreding van deze wet werkzaam in de kwaliteit van zittingsleden als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, tot het tijdstip waarop het in artikel 24, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, genoemde tijdvak is geëindigd.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op een lid van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, indien dat lid per de datum van inwerkingtreding van deze wet tot voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of zittingsvoorzitter als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, is benoemd.
De artikelen 3b, eerste lid, derde en vijfde volzin, 3d, eerste lid, derde volzin, en 3g, vijfde lid, tweede volzin, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, zijn niet van toepassing voor het voor de eerste maal benoemen van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de zittingsvoorzitters, onderscheidenlijk de zittingsleden.
Indien een voorzitter van een huurcommissie als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet tot voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of zittingsvoorzitter als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, is benoemd en de leeftijd van zestig jaren heeft bereikt maar nog niet de leeftijd van vijfenzestig jaren, kan hij te kennen geven dat op hem in afwijking van artikel 3e van laatstgenoemde wet de pensioengerechtigde leeftijd van toepassing is, zoals die gold voor de inwerkingtreding van deze wet.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.