Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mede namens Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 april 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/430
sector S&W, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 4, tweede lid, 8, 13, tweede lid, 74, tweede lid, 86, onderdelen b en c, en 104, eerste lid, onderdelen a, c, d en e, van de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 4:3, tweede tot en met vierde lid, 5:12, tweede lid, 7:6, eerste lid, 8:5, eerste lid, en 9:2, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet en de artikelen 21, eerste lid, 22, eerste lid, en artikel 127, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 3 juli 2009, nr. W09.09.0133/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 oktober 2009, nr. CEND/HJDZ-2009/1047
sector S&W, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
[Red: Wijzigt het Besluit personenvervoer 2000.]
[Red: Wijzigt het Arbeidstijdenbesluit vervoer.]
[Red: Wijzigt het Reglement rijbewijzen.]
-
2 In afwijking van het eerste lid, is het een vervoerder toegestaan om gedurende een
periode van ten hoogste 40 maanden na de inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen J, K en L en II, onderdeel B, taxivervoer te verrichten zonder een boordcomputer in de auto aanwezig te hebben
en zonder gebruikmaking ervan indien dit vervoer wordt verricht met auto’s die uitsluitend
gebruikt worden voor taxivervoer dat wordt verricht ter uitvoering van een schriftelijke
overeenkomst waarbij gedurende in een bij die overeenkomst vastgestelde periode meermalen
taxivervoer wordt verricht tegen een in die overeenkomst vastgelegd tarief.
-
3 Gedurende de periode, bedoeld in het eerste en tweede lid, geldt bij het verrichten
van taxivervoer de verplichting om ofwel gebruik te maken van een boordcomputer, of
van een werkmap en een controledocument, als bedoeld in de artikelen 2.4:2 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer en 127, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit personenvervoer 2000, zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaande aan die van de inwerkingtreding
van de artikelen I, onderdeel V en II, onderdeel B.
-
7 De bestuurder die taxivervoer verricht draagt er gedurende de periode, bedoeld in
het eerste en tweede lid, zorg voor dat de ingevolge het vijfde of zesde lid geregistreerde
gegevens van de dag zelf en de voorafgaande 28 dagen aanwezig zijn in de auto waarmee
taxivervoer wordt verricht.
-
8 De chauffeurspassen die voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel L, zijn verleend, worden door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in afwijking
van de artikelen 82 en 83 (nieuw), van het Besluit personenvervoer 2000, om niet, tegen inlevering van de oude chauffeurspas, vervangen door chauffeurskaarten
voor de resterende duur van de geldigheid van de verleende chauffeurspas, binnen:
-
9 Op de dag nadat de periode, bedoeld in het achtste lid, onderdeel a of b, is geëindigd,
verliest de chauffeurspas, die voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel L is verleend, zijn geldigheid.
-
10 Op het moment dat er ingevolge het eerste tot en met het derde lid geen registratie
plaatsvindt door middel van de boordcomputer, maar de bestuurder wel in het bezit
is van een chauffeurskaart, geldt, in afwijking van het zesde lid, de verplichting
om in plaats van de chauffeurspas, de door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat
verstrekte chauffeurskaart te gebruiken overeenkomstig artikel 75 van het Besluit personenvervoer 2000, zoals dit luidde op de dag voorafgaande aan die van de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel L en zijn de artikelen 82, vierde lid, en 83, derde tot en met zesde lid en achtste lid, onderdelen d tot en met f (nieuw), van toepassing.
Na de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen J, K en L, van dit besluit berusten de hierna genoemde ministeriële regelingen op de daarbij
vermelde artikelen van het Besluit personenvervoer 2000:
-
a. de Regeling periodieke controle taxameters berust op artikel 78, vierde lid;
-
b. de Regeling taxibestuurders 2005 berust op artikel 81, derde, vierde en zevende lid;
-
c. de Regeling permanente eisen bussen berust op artikel 76, derde lid, onderdeel b;
-
d. de Regeling permanente eisen taxi’s berust op artikel 76, derde lid, onderdeel b;
-
e. de Regeling vaststelling regels voor de keuring van auto’s berust op artikel 76, derde lid, onderdeel a;
-
f. de Regeling vaststelling regels voor de keuring van bussen berust op artikel 76, derde lid, onderdeel a;
-
g. de Regeling zitplaatsverdeling bussen en auto’s berust op artikel 77, derde lid.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.