Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 juni 2009 (nr. 2009-0000340189), gedaan mede namens Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
Gelet op de artikelen 2, derde lid, en 3, tweede lid, van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;
De Raad van State gehoord (advies van 22 juli 2009, nr. W04.09.0236/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 augustus 2009, nr. 2009-0000425051, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd.
De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten.
De antidiscriminatievoorziening biedt de klager de mogelijkheid per post, elektronisch, telefonisch en persoonlijk klachten te melden.
4 De antidiscriminatievoorziening weegt de rechtstreeks bij het onderzoek betrokken belangen van de klager en van de beklaagde af. Hierbij worden onder meer de mogelijk nadelige gevolgen voor de beklaagde, waaronder reputatieschade, meegewogen.
1 Een klager en een beklaagde hebben het recht de antidiscriminatievoorziening te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een persoon, werkzaam onder verantwoordelijkheid van de antidiscriminatievoorziening, zich jegens hem heeft gedragen.
Het verslag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet, omvat geanonimiseerde gegevens over het aantal klachten dat door de antidiscriminatievoorziening in het voorafgaande kalenderjaar is geregistreerd en deze worden onderverdeeld naar:
a. grond of gronden van onderscheid of discriminatie;
b. maatschappelijk terrein;
c. aard van de klacht;
d. plaats van het voorval;
e. wijze van behandeling.
Uiterlijk zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van de wet, geven het college van burgemeester en wethouders en de antidiscriminatievoorziening uitvoering aan dit besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.