Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 9 juli 2009, nr. BJZ2009045511, houdende aanwijzing van categorieën van producten,
als bedoeld in artikel 9.4.4, tweede lid, van de Wet milieubeheer (Regeling aanwijzing
ecodesign-producten)
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Europese Commissie van 17 december 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen
van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft voorschriften inzake ecologisch
ontwerp voor het elektriciteitsgebruik van elektrische en elektronische huishoud-
en kantoorapparatuur in de stand by-stand en de uit-stand (Pb EG L 339/45), verordening (EG) nr. 107/2009 van de Europese Commissie van 4 februari 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp
voor eenvoudige set-top boxes (Pb EG L 36/8), Verordening (EG) Nr. 244/2009 van de Europese Commissie van 18 maart 2009, houdende uitvoeringsmaatregelen van
Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch
ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik (Pb EU L 76/3), verordening (EG) nr. 245/2009 van de Europese Commissie van 18 maart 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp
voor fluorescentielampen zonder ingebouwd voorschakelapparaat, voor hogedrukgasontladingslampen
en voor voorschakelapparaten en armaturen die deze lampen kunnen laten branden, en
tot intrekking van Richtlijn 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (Pb EU L 76/17), verordening (EG) nr. 278/2009 van de Europese Commissie van 6 april 2009, houdende tenuitvoerlegging van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft voorschriften inzake ecologisch
ontwerp voor het elektrisch opgenomen vermogen van externe stroomvoorzieningen in
niet-belaste toestand en de gemiddelde actieve efficiëntie van externe stroomvoorzieningen
(Pb EU L 93/3) en de artikelen 9.4.4, tweede lid, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;