Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven

[Regeling vervallen per 01-04-2015.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-03-2015

Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven van de Staatssecretaris van Financiën van 19 mei 2009, nr. RR/2009/217, houdende regels met betrekking tot de verstrekking en uitbetaling van vouchers ten behoeve van de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de Wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2009;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Economische Zaken;

  • b. doorlichting: een in opdracht van een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband danwel een door een onafhankelijk adviseur uit te voeren meting aan de hand van het ‘normenkader voor bedrijven’, waarbij wordt getoetst in welke mate de gemeentelijke dienstverlening voldoet aan de ondernemerswensen;

  • c. penvoerder: de door een samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie;

  • d. verbeterplan: een systematische en concrete uitwerking van acties ter verbetering van de meetresultaten uit de doorlichting, één en ander uitmondende in een plan van aanpak om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren;

  • e. normenkader voor bedrijven: instrument om, ten aanzien van de tien belangrijkste aandachtsgebieden (normen conform bijlage 1) de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven in beeld te brengen;

  • f. voucher: een op grond van artikel 2, eerste lid en artikel 3, eerste lid van deze regeling door de minister aan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband afgegeven waardedocument ter stimulering van de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven dat bij de minister kan worden ingewisseld voor de betaling van een deel van de kosten die met een doorlichting of uitvoering van een verbeterplan gepaard gaan;

  • g. samenwerkingsverband: verband van twee of meer Nederlandse gemeenten of van twee of meer stadsdelen/deelgemeenten, of van één of meer gemeenten en één of meer stadsdelen/deelgemeenten, als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • h. stadsdeel/deelgemeente: deel van een gemeentelijk gebied met gekozen vertegenwoordigers die beperkte raadsbevoegdheden hebben.

§ 2. Verstrekking voucher aan gemeenten

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De minister kan op aanvraag een voucher aan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband verstrekken voor een doorlichting mits kosten worden gemaakt door een onafhankelijk adviseur.

  • 2 De aanvraag voor een voucher in de zin van het eerste lid van dit artikel dient vergezeld te gaan van een begroting van de te maken kosten door een onafhankelijk adviseur.

  • 3 De voucher voor een doorlichting heeft uitsluitend betrekking op de volgende noodzakelijke en rechtstreeks aan een doorlichting toe te rekenen en door een onafhankelijk adviseur te maken kosten betreffende:

    • a. het uitvoeren van enquêtes;

    • b. het advies met betrekking tot het verbeterplan.

  • 4 Een voucher voor een doorlichting heeft een tegenwaarde van 50% van de in lid 3 genoemde kosten gemaakt tot een maximum van € 5.000,–.

  • 5 Een voucher voor een doorlichting heeft een geldigheidsduur van een half jaar na de verstrekking.

  • 6 In afwijking van het vijfde lid van dit artikel kan, na een daartoe gemotiveerd verzoek, eenmalig en in uitzonderlijke gevallen worden besloten tot verlenging van de geldigheidsduur van de voucher tot maximaal 3 maanden.

  • 7 De aanvraag voor een voucher in de zin van dit artikel dient uiterlijk 1 mei 2011 te zijn ontvangen door de minister.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De minister kan op aanvraag één of meer vouchers verstrekken aan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband voor het uitvoeren van een verbeterplan mits daartoe kosten worden gemaakt door een of meerdere onafhankelijk adviseurs.

  • 2 De aanvraag voor een voucher in de zin van dit artikel dient vergezeld te gaan van de meetresultaten van de doorlichting, het opgestelde verbeterplan, een beschrijving van de uit te voeren verbeteracties en een begroting van de te maken kosten door een of meerdere onafhankelijk adviseurs.

  • 3 De voucher in de zin van dit artikel heeft uitsluitend betrekking op de noodzakelijke en rechtstreeks aan een verbeterplan toe te rekenen kosten van een of meerdere onafhankelijk adviseurs voor de uitvoering van verbeteracties.

  • 4 Een voucher voor het uitvoeren van een verbeterplan heeft een tegenwaarde van 50% van de kosten zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 tot een maximum van € 15.000,–.

  • 5 Een voucher voor een doorlichting en een voucher voor het uitvoeren van een verbeterplan tezamen, hebben een tegenwaarde van 50% van de in lid 3 genoemde kosten tot een maximum van € 15.000,–.

  • 6 De aanvraag voor een voucher in de zin van dit artikel dient uiterlijk 1 mei 2011 te zijn ontvangen door de minister.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De aanvraag voor een voucher in de zin van de artikelen 2 en 3 van deze regeling wordt door een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband ingediend onder gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier.

  • 2 In het geval van een samenwerkingsverband, wordt de aanvraag voor een voucher ingediend via een penvoerder.

  • 3 In het geval de voucher wordt verstrekt aan een samenwerkingsverband gelden de waarden als bedoeld in artikel 2, vierde lid en artikel 3, vierde lid voor elke gemeente of deelnemend stadsdeel/deelgemeente aan het samenwerkingsverband afzonderlijk.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband draagt zorg voor een zodanige administratie dat daaruit is af te leiden:

    • a. dat en door welke onafhankelijk adviseur welke activiteiten ten behoeve van een doorlichting zijn uitgevoerd;

    • b. dat en door welke onafhankelijk adviseur(s) welke activiteiten ten behoeve van het uitvoeren van een verbeterplan zijn uitgevoerd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De minister beslist afwijzend op een aanvraag in de zin van artikel 2 of 3 van deze regeling indien:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 Door de minister wordt op de aanvragen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze regeling in volgorde van ontvangst beslist, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag naar behoren is aangevuld, geldt als datum van ontvangst.

  • 2 Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare budget voor vouchers zou worden overschreden, stelt de minister de onderlinge rangschikking van deze aanvragen vast door middel van loting.

§ 3. Indiening voucher door een of meerdere onafhankelijk adviseurs

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De onafhankelijk adviseur die in opdracht van een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband waaraan de voucher is verstrekt, onderdelen van de doorlichting of (een deel van) het verbeterplan heeft uitgevoerd, kan de voucher indienen onder het verzoek tot uitbetaling van de tegenwaarde van de voucher.

  • 2 Het verzoek dient vergezeld te gaan van een kopie van de bij de gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband door de onafhankelijke adviseur ingediende declaratie, waarop de tegenwaarde van de voucher is verrekend.

  • 3 Uitbetaling van een voucher vindt plaats binnen dertien weken na ontvangst van het verzoek hiertoe.

  • 4 Het verzoek om uitbetaling van de tegenwaarde van de voucher kan worden ingediend onder gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier en dient uiterlijk 1 december 2011 te zijn ontvangen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 De minister beslist afwijzend op een verzoek om uitbetaling van de voucher indien:

    • a. andere kosten dan de kosten als bedoeld in de artikelen 2, derde lid en artikel 3, derde lid van deze regeling ter declaratie zijn aangeboden;

    • b. de voucher wordt ingediend buiten de geldigheidsduur waarvoor deze is afgegeven;

    • c. de voucher na 1 december 2011 wordt ingediend.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 Het verstrekkingsplafond voor vouchers ten behoeve van doorlichtingen en de uitvoering van verbeterplannen tezamen bedraagt € 3.000.000,–.

  • 2 Indien het beschikbare verstrekkingplafond voor doorlichtingen en de uitvoering van verbeterplannen is bereikt, wordt voor het desbetreffende deel van de aanvraag geen voucher verstrekt.

Artikel 10a

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 Een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die nog geen voucher heeft ontvangen, kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 indienen in de periode die aanvangt op het tijdstip waarop dit artikel in werking treedt en eindigt op 31 december 2012. In dezelfde periode kan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die al een voucher heeft ontvangen als bedoeld in artikel 2, alsnog een aanvraag indienen voor een voucher als bedoeld in artikel 3.

  • 2 In de in het eerste lid genoemde periode kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden ingediend door een provincie, waterschap en ieder samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3 Het verstrekkingsplafond als bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt voor vouchers, aangevraagd in de in het eerste lid genoemde periode: € 800.000,-.

  • 4 Een verzoek om uitbetaling van de tegenwaarde van een voucher als bedoeld in artikel 8, vierde lid, dient uiterlijk op 31 december 2013 te zijn ontvangen; de minister beslist afwijzend op een verzoek om uitbetaling van de voucher indien deze na 31 december 2013 is ontvangen.

  • 5 De bepalingen van deze regeling waarvan niet in dit artikel is afgeweken, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10b

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

  • 1 Een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die nog geen voucher heeft ontvangen, kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 indienen in de periode die aanvangt op het tijdstip waarop dit artikel in werking treedt en eindigt op 31 december 2013. In dezelfde periode kan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die al een voucher heeft ontvangen als bedoeld in artikel 2, alsnog een aanvraag indienen voor een voucher als bedoeld in artikel 3.

  • 2 In de in het eerste lid genoemde periode kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden ingediend door een provincie, waterschap en ieder samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3 Het verstrekkingsplafond als bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt voor vouchers, aangevraagd in de in het eerste lid genoemde periode: € 300.000,–.

  • 4 Een verzoek om uitbetaling van de tegenwaarde van een voucher als bedoeld in artikel 8, vierde lid, dient uiterlijk op 31 december 2014 te zijn ontvangen; de minister beslist afwijzend op een verzoek om uitbetaling van de voucher indien deze na 31 december 2014 is ontvangen.

  • 5 De bepalingen van deze regeling waarvan niet in dit artikel is afgeweken, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2009 en vervalt met ingang van 1 april 2015.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-04-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven.

Deze regeling wordt met de toelichting en bijlage 1, behorende bij artikel 1 sub e, in de Staatscourant geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

J.C. de Jager

Naar boven