Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 23 maart 2009, nr. 5593413/09/6;
Gelet op artikel 33e, eerste en derde lid, juncto de artikelen 12, derde lid, 25, zesde lid, 28, tweede lid, 34, vierde lid, 34a, vierde lid, 34d, derde lid, 35, 37, tweede en vijfde lid, en 41 van de Wet op de rechtsbijstand;
De Raad van State gehoord (advies van 15 april 2009, nr. W03.09.0101/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 24 april 2009, nr. 5599234/09/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: