Regeling studiefaciliteiten politie

Geraadpleegd op 05-12-2024.
Geldend van 29-12-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 april 2009, nr. 2009-0000225698, houdende regels betreffende het toekennen van studieverlof en vergoeding van studiekosten ten behoeve van politie-ambtenaren (Regeling studiefaciliteiten politie)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 58, vierde lid, en 67, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Hoofdstuk 1. : Definities

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onder i, van het Besluit algemene rechtspositie politie met uitzondering van de vakantiewerker, en de vrijwillige ambtenaar;

  • b. bevoegd gezag: het gezag, bedoeld in artikel 1, onder l, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • c. functiegerichte opleiding: een bij algemeen verbindend voorschrift verplicht gestelde of door het bevoegd gezag opgedragen opleiding die noodzakelijk is voor de huidige functie van de betrokken ambtenaar, met uitzondering van een krachtens artikel 2c van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  • d. loopbaangerichte opleiding: een opleiding die noodzakelijk is voor het verrichten van een toekomstige functie en die past in de ontwikkelafspraken die het bevoegd gezag en de ambtenaar in een gesprek over een persoonlijk ontwikkelingsplan als bedoeld in artikel 72 Besluit algemene rechtspositie politie hebben gemaakt;

  • e. niet-functiegerichte opleiding: een opleiding die niet functie- of loopbaangericht is, maar toch in enige mate in het belang is van zowel de politie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012 als de ambtenaar;

  • f. zelfstudie-opleiding: een opleiding die bestaat uit het zelfstandig bestuderen van voorgeschreven studiemateriaal zonder contactonderwijs op locatie;

  • g. studiebelastingsnorm: het aantal door de onderwijsinstelling vastgestelde uren dat de ambtenaar geacht wordt te besteden aan het volgen van contactonderwijs, het verrichten van praktijkopdrachten en zelfstudie;

  • h. contacturen: de uren die de ambtenaar, conform de daartoe gestelde studiebelastingsnormen, besteedt aan het volgen van lessen en het afleggen van een examen op een locatie bij een opleidingsinstituut;

  • i. studieverlof: het verlof ten behoeve van de contacturen en het verrichten van praktijkopdrachten conform de daartoe gestelde studiebelastingsnormen van de onderwijsinstelling;

  • j. zelfstudieverlof: het verlof voor de uren die de ambtenaar aan zelfstudie ten behoeve van de opleiding besteedt, conform de daartoe gestelde studiebelastingsnormen van de onderwijsinstelling;

  • k. studiekosten: de kosten van cursus-, les-, college-, examen- en diplomagelden alsmede van verplicht voorgeschreven studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften en duurzame gebruiksartikelen inclusief bijkomende kosten.

Hoofdstuk 2. : Aanspraken

Artikel 2

De aanspraken die op grond van deze regeling kunnen worden toegekend, zijn niet van toepassing op krachtens artikel 2c van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleidingen.

Artikel 3

Indien anders dan op grond van deze regeling een tegemoetkoming, vergoeding of voorziening is toegekend voor de in deze regeling bedoelde uitgaven, wordt de tegemoetkoming, vergoeding of voorziening, bedoeld in deze regeling, slechts toegekend tot het bedrag waarmee deze de aanspraak op andere basis overschrijdt.

Artikel 4

Het bevoegd gezag kent aan de ambtenaar die een functiegerichte opleiding, niet zijnde een zelfstudie-opleiding, volgt, toe:

  • a. studieverlof ten behoeve van contacturen en praktijkopdrachten voor 100%;

  • b. zelfstudieverlof voor 100% met uitzondering van de eerste acht uren zelfstudie per week, of, indien het aantal contacturen per week minder is dan acht, met uitzondering van het aantal zelfstudie-uren dat gelijk is aan dat aantal contacturen per week;

  • c. een vergoeding van de reis- en verblijfskosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling wordt aangemerkt als dienstreis;

  • d. een vergoeding van 100% van de studiekosten op declaratiebasis.

Artikel 5

Het bevoegd gezag kent aan de ambtenaar die een loopbaangerichte opleiding volgt, niet zijnde een zelfstudie-opleiding, op zijn aanvraag toe:

  • 1. Bij een hoog organisatiebelang:

    • a. studieverlof ten behoeve van contacturen en praktijkopdrachten voor 100%;

    • b. een vergoeding van de reis- en verblijfkosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling wordt aangemerkt als dienstreis;

    • c. een vergoeding van 100% van de studiekosten op declaratiebasis.

  • 2. Bij een laag organisatiebelang:

    • a. studieverlof ten behoeve van contacturen en praktijkopdrachten voor 50%;

    • b. een vergoeding van de reis- en verblijfkosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling wordt aangemerkt als dienstreis;

    • c. een vergoeding van 50% van de studiekosten op declaratiebasis.

Artikel 6

  • 1 Bij het bepalen van de mate van het organisatiebelang betrekt het bevoegd gezag in ieder geval:

    • a. de persoonlijke competenties in relatie tot de functie waarvoor de ambtenaar wordt opgeleid;

    • b. de vraag of op basis van de gemaakte afspraken in het gesprek over het persoonlijk ontwikkelingsplan, bedoeld in artikel 72 van het Besluit algemene rechtspositie politie, de ambtenaar toe is aan een andere functie;

    • c. de beschikbaarheid van potentieel intern en extern aanbod voor vervulling van bepaalde functies, nu en in de toekomst;

    • d. de noodzaak dan wel de wenselijkheid om interne kandidaten een kans te bieden door te stromen naar andere functies.

  • 2 Het bevoegd gezag bepaalt voorafgaande aan de opleiding eenmalig de mate van organisatiebelang.

  • 3 Het bevoegd gezag kan tijdens de duur van de opleiding de op grond van het vorige lid bepaalde mate van organisatiebelang wijzigen ten gunste van de ambtenaar.

  • 4 Het bevoegd gezag betrekt bij de vaststelling van het organisatiebelang het belang van de eigen regionale eenheid, de Landelijke eenheid, of ondersteunende dienst, het belang van de politiedienst en het belang van een loopbaanpad buiten de politiedienst.

Artikel 7

  • 1 Het bevoegd gezag kent aan de ambtenaar die een niet-functiegerichte opleiding volgt, op zijn aanvraag toe:

    • a. een vergoeding van de reis- en verblijfkosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling wordt aangemerkt als woon-werkverkeer;

    • b. een vergoeding van 50% van de studiekosten op declaratiebasis tot een maximum van € 1000 per kalenderjaar.

  • 2 Iedere drie jaar wordt de hoogte van het in het eerste lid, onder b, genoemde bedrag herzien.

Artikel 8

Het bevoegd gezag kent aan de ambtenaar die een functiegerichte opleiding in de vorm van een zelfstudie-opleiding volgt, toe:

  • a. zelfstudieverlof van 75% onder voorwaarde dat de ambtenaar de opleiding met een positief resultaat afrondt;

  • b. zelfstudieverlof van 100% indien de zelfstudie-opleiding alleen vanaf een aangewezen digitale werkplek van de desbetreffende regionale eenheid, de Landelijke eenheid of ondersteunende dienst, niet zijnde een thuiswerkplek, kan worden verricht en onder voorwaarde dat de ambtenaar de opleiding met een positief resultaat afrondt;

  • c. een vergoeding van de reis- en verblijfskosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling ten behoeve van het afleggen van examens en het bijwonen van informatiedagen wordt aangemerkt als dienstreis;

  • d. een vergoeding van 100% van de studiekosten op declaratiebasis.

Artikel 9

Het bevoegd gezag kent aan de ambtenaar die een loopbaangerichte opleiding in de vorm van een zelfstudie-opleiding volgt, op zijn aanvraag toe:

  • a. zelfstudieverlof voor 50% onder voorwaarde dat de ambtenaar de opleiding met een positief resultaat afrondt;

  • b. zelfstudieverlof van 100% indien de zelfstudie-opleiding alleen vanaf een aangewezen digitale werkplek van de desbetreffende regionale eenheid, de Landelijke eenheid of ondersteunende dienst, niet zijnde een thuiswerkplek, kan worden verricht en onder voorwaarde dat de ambtenaar de opleiding met een positief resultaat afrondt;

  • c. een vergoeding van de reis- en verblijfskosten op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, waarbij de reis van en naar de onderwijsinstelling ten behoeve van het afleggen van examens en het bijwonen van informatiedagen wordt aangemerkt als dienstreis;

  • d. een vergoeding van 100% van de studiekosten op declaratiebasis.

Hoofdstuk 3. : Verplichtingen ambtenaar

Artikel 10

  • 1 De ambtenaar, aan wie studieverlof, zelfstudieverlof of vergoeding van studiekosten wordt toegekend, is verplicht:

    • a. de bij deze regeling als bijlage bijgevoegde verklaring met het bevoegd gezag in te vullen en te ondertekenen voor akkoord indien de terugbetalingsverplichting van toepassing is;

    • b. de opleiding af te ronden binnen de daartoe door het opleidingsinstituut gestelde termijn;

    • c. het bevoegd gezag halfjaarlijks te informeren over de voortgang van de opleiding;

    • d. na afronding van de opleiding een afschrift te verstrekken van het behaalde diploma en de cijferlijst dan wel een afschrift te verstrekken van het verkregen certificaat of beoordeling.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder b, kan onder bijzondere omstandigheden door het bevoegd gezag een verlenging van de studieduur worden toegestaan.

Artikel 11

  • 2 De Minister van Veiligheid en Justitie herziet iedere drie jaar de hoogte van het in het eerste lid genoemde bedrag.

  • 3 Het terug te betalen bedrag door de ambtenaar, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onder c, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aan wie een terugbetalingsverplichting is opgelegd omdat hij binnen een periode van 36 maanden na afronding van de opleiding de politie verlaat, wordt gesteld op 1/36 van het totaal aan hem vergoede bedrag voor elke maand die na het verlaten van de politie resteert van de bedoelde periode.

  • 4 In afwijking van het derde lid valt, indien sprake is van een in het eerste lid bedoelde terugbetalingsverplichting voor functiegerichte opleidingen waarvan de kennis niet specifiek de politie betreft, het aan de ambtenaar vergoede bedrag tot en met het in het eerste lid genoemde bedrag niet onder de terugbetalingsverplichting.

  • 5 De in artikel 67, eerste lid, bedoelde terugbetalingsverplichting wordt niet opgelegd indien de ambtenaar ontslag is verleend met recht op een pensioenuitkering.

  • 6 Het bevoegd gezag kan besluiten de toekenning van studiefaciliteiten te beëindigen, indien de ambtenaar volgens de normen van de onderwijsinstelling onvoldoende voortgang boekt of indien blijkt dat de ambtenaar de aan hem op grond van deze regeling toegekende aanspraken niet benut voor de opleiding.

Artikel 12

  • 1 De ambtenaar dient voorafgaand aan de opleiding het bevoegd gezag schriftelijk te verzoeken om in aanmerking te komen voor studiefaciliteiten voor een loopbaangerichte- of niet-functiegerichte opleiding.

  • 2 Het bevoegd gezag kent de studiefaciliteiten toe voor de door het opleidingsinstituut vastgestelde duur van de opleiding.

Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

De ambtenaar behoudt de op het moment van inwerkingtreding van deze regeling reeds toegekende studiefaciliteiten.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling studiefaciliteiten politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Bijlage bij artikel 10, eerste lid, onder a, van de Regeling studiefaciliteiten politie

Verklaring

In te vullen door het bevoegd gezag:

   

Persoonlijke gegevens:

ACHTERNAAM:

   

VOORNAAM:

   

PERSONEELSNUMMER:

   

Werkgegevens:

   

FUNCTIE:

   

DISTRICT/BUREAU:

 

TEAM / AFDELING:

In te vullen door het bevoegd gezag:

Gegevens van de opleiding:

 

OPLEIDINGSINSTITUUT:

   

NAAM OPLEIDING:

   

STARTDATUM:

   

BEOOGDE EINDDATUM

   

Specificatie studiekosten: (indien van toepassing)

INSCHRIJFGELD:

 

LESGELD / OPLEIDINGSPRIJS:

 

STUDIEBOEKEN:

(verplichte literatuur)

EXAMENGELD:

(examen + diplomakosten)

BEGROTE REISKOSTEN:

 

(aantal dagen te reizen

à – kilometer x bedrag)

   

BEGROTE VERBLIJFKOSTEN :

 

(maaltijden en overnachtingen)

   

GESCHATTE TOTALE STUDIEKOSTEN:

 

In te vullen door het bevoegd gezag:

0

De opleiding is loopbaangericht met een hoog organisatiebelang

0

De opleiding is loopbaangericht met een laag organisatiebelang

0

De opleiding is niet-functiegericht

0

De opleiding betreft een loopbaangerichte zelfstudie-opleiding

0

De opleiding betreft een functiegerichte zelfstudie-opleiding

Eventuele aanvullende afspraken:

   
   
   
 
 

Door ondertekening van deze verklaring verklaart de medewerker dat hij/zij:

• bekend is met de terugbetalingsverplichting op grond van artikel 67 van het Besluit algemene rechtspositie politie1 en artikel 11 van de Regeling studiefaciliteiten politie2.

   

Datum:

 

Voor akkoord:

Voor akkoord:

   
   
   

De medewerker

Het bevoegd gezag

  • 1 Artikel 67 van het Besluit Algemene Rechtspositie Politie (BARP)

    • 1. Van de ambtenaar en de gewezen ambtenaar die geheel of gedeeltelijk op kosten van het bevoegd gezag een opleiding hebben verkregen, kunnen deze kosten geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien:

      • a. de opleiding niet met goed gevolg is afgerond door toedoen van de ambtenaar of in het geval het niet met goed gevolg afronden aan eigen schuld van de ambtenaar is te wijten;

      • b. de opleiding voortijdig wordt beëindigd door toedoen van de ambtenaar of in het geval de beëindiging aan eigen schuld van de ambtenaar is te wijten;

      • c. de ambtenaar binnen een periode van drie jaar na afronding van de opleiding de politie verlaat tenzij de ambtenaar het vertrek niet is toe te rekenen.

    • 2. In beginsel geldt de verplichting uit het eerste lid niet bij een ontslag op grond van artikel 91.

    • 3. Tot terugvordering van de kosten, bedoeld in het eerste lid, kan slechts worden overgegaan indien de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard bekend te zijn met de mogelijkheid van terugvordering en de kosten die voor de terugvordering in aanmerking kunnen komen.

    • 4. De terugvordering, bedoeld in het eerste lid onder c, geschiedt binnen drie maanden na de datum waarop de ambtenaar de politie heeft verlaten. Bij de berekening van de terug te betalen kosten wordt rekening gehouden met het reeds verstreken deel van de periode van drie jaar.

    • 5. Onze Minister stelt over de uitvoering van het eerste lid nadere regels vast.

  • 2 Artikel 11

    • 1. De terugbetalingsverplichting, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van Besluit algemene rechtspositie politie, wordt niet opgelegd bij functiegerichte opleidingen, met uitzondering van functiegerichte opleidingen waarvan de kennis niet specifiek de politie betreft en die meer dan € 12.500 per opleiding kosten.

    • 2. De Minister van Veiligheid en Justitie herziet iedere drie jaar de hoogte van het in het eerste lid genoemde bedrag.

    • 3. Het terug te betalen bedrag door de ambtenaar, bedoeld in artikel 67, eerste lid, onder c, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aan wie een terugbetalingsverplichting is opgelegd omdat hij binnen drie jaar na afronding van de opleiding de politie verlaat, wordt gesteld op 1/36 van het totaal aan hem vergoede bedrag voor elke maand die na het verlaten van de politie resteert van de bedoelde periode van drie jaar.

    • 4. De terugvordering, bedoeld in het eerste lid onder c, geschiedt binnen drie maanden na de datum waarop de ambtenaar de politie heeft verlaten. Bij de berekening van de terug te betalen kosten wordt rekening gehouden met het reeds verstreken deel van de periode van drie jaar.

    • 5. De in artikel 67, eerste lid, bedoelde terugbetalingsverplichting wordt niet opgelegd indien de ambtenaar ontslag is verleend met recht op een pensioenuitkering.

    • 6. Het bevoegd gezag kan besluiten de toekenning van studiefaciliteiten te beëindigen, indien de ambtenaar volgens de normen van de onderwijsinstelling onvoldoende voortgang boekt of indien blijkt dat de ambtenaar de aan hem op grond van deze regeling toegekende aanspraken niet benut voor de opleiding.