Bekendmakingsbesluit

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2021 t/m heden

Besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van de Bekendmakingswet (Bekendmakingsbesluit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 oktober 2008, nr. 556829/08/6, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 1, vijfde lid, 8 en 10a, eerste en tweede lid, van de Bekendmakingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 12 november 2008, nr. W03.08.0457/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 15 december 2008, nr. 5577375/08/6, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 2. Uitgifte van het Staatsblad

Artikel 2

  • 1 Het Staatsblad wordt uitgegeven op een bij ministeriële regeling te bepalen internetadres.

  • 2 Op het Staatsblad wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 3

Onze Minister draagt er zorg voor dat het Staatsblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft.

Artikel 4

  • 1 Onze Minister draagt er zorg voor dat de nodige maatregelen worden getroffen ter waarborging van de betrouwbaarheid en de beveiliging van de uitgifte en de beschikbaarstelling van het Staatsblad.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

Artikel 5

In het Staatsblad wordt opgenomen al hetgeen waarvan een wet, algemene maatregel van bestuur of ander koninklijk besluit waarbij algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld bekendmaking in het Staatsblad voorschrijft, alsmede datgene wat in verband hiermee naar het oordeel van Onze Minister moet worden vermeld.

Artikel 6

  • 1 Wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere koninklijke besluiten waarbij algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld die in het Staatsblad moeten worden geplaatst, worden daartoe na de in artikel 47 van de Grondwet bedoelde ondertekening aan Onze Minister toegezonden.

  • 2 De als eerste ondertekenende minister of staatssecretaris draagt er zorg voor dat de toezending op een zodanig tijdstip en op zodanige wijze plaatsvindt dat plaatsing in het Staatsblad tijdig kan geschieden.

Artikel 7

Wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere koninklijke besluiten waarbij algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld, worden na plaatsing in het Staatsblad door Onze Minister teruggezonden aan het Kabinet van de Koning.

Artikel 8

Onze Minister past met betrekking tot de plaatsing in het Staatsblad de regels of technische standaarden toe die krachtens het Besluit elektronische publicaties zijn gesteld onderscheidenlijk zijn aangewezen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 januari 2009

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de derde februari 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven