Deelregeling projectsubsidies Internationalisering van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-09-2010 t/m 31-12-2011

Deelregeling projectsubsidies Internationalisering van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009

Het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten,

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Fonds: het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+. Het Fonds is een stichting als bedoeld in artikel 9 van de Wet op Specifiek Cultuurbeleid.

  • b. Bestuur van het Fonds: de Raad van Bestuur van het Fonds, als bedoeld in artikel 5 van de statuten van het Fonds.

  • c. Podiumkunstinstelling: (producerende) podiumkunstinstelling of festival, die/dat activiteiten verricht op het gebied van professionele muziek, dans, theater of mengvormen daarvan.

  • d. Producerende podiumkunstinstelling: in de toelichting is een sectorgewijze opsomming van producerende podiumkunstinstellingen opgenomen.

  • e. Festivalorganisatie: organisatie waarvan de statutaire doelstellingen van artistiek inhoudelijke aard zijn en waarbij het organiseren van festivals op het gebied van podiumkunsten uit de statutaire doelstelling valt af te lezen.

  • f. Festival: reeks van presentaties op het gebied van de podiumkunsten met artistiek-inhoudelijke samenhang, onder één noemer gepresenteerd en van een beperkte tijdsduur.

  • g. Podium: een faciliteit bestemd voor de presentatie van podiumkunsten, of een rechtspersoon zonder winstoogmerk, niet zijnde een podiumkunstaanbieder of impresario, die met regelmaat openbaar toegankelijke voorstellingen op het gebied van de podiumkunsten programmeert of doet programmeren.

  • h. Productieketen: het proces van scheppen, produceren, programmeren en publieksontwikkeling.

  • i. Marketing: het vinden van optimaal publiek bij podiumkunstaanbod met gebruikmaking van de instrumenten product, promotie, prijs, plaats, personeel en publieksontwikkeling.

  • j. Projectsubsidie: een productiesubsidie of afnamesubsidie.

  • k. Productie: het ontwikkelen van een voorstelling of muziekuitvoering (inclusief onderzoek voor een productie, reprise).

  • l. Afname: het afnemen van producties c.q. programmering en marketing van producties.

  • m. Adviescommissie: een commissie als bedoeld in artikel 6, lid 2 van de statuten van het Fonds, die aan het bestuur van het Fonds advies uitbrengt over de subsidieaanvraag.

  • n. Gebundelde presentatie: Het presenteren van een combinatieprogramma van concerten en/of reeds eerder in Nederland vertoonde voorstellingen en een randprogramma van podiumkunstinstellingen.

  • o. Internationaal samenwerkingsproject: een project voorvloeiend uit de samenwerking van Nederlandse podiumkunstenaars met internationale podiumkunstenaars dat gericht is op presentatie van het project zowel in binnen- als buitenland.

  • p. Bijzondere internationale presentatie in Nederland: het programmeren van bijzonder internationaal podiumkunstaanbod op Nederlandse podia, bij voorkeur geprogrammeerd met randprogrammering.

  • q. Bijzondere Nederlandse presentatie in het buitenland: een reeks Nederlandse concerten of voorstellingen op meerdere podia en/of festivals in een aaneengesloten periode.

  • r. Bijzondere internationale producties: een gebundelde presentatie, een internationale samenwerkingsproject, een bijzondere internationale presentatie in Nederland of een bijzondere Nederlandse presentatie in het buitenland.

Artikel 2. Doel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Het bestuur van het Fonds kan op aanvraag van een podiumkunstinstelling een projectsubsidie Internationalisering verstrekken voor projecten die specifiek inzetten op het stimuleren van de internationale kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten en sterk inzetten op het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor in Nederland en het buitenland.

Artikel 3. Subsidievormen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Het bestuur van het Fonds verstrekt projectsubsidies Internationalisering in de (mogelijk gecombineerde) vorm van:

  • a. productiesubsidies voor het presenteren van een gebundelde presentatie in het buitenland;

  • b. productiesubsidies voor internationale samenwerkingsprojecten van producerende podiumkunstinstellingen;

  • c. afnamesubsidies voor podia en festivalorganisaties voor het programmeren van bijzondere internationale presentaties op de Nederlandse podia en/of festivals, bij voorkeur geprogrammeerd met randprogrammering;

  • d. productiesubsidies voor een reeks bijzondere Nederlandse presentaties /uitgebreide tournee in het buitenland in een aaneengesloten periode.

Artikel 4. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het bestuur kan subsidieplafonds vaststellen, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

  • 2 Het bestuur van het Fonds kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3 Besluiten als bedoeld in het eerste en het tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het fonds.

Artikel 5. Verdeelsleutel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Indien een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4, tweede lid onvoldoende is om alle aanvragen in de ronde te honoreren, stelt het bestuur van het Fonds de aanvragen met inachtneming van het advies van de adviescommissie in een rangorde vast op basis van de prioriteit die aan de aanvragen is gegeven aan de hand van de criteria, genoemd in artikel 9.

  • 2 Om in de rangorde te worden opgenomen, dient een aanvraag te voldoen aan het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 9.

  • 3 Om in de rangorde te worden opgenomen, dient zich niet één van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 11 voor te doen.

  • 5 Nadat de aanvragen onderling zijn vergeleken en in rangorde zijn vastgesteld, verdeelt het bestuur van het Fonds de beschikbare subsidie volgens de rangorde. Het bestuur van het Fonds besluit tot toewijzing of gedeeltelijke toewijzing van de subsidieaanvraag. Het bestuur van het Fonds wijst de resterende aanvragen af.

  • 6 Indien het bestuur van het Fonds het subsidieplafond conform het bepaalde in artikel 4, vijfde lid verhoogt of de beschikbare bedragen herverdeelt conform het bepaalde in artikel 4, vierde lid, wordt de eerstvolgende aanvraag in de rangorde die vanwege de uitputting van het budget is afgewezen, alsnog gehonoreerd, en zo verder.

Artikel 6. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Aanvragen voor subsidie worden alleen in behandeling genomen indien zij worden ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd en volledig ingevuld aanvraagformulier ‘projectsubsidies Internationalisering’. Het aanvraagformulier is te downloaden op www.nfpk.nl of op te vragen bij het Fonds.

  • 2 Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende informatie:

    • a. een inhoudelijk plan;

    • b. een begroting en financieel plan met toelichting;

    • c. documentatie.

  • 3 Het Fonds kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.

  • 4 De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het bestuur van het Fonds redelijkerwijs tot een besluit kan komen.

Artikel 7. Indieningsdata

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Het Fonds behandelt de aanvragen in het kader van deze deelregeling in 5 rondes met als uiterste indieningsdata: 15 januari, 1 april, 15 juni, 1 september, 1 november.

Artikel 8. Wijze van beoordeling en beslissing op de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het bestuur van het Fonds kan bij besluiten over de aanvragen een advies vragen aan een adviescommissie of van een of enkele voor een specifieke aanvraag uit te nodigen adviseur(s).

  • 2 De adviescommissie of adviseur(s) advise(e)r(t)(en) met inachtneming van het bepaalde in de regeling.

  • 3 Uiterlijk binnen 13 weken, gerekend vanaf de door de aanvrager verkozen uit de voor dat jaar door het bestuur van het Fonds vastgestelde uiterste indieningsdata, stelt het bestuur van het Fonds de aanvrager schriftelijk van haar besluit in kennis. Het advies wordt met de subsidiebeschikking meegezonden.

  • 4 Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen inhoudelijke informatie verstrekt.

Artikel 9. Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Alle aanvragen worden beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a. kwaliteit

    • b. bijdrage aan diversiteit/verscheidenheid

    • c. bijdrage aan het Internationaal Cultuurbeleid

    • d. cultureel ondernemerschap

  • 2 Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3 worden in het bijzonder beoordeeld op basis van de vraag of en in welke mate de aanvraag voldoet aan een van de hieronder genoemde onderdelen A, B, C of D:

    • A.

      • sprake is van een gebundelde presentatie waarbij de bundeling van de verschillende podiumkunstdisciplines geschiedt vanuit een helder artistiek inhoudelijk concept; en/of waarbij een representatief beeld wordt gegeven van de kwaliteit en diversiteit van de discipline(s) in Nederland; en waarbij sprake is van een randprogramma met workshops, masterclasses en lezingen.

    • B.

      • sprake is van internationale samenwerkingsverbanden vanuit een gezamenlijk artistiek initiatief; waarbij een zekere mate van gelijkwaardigheid is met betrekking tot de artistieke en financiële inbreng en het belang van de samenwerkende partners;

      • sprake is van een duidelijke bijdrage die de beoogde internationale samenwerking levert aan de artistieke ontwikkeling van de Nederlandse partner.

    • C.

      • sprake is van bijzondere internationale presentaties en/of randprogrammering in Nederland waarbij de te programmeren internationale voorstellingen en/of concerten van een dermate artistiek hoog niveau zijn dat deze zich onderscheiden van andere (internationale) programma’s van het podium of festival. De voorstellingen en/of concerten vinden bij voorkeur plaats in een tournee en zijn op meerdere speelplekken te zien.

    • D.

      • sprake is van bijzondere Nederlandse presentaties in het buitenland op uitnodiging van vermaarde podia en/of festivals waarbij de gepresenteerde voorstellingen en/of concerten representatief zijn voor de hedendaagse Nederlandse podiumkunsten. De voorstellingen en/of concerten vinden plaats in een reeks van bij voorkeur 10 of meer voorstellingen/concerten; en/of zijn op meerdere speelplekken/landen te zien; in een aaneengesloten periode. Bij voorkeur wordt de Nederlandse presentatie omlijst met een randprogramma.

  • 3 De vier criteria in het eerste lid wegen gezamenlijk even zwaar als de genoemde criteria onder respectievelijk A, B, C of D in het tweede lid.

Artikel 10. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Bij productiesubsidies kunnen uitsluitend de volgende, rechtstreeks aan de productie toe te rekenen kosten voor subsidiëring in aanmerking komen:

    • a. personeelskosten;

    • b. voorbereiding en uitvoeringskosten;

    • c. kosten voor in te zetten c.q. te ontwikkelen marketinginstrumenten;

    • d. bureau en huisvestingskosten, inclusief accountantskosten die samenhangen met het opstellen van de eindverantwoording;

    • e. kosten voor een internationale tournee.

  • 2 Bij afnamesubsidies kunnen uitsluitend de volgende, rechtstreeks aan de productie toe te rekenen kosten voor subsidiëring in aanmerking komen:

    • a. personeelskosten;

    • b. kosten voor in te zetten c.q. te ontwikkelen marketinginstrumenten;

    • c. kosten voor de programmering, in de zin van uitkoopsommen/partages.

  • 3 Bovengenoemde kosten worden alleen in aanmerking genomen, voor zover de aanvrager aantoont dat deze rechtstreeks samenhangen met en toe te rekenen zijn aan het verrichten van activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4 Niet voor subsidiëring in aanmerking komen:

    • a. kosten die zijn gemaakt voor het besluit tot subsidieverlening;

    • b. kosten voor activiteiten die niet relevant zijn in het licht van de doelstelling uit artikel 2;

    • c. structurele investeringen zoals kosten die betrekking hebben op exploitatie, investeringen in accomodaties en de aanschaf van instrumenten;

    • d. kosten die redelijkerwijs niet voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 11. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht en in artikel 11 van het Algemeen reglement – geweigerd, indien: de aanvrager geen podiumkunstinstelling is;

    • de aanvrager minder dan twee jaar activiteiten als professionele podiumkunstinstelling verricht;

    • het festival of podium geen professioneel aanbod programmeert;

    • de aanvrager niet beschikt over rechtspersoonlijkheid;

    • de subside aanvraag betrekking heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 3 en de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd reeds een aanvang hebben genomen binnen 13 weken na de uiterste indieningsdatum;

    • het gevraagde bedrag meer dan 150.000 euro bedraagt.

  • 2 De subsidie wordt voorts geweigerd, indien de aanvrager een langjarige of vierjaarlijkse instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de periode van 2009–2012 ofwel een vierjarig subsidie voor deze periode van het Fonds ontvangt. Het voorgaande geldt niet voor naar het oordeel van het Fonds niet-reguliere activiteiten waarvoor de aanvrager niet reeds subsidie van de Minister of het Fonds ontvangt.

Artikel 12. Overig

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Van toepassing op deze regeling is het Algemeen reglement van het Fonds waarin algemene bepalingen omtrent de subsidieverstrekking zijn omschreven, zoals aanvraagprocedure, vereisten, voorwaarden en verplichtingen.

  • 2 Deze regeling is een deelreglement als bedoeld in artikel 4 van het Algemeen reglement.

  • 3 Eveneens van toepassing op deze regeling is het Huishoudelijk reglement waarin de interne organisatie van het Fonds wordt geregeld.

  • 4 De reglementen als bedoeld in het eerste en derde lid van dit artikel zijn op verzoek verkrijgbaar bij het secretariaat van het Fonds.

Artikel 13. Inwerkingtreding en overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2008.

  • 3 Op bestaande subsidierelaties die tot stand zijn gekomen op basis van de regeling genoemd in lid 2 na intrekking van die regelingen, is deze regeling van toepassing.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze deelregeling wordt aangehaald als: Deelregeling projectsubsidies Internationalisering van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009.

Het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten

Naar boven