Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 juli 2008, nr. 5554808/08/6;
Gelet op de artikelen 2, vierde en vijfde lid, 3, 4, vijfde lid, 8, vierde lid, 16, vierde lid, van de Wet beëdigde tolken en vertalers;
De Raad van State gehoord (advies van 20 augustus 2008, nr. W03.08.0302/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 4 december 2008,
nr. 5576160;
Hebben goedgevonden en verstaan: