Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van de
vice-president van de Raad van State, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone
dienst, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer, alsmede
van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen te harmoniseren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
-
6 Na het overlijden van de vice-president van de Raad van State, de president van de
Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de leden van de Raad van State en de
staatsraden, de overige leden van de Algemene Rekenkamer of de substituut-ombudsmannen
wordt een uitkering verstrekt op de voet van hetgeen hieromtrent voor de ambtenaren
die op grond van een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn bij het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een collectieve arbeidsovereenkomst
is overeengekomen.
-
7 Indien voor de ambtenaren die op grond van een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam
zijn bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een collectieve
arbeidsovereenkomst een wijziging van het loon is overeengekomen en daarbij is overeengekomen
dat die wijziging een algemeen karakter draagt, worden de in het eerste, tweede en
derde lid genoemde bedragen bij ministeriële regeling overeenkomstig gewijzigd.
-
1 De vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer,
de Nationale ombudsman, de leden van de Raad van State en de staatsraden, de overige
leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen ontvangen
een eindejaarsuitkering van 8,3 procent van de bezoldiging en een vakantie-uitkering
van 8 procent van de bezoldiging.
-
2 Indien voor de ambtenaren die op grond van een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam
zijn bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een collectieve
arbeidsovereenkomst een eenmalige uitkering is overeengekomen, ontvangen de vice-president
van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman,
de leden van de Raad van State en de staatsraden, de overige leden in gewone dienst
van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen deze op gelijke voet.
-
5 Onder de in het derde lid, onder a, bedoelde voorzieningen zijn in ieder geval begrepen
die met betrekking tot verhuizing, informatie en communicatie, binnenlandse en buitenlandse
dienstreizen, vervoer en, voor zover het de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen
betreft, een voorziening voor bedrijfsgeneeskundige zorg.
-
6 De vice-president van de Raad van State, de president van de algemene Rekenkamer,
de leden van de Raad van State en de staatsraden en de overige leden in gewone dienst
van de Algemene Rekenkamer ontvangen een ambtsjubileumgratificatie op de voet van
de regeling die hieromtrent geldt voor het personeel werkzaam bij de Sector Rijk.
-
1 De substituut-ombudsman die ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman gedurende meer dan 30 dagen onafgebroken is belast met de vervanging van de ombudsman,
geniet een vervangingstoelage ter hoogte van het verschil tussen zijn bezoldiging
en de bezoldiging van de ombudsman.
-
2 De substituut-ombudsman die ingevolge artikel 10, derde lid, van de Wet Nationale ombudsman is belast met de waarneming van het ambt van de ombudsman, geniet voor de duur van
de waarneming een waarnemingstoelage tot de hoogte van het bedrag van de bezoldiging
van de ombudsman.
-
1 Op de bezoldiging, bedoeld in artikel 1, eerste tot en met vijfde lid, de uitkering, bedoeld in artikel 1, zesde lid, en de vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, alsmede op de ambtsjubileumgratificatie, de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, is, voor zover in deze wet niet anders is bepaald, beslag mogelijk overeenkomstig
de voorschriften van het gemene recht.
-
1 Met bezoldiging als bedoeld in artikel 1, eerste tot en met vijfde lid, uitkeringen als bedoeld in artikel 1, zesde lid, vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en ambtsjubileumgratificaties, vakantie-uitkeringen en eindejaarsuitkeringen als
bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan worden verrekend hetgeen de betrokken functionaris of zijn nagelaten betrekkingen
zelf als zodanig aan de Staat verschuldigd is of zijn.
-
3 Verrekening als bedoeld in het eerste lid is slechts in zoverre geldig als een beslag
op die bezoldiging, ambtsjubileumgratificaties, vakantie-uitkeringen of eindejaarsuitkeringen
geldig zou zijn, met dien verstande dat verrekening van hetgeen wegens genoten huisvesting
of voeding is verschuldigd eveneens kan plaatsvinden met dat deel van de bezoldiging
dat de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vormt.
-
1 Op bezoldiging als bedoeld in artikel 1, eerste tot en met vijfde lid, uitkeringen als bedoeld in artikel 1, zesde lid, vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en ambtsjubileumgratificaties, vakantie-uitkeringen en eindejaarsuitkeringen als
bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan ten behoeve van een schuldeiser van de betrokken functionaris of zijn nagelaten
betrekkingen een korting worden toegepast, mits deze functionaris onderscheidenlijk
zijn nagelaten betrekkingen de vordering van de schuldeiser erkent of erkennen dan
wel het bestaan van de vordering blijkt uit een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke
uitspraak dan wel uit een authentieke akte.
-
3 Beslag, faillissement, surséance van betaling en toepassing ten aanzien van de betrokken
functionaris of zijn nagelaten betrekkingen van de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen sluiten korting uit.
Indien verscheidene schuldeisers uit hoofde van beslag of korting aanspraak hebben
op een deel van de bezoldiging geschiedt de verdeling naar evenredigheid der inschulden,
voor zover niet de ene schuldeiser voorrang heeft boven de anderen.
-
1 Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling waardoor de betrokken functionaris
of zijn nagelaten betrekkingen enig recht op zijn bezoldiging aan een derde toekent
of toekennen, is slechts geldig voor dat deel van de bezoldiging waarop beslag geldig
zou zijn.
Betaling of afgifte aan een gemachtigde, nadat een volmacht tot voldoening of invorderingen
van bezoldiging is geëindigd, ontlasten de Staat, indien een gegeven opdracht tot
de betaling of afgifte niet meer tijdig kon worden ingetrokken, toen de Staat van
het eindigen van de volmacht kennis kreeg.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer
en Nationale ombudsman.