Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Zee- en Kustvisserij [...] van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 26-09-2007 t/m heden

Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Zee- en Kustvisserij vanaf 1945 (Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 28 juni 2007, arc-2007.03942/1);

Besluiten:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 9 juli 2007

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

algemene rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
de

projectdirecteur Project Wegwerken Archiefachterstanden PWAA

,

A. van der Kooij

Basisselectiedocument

Instrument voor de selectie – ter vernietiging dan wel blijvende bewaring – van de administratieve neerslag van de zorgdragers

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Minister van Financiën

Op het beleidsterrein Zee- en Kustvisserij 1945–

Tekst: drs. A. Mul (Doxis Informatiemanagers) en G. Stiemsma (Ministerie van LNV)

Eindredactie: Bram Duizer (PWAA)

Ontwerp/versie april 2007

Lijst van Afkortingen

AID: Algemene Inspectiedienst

AMvB: Algemene maatregel van bestuur

BZ: (Ministerie van) Buitenlandse Zaken

BSD: Basis Selectiedocument

CAS: Centrale Archief Selectiedienst

DR: Dienst Regelingen

Fin: (Ministerie van) Financiën

KB: Koninklijk Besluit

KNHG: Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap

LASER: Dienst Landelijke Service bij Regelingen

LVV: 1946–1960 (Ministerie van) Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening

LenV: 1960–1989 (Ministerie van) Landbouw en Visserij

LNV: 1989–2003 (Ministerie van) Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

2003– (Ministerie van) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

NA: Nationaal Archief

OM: Openbaar Ministerie

PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn

RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek

Stb.: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Stcrt.: Nederlandse Staatscourant

TK: Tweede Kamer (Kamerstukaanduiding)

Verantwoording

Doel en werking van het BSD

Een Basis Selectiedocument (BSD) is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van één (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald beleidsterrein.

Het BSD geldt dus voor de archiefbescheiden van verschillende overheidsorganen (veelal ook diverse zorgdragers), en wel voor zover de desbetreffende actoren op het terrein in kwestie werkzaam zijn (geweest). Dit betekent dat er geen handelingen van particuliere actoren worden opgenomen.

Een BSD wordt normaliter opgesteld op basis van institutioneel onderzoek. In het rapport institutioneel onderzoek (RIO) wordt dan het betreffende beleidsterrein beschreven, evenals de taken en bevoegdheden van de betrokken organen. De handelingen van de overheid op het beleidsterrein staan in het RIO in hun functionele context geplaatst. In het BSD zijn de handelingen overgenomen, alleen nu geordend naar de actor. Bovendien is bij elke handeling aangegeven of de administratieve neerslag hiervan bewaard dan wel vernietigd moet worden.

Door de beleidsterreingerichte benadering komen verschillende aspecten betreffende het beheer van de eigen organisatie van de zorgdrager (personeelsbeleid, financieel beleid, etc.) niet aan bod. Voor het selecteren van de administratieve neerslag die betrekking heeft op de instandhouding en ontwikkeling van de eigen organisaties van overheidsorganen dienen een aantal zogeheten ‘horizontale’ BSD’s. Deze horizontale BSD’s zijn van toepassing op alle organisaties van de rijksoverheid.

Het niveau waarop geselecteerd wordt, is dus niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen van overheidsactoren, waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en indien van toepassing een vernietigingstermijn.

De selectielijst treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en blijft in de huidige vorm hoogstens 20 jaar geldig.

Afbakening van het beleidsterrein

Het beleidsterrein Zee- en kustvisserij heeft enkele raakvlakken met andere beleidsterreinen.

Agrarisch markt- en prijsbeleid

In het Pivot-rapport Agrarisch markt- en prijsbeleid en Voedselvoorziening zijn de handelingen met betrekking tot de visserij niet meegenomen. Het rapport over de zee- en kustvisserij bevat een aantal parallelle handelingen inzake bijvoorbeeld de marktordening.

Binnenvisserij

Naast de zee- en kustwateren worden nog de binnenwateren onderscheiden, waaronder ook het IJsselmeer valt (sinds de sluiting van de Afsluitdijk). Over het beleid en de beleidsuitvoering terzake van het binnenvisserijbeleid is een Rapport Institutioneel Onderzoek opgesteld.

Beide beleidsterreinen worden, voor wat betreft de kaderregelgeving, bestreken door de Visserijwet 1963. De algemene handelingen uit deze wet, die welke niet specifiek zijn ondergebracht in het hoofdstuk betreffende de binnenvisserij, worden in het onderhavige rapport behandeld, hoewel er wel raakvlakken kunnen zijn. Zo wordt in dit rapport de registratie van schepen behandeld. Daaronder moet dan ook de registratie van IJsselmeerschepen worden begrepen.

Landbouwstructuurbeleid

In het Pivot-rapport Landbouwstructuurbeleid zijn de handelingen met betrekking tot het visserijstructuurbeleid niet meegenomen. Het rapport over de zee- en kustvisserij bevat een aantal parallelle handelingen inzake bijvoorbeeld de Europese fondsen en het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij.

Maritieme zaken

Naast de onderwerpen die in onderhavig rapport worden besproken, is er ook beleid inzake de zee- en kustvisserij die is toegespitst op de technische aspecten van schepen, bemanningszaken, veiligheid van de scheepvaart, e.d. Het regievoerende departement in dezen is dat van Verkeer en Waterstaat. Pivot-rapport nr. 21, Stuurlui aan wal.

Natuurbescherming

In het kader van de natuurbescherming kunnen bepaalde gedeelte van zee en kust voor de visserij worden gesloten. Dit ter bescherming van de visstand en de natuur in het desbetreffende gebied. Ook vanuit een bredere optiek kunnen zee- en kustwateren worden gesloten, bijv. delen van de Waddenzee. Dit gebeurt dan op grond van de Natuurbeschermingswet. Deze wet komt aan de orde in Pivot-rapport nr. 32, Flora en fauna. Vergunningen voor de kustvisserij op grond van de Natuurbeschermingswet krijgen in het voorliggende rapport wel een plaats.

Voedselkwaliteit

Er is voor gekozen om de kwaliteitsaspecten voor vis- en visproducten, zoals die ook zijn terug te vinden in de Europese verordeningen inzake de marktordening voor vis, binnen Pivot-rapport nr. 157, Landbouwkwaliteit en voeding, onder te brengen. Redenen hiervoor zijn het belang van een goede kwaliteit van vis voor de export en het feit dat binnen de Landbouwuitvoerwet en de latere landbouwkwaliteitswetgeving ruimte werd gemaakt voor vis- en visproducten.

Gezondheid en welzijn van dieren

De Europese marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten bevat bepalingen die zijn gerelateerd aan productkwaliteit en dierenwelzijn en -⁠gezondheid. Dit laatste onderwerp komt in het onderhavige rapport niet expliciet aan de orde, alhoewel er zeker aanknopingspunten zijn. Zie voor dit onderwerp: Pivot-rapport nr. 107, Gezondheid en welzijn van dieren.

Sociaal-Economische Raad

Het Productschap Vis speelt een rol in het zee- en kustvisserijbeleid en de uitvoering daarvan. Onderwerpen die zijn gerelateerd aan de bedrijfschappen-oude stijl (de voorlopers van de huidige productschappen), meestal ingesteld door de Minister van Landbouw, komen met name aan de orde in het Pivot-rapport betreffende het agrarisch markt- en prijsbeleid. De SER is sinds 1992 verantwoordelijk voor instellingshandelingen betreffende de product- en bedrijfschappen. Dit is een van de onderwerpen in Pivot-rapport nr. 58, Sociaal-Economische Raad. (Overigens heeft het Productschap Vis de opstelling van een organisatiespecifiek Basisselectiedocument in voorbereiding, zodat dit productschap niet in de handelingen in het voorliggende rapport zal worden meegenomen.)

Doelstellingen op dit beleidsterrein

De hoofddoelstelling van de overheid voor beide beleidsterreinen (zeevisserij en kustvisserij) is dezelfde. Deze luidt: Het bevorderen van een verantwoorde visserij en een evenwichtige exploitatie van de visbestanden. (Structuurnota Zee- en kustvisserij 1993.)

Dit houdt in dat binnen de randvoorwaarden die gesteld worden door andere functies, de overheid de visserij als economische activiteit tracht te bevorderen.

De overheid maakt gebruik van drie beleidsinstrumenten om haar beleidsdoelstelling te operationaliseren, te weten:

  • structuur (visserijsector);

    hierbij moet o.a. worden gedacht aan sanering, modernisering en ontwikkeling;

  • sturing en beheer van de visserij (de aanvoersector);

    hierbij kan o.a. worden gedacht aan het beheren van de visstand;

  • marktordening;

    hierbij moet worden gedacht aan prijsregulering en bevordering van de kwaliteit van producten ten behoeve van de afzet en gericht op de markt.

Deze indeling in structuur, visrecht- en visstandbeheer en marktordening is ook in onderhavig rapport gehanteerd.

Totstandkoming BSD

Dit BSD is gebaseerd op het rapport institutioneel onderzoek ‘Zee- en Kustvisserij. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de overheidsorganen op het beleidsterrein Zee- en kustvisserij (1945–2003)’. Dit rapport (nr. 159) is in 2004 opgesteld door drs. A. Mul.

In vergelijking met het RIO zijn in dit BSD ter completering enkele extra actoren en handelingen opgenomen. Dat zijn de Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen), de Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst), de Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen, de Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen, de Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten. Daarnaast is de actor Commissies toegevoegd. Zie hiervoor de handelingen 235–241.

Daarnaast zijn enkele handelingen opgenomen voor de Algemene Inspectiedienst (AID). Een handeling die eveneens wordt uitgevoerd door de Minister van LNV en een toegevoegde handeling (242).

Enkele handelingen die in het RIO werden toegeschreven aan de Minister van LNV, zijn in dit BSD ook opgenomen voor de uitvoerende dienst LASER en diens opvolger Dienst Regelingen.

De handeling die in het RIO Zee- en Kustvisserij is opgenomen voor de Minister van Buitenlandse Zaken is buiten dit BSD gelaten, omdat het BSD voor Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking deze handeling al ondervangt.

De handelingen voor het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland uit het RIO zijn buiten dit BSD gelaten, aangezien er een aparte lijst is vastgesteld voor provinciale organen.

Het Productschap Vis is een actor op dit beleidsterrein, maar heeft een eigen BSD en wordt daarom niet in dit BSD Zee- en Kustvisserij opgenomen.

Selectiedoelstelling

In de productbeschrijving BSD van maart 2004 is de selectiedoelstelling van het Nationaal Archief als volgt verwoord. ‘De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.’

Selectiecriteria

Uitgaande van de algemene selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1998 een (gewijzigde) lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van die algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek in kaart zijn gebracht.

De algemene selectiecriteria van PIVOT zijn positief geformuleerd; het zijn bewaarcriteria. Is een handeling op grond van een criterium gewaardeerd met B (‘blijvend te bewaren’), dan betekent dit dat de administratieve neerslag van die handeling te zijner tijd geheel dient te worden overgebracht naar het NA.

De neerslag van een handeling die niet aan één van de selectiecriteria voldoet, wordt op termijn vernietigd. De waardering van de desbetreffende handeling luidt dan V (vernietigen), onder vermelding van de periode waarna de vernietiging dient plaats te vinden. De neerslag die uit dergelijke handelingen voortvloeit, is dus niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (ewaren)

Algemene selectiecriteria

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

Overigens kan, ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen, betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

Naast de algemene criteria kunnen er in een BSD, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, in overleg met het NA, beleidsterreinspecifieke criteria worden geformuleerd. Deze criteria worden doorlopend genummerd, waarbij wordt aangesloten bij de zes algemene criteria (dus vanaf 7). In dit BSD is geen aanvullend selectiecriterium toegekend.

Verslag vaststellingsprocedure

Vaststelling BSD

In 2004 is het ontwerp-BSD door de Minister van Financiën en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC).

Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd.

Vanaf 1 mei 2007 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van genoemde Ministeries en bij de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 28 juni 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2007.03942/1), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.

Daarop werd het BSD op 9 juli 2007 door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Project Directeur Project Wegwerken Archiefachterstanden (conform het convenant d.d. 30 mei 2006) namens de Minister van Financiën (C/S&A/07/1697) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (C/S&A/07/1698) vastgesteld.

Het is pas na deze publicatie in de Staatscourant mogelijk daadwerkelijk tot vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden over te gaan.

Leeswijzer

Deze leeswijzer maakt duidelijk welke informatie in een handelingenblok te vinden is.

(X): Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is overgenomen uit het RIO.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.

Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht.

Vermeld worden:

  • de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van bestuur, het Koninklijk Besluit of de Ministeriële regeling;

  • het betreffende artikel en lid daarvan;

  • de vindplaats, dwz. de vermelding van staatsblad of staatscourant

  • wijzigingen in de grondslag en het vervallen hiervan.

Een voorbeeld:

Reclasseringsregeling 1947, art. 9, lid 2 (Stb. 1947, H 423), Reclasseringsregeling 1970, art. 8, lid, lid 3 (Stb. 1969, 598), gewijzigd 1978 (Stb. 1978, 254), vervallen in 1986 (Stb. 1986, 1)

Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.

Opmerking: Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer de strekking van de handeling toelichting behoeft.

Waardering: Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).

Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn.

Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.

Eventueel een nadere toelichting op de waardering.

Actorenoverzicht

A. Actoren onder de zorg van de Minister van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en taakvoorgangers

  • De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945–1960)

  • De Minister van Landbouw en Visserij (1960–1990)

  • De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (1990–2003)

De primaire actor op het beleidsterrein Zee- en kustvisserij is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Met de actor Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wordt niet alleen deze bewindsman bedoeld, maar tevens het ondersteunende ambtelijke apparaat. (Hoewel dit een aantal ambtelijke functionarissen met zelfstandige bevoegdheden bevat, worden ze niet als zelfstandige actoren beschouwd: ze staan immers onder gezag van de Minister.) De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het beleidsterrein en stelt het beleid vast.

College voor de Visserijen (1919–1964)

De Visserijwet 1931 bevatte bepalingen ten aanzien van een College voor de Visserijen en een Raad voor de Visserij. Beide werden rond 1920 (resp. 1919 en 1921) ingesteld. Zowel het College als de Raad had tot taak voorlichting en advies te geven omtrent alle met de visserijen in verband staande onderwerpen. Het College richtte zich meer tot de regering, de Raad diende de Minister. Beide instanties keerden niet weer terug in de Visserijwet 1963. Er bleef wel een Raad voor de Binnenvisserij bestaan.

Landelijke Service bij Regelingen (LASER)

Dienst Regelingen (DR)

De Landelijke Service bij Regelingen (LASER) is sinds 1996 de uitvoeringsdienst van het Ministerie van LNV, als opvolger van de Dienst Uitvoering Regelingen (DUR). Per 1 januari 1999 is LASER een agentschap.

LASER voert meer dan honderd nationale en internationale regelingen uit op het gebied van de primaire landbouw, de visserij, de verwerkende industrie, de bosbouw, de recreatie en natuur- en landschapsbeheer. De beleidsdirecties van LNV zijn de grootste opdrachtgevers van LASER. Het O&S-fonds voor de Visserij heeft beslissingsbevoegdheid gemandateerd aan LASER.

LASER, Bureau Heffingen, het LNV-Loket en de Dienst Basisregistraties zijn gefuseerd tot de Dienst Regelingen (DR). De Dienst Regelingen is een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ze is gespecialiseerd in de implementatie van Europese en nationale wetten en regelingen. Opdrachtgevers van de uitvoeringsorganisatie zijn beleidsdirecties bij het Ministerie van LNV, andere Ministeries en andere overheden.

Algemene Inspectiedienst (AID)

Deze dienst is in algemene zin verantwoordelijk voor de controle op de uitvoering van vele Ministeriële regelingen op allerlei beleidsterreinen. De bedoeling is om in een apart contextrapport aandacht te besteden aan taken als controle. In dit rapport wordt de AID slechts in enkele algemene handelingen opgevoerd.

De Algemene Inspectiedienst (AID) is de controle- en opsporingsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De AID bevordert de naleving van de LNV-regelgeving. Op basis van waarnemingen en ervaringen in de handhavingpraktijk adviseert de AID de Minister en beleidsdirecties van LNV over voorgenomen of bestaand beleid en regelgeving. Voor de uitvoering van deze taak beschikken de ambtenaren van de AID over toezichthoudende en opsporingsbevoegdheden. Deze bevoegdheden worden in onderlinge samenhang ingezet. Opsporing vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie.

Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij (O&S-fonds)

Het O&S-fonds werd in 1975 (overigens zonder wettelijke grondslag) opgericht en heeft tot doel de ontwikkeling en sanering van de visserij te bevorderen. Hiertoe stelt het gelden ter beschikking voor het stimulerings-, sanerings- en herstructureringsbeleid voor de verschillende visserijsectoren. In het bestuur hebben ambtenaren zitting; de voorzitter is de DG Visserij.

Het O&S-fonds is een stichting die in het kader van het structuurbeleid een aantal (met name ook uit Europese regelgeving voortvloeiende) overheidsmaatregelen verder uitwerkt. Zij maakt⁠(e) gebruik van de organen van het Ministerie van LNV voor het realiseren van haar doelen (dit is ook voorgeschreven in de statuten). LNV voert ook het secretariaat van het fonds.

Een enkele maal is de uitvoering van een door het fonds in het leven geroepen regeling op het terrein van het zee- en kustvisserijbeleid gemandateerd aan LASER (Stcrt. 1998, 167). Aan het eind van de jaren ’90 heeft LNV, in het kader van een kritische doorlichting van de LNV-ZBO’s, meerdere taken naar zich toegetrokken, met name ten aanzien van de vlootbeperkende maatregelen. Sinds de uitvoering van het zgn. Brandstofakkoord in 2001 zijn de uitvoerende werkzaamheden van het O&S-fonds op een lager niveau gekomen.

Raad voor de Visserij

De Visserijwet 1931 bevatte bepalingen ten aanzien van een College voor de Visserijen en een Raad voor de Visserij. Beide werden rond 1920 (resp. 1919 en 1921) ingesteld. Zowel het College als de Raad had tot taak voorlichting en advies te geven omtrent alle met de visserijen in verband staande onderwerpen. Het College richtte zich meer tot de regering, de Raad diende de Minister. Beide instanties keerden niet weer terug in de Visserijwet 1963. Er bleef wel een Raad voor de Binnenvisserij bestaan.

Visserij-inspectie

De visserij-inspectie heeft bestaan in de periode 1945–1955 en was bevoegd vergunningen en ontheffingen te verlenen voor het beoefenen van (scheldier)visserijactiviteiten in Nederlandse kustwateren.

Biesheuvelgroepen

Deze sinds 1993 functionerende groepen richten zich op:

  • gezamenlijk beheer van de individuele quota van de groepsleden;

  • vangstbeheersing;

  • maximaal economisch voordeel voor de groepsleden door een gespreide aanvoer per jaar.

Met het oog op hun taakuitvoering dienen zij een deugdelijke administratie bij te houden en visplannen voor te leggen.

Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen, 1950–1953)

Deze staatscommissie werd bij beschikking van 21 september 1950 door de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening ingesteld. Zij had tot taak advies uit te brengen over de vraag welke maatregelen getroffen konden worden om het zeevisserijbedrijf weer gezond te maken. In haar rapport heeft zij wegen aangegeven voor de sanering zowel van de productie als van de distributie.

Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten (1954)

Ingesteld in 1954 door de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Het secretariaat van de raad werd vervuld door het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.

De raad had tot taak om toezicht uit te oefenen op de besteding van gelden die in het kader van een project, dat voornamelijk beoogde de distributie van vis te verbeteren, ter beschikking werden gesteld. Dit project maakte onderdeel uit van het Moody-programma en werd gefinancierd uit het Moody-fonds. Het Moody-fonds was een fonds dat door de Amerikaanse regering in het leven was geroepen.

Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst, 1959–1965)

Deze commissie werd ingesteld door de Minister van L&V (Stcrt. 1959, 235) en bestond voor het grootste deel uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Zij had tot taak om oplossingen aan te dragen voor de problemen die veroorzaakt werden door de veranderingen op het gebied van de productie en de afzet van vis en visproducten.

Commissie Experimentele Visserij (1964–1970)

Deze commissie had tot taak de Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening en de Visserijen te adviseren omtrent de uitvoering van experimentele reizen en de daarvoor te verlenen bedragen. De centrale doelstelling die ten grondslag lag aan de reizen was het verkennen van nieuwe visgebieden, de uitbreiding van de visserij naar in Nederland nog relatief onbekende consumabele vissoorten en het uitproberen van nieuwe vistuigen en vistechnieken. De opgedane ervaringen konden worden gebruikt door het visserijbedrijf.

Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen (1971)

Adviseert de Minister van Landbouw en Visserij (omtrent diens aan de Dienst der Domeinen uit te brengen voorstellen) inzake de verhuur van mosselpercelen en andere aangelegenheden m.b.t. mosselkweek en mosselvisserij. Zowel overheid als bedrijfsleven zijn in de adviescommissie vertegenwoordigd.

Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen (1972–1980)

Ingesteld door de Ministers van Landbouw en Visserij en van Verkeer en Waterstaat. In de stuurgroep waren vertegenwoordigd de Ministeries van Landbouw en Visserij, van Verkeer en Waterstaat en van Financiën, de colleges van Gedeputeerde Staten van Zeeland, Friesland en Noord-Holland, alsmede het georganiseerde visserijbedrijfsleven en de mosselhandel.

Zij had tot taak om aan de Ministers advies uit te brengen over de wijze waarop consumptiemosselen kunstmatig zouden kunnen worden verwaterd en over de plaats, of plaatsen, waar deze verwatering zou kunnen geschieden. Door de Deltawerken werden namelijk de natuurlijke verwaterpercelen bedreigd.

Het secretariaat van de Stuurgroep berustte bij de Directie van de Visserijen.

Begeleidingscommissie voor het Schelpdierenonderzoek (1978–1983)

Onder voorzitterschap van de Directeur van de Visserijen. Het bedrijfsleven van de schelpdiersector, het schelpdieronderzoek (RIVO), IVP-TNO, het LEI en de beleidsafdeling van de Directie van de Visserijen waren vertegenwoordigd in deze begeleidingscommissie.

Stuurgroep Biesheuvel (1991–1992)

Geïnstalleerd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in overleg met het Productschap voor Vis en Visproducten. In de stuurgroep hadden zowel vertegenwoordigers van de overheid als van het bedrijfsleven zitting. De taak van de stuurgroep was het ontwikkelen van voorstellen die zouden leiden tot een betere aansluiting van het vangstpatroon van de vissers aan de mogelijkheden die de markt bood.

Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie Mok, 1991–1993)

Geïnstalleerd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Bestond uit externe deskundigen.

Deze commissie had als opdracht te onderzoeken welke mogelijkheden er waren om een situatie af te dwingen, waarbij de totale vangstcapaciteit van de Nederlandse vloot werd afgestemd op de aan Nederland toegekende vangstquota.

De opdracht had als uitgangspunt een vorm van verplichte sanering.

B. Actoren onder de zorg van de Minister van Financiën

De Minister van Financiën

De Minister van Financiën is formeel belast met het privaatrechtelijk beheer van staatseigendom en geeft het beleid op hoofdlijnen vorm. De uitvoerende bevoegdheden zijn door hem gemandateerd naar de Dienst Domeinen. Een van die uitvoerende bevoegdheden is het afkopen van visrechten, de zogenoemde ‘heerlijke visrechten’. De Minister van Financiën kan daarvoor de voorwaarden vaststellen. In 1998 werd de Visserijwet 1963 in die zin gewijzigd, dat ‘Onze Minister’ (d.w.z. de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)) voortaan bevoegd was tot afkoop van visrechten (Stb. 1998, 449).

Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse stromen

Het bestuur ressorteerde vanaf 1932 onder het Ministerie van Financiën.

De taak van het Bestuur werd in het KB van 26 juni 1911 als volgt omschreven:

  • a. De handhaving van de op het stuk der visserijen in de Zeeuwse stromen, de daaraan gelegen open havens en zeegaten geldende voorschriften en met zorg voor de veiligheid van harer belangen.

  • b. Het beheer der tot het Domein van de Staat behorende visserijen in die wateren.

  • c. De bevordering van de belangen van de visserijen in die wateren, in het algemeen, ook door het opsporen, bekendmaken en helpen invoeren van elders tot stand gebrachte verbeteringen.

In de taakomschrijving in het KB van 1956 werd ook het toezicht op de zuiverheid van de voor de consumptie bestemde schelpdieren opgenomen.

Selectielijsten

A. Actoren onder de zorg van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Actor: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en taakvoorgangers

  • De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945–1960)

  • De Minister van Landbouw en Visserij (1960–1990)

  • De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (1990–2003)

  • De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2003–)

Deel 2 – Algemene handelingen

4. Algemene handelingen

4.1. Nationaal

(1.)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(2.)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het nationale beleid van andere Ministers, voorzover dit (mede) betrekking heeft op (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(3.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Product: o.a. Visserijwet 1931 (Stb. 1931, 410), Visserijreglement voor de territoriale wateren (Stb. 1952, 430); Visserijwet 1963 (Stcrt. 1963, 312); Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964 (Stb. 1964, 144); Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen (Stb. 1964, 145); Visserijreglement voor de territoriale wateren 1964 (Stb. 1964, 166); Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 (Stb. 1973, 476); Reglement voor de visserijzone (Stb. 1970, 174); Reglement voor de kustvisserij 1970 (Stb. 1970, 177); Reglement Zeevisserij 1971 (Stb. 1971, 284); Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 1977, 225); Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 1977, 255); Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stcrt. 1977, 666)

Opmerking: Het gaat hierbij om wet- en regelgeving die niet valt onder specifieke handelingen als geformuleerd in volgende hoofdstukken. M.n. kan hieronder de kaderwet- en regelgeving worden ondergebracht.

Waardering: B 1

(4.)

Handeling: Het instellen van commissies voor advisering over het beleid, de uitvoering daarvan en wet- en regelgeving ten aanzien van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Opmerking: Te noemen zijn onder meer: Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie-Tinbergen) (1950–1953); Adviescommissie bijzondere visserijfinanciering (1955–1969); Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie-Diepenhorst) (1959–1965); Commissie Experimentele Visserij (1964–1970); Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen (1971); Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen (1972–1980); Stuurgroep-Biesheuvel (1991–1992); Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie-Mok) (1991–1993)

Waardering: B 4

(5.)

Handeling: Het benoemen van leden van adviescommissies ten aanzien van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Opmerking: Deze handeling gaat ook over plaatsvervangende leden, secretaris en adjunct-secretaris.

Waardering: V, 10 jaar na einde dienstverband

(6.)

Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op een (deel)gebied van het zee- en kustvisserijbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat bij het Ministerie berust

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(7.)

Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op het gebied van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet bij het Ministerie berust

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(8.)

Handeling: Het deelnemen aan (het bestuur van) niet als overheidsorgaan aan te merken instellingen op een deelgebied van het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: V, 5 jaar

(9.)

Handeling: Het verlenen van vergoedingen aan commissies die een adviserende of uitvoerende taak hebben op het terrein of een deelterrein van het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: V, 15 jaar

(10.)

Handeling: Het voeren van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal over (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 2

(11.)

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden of commissies uit de kamers der Staten-Generaal ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 3

(12.)

Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan (de Commissie van de Verzoekschriften van) de Staten-Generaal naar aanleiding van klachten van burgers betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 3

(13.)

Handeling: Het informeren van de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende (aspecten van) de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Waardering: B 3

(14.)

Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen ter zake van de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Waardering: V, 15 jaar na afdoening bezwaar

(15.)

Handeling: Het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor administratiefrechtelijke organen ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Opmerking: Te denken valt met name aan het CBB en de Raad van State.

Waardering: V, 15 jaar na afdoening procedure

(16.)

Handeling: Het voeren van verweer in strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: V, 15 jaar na afdoening procedure

(17.)

Handeling: Het geven van voorlichting over beleid en beleidsuitvoering betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Bron: begrotingen

Opmerking: Het gaat hier om voorlichting in het algemeen en om het informeren van.belanghebbenden over beleidsontwikkelingen, regelgeving, subsidiemogelijkheden en overheidsfaciliteiten. Het betreft hier informatie over zowel nationale als internationale (m.n. EU) regelgeving e.d. Wanneer de internationale (EU-)regelingen niet erg complex zijn, komt er geen afzonderlijke nationale regelgeving en volstaat het Ministerie met het opstellen van folders.

Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct

V, 1 jaar

(18.)

Handeling: Het geven van technische en economische voorlichting ten behoeve van de beroepsvisserij

Periode: 1945–

Bron: : Interview

Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct

V, 10 jaar

(19.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct

V, 1 jaar

(20.)

Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne (wetenschappelijke) studies met het oog op de beleidsontwikkeling betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(21.)

Handeling: Het (mede) voorbereiden en begeleiden van externe (wetenschappelijke) studies betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 5 eindproducten

V, 3 jaar overig

(22.)

Handeling: Het verlenen van subsidies voor onderzoeksprojecten op het terrein of een deelterrein van de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Opmerking: Het betreft met name onderzoeksprojecten die voor de beleidsvorming worden gebruikt.

Waardering: B 5 eindproducten

V, 15 jaar

(23.)

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van beleidsvoorbereiding of -evaluatie, dan wel ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Waardering: B 1 geaggregeerde/bewerkte gegevens

V, 3 jaar

(24.)

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan instanties en instellingen die adviserend of uitvoerend werkzaam zijn op het gebied van de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Bron: LNV-begrotingen

Waardering: V, 15 jaar

(25.)

Handeling: Het verlenen van garanties ten behoeve van de financiering van instellingen of objecten op het gebied van de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Bron: LNV-begrotingen

Waardering: V, 15 jaar

(26.)

Handeling: Het machtigen van personen tot het nemen van beslissingen en het ondertekenen van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor wat betreft aangelegenheden in relatie tot het zee- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Product: machtigings- en mandaatbesluiten

Waardering: B 5

(27.)

Handeling: Het vaststellen van formulieren die nodig zijn voor de uitvoering van het beleid betreffende de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Product: formulieren

Waardering: V, 5 jaar na vervanging

4.2. Europees, Internationaal

(28.)

Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(29.)

Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie ter zake van (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Product: concept-fiches

Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (deze handeling is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’).

Waardering: B 1

(30.)

Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(31.)

Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan beheerscomités, andere regelgevende comités en werkgroepen op het terrein van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(32.)

Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc (werk)groepen Raden/Attachés met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg worden gevoerd met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(33.)

Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het Coreper met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het Coreper (de PV) worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(34.)

Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level-groepen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(35.)

Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen ter zake van (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen

Periode: 1958–

Opmerking: Hieronder valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van de commissies en werkgroepen.

Waardering: B 1

(36.)

Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo). Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.

Waardering: B 1

(37.)

Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1993–

Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.

Waardering: B 1

(38.)

Handeling: Het voordragen dan wel benoemen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, permanent comité, beheerscomité of reglementeringscomité inzake het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Waardering: V, 10 jaar na einde benoeming

(39.)

Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Grondslag: richtlijnen

Waardering: V, 10 jaar

(40.)

Handeling: Het aanwijzen van regeringsvertegenwoordigers in commissies of werkgroepen van de Europese Unie inzake het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Waardering: V, 2 jaar na ontslag uit commissie/werkgroep

(41.)

Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid, die besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité

Periode: 1958–

Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatieoverleg. Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiging in de comités, alsook het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.

Waardering: B 1

(42.)

Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1993–

Grondslag: Aanwijzing voor regelgeving (Stcrt. 1992, 230), nr. 334

Product: implementatieplan

Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld, worden voorgelegd aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.

Waardering: B 5

(43.)

Handeling: Het rapporteren over de implementatie van Europese (of internationale) regels in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Opmerking: De Europese regelgeving (bijv. verordeningen) waarmee de EC de communautaire besluiten uitwerkt, geven aan op welke aspecten de informatie betrekking heeft, bijvoorbeeld de aanwijzing van bevoegde instanties.

Waardering: B 3

(44.)

Handeling: Het geven van aanwijzingen aan uitvoeringsorganen over de toepassing van internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1958–

Product: Bijv. circulaires

Waardering: B 5

(45.)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Product: bijv. Walvisverdrag

Waardering: B 1

(46.)

Handeling: Het toetreden tot internationale verdragen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Product: bijv. Walvisverdrag

Waardering: B 1

(47.)

Handeling: Het onderhouden van bilaterale contacten met andere landen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid

Periode: 1945–

Product: agenda’s, notulen, correspondentie, rapporten

Waardering: V, 10 jaar

(48.)

Handeling: Het deelnemen aan internationale overlegorganen op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid waarvan het secretariaat niet bij het Ministerie berust

Periode: 1945–

Product: vergaderstukken, uitnodigingen

Opmerking: Bijv. RAC (regionale adviesraden).

Waardering: V, 15 jaar

Deel 3 – Algemene Bepalingen Zee- en Kustvisserij

5. Hoofdlijn

6. Visserijwet 1963

6.1. Werking Visserijwet 1963

(49.)

Handeling: Het onder de werking van de Visserijwet brengen van vissen, schaal- en/of schelpdieren

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 3, lid 2; Visserijwet 1963, art. 1, lid 2

Product: o.a. Regeling aanwijzing vissen, schaal- en schelpdieren (Stcrt. 1982, 253; Stcrt. 1985, 91)

Waardering: B 1

6.2. Aanwijzing zee- en kustwateren, visserijzone en 12-mijlszone

(50.)

Handeling: Het (mede) voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de aanwijzing van wateren als zijnde zeegebied, kustwater of visserijzone dan wel 12-mijlszone

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 1, lid 3; Visserijwet 1963, art. 1, lid 4

Product: Besluit van 21 mei 1964, houdende uitvoering van artikel 1, vierde lid, onder b en c, van de Visserijwet 1963 (Stb. 1964, 163); Besluit aanwijzing zeegebieden en kustwateren 1970 (Stb. 1970, 176); Machtigingswet instelling visserijzone (Stb. 1977, 345); Uitvoeringsbesluit Machtigingswet instelling visserijzone (Stb. 1977, 665); Beschikking Toegang Nederlandse vissers in 12-mijlszones EG-Lid-Staten (Stcrt. 1982, 253); Regeling instelling 12-mijlszone (Stcrt. 1983, 165)

Waardering: B 1

6.3. Afkoop visrechten

(52.)

Handeling: Het afkopen van visrechten

Periode: 1998–

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3

Product: overeenkomst

Opmerking: Het betreft de afkoop van zgn. ‘heerlijke rechten’.

Waardering: B 5

6.4. Leges visserijdocumenten

(53.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de vaststelling van de leges voor de afgifte van visserijdocumenten

Periode: 1963–

Grondslag: Visserijwet 1963, art. 74

Product: Besluit van 21 mei 1964, houdende uitvoering van artikel 74, tweede lid van de Visserijwet 1963 (Stb. 1964, 165); Legesbesluit visserijdocumenten (Stb. 2000, 492)

Waardering: B 1

6.5. College voor de Visserijen, Raad voor de Visserij

(54.)

Handeling: Het instellen van het College voor de Visserijen en de Raad voor de Visserij

Periode: 1945–1964

Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a

Product: instellingsbesluiten

Waardering: B 4

(55.)

Handeling: Het benoemen van leden en secretarissen van het College voor de Visserijen en de Raad voor de Visserij

Periode: 1945–1964

Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a

Product: instellingsbesluiten

Waardering: V, 5 jaar na einde dienstverband of 75 jaar na geboorte

Deel 4 – Zeevisserij: Structuurbeleid

7. Hoofdindeling visserijstructuurbeleid

8. Kader visserijstructuurbeleid: GVB

8.1. Algemeen

8.2. Meerjarige Oriëntatieprogramma’s

(57.)

Handeling: Het aan de Europese Commissie verstrekken van gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van een Meerjarige Oriëntatieprogramma (MOP)

Periode: 1970–2002

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 4, lid 3

Product: overzichten, kerngetallen

Opmerking: De EC stelt per lidstaat MOP’s vast, uitgaande van de algemeen vastgestelde GVB-doelstellingen en met gebruikmaking van de door de lidstaat aangeleverde gegevens. Het betreft onder meer ook de materiële kenmerken van de vissersvaartuigen (voorzover niet geleverd uit het Centraal Visserijregister) en het toezicht op de visserij-inspanningen per vlootsegment en per visserijtak.

Waardering: B 5 eindproducten

V, 5 jaar overig

(58.)

Handeling: Het in het kader van Meerjarige Oriëntatieprogramma’s voor de EC opstellen van (voortgangs)rapportages

Periode: 1970–2002

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 5, lid 1

Product: rapportages

Waardering: B 3

(59.)

Handeling: Het bij de EC indienen van verzoeken tot verhoging van de capaciteitsdoelstelling van vissersvaartuigen

Periode: 1999–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 6, lid 2

Opmerking: In verband met maatregelen ter verbetering van de veiligheid, de navigatie op zee, de hygiëne, de productkwaliteit en de arbeidsomstandigheden, op voorwaarde dat die maatregelen niet leiden tot een verhoging van het exploitatieniveau van de betrokken visbestanden. Tot en met 2002 in het kader van Meerjarige Oriëntatieprogramma’s.

Waardering: V, 10 jaar

8.3. Informatieverstrekking aan de Europese Commissie

(60.)

Handeling: Het, in het kader van het visserijstructuurbeleid, aan de EC doen toekomen van documenten die een beeld geven van de situatie van de nationale visserijstructuur en van maatregelen en programma’s voor de visserijsector

Periode: 1970–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2141/70, art. 6; Verordening (EEG) nr. 101/76, art. 5

Opmerking: De documenten hebben betrekking op de situatie van de nationale visserijstructuur, de aard en omvang van de maatregelen tot structuurverbetering, de programma’s en projecten voor onderzoek en technische en wetenschappelijke bijstand die door de overheid opgesteld of financieel gesteund worden, enz.

Waardering: B 5

8.4. Verzamelen van gegevens ten behoeve van GVB

(61.)

Handeling: Het opstellen van nationale programma’s betreffende het verzamelen en in geaggregeerde vorm beheren van gegevens die essentieel zijn voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Periode: 2000–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 6, lid 1

Waardering: B 5

(62.)

Handeling: Het ten behoeve van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid samenstellen van meerjarige reeksen aggregaten van biologische en economische gegevens

Periode: 2000–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 3, lid 1

Opmerking: De aggregaten dienen in geautomatiseerde bestanden te worden opgenomen.

Waardering: B 5 voor geaggregeerde gegevens

V, 10 jaar overige neerslag

(63.)

Handeling: Het bij de EC aanvragen van een financiële tegemoetkoming voor het opstellen van nationale programma’s betreffende het verzamelen en in geaggregeerde vorm beheren van gegevens die essentieel zijn voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Periode: 2000–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 6, lid 4

Waardering: V, 15 jaar

(64.)

Handeling: Het bij de EC indienen van rapportages en ramingen betreffende de uitvoering van de werkzaamheden voor het maken van geaggregeerde gegevensbestanden

Periode: 2000–

Grondslag: Beschikking 2000/439/EG, art. 4

Waardering: V, 10 jaar

9. Instrumentarium visserijstructuurbeleid

9.1. Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij

(65.)

Handeling: Het instellen van het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Waardering: B 4

(66.)

Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het O&S-fonds voor de Visserij, alsmede van de secretaris

Periode: 1975–

Bron: statuten O&S-fonds, art. 3 en 4

Waardering: V, 2 jaar na ontslag als bestuurslid

(68.)

Handeling: Het vernietigen van een besluit van het bestuur van het O&S-fonds voor de Visserij en het eventueel zelf nemen van een besluit betreffende de zaak in kwestie

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds, art. 6, lid 4

Waardering: B 5

(69.)

Handeling: Het besluiten tot wijziging van de statuten van het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds, art. 10, lid 2

Waardering: B 4

(70.)

Handeling: Het vaststellen van de financiële bijdrage aan het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Grondslag: begrotingen

Waardering: V, 15 jaar

9.2. Europese structuurfondsen

(76.)

Handeling: Het vaststellen van specifieke programma’s of plannen voor de ontwikkeling of rationalisering van ondernemingen op het gebied van de verwerking en afzet van visserijproducten, waarbinnen projecten mede uit het EOGFL gesubsidieerd kunnen worden

Periode: 1971–

Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77; Verordening (EEG) nr. 4042/89

Product: programma’s, sectorplannen

Opmerking: Het formuleren en wijzigen van prioriteiten of criteria voor steunverlening maakt deel uit van deze handeling.

Waardering: B 1

(77.)

Handeling: Het opstellen van een Enkelvoudige Programmeringsdocument (EPD) of Operationeel Programma (OP) voor het FIOV

Periode: 1993–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999

Product: EPD’s

Waardering: B 5

(78.)

Handeling: Het vaststellen van een plan voor de besteding van toegewezen FIOV-gelden

Periode: 1993–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999

Product: bestedingsplan

Waardering: V, 15 jaar

9.3. Overige

(79.)

Handeling: Het opstellen, wijzigigen en uitvoeren van het Project Brandstofakkoord

Periode: 2001–2004

Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, als gewijzigd (Stcrt. 1998, 216)

Product: projectarchief

Opmerking: De Stuurgroep was het hoogste besluitvormende orgaan binnen het project. Besluiten over financiering van maatregelen werden als bestedingsadvies aan de staatssecretaris voorgelegd. Naast de Stuurgroep waren er verschillende projectgroepen, die zich bezighielden met specifieke aspecten en onderwerpen.

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(80.)

Handeling: Het in het kader van het PESCA-initiatief opstellen van een operationeel programma

Periode: 1994–1999

Product: operationeel programma

Waardering: B 5

10. Beleid en beleidsuitvoering

10.1. Modernisering, ontwikkeling

(81.)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende de modernisering en ontwikkeling van de zee- en kustvisserijsector

Periode: 1945–

Waardering: B 1

(82.)

Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving betreffende modernisering en ontwikkeling van de zee- en kustvisserijsector

Periode: 1945–

Product: o.a. Beschikking Bijzondere Visserij-Financiering 1968 (Stcrt. 1968, 145); Beschikking bijdrage technische voorzieningen zee- en kustvissersvaartuigen 1974 (Stcrt. 1974, 84); Beschikkingen Overbruggingskredietregeling Visserij (Stcrt. 1975, 230 en Stcrt. 1978, 183); Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten (Stcrt. 1999, 22); Tijdelijke subsidieregeling verbetering uitrusting vissershavens (Stcrt. 1999, 61); Tijdelijke stimuleringsregeling diversificatie vissershavens (Stcrt. 1999, 199)

Waardering: B 1

(83.)

Handeling: Het toekennen van subsidies voor individuele projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector

Periode: 1945–

Product: beschikkingen

Opmerking: Het betreft hier projecten die niet direct voortvloeien uit een afzonderlijke regeling en niet direct zijn gerelateerd aan de Europese structuurfondsen. Voorbeeld: een project in het kader van de experimentele visserij.

Waardering: V, 15 jaar

(84.)

Handeling: Het, met het oog op EOGFL-financiering, aan de Europese Commissie ter goedkeuring voorleggen van projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector

Periode: 1971–

Opmerking: Het betreft hier subsidieaanvragen voor projecten die los staan van specifieke regelingen. De projecten hebben veelal de verbetering van de marktstructuur als onderwerp. Voorbeelden: Stcrt. 1974, 204, Stcrt. 1975, 193, Stcrt. 1985, 140. De procedure kent de volgende stappen: bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant, toetsing van ingediende aanvragen, doorzending aanvragen naar Brussel, mededeling toegekende subsidie.

Waardering: V, 15 jaar

(85.)

Handeling: Het, voor wat betreft de verwerking en afzet van visserijproducten, toekennen van een bijdrage in het kader van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht

Periode: 1998–2001

Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, als gewijzigd (Stcrt. 1998, 216)

Product: beschikkingen

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(86.)

Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening op grond van de Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten

Periode: 1999–2001

Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten, art. 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(87.)

Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verleend op grond van de Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten

Periode: 1999–2001

Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten, art. 20

Product: evaluatieverslag

Waardering: B 3

(88.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening voor projecten gericht op verbetering van de uitrusting van vissershavens

Periode: 1999–2000

Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling verbetering uitrusting vissershavens, art. 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(89.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening voor projecten gericht op diversificatie van vissershavens

Periode: 1999–2000

Grondslag: Tijdelijke stimuleringsregeling diversificatie vissershavens, art. 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(93.)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende sanering van de vissersvloot

Periode: 1945–

Waardering: B 1, 2

(94.)

Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving voor en in relatie tot sanering van de vissersvloot

Periode: 1945–

Product: o.a. Regeling Bijzondere Visserij-Financiering (1955); Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij (Stcrt. 1999, 42); Besluit Openstelling en vaststelling subsidieplafond Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij (Stcrt. 1999, 180); Regeling capaciteitsvermindering rondvisvisserij 2003 (Stcrt. 2003, 200); Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003 (Stcrt. 2002, 151); Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003 (Stcrt. 2003, 247)

Opmerking: Hieronder vallen ook regelingen betreffende de vaststelling van subsidieplafonds en aanvraagperiodes.

Waardering: B 1

(95.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een regeling betreffende capaciteitsvermindering van de zeevisserij

Periode: 1945–

Grondslag: Regelingen capaciteitsvermindering zeevisserij

Product: beschikkingen

Opmerking: Deze handeling betreft de feitelijke sanering.

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(96.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een ondersteunende regeling in relatie tot capaciteitsvermindering van de zeevisserij

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002, art. 2; Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003, art. 2

Product: beschikkingen

Opmerking: Deze handeling betreft de flankerende maatregelen met betrekking tot bijvoorbeeld omscholing, inkomenscompensatie en vervroegde uittreding.

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

10.2. Sanering

10.3. Aquacultuur

(100.)

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (de ontwikkeling van) de aquacultuur

Periode: 1945–

Waardering: B 1, 2

(101.)

Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- en regelgeving betreffende (de ontwikkeling van) de aquacultuur

Periode: 1945–

Product: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur (Stcrt. 1999, 159)

Waardering: B 1

(102.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van regelgeving ter versterking en verduurzaming van de aquacultuursector

Periode: 1999–

Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur, art. 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening

(103.)

Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verleend op grond van de Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur

Periode: 1999–2003

Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur, art. 16

Product: evaluatieverslag

Waardering: B 3

10.4. Overige aspecten structuurbeleid visserijsector

(104.)

Handeling: Het vaststellen van regelingen betreffende de tegemoetkoming in de betaling van SFM-premielasten

Periode: 2000–2001

Product: Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten (Stcrt. 2001, 44); Regeling Vaststelling aanvraagperiode en subsidieplafond Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten (Stcrt. 2001, 44)

Waardering: B 1

Deel 5 – Zeevisserij: Visrechtbeheer

11. Hoofdlijn

(105.)

Handeling: Het in het kader van het visrechtbeheer verstrekken van informatie aan de Europese Commissie

Periode: 1970–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 1627/94, art. 8

Product: overzichten, lijsten, rapporten

Opmerking: Het betreft informatie die betrekking heeft op bijv. de verstrekking van vergunningen of speciale visdocumenten en daarmee samenhangende gegevens over daarmee gemoeide visserij-inspanning.

Waardering: V, 10 jaar

12. Registratie

12.1. Nationaal

(106.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het registreren van vissersvaartuigen en het voeren van lettertekens en nummers door vissersvaartuigen

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 6–9 en art. 11; Visserijwet 1963, art. 3

Product: Besluit betreffende de registers voor de zee- en kustvisschersvaartuigen en het voeren van letterteekens en nummers door de kustvisschersvaartuigen (Stb. 1932, 314); Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964 (Stb. 1964, 143); Beschikking (later: Regeling) registratie vissersvaartuigen (Stcrt. 1964, 96); Beschikking (later: Regeling) lettertekens en nummers vissersvaartuigen (Stcrt. 1978, 55); Regeling registratienummers op kleine vaartuigen en markeerboeien (Stcrt. 1991, 30); Besluit registratie vissersvaartuigen 1998 (Stb. 1998, 61); Registratieregeling vissersvaartuigen 1998 (Stcrt. 1998, 40)

Opmerking: Hieronder vallen ook afzonderlijke besluiten betreffende de toekenning van lettertekens voor vissersvaartuigen (bijv. Stcrt. 1961, 48). De meeste van de toegekende lettertekens stonden/staan al in de registratieregelingen zelf vermeld.

Waardering: B 1

(107.)

Handeling: Het bijhouden van het Centraal Visserijregister

Periode: 1964–

Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 3, lid 1; Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 4

Product: register (met brondocumenten)

Waardering: B 5 voor periodiek gefixeerde versie van Centraal Visserijregister

V, 10 jaar voor brondocumenten

(108.)

Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar belast met het bijhouden van het Centraal Visserijregister

Periode: 1964–

Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 3, lid 1; Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 4

Product: Beschikking aanwijzing ambtenaar Centraal Visserijregister (Stcrt. 1964, 100)

Opmerking: In de beschikking uit 1964 werd de directeur Visserijen van het Ministerie van Landbouw en Visserij hiertoe aangewezen. In het besluit van 1998 staat dat de Minister ermee is belast. Feitelijk geen wijziging.

Waardering: V, 5 jaar na einde benoeming

(109.)

Handeling: Het verwerken van door houders van plaatselijke visserijregisters toegezonden jaarverslagen over de toestand van de gemeentelijke visserij

Periode: 1945–1964

Grondslag: Besluit betreffende de registers voor de zee- en kustvisschersvaartuigen en het voeren van letterteekens en nummers door de kustvisschersvaartuigen, art. 4, lid 2

Product: verslagen

Opmerking: De verslagen werden gebruikt als input voor het jaarverslag van de Minister over de ‘toestand der visscherijen’.

Waardering: B 5

(110.)

Handeling: Het vaststellen van het model van het formulier aangifte vissersvaartuigen en van het inschrijvingsbewijs Centraal Visserijregister

Periode: 1964–

Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 5, lid 1, en art. 6, lid 3

Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling aangifteformulier vissersvaartuigen (Stcrt. 1964, 87); Beschikking vaststelling model bewijs van registratie vissersvaartuigen in het Centraal Visserijregister (Stcrt. 1964, 103); Beschikking tot vaststelling model bewijs van registratie (Stcrt. 1978, 253), Beschikking vaststelling model formulier aangifte vissersvaartuigen (Stcrt. 1989, 193)

Waardering: V, 5 jaar na vervanging

(111.)

Handeling: Het verstrekken van inschrijvingsbewijzen Centraal Visserijregister

Periode: 1964–

Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964

Product: inschrijvingsbewijzen

Waardering: V, 10 jaar na verloop

(112.)

Handeling: Het, in het kader van inschrijving in het Centraal Visserijregister, controleren van het bedrijfsmatig gebruik van vissersvaartuigen

Periode: 1994–

Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, als gewijzigd (Stb. 1994, 64); Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 6, lid 2

Product: inschrijvingsbewijzen

Opmerking: Eerst op grond van eigen verklaring en accountantsverklaring, later (besluit 1998) aan de hand van toegezonden vangstgegevens, indien deze niet zijn opgenomen in een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gehouden registratiesysteem of in erkende particuliere registratiesystemen of -bestanden.

Waardering: V, 10 jaar na verloop

(113.)

Handeling: Het erkennen van aanvoergegevensbestanden voor de visserij

Periode: 1998–

Grondslag: Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 6, lid 2 en 3

Product: regeling, bijv. Regeling Erkenning aanvoergegevensbestanden visserij (Stcrt. 1998, 140)

Waardering: B 5

(114.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende een nationaliteitsbewijs voor vissersvaartuigen

Periode: 1974–

Grondslag: Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967, art. 2, lid 2

Product: Besluit nationaliteitsbewijs vissersvaartuigen (Stcrt. 1974, 469)

Opmerking: Hieronder vallen ook de voorschriften betreffende vorm en aanvraagprocedure.

Waardering: B 1

(115.)

Handeling: Het afgeven van nationaliteitsbewijzen voor vissersvaartuigen

Periode: 1974–

Grondslag: Besluit nationaliteitsbewijs vissersvaartuigen

Product: nationaliteitsbewijzen

Waardering: V, 10 jaar na verloop

12.2. Europees

(116.)

Handeling: Het aan de EC doen toekomen van de nationale vlootgegevens ten behoeve van het Europese visserijregister

Periode: 1989–

Grondslag: Verordening (EEG) nr. 163/89, artt. 2 en 3; Verordening (EG) nr. 109/94, art. 3; Verordening (EG) nr. 2090/98, art. 3; Verordening (EG) nr. 26/2004

Opmerking: De meeste info wordt betrokken uit het nationale Centraal Visserijregister.

Waardering: V, 10 jaar

13. Licenties

(117.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de toekenning van licenties voor vissersvaartuigen

Periode: 1985–2003

Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, art. 3

Product: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie (Stcrt. 1984, 253)

Waardering: B 1

(118.)

Handeling: Het toekennen van visserijlicenties

Periode: 1985–2003

Grondslag: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie, art. 3

Product: licentiebeschikkingen

Opmerking: Hieronder valt ook wijziging van de tenaamstelling van de licentie en de overdracht van licenties.

Waardering: V, 10 jaar

(119.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht of overschrijving van een visserijlicentie

Periode: 1985–2003

Grondslag: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie, art. 5, lid 4

Product: beschikkingen

Opmerking: Hieronder valt ook wijziging van de tenaamstelling van de licentie en de overdracht van licenties.

Waardering: V, 10 jaar

(120.)

0Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot opkoop van gereserveerde visserijlicenties

Periode: 2001–2003

Grondslag: Opkoopregeling gereserveerde licenties, art. 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

(121.)

Handeling: Het vaststellen van capaciteitsafromingspercentages bij overdracht of overschrijving van visserijlicenties

Periode: 2001–

Grondslag: Opkoopregeling gereserveerde licenties, art. 2

Product: regelingen (bijv. Regeling vaststelling afromingspercentage zeevisserij (Stcrt. 2001, 250)

Waardering: B 5

14. Communautaire visvergunningen

(122.)

Handeling: Het verlenen van visvergunningen in het kader van het Europese visvergunningenstelsel

Periode: 1995–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 3690/93; Regeling visserijlicentie, art. 4, lid 2; Regeling visvergunning, art. 2

Product: visvergunningen

Waardering: V, 10 jaar

(123.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verhoging van het tonnage van een vissersvaartuig

Periode: 2004–

Grondslag: Regeling visvergunning, art. 7, lid 1

Product: beschikkingen

Opmerking: Verhoging van het tonnage is mogelijk indien het vaartuig wordt verbouwd ter verbetering van de arbeidsomstandigheden, de veiligheid, de hygiëne of de productiecapaciteit.

Waardering: V, 10 jaar

15. Overige regulerende documenten

15.1. Speciale visdocumenten

(124.)

Handeling: Het verstrekken van (speciale) visdocumenten

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling technische maatregelen, art. 4, lid 2; Beschikking regeling vangstbeperking, art. 7, lid 1, art. 10, lid 1; Regeling vangstbeperking, art. 7, lid 1; Verordening (EG) nr. 1627/94, art. 4

Product: beschikkingen

Opmerking: In 1994/1995 kwamen de communautaire speciale visdocumenten in de plaats van de nationale visdocumenten, die al sinds medio jaren ’80 bestonden. Het betreft zowel ‘gewone’ speciale visdocumenten als visdocumenten ‘visserijovereenkomst’ (als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3317/94).

Waardering: V, 10 jaar

(125.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van visdocumenten

Periode: 1986–

Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 11, lid 2 en 3; Regeling vangstbeperking, art. 8, lid 2 en 4

Product: beschikkingen

Opmerking: De overdracht vindt plaats door kennisgeving van de Minister aan de ondernemer aan wie het document wordt overgedragen.

Waardering: V, 10 jaar

(126.)

Handeling: Het aan de EC verstrekken van gegevens in het kader van de regelingen betreffende de (speciale) visdocumenten

Periode: 1996–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2943/95, art. 2; Verordening (EG) nr. 850/98, art. 29; Verordening (EG) 1922/1999, art. 5

Product: lijsten (o.a. Lijst 1 en Lijst 2), rapportages

Opmerking: Bij voorkeur via computer, per e-mail.

Waardering: V, 10 jaar

15.2. Machtigingen

(127.)

Handeling: Het verlenen van schriftelijke machtigingen voor de visserij op bepaalde vissoorten in bepaalde gebieden en met bepaalde vistuigen

Periode: 2000–

Grondslag: Regeling technische maatregelen 2000, art. 12, lid 3

Product: schriftelijke machtigingen

Waardering: V, 10 jaar

15.3. Bijzondere visvergunningen (NEAFC-verdrag)

(128.)

Handeling: Het verlenen van bijzondere visvergunningen voor de visserij in het NEAFC-gebied

Periode: 2000–

Grondslag: Regeling technische maatregelen 2000, art. 12, lid 3

Product: bijzondere visvergunningen

Waardering: V, 10 jaar

Deel 6 – Zeevisserij: Visstandbeheer

16. Algemeen

(129.)

Handeling: Het in het kader van het Europese visstandbeheer verstrekken van informatie aan de Europese Commissie

Periode: 1970–

Grondslag: Europese verordeningen

Product: overzichten, lijsten, rapporten

Opmerking: Het betreft informatie over quotering, contingentering e.d.

Waardering: B 3

17. Technische maatregelen

(130.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende vangstbeperkende technische maatregelen

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1963, artt. 4 en 9; Reglement zee- en kustvisserij, art. 3

Product: o.a. Waddenzeevisscherijreglemen 1932 (Stb. 1932, 316); Wet op de maaswijdte van zeevisnetten (Stb. 1954, 250); Visserijreglement voor de Zuidhollandse Stromen (Stb. 1964, 144); Visserijreglement voor de Zeeuwse Stromen (Stb. 1964, 145); Visserijreglement voor de Waddenzee (Stb. 1964, 155); Besluit bescherming zeevissoorten (Stb. 1964, 160); Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970 (Stb. 1970, 178); Beschikking maaswijdte netten zeevisserij (Stcrt. 1977, 255); Beschikking uitvoering EEG-verordening technische maatregelen voor de instandhouding van visvoorraden (Stcrt. 1980, 198); Beschikking technische maatregelen voor de instandhouding van visvoorraden (Stcrt. 1981, 209); Regeling technische maatregelen (1983, 31); Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (Stb. 1985, 301); Regeling technische maatregelen 2000 (Stcrt. 1999, 252)

Waardering: B 1, 5

(131.)

Handeling: Het verlenen van vrijstelling van bepalingen betreffende vangstbeperkende technische maatregelen

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Wet op de maaswijdte van zeevisnetten, art. 9, lid 2

Product: regelingen en beschikkingen, bijv. Stcrt. 1962, 107, Stcrt. 1970, 82 en Stcrt. 1994, 252

Waardering: B 5

(132.)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen betreffende vangstbeperkende technische maatregelen

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Regeling technische maatregelen (maaswijdte garnalenkuil) (Stcrt. 1955, 131; Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 12; Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985, art. 11;

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

(133.)

Handeling: Het vaststellen van een model geleidebiljet voor het vervoer van bepaalde soorten vis gevangen na het ingaan van gesloten tijden

Periode: 1970–1985

Grondslag: Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 9, lid 5

Product: Beschikking Vaststelling model geleidebiljet (Stcrt. 1970, 82)

Waardering: V, 5 jaar

(134.)

Handeling: Het registeren van vrieshuizen voor de opslag van bepaalde soorten vis gevangen na het ingaan van gesloten tijden

Periode: 1970–1985

Grondslag: Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 9, lid 5

Product: registratielijst

Waardering: V, 5 jaar

18. Quotering

18.1. Van TAC naar quota

(135.)

Handeling: Het met andere lidstaten geheel of gedeeltelijk uitwisselen van toegewezen quota

Periode: 1983–

Grondslag: o.a. Verordening (EEG) nr. 170/83, art. 5, lid 1; Verordening (EG) nr. 2340/2002

Waardering: V, 10 jaar

18.2. Regelingen vangstbeperking

(136.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van kaderregelingen betreffende de beperking van de vangst op bepaalde vissoorten

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3, 4 en 6

Product: o.a. Beschikking visserij EG-Lids-Staten in Nederlandse visserijzone (Stcrt. 1982, 253); Beschikking regeling vangstbeperking (Stcrt. 1984, 254); Regeling vangstbeperking (Stcrt. 1993, 252)

Opmerking: De Regeling vangstbeperking wordt jaarlijks gewijzigd om de voor het lopende jaar toegekende quota daarin vast te leggen.

Waardering: B 1, 5

(137.)

Handeling: Het ter bescherming van de schelpdierenvisserij dan wel de bevordering van de teelt van schelpdieren sluiten van delen van de Waddenzee voor de openbare visserij

Periode: 1945–1964

Grondslag: Waddenzeevisscherijreglement 1932, artt. 14 en 15

Product: beschikkingen, bijv. Beschikking Teruggave aan de openbare visserij van mosselpercelen in de Waddenzee (Stcrt. 1955, 5 en Stcrt. 1960, 12), Beschikking Onttrekking gedeelte Waddenzee aan de openbare visserij (Stcrt. 1960, 111)

Opmerking: Na onttrekking aan de visserij kon een bepaald gebied ook weer aan de openbare visserij worden teruggegeven.

Waardering: B 1, 5

(138.)

Handeling: Het sluiten dan wel weer openstellen van de vangst van bepaalde vissoorten in bepaalde gebieden

Periode: 1975–

Grondslag: o.a. Reglement zeevisserij 1971, art. 7; Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3, 4 en 6; Beschikking voorlopige regeling vangstbeperking tong en schol 1984; Beschikking regeling vangstbeperking, artt. 3, 5 en 6; Regeling vangstbeperking, artt. 2, 3 en 6

Product: beschikkingen, bijv. vangstbeperkingsbeschikkingen voor tong, schol, makreel (Stcrt. 1975, 42); Beschikking uitvoering EEG-quoteringsmaatregelen haring 1977/1978 (Stcrt. 1977, 225); Verbod tongvisserij in sector VII h, j en k (Stcrt. 1984, 48); Vervallenverklaring intrekking vrijstellingen visserij (Stcrt. 1987, 253); Sluiting visserij koolvis in de Noordzee en Noorse Zee (Stcrt. 1989, 41); Sluiting vangst blauwe wijting (Stcrt. 1999, 80), Intrekking sluiting vangst langoestines (Stcrt. 1999, 221), Sluiting vangst makreel in bepaalde sectoren (Stcrt. 1999, 240), Sluiting haringvangst (Stcrt. 2003, 180)

Opmerking: Sluiting gebeurt door intrekking van de vrijstelling op het vangstverbod; het opnieuw openstellen door de intrekking ongedaan te maken.

Waardering: B 1, 5

(139.)

Handeling: Het wijzigen van de hoeveelheden vis die door de gezamenlijke Nederlandse vissers per soort mogen worden gevangen

Periode: 1985–

Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 3, lid 2, en art. 5, lid 2; Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 3

Product: beschikkingen

Waardering: B 1, 5

(140.)

Handeling: Het bekendmaken van het tijdstip waarop door de Nederlandse vissers de jaarlijks per vissoort te vangen hoeveelheden zullen zijn opgevist

Periode: 1985–

Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 3, lid 3, art. 5, lid 4, en art. 9, lid 4; Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 4

Product: beschikkingen

Waardering: B 1, 5

(141.)

Handeling: Het aan scheepswerven verlenen van ontheffing van het verbod om met een vaartuig met bepaalde netten te vissen op bepaalde vissoorten in de bij die vissoorten genoemde wateren alsmede dergelijke netten aan boord te hebben van dat vaartuig

Periode: 1988–

Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, als gewijzigd, art. 3, lid 6; Regeling vangstbeperking, art. 3, lid 5

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

(142.)

Handeling: Het beschikken op verzoeken van ondernemers in het bezit van een seizoenrondvisdocument om in een andere periode dan de vastgestelde periode de kabeljauwvisserij te mogen uitoefenen

Periode: 1989–1993

Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 8a, lid 2

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

18.3. Contingentering

(143.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de contingentering

Periode: 1975–

Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3 en 4

Product: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee (Stcrt. 1976, 63); Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987 (Stcrt. 1986, 252); Regeling contingentering tong en schol 1996 (Stcrt. 1995, 252); Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 (Stcrt. 1995, 252); Regeling contingentering zeevis (Stcrt. 1996, 250)

Opmerking: Ook wijzigingen in percentages bij de vaststelling van de omvang van de contingenten, die immers wijzigingen van de desbetreffende regelingen behelzen, vallen onder deze handeling.

Waardering: B 1

(144.)

Handeling: Het aan vissers toekennen van individuele viscontingenten

Periode: 1976–

Grondslag: o.a. Contingenteringsregeling tong en schol Noordzee 1976, art. 2; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 4; Regeling contingentering zeevis, art. 10, lid 1, en art. 11.

Product: beschikking

Opmerking: Ook wijzigingen van de contingenten, al dan niet op verzoek van de.ondernemer, en kortingen vallen hieronder. De Minister kan, op verzoek, het totaal van de aan een ondernemer toegewezen contingenten over diens eigen vaartuigen verdelen volgens een alternatieve verdeelsleutel, zodat de individuele contingenten anders worden verdeeld.

Waardering: V, 10 jaar

(145.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ingebruikgeving van individuele viscontingenten

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 9; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 8; Regeling contingentering zeevis, art. 12

Product: beschikking

Opmerking: Het betreft hier het mede door anderen laten opvissen van het contingent.

Waardering: V, 10 jaar

(146.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van individuele viscontingenten

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 9; Regeling contingentering zeevis, art. 13

Product: beschikking

Opmerking: De overdracht vindt plaats door kennisgeving van de Minister aan de ondernemer aan wie het contingent wordt overgedragen.

Waardering: V, 10 jaar

(147.)

Handeling: Het op verzoek toekennen van rederijcontingenten

Periode: 1996–

Grondslag: o.a. Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996, art. 7; Regeling contingentering zeevis, art. 15

Product: beschikking

Opmerking: Het samenvoegen tot een rederijcontingent verschilt van het volgens een andere verdeelsleutel toekennen van individuele contingenten (bijv. art. 11 van de Regeling contingentering zeevis).

Waardering: V, 10 jaar

(148.)

Handeling: Het op verzoek toekennen van groepscontingenten

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 1; Regeling contingentering zeevis, art. 13

Product: beschikking

Opmerking: De groepscontingenten zijn gelijk aan het totaal van de ingebrachte individuele contingenten. Samen met het verzoek wordt een visplan voorgelegd. Ook wijzigingen van de contingenten, al dan niet op verzoek van de ondernemer, en kortingen vallen hieronder.

Waardering: V, 10 jaar

(149.)

Handeling: Het op verzoek verlenen van ontheffing betreffende het minimumaantaal deelnemers aan een groepscontingent of de omvang van het groepscontingent

Periode: 1985–1993

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 4; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 5

Product: beschikking

Waardering: V, 10 jaar

(150.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot samenvoeging van (gedeelten van) groepscontingenten

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 6; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 7; Regeling contingentering zeevis, art. 18, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 10 jaar

(151.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ingebruikgeving van (gedeelten van) groepscontingenten

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 8; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 9; Regeling contingentering zeevis, art. 19, lid 1

Product: beschikking

Opmerking: Het betreft hier het mede door anderen laten opvissen van het contingent.

Waardering: V, 10 jaar

(152.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot uitsluiting van een deelnemer aan een groepscontingent

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 14; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 15; Regeling contingentering zeevis, art. 22, lid 1

Product: beschikking

Opmerking: Het verzoek kwam eerst van de producentenorganisatie, later van het Productschap Vis en het desbetreffende groepsbestuur.Uitsluiting heeft aanpassing van het groepscontingent tot gevolg.

Waardering: V, 10 jaar

(153.)

Handeling: Het aan vissers verstrekken van viscontingentdocumenten

Periode: 1976–

Grondslag: o.a. Contingenteringsregeling tong en schol Noordzee 1976, art. 9, lid 1, en art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 11; Regeling contingentering zeevis, art. 25, lid 1

Product: viscontingentdocumenten

Opmerking: Ook wijziging van de tenaamstelling valt onder deze handeling.

Waardering: V, 10 jaar

(155.)

Handeling: Het beheren en toetsen van toegezonden visplannen (zeevisserij)

Periode: 1985–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 11; Regeling contingentering zeevis, art. 16, lid 6

Product: afschriften visplannen

Waardering: B 5 eindproducten

V, 15 jaar overige neerslag

(157.)

Handeling: Het vaststellen van regelingen voor een tegemoetkoming in de beheerkosten van Biesheuvelgroepen

Periode: 2001

Grondslag: akkoord; Kaderwet LNV-subsidies

Product: Regeling tegemoetkoming beheerkosten Biesheuvelgroepen (Stcrt. 2001, 133)

Waardering: B 5

18.4. Stilligregeling en Zeedagenregeling

(158.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het stilleggen van vaartuigen en toekennen van zeedagen

Periode: 1985–1987

Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3 en 4

Product: o.a. Stilligregeling 1986 (Stcrt. 1986, 58); Stilligregeling 1987 (Stcrt. 1986, 252); Zeedagenregeling 1987 (Stcrt. 1987, 62); Zeedagenregeling 1991 (Stcrt. 1990, 253); Zeedagenregeling 1996 (Stcrt. 1995, 252); Tijdelijke Regeling zeedagen 1998 (Stcrt. 1997, 250); Zeedagenregeling 2003 (Stcrt. 2003, 21)

Waardering: B 1, 5

(159.)

Handeling: Het afzonderlijk vaststellen of wijzigen van het aantal stilligweken

Periode: 1986–1987

Grondslag: Stilligregeling 1986, art. 4 en art. 7, lid 2; Stilligregeling 1987, art. 3, lid 5 en 6, en art. 4, lid 5

Product: beschikkingen

Opmerking: Deze handeling geldt voor onder meer de volgende gevallen: aanpassing aan mate van uitputting van de voor de gezamenlijke Nederlandse vissers beschikbare hoeveelheden vis;vaststelling voor vaartuigen waarvoor na een bepaalde datum een licentie werd toegekend; vaststelling stilligweken voor uit producentenorganisatie gestoten vaartuig; goedkeuring van stilligvoorschriften in visplannen van producentenorganisaties.

Waardering: V, 5 jaar

(160.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ontheffing van het verplichte stilligregime

Periode: 1986–1987

Grondslag: Stilligregeling 1986, art. 9; Stilligregeling 1987, art. 7

Product: ontheffingen

Waardering: V, 5 jaar

(161.)

Handeling: Het afzonderlijk vaststellen of wijzigen van het aantal zeedagen dan wel de inspanningsquote

Periode: 1987–2003

Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1987, art. 3, lid 6 en 7; Zeedagenregeling 1996, art. 3, lid 3 en 4, en art. 10; Zeedagenregeling 1999, art. 12, lid 6 en 7; Zeedagenregeling 2003, art. 10

Product: beschikkingen

Opmerking: Deze handeling geldt voor onder meer de volgende gevallen:toekenning zeedagen aan deelnemers groepscontingenten; aanpassing aan mate van uitputting van de voor de gezamenlijke Nederlandse vissers beschikbare hoeveelheden vis; aanpassing (= korting) in verband met goedkeuring MOP; vaststelling voor vaartuigen waarvoor na een bepaalde datum een licentie werd toegekend; vaststelling aantal zeedagen voor van een groepscontingent uitgesloten vaartuig; goedkeuring van zeedagenregeling in visplannen van producentenorganisaties. De toewijzing van de inspanningsquote geldt voor groepscontingenten, vanaf 2003.

Waardering: V, 10 jaar

(162.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ontheffing van het verbod tot het uitoefenen van de visserij of het aanlanden van vis op grond van de Zeedagenregeling

Periode: 1987–2003

Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1988, art. 5, lid 1; Zeedagenregeling 1991, art. 5; Zeedagenregeling 1996, art. 6; Zeedagenregeling 2003, art. 8

Product: ontheffingen

Opmerking: Vanaf de Zeedagenregeling 1996 hoeft de ondernemer voor het verkrijgen van een ontheffing geen administratieve plichtplegingen meer te verrichten en wordt de ontheffing hem automatisch verleend, hetgeen mogelijk is omdat de daarvoor benodigde gegevens reeds bekend zijn.

Waardering: V, 10 jaar

(163.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van een gedeelte van het aantal aan een groep toegewezen zeedagen dan wel een deel van de inspanningsquote of groepsinspanning aan deelnemers van een andere groep

Periode: 1998–2003

Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1998, art. 12, lid 5; Zeedagenregeling 2003, art. 11, lid 3, en art. 13, lid 3

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

Deel 7 – Zeevisserij: Marktordening

19. Marktordening voor de sector visserijproducten en producten voor de aquacultuur

19.1. Algemeen

19.2. Algemene handelingen in het kader van de marktordening

(164.)

Handeling: Het in het kader van de marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten verstrekken van structurele informatie aan de Europese Commissie

Periode: 1970–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 8, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 17, lid 4, en art. 34; Verordening (EG) nr. 80/2001

Product: overzichten, lijsten, rapporten

Opmerking: Het betreft bijv. informatie over geconstateerde of voorgenomen prijzen, gegevens over producentenorganisaties, producten waarop de interventieregeling van toepassing is, lijsten van be- en verwerkende bedrijven, enz.

Waardering: B 3

19.3. Steun aan producentenorganisaties

(165.)

Handeling: Het verlenen van steun aan producentenorganisaties ter bevordering van de oprichting en vergemakkelijking van de werking ervan

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2142/70, art. 6, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 6, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7, lid 1; Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 15, lid 1

Product: beschikkingen

Opmerking: De verleende steun moet middels een verslag ter kennis van de EC worden gebracht.

Waardering: B 5 verslagen van verleende steun (die aan de Europese Commissie moeten worden gestuurd)

V, 10 jaar overige neerslag

19.4. Erkenning producentenorganisaties en brancheorganisaties

(166.)

Handeling: Het erkennen van producentenorganisaties

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2142/70; Verordening (EEG) nr. 170/71, art. 1, lid 1; Verordening (EEG) nr. 105/76, art. 1, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 6, lid 1

Product: beschikking

Waardering: B 5

(167.)

Handeling: Het op verzoek verbindend verklaren van regels van producentenorganisaties voor niet-aangesloten organisaties

Periode: 1976–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 7; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 5, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 7, lid 1

Product: beschikking

Opmerking: De EC dient hiervan op de hoogte te worden gesteld.

Waardering: B 5

(168.)

Handeling: Het erkennen van brancheorganisaties

Periode: 2001–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 13, lid 3

Product: beschikking

Waardering: B 4, 5

(169.)

Handeling: Het op verzoek verbindend verklaren van regels van brancheorganisaties voor niet-aangesloten marktdeelnemers of samenwerkingsverbanden

Periode: 2001–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 15, lid 1

Product: beschikking

Opmerking: De EC dient hiervan op de hoogte te worden gesteld.

Waardering: B 5

(170.)

Handeling: Het toekennen van een ‘specifieke erkenning’ van producentenorganisaties

Periode: 1995–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7bis; Verordening (EG) nr. 2636/95, art. 5, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 12, lid 1; Verordening (EG) nr. 1924/2000, art. 3, lid 3

Product: beschikking

Waardering: B 5

(171.)

Handeling: Het toekennen van steun aan producentenorganisaties die een ‘specifieke erkenning’ hebben gekregen

Periode: 1995–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7ter; Verordening (EG) nr. 2636/95, art. 5, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 12, lid 1; Verordening (EG) nr. 1924/2000, art. 3, lid 3

Product: beschikking

Opmerking: De producenten dienen aan de nationale autoriteiten een lijst met de te verbeteren producten en een gedetailleerd plan voor verbetering van de kwaliteit van de betreffende producten ter goedkeuring voor te leggen.

Waardering: V, 15 jaar

19.5. Werkprogramma’s producentenorganisaties

(172.)

Handeling: Het vaststellen van een regeling voor een tegemoetkoming in de kosten van het opstellen van werkprogramma’s door producentenorganisaties

Periode: 2001–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 10, lid 1

Product: Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector (Stcrt. 2002, 213)

Waardering: B 1

(173.)

Handeling: Het goedkeuren van werkprogramma’s van producentenorganisaties

Periode: 2003–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 9, lid 2; Verordening (EG) nr. 2508/2000, art. 9, lid 3

Product: goedkeuringsbeschikking

Waardering: B 5 voor werkprogramma’s

V, 15 jaar overige neerslag

(174.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van het opstellen van werkprogramma’s door producentenorganisaties

Periode: 2003–

Grondslag: Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector, art. 5

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(175.)

Handeling: Het toekennen van aanvullende steun aan producentenorganisaties die in het kader van hun werkprogramma’s marktverbeterende maatregelen treffen

Periode: 2001–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 11

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

19.6. Interventiemaatregelen

(176.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van ophoudvergoedingen (voor uit de markt genomen vis) op basis van communautair vastgestelde ophoudprijzen

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 10, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 11; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 12; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 21

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(177.)

Handeling: Het verstrekken van financiële steun aan producentenorganisaties ten behoeve van door deze organisaties gevormde interventiefondsen

Periode: 1971–2001

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142, art. 6, lid 2; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 6, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 6, lid 4; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7, lid 4

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(178.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(179.)

Handeling: Het bij de Europese Commissie declareren van de bedragen die zijn toegekend in het kader van door producentenorganisaties uitgevoerde ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91; Verordening (EEG) nr. 3759/92; Verordening (EG) nr. 104/2000; Verordening (EG) nr. 2509/2000

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(180.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van steun voor verkoopuitstel op basis van communautair vastgestelde ophoud- en verkoopprijzen

Periode: 1982–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 14; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 14; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 23

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(181.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome verkoopuitstelmaatregelen

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 4

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(182.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijproducten

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 14, lid 1; Verordening (EEG) nr. 76/100, art. 15; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 16; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 25

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(183.)

Handeling: Het aan niet bij producentenorganisaties aangesloten producenten toekennen van een vergoeding voor producten die niet kunnen worden verhandeld of die uit de markt zijn genomen

Periode: 1982–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 8; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 6, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 8, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(184.)

Handeling: Het in crisissituaties (doen) aankopen van visserijproducten

Periode: 1976–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 12, lid 2

Opmerking: Hiervan is sprake indien de producentenprijzen die op representatieve markten zijn genoteerd, drie dagen achter elkaar beneden de interventieprijs liggen.

Waardering: V, 15 jaar

(185.)

Handeling: Het met de Europese Commissie overleggen over te nemen spoedmaatregelen in geval van ernstige verstoringen van de markt ten gevolge van de invoer of uitvoer van visserijproducten

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 20, lid 2; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 22, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 24, lid 2

Opmerking: In conformiteit met verordening 3285/94.

Waardering: V, 15 jaar

Deel 8 – Zeevisserij: Financieringsaspecten

20.Financiering visserijbeleid vanuit Europese fondsen

20.1. EOGFL

(186.)

Handeling: Het bij de EC indienen van een verzoek tot vergoeding van de uitgaven die zijn gedaan voor maatregelen die vallen onder het communautaire visserijbeleid (EOGFL)

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 729/70

Product: declaraties

Opmerking: De directie FEZ verzorgt de periodieke declaraties bij de EC voor de EOGFL-uitgaven.

Waardering: V, 15 jaar

(187.)

Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese Commissie, van de uitgaven van EOGFL-middelen ten behoeve van de visserijsector

Periode: 1971–

Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 22, lid 2; Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 4, lid 3

Product: voortgangs- en eindrapporten, (samenvattende) rekeningen

Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten worden gevoegd.

Waardering: B 3

(188.)

Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de EOGFL-gelden voor de visserijsector

Periode: 1971–

Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, artt. 8 en 9; Verordening (EG) 1258/1999, art. 8, lid 1

Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke procedures.

Waardering: B 3

(189.)

Handeling: Het bij de EC indienen van een verzoek tot vergoeding van de uitgaven die zijn gedaan voor maatregelen die vallen onder het communautaire visserijbeleid (FIOV)

Periode: 1993–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999

Product: declaraties

Opmerking: De directie FEZ verzorgt de periodieke declaraties bij de EC voor de FIOV-uitgaven.

Waardering: V, 15 jaar

(190.)

Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese Commissie, van de uitgaven van FIOV-middelen

Periode: 1993–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999

Product: voortgangs- en eindrapporten, (samenvattende) rekeningen

Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten worden gevoegd.

Waardering: B 3

(191.)

Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de FIOV-gelden

Periode: 1993–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999

Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke procedures.

Waardering: B 3

21. Financiering controlemiddelen

(192.)

Handeling: Het aanvragen van bijdragen ter financiering van uitgaven in het kader van de controle, inspectie en/of toezicht op naleving van de communautaire regels voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden

Periode: 1989–

Grondslag: Beschikking 89/631/EEG; Beschikking 95/527/EG; Beschikking 2001/431/EG

Waardering: V, 15 jaar

(193.)

Handeling: Het in het kader van een financieringsbijdrage opstellen van programma’s, verslagen, ramingen e.d. betreffende de organisatie en de kosten van controle, toezicht en/of inspectie

Periode: 1989–

Grondslag: Beschikking 89/631/EEG; Beschikking 95/527/EG; Beschikking 2001/431/EG

Product: rapporten, ramingen, programma’s

Waardering: V, 15 jaar

Deel 9 – Kustvisserij

22. Algemeen

23. Visrechtbeheer: consenten en vergunningen

23.1. Consenten kustvisserij

(194.)

Handeling: Het vaststellen van het model van de consenten voor uitoefening van de kustvisserij

Periode: 1945–1995

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 9; Visserijwet 1963, art. 6, lid 6

Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling model van het consent tot uitoefening van de kustvisserij (Stcrt. 1964, 92)

Waardering: V, 5 jaar

(195.)

Handeling: Het bij AMvB geven van afwijkende voorschriften omtrent de consenten tot uitoefening van de kustvisserij in de Zeeuwse stromen

Periode: 1945–1964

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 10

Waardering: B 1, 5

(196.)

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften voor een goede uitvoering van het bepaalde over consenten ter uitoefening van de kustvisserij

Periode: 1945–1995

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 8; Visserijwet 1963, art. 6, lid 10

Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling van voorschriften betreffende het uitreiken van consenten tot uitoefening van de kustvisserij (Stcrt. 1964, 100)

Waardering: B 5

(197.)

Handeling: Het voeren van de (financiële) registratie van door gemeenten verstrekte consenten ter uitoefening van de kustvisserij

Periode: 1945–1995

Grondslag: Beschikking vaststelling van voorschriften betreffende het uitreiken van consenten tot uitoefening van de kustvisserij

Product: overzichten, overschrijvingen/stortingsbewijzen

Opmerking: Zo moesten gemeenten in januari na het verslagjaar de aan het Ministerie verschuldigde bedragen storten of overmaken met vermelding van de relevante gegevens.

Waardering: B 5 register en geaggregeerde gegevens

V, 15 jaar overige neerslag

23.2. Vergunningen voor de visserij met vaste vistuigen in de kustwateren

(198.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.

Waardering: V, 10 jaar

(199.)

Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 1; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 1; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: Ministeriële regelingen, bijv. Vrijstellingsregeling mossel- en oestervisserij (Stcrt. 1997, 222)

Waardering: B 5

(200.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

23.3. Vergunningen voor recreatieve visserij in de kustwateren

(201.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de recreatieve visserij in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: Het betreft ‘recreatieve’ vergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning

Waardering: V, 6 jaar (vergunningen om de 3 jaar verlengd)

(202.)

Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor de recreatieve visserij met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1977–

Grondslag: Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: Ministeriële regelingen, bijv. Regeling vrijstelling visserij vaste vistuigen kustwateren 1988 (Stcrt. 1988, 91)

Waardering: B 5

23.4. Schelpdiervergunningen

(203.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: Vergunningen

Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning

Waardering: V, 10 jaar

(204.)

Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 1; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: Ministeriële regelingen

Waardering: B 5

(205.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

23.5. Garnalenvergunningen

(206.)

Handeling: Het verlenen van garnalenvergunningen

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking regeling garnalenvangst, art. 1, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning

Waardering: V, 10 jaar

(207.)

Handeling: Het vaststellen van het capaciteitsafromingspercentage bij overdracht of overschrijving van garnalenvergunningen

Periode: 2002–

Grondslag: Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: Regelingen

Waardering: B 5

23.6. Overige vergunningen kustvisserij

(208.)

Handeling: Het verlenen van (overige) vergunningen voor de visserij op de vrije gronden in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: Niet te verwarren met de ‘standaardvergunningen’ voor de visserij met vaste vistuigen op de vrije gronden

Waardering: V, 10 jaar

23.7. Overdracht van vergunningen kustvisserij

(209.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van een vergunning voor de kustvisserij

Periode: 2002–

Grondslag: bijv. Beschikking regeling garnalenvangst; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

23.8. Toestemmingsbewijzen Eems/Dollard

(210.)

Handeling: Het verlenen van toestemmingsbewijzen voor visserijactiviteiten in het Eems/Dollard-gebied

Periode: 1960–

Grondslag: Eems-Dollardverdrag, art. 41, lid 4b

Product: Vergunningen

Opmerking: De aanvragen dienen te worden ingediend bij de directeur van de Directie Noord (Waddenzee), dan wel bij de het College van GS van Zeeland (Oosterschelde).

Waardering: V, 10 jaar

23.9. Vergunningen uit hoofde van de Natuurbeschermingswet

(211.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor visserijactiviteiten uit hoofde van de Natuurbeschermingswet

Periode: 2003–

Grondslag: Natuurbeschermingswet, art. 12

Product: vergunningen

Opmerking: De aanvragen dienen te worden ingediend bij de directeur van de Directie Noord (Waddenzee), dan wel bij de het College van GS van Zeeland (Oosterschelde).

Waardering: V, 10 jaar

24. Visrechtbeheer: huurovereenkomsten

24.1. Oester- en mosselvisserij

(212.)

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten betreffende de verhuur van voor de oester- en mosselvisserij te gebruiken percelen

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931; Visserijwet 1963, art. 7; Burgerlijk Wetboek

Product: Huurovereenkomsten

Opmerking: De uitgifte van percelen kan plaatsvinden bij openbare inschrijving, waarbij het hoogste bod wordt gehonoreerd.

Waardering: V, 10 jaar

(213.)

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten betreffende de verhuur van vaste visplaatsen in aangewezen kustwateren

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Burgerlijk Wetboek

Product: huurovereenkomsten

Waardering: V, 10 jaar

25. Visplannen kustvisserij

(214.)

Handeling: Het beheren en toetsen van toegezonden visplannen (kustvisserij)

Periode: ca. 1992–

Bron: Beleidsbesluit Vaste Vistuigen

Product: afschriften visplannen

Waardering: V, 5 jaar

Deel 10 – Algemeen: Controle en Toezicht

26. Controle en toezicht

26.1. Algemeen

(215.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met de controle op naleving van de uit de wet- en regelgeving betreffende de zee- en kustvisserij voortvloeiende bepalingen

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 26; Visserijwet 1963, art. 59

Product: Beschikking aanwijzing opsporingsambtenaren (Stcrt. 1964, 96)

Opmerking: Deze handeling omvat ook het regelen van de inrichting van de controlebevoegdheid.

In genoemde beschikking werden de ambtenaren van de AID van het Ministerie van Landbouw en Visserij aangewezen. In latere regelingen zijn bijvoorbeeld ook LASER-ambtenaren hiertoe aangewezen.

Waardering: B 5

(216.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende controle op de visserijactiviteiten

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijwwet 1931, art. 26; Visserijwet 1963; Reglement zee- en kustvisserij 1977, art. 3

Product: o.a. Regeling technische maatregelen (Stcrt. 1983, 31); Regeling opgave zeevis (Stcrt. 1984, 219); Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis (Stcrt. 1984, 219); Beschikking plaatsing opgavebussen (Stcrt. 1985, 11); Regeling bijhouden EEG-logboek en opgave zeevis (Stcrt. 1985, 64); Regeling logboek en opgave zeevis 1987 (Stcrt. 1987, 194); Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 (Stcrt. 1987, 253); Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2003 (Stcrt. 1999, 202); Regeling technische maatregelen 2000 (Stcrt. 1999, 252)

Waardering: B 1

(217.)

Handeling: Het in het kader van controle op de visserijactiviteiten registreren en aan de EC melden van vangstgegevens

Periode: 1945–

Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2057/82, art. 9, lid 1; Verordening (EG) nr. 2091/98, art. 4; Verordening (EG) nr. 2847/93, art. 15

Product: Registraties

Opmerking: Het betreft hier de registratie (sec) van de hoeveelheden van aan TAC’s of quota onderworpen visbestanden.

Waardering: B 5

(218.)

Handeling: Het uitvoeren van controles op de visserijactiviteiten

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, artt. 59 en 60; Regeling opgave zeevis (Stcrt. 1984, 219); Beschikking plaatsing opgavebussen (Stcrt. 1985, 11); Regeling bijhouden EEG-logboek en opgave zeevis (Stcrt. 1985, 64); Regeling logboek en opgave zeevis 1987 (Stcrt. 1987, 194)

Product: rapportages

Opmerking: Het betreft zowel administratieve controles (bijv. logboeken/opgaveformulieren zeevis, aanlandingsgegevens) als fysieke controles (bijv. motorvermogen).

Waardering: V, 10 jaar

(219.)

Handeling: Het aan de EC verstrekken van gegevens die voortvloeien uit controles op visserijactiviteiten

Periode: 1982–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2241/87, art. 4, later 5; Verordening (EEG) nr. 2847/93, art. 6; Verordening (EG) nr. 2943/95, art. 5

Product: rapportages

Opmerking: Het gaat hierbij om een scala aan gegevens: aantal geïnspecteerde vissersvaartuigen, hun nationaliteit, de aard van de geconstateerde overtredingen en de naar aanleiding van deze overtredingen ondernomen stappen, meldingen van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de GVB-voorschriften, enz.

Waardering: B 5

26.2. Logboek en opgave zeevis

26.3. Administratie van transacties

26.4. Stelselmatige controle bij aanlanding

(220.)

Handeling: Het verlenen van toestemming voor het lossen van vis

Periode: 1988–

Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 1

Product: administratie

Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID of een door de Minister aangewezen functionaris die namens de AID-ambtenaar de registratie- en verificatiewerkzaamheden verricht.

Waardering: V, 10 jaar

(221.)

Handeling: Het aanwijzen van een functionaris voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden in het kader van de stelselmatige controle bij aanlanding

Periode: 1988–

Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 2

Product: beschikking

Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID. De visser kan verzoeken die toestemming te laten plaatsvinden door een functionaris die door de Minister van landbouw en visserij is aangewezen voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden. Deze verleent de toestemming dan namens de AID-ambtenaar.

Waardering: V, 10 jaar

26.5. Satellietvolgapparatuur

(222.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van satellietvolgapparatuur

Periode: 1998–

Grondslag: Regeling technische maatregelen, als gewijzigd, art. 10; Regeling technische maatregelen 2000, art. 10

Product: beschikking

Opmerking: Voorgenomen wijzigingen aan goedgekeurde apparatuur dienen schriftelijk aan de Minister te worden gemeld, waarna deze beslist of de goedkeuring wordt gehandhaafd.

Waardering: V, 10 jaar

(223.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van subsidie voor satellietvolgapparatuur

Periode: 1998–

Grondslag: Subsidieregeling satellietvolgapparatuur, art. 2, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 10 jaar

Deel 11 – Overige onderwerpen

27. Wetenschappelijk onderzoek en beheerstaken

(224.)

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van de bouw van vaartuigen bestemd voor onderzoek, alsmede voor visserijbegeleiding en toezicht

Periode: 1945–

Bron: begrotingen LNV

Product: o.a. contracten

Waardering: V, 5 jaar na sluiting dossier

(225.)

Handeling: Het financieren en exploiteren van (de bouw van) vaartuigen bestemd voor onderzoek, alsmede voor visserijbegeleiding en toezicht

Periode: 1945–

Bron: begrotingen LNV

Waardering: V, 5 jaar

(226.)

Handeling: Het met behulp van zeeschepen (doen) uitvoeren van specifieke beheerstaken in het kader van de zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Bron: begrotingen LNV, nota’s

Product: correspondentie, rapportages

Opmerking: Te denken valt o.a. aan bebakening en monitoring.

Waardering: V, 5 jaar

(227.)

Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen van regelingen inzake de zee- en kustvisserij voorzover het betreft het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 6, lid 9 (consenten); Beschikking maaswijdte netten zeevisserij, art. 7; Beschikking regeling vangstbeperking, als gewijzigd, art. 3, lid 4 (later: lid 5); Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 6; Beschikking uitvoering EEG-verordening technische maatregelen, art. 10; Regeling technische maatregelen 2000, art. 14

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

(228.)

Handeling: Het geven van toestemming voor het door een buitenlandse instantie verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de Nederlandse wateren

Periode: 1945–

Bron: beschrijving archief Directie Visserij (mei 2000)

Product: verklaringen van geen bezwaar

Waardering: V, 3 jaar

(229.)

Handeling: Het aanwijzen van wetenschappelijke waarnemers die informatie verzamelen en aanleveren betreffende bepaalde visbestanden

Periode: 2003–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 2347/2002, art. 8

Opmerking: De verordening van 2002 heeft betrekking op diepzeevisbestanden.

Waardering: V, 5 jaar na einde aanwijzing

(230.)

Handeling: Het opstellen van een bemonsteringsplan voor wetenschappelijke waarnemers die informatie verzamelen en aanleveren betreffende bepaalde visbestanden

Periode: 2003–

Grondslag: Verordening (EG) nr. 2347/2002, art. 8

Product: Bemonsteringsplannen

Waardering: V, 5 jaar

(231.)

Handeling: Het opstellen van visserijstatistieken

Periode: 1945–

Bron: Begrotingen

Product: Statistieken

Waardering: B 5 eindproducten

V, 10 jaar overige neerslag

28. Visserijstatistieken

29. Walvisvangst

(232.)

Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving betreffende de walvisvangst

Periode: 1945–

Product: Wet op de walvisvangst (Stb. 1951, 98); Wet op de walvisvangst 1960 (Stb. 1960, 410); Wet Goedkeuring der opzegging van het Walvisverdrag (Stb. 1960, 409)

Waardering: B 1

(233.)

Handeling: Het beslissen op een vergunningaanvraag tot het vangen of doden van walvissen dan wel het aan boord verwerken daarvan

Periode: 1951–

Grondslag: Wet op de Walvisvangst, art. 1; Wet op de walvisvangst 1960, art. 2

Product: Vergunningen

Waardering: B 5

30. Schadeclaims

(234.)

Handeling: Het bemiddelen bij de afhandeling van geschillen tussen Nederlandse en buitenlandse vissers over schade-incidenten

Periode: 1945–

Bron: Archief Directie Visserijen

Product: vergaderverslagen, correspondentie

Waardering: V, 10 jaar

Actor: College voor de Visserijen

(56.)

Handeling: Het adviseren en voorlichten van de Minister omtrent visserijaangelegenheden

Periode: 1945–1964

Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a

Product: instellingsbesluiten

Waardering: B 1, 5

Actor: Landelijke Service bij Regelingen (LASER)

Actor: Dienst Regelingen (DR)

(72.)

Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften ingediend tegen door het O&S-fonds voor de Visserij genomen beslissingen

Periode: 1997–

Bron: begrotingen, mandaatsbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Opmerking: In 1997 werd LASER hiertoe gemandateerd.

Waardering: V, 15 jaar

(176.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van ophoudvergoedingen (voor uit de markt genomen vis) op basis van communautair vastgestelde ophoudprijzen

Periode: 1971–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 10, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 11; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 12; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 21

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(178.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(179.)

Handeling: Het bij de Europese Commissie declareren van de bedragen die zijn toegekend in het kader van door producentenorganisaties uitgevoerde ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91; Verordening (EEG) nr. 3759/92; Verordening (EG) nr. 104/2000; Verordening (EG) nr. 2509/2000

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(181.)

Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome verkoopuitstelmaatregelen

Periode: 1991–

Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 4

Product: beschikking

Waardering: V, 15 jaar

(223.)

Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van subsidie voor satellietvolgapparatuur

Periode: 1998–

Grondslag: Subsidieregeling satellietvolgapparatuur, art. 2, lid 1

Product: beschikking

Waardering: V, 10 jaar

Actor: Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen)

(235.)

Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1950–1953

Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 21 september 1950

Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens

Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

Actor: Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst)

(236.)

Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1959–1965

Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking (Stcrt. 1959/235)

Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens

Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

Actor: Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen

(237.)

Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1971–1990

Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 28 januari 1971

Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens

Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

Actor: Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen

(238.)

Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1972–1980

Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 24 januari 1973

Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens

Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

Actor: Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten

(239.)

Handeling: Het controleren van de besteding van gelden in het kader van het project ter verbetering van de distributie van vis (in het kader van het Moody-programma)

Periode: 1954

Opmerking: Dit project maakte deel uit van het Moody-programma en werd gefinancierd uit het Moody-fonds. Het Moody-fonds was door de Amerikaanse regering in het leven geroepen.

Waardering: Rapporten en vergaderverslagen: B 1

Overig: V, 7 jaar

Actor: Commissies

(240.)

Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens

Opmerking: In sommige gevallen geeft een adviescommissie een advies op verzoek van de Minister en soms doet ze dat op eigen initiatief. Ook de adviesaanvraag door de Minister wordt onder deze handeling begrepen.

Bedoeld worden adviescommissies van dezelfde aard als: Commissie Experimentele Visserij (1964–1970)

Stuurgroep Biesheuvel (1991–1992)

Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

(241.)

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek op het beleidsterrein zee- en kustvisserij

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksrapporten, correspondentie, onderzoeksgegevens

Opmerking: Bedoeld worden commissies van dezelfde aard als:

Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie Mok, 1991–1993)

Waardering: Onderzoeksaanvraag, een exemplaar van het rapport en vergaderverslagen: B 1

Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport

Actor: Algemene Inspectiedienst (AID)

(220.)

Handeling: Het verlenen van toestemming voor het lossen van vis

Periode: 1988–

Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 1

Product: administratie

Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID of een door de Minister aangewezen functionaris die namens de AID-ambtenaar de registratie- en verificatiewerkzaamheden verricht.

Waardering: V, 10 jaar

(242.)

Handeling: Het rapporteren in het kader van de controle op de beleidsuitvoering op het terrein van de zee- en kustvisserij

Periode: 1955–

Grondslag: Visserijwet 1963, art. 59, 60

Product: Rapporten, brieven

Waardering: B 5: rapportages

V, 5 jaar overige neerslag

Actor: (Stichting) Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij (O&S-fonds)

(67.)

Handeling: Het mandateren van andere organen tot het namens het bestuur van het O&S-fonds nemen van beslissingen en ondertekenen van stukken

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds

Product: bestuursbesluiten betreffende mandaatverlening (bijv. Stcrt. 1998, 167)

Waardering: B 5

(71.)

Handeling: Het opstellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering van de visserijsector

Periode: 1975–

Bron: begrotingen

Product: regelingen

Opmerking: In verschillende hoofdstukken van dit rapport wordt deze handeling herhaald voor de daarin aan de orde komende sectoren/onderwerpen. Deze handeling dient daarom als vangnethandeling.

Waardering: B 1

(72.)

Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften ingediend tegen door het O&S-fonds voor de Visserij genomen beslissingen

Periode: 1975–1997

Bron: begrotingen, mandaatsbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Opmerking: In 1997 werd LASER hiertoe gemandateerd.

Waardering: V, 15 jaar

(73.)

Handeling: Het vaststellen van periodieke verslagen over de werkzaamheden van het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij

Product: jaarverslagen

Waardering: B 2

(74.)

Handeling: Het vaststellen van begrotingen, jaarplannen en jaarrekeningen van het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij, art. 9

Product: begrotingen, jaarplannen, jaarrekeningen

Waardering: V, 15 jaar

(75.)

Handeling: Het goedkeuren van begrotingen, jaarplannen en jaarrekeningen van het O&S-fonds voor de Visserij

Periode: 1975–

Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij, art. 9

Product: jaarverslagen

Waardering: V, 15 jaar

(90.)

Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector

Periode: 1975–

Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds

Waardering: B 1

(91.)

Handeling: Het beslissen over toekenning van bijdragen voor regelingen betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector

Periode: 1975–

Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds

Opmerking: In het kader van dergelijke regelingen werden ook overeenkomsten met de desbetreffende vissers gesloten. Ook het eventueel terugvorderen van bijdragen valt onder deze handeling.

Waardering: V, 15 jaar

(92.)

Handeling: Het toekennen van subsidies voor projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de visserijsector

Periode: 1975–

Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Opmerking: Het betreft bijdragen aan onderzoeksprojecten (bijv. IVP-TNO) en projecten betreffende de experimentele visserij. Ook bijdragen in het kader van EOGFL-projecten vallen hieronder.

Waardering: V, 15 jaar

(97.)

Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de sanering van de vissersvloot en daarmee samenhangende maatregelen

Periode: 1975–

Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Waardering: B 1

(98.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een bijdrageregeling betreffende capaciteitsvermindering van de zeevisserij

Periode: 1975–

Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Opmerking: Het gaat hierbij om bijdragen voor de sanering zelf.

Waardering: V, 15 jaar

(99.)

Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een bijdrageregeling die samenhangt met de sanering van de zeevisserij

Periode: 1975–

Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij

Opmerking: Bijv. voor omscholing, inkomenscompensatie en vervroegde uittreding.

Waardering: V, 15 jaar

Actor: Raad voor de Visserij

(56.)

Handeling: Het adviseren en voorlichten van de Minister omtrent visserijaangelegenheden

Periode: 1945–1964

Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a

Product: instellingsbesluiten

Waardering: B 1, 5

Actor: Visserij-inspectie

(198.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–1955

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.

Waardering: V, 10 jaar

(200.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–1955

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

Schelpdiervergunningen

(203.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–1955

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning

Waardering: V, 10 jaar

(205.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–1955

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

Actor: Biesheuvelgroepen

(154.)

Handeling: Het vaststellen van visplannen

Periode: 1993–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 11; Regeling contingentering zeevis, art. 16, lid 6

Product: visplan

Opmerking: Het visplan dient door het Productschap Vis te zijn goedgekeurd (Regeling contingentering zeevis).

Waardering: B 5 voor eindproducten

V, 5 jaar overige neerslag

(156.)

Handeling: Het voeren van een deugdelijke administratie betreffende met de groepscontingentering samenhangende zaken

Periode: 1993–

Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 12; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 13; Regeling contingentering zeevis, art. 17

Product: overzichten, rapportages

Opmerking: Het betreft onder meer de administratie van huur- en verhuurtransacties, alsook de administratie betreffende de benutting en uitvoering van de groepscontingenten (omvang groepscontingent, hoeveelheden aangelande vis, gegevens ondernemers en vissersvaartuigen).

Waardering: B 5

B. Actoren onder de zorg van de Minister van Financiën

Actor: Minister van Financiën

(51.)

Handeling: Het vaststellen van de voorwaarden waarop de Dienst Domeinen bevoegd is tot het afkopen van visrechten

Periode: 1945–

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3

Product: regels

Waardering: B 5

(52.)

Handeling: Het afkopen van visrechten

Periode: 1945–1998

Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3

Product: overeenkomst

Opmerking: Het betreft de afkoop van zgn. ‘heerlijke rechten’. De bevoegdheid ligt bij Dienst der Domeinen

Waardering: B 5

Actor: Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse stromen

(198.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–1969

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.

Waardering: V, 10 jaar na beëindiging vergunning

(200.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren

Periode: 1945–1969

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar na beëindiging ontheffing

(203.)

Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–1969

Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11

Product: vergunningen

Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning

Waardering: V, 10 jaar na beëindiging vergunning

(205.)

Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren

Periode: 1945–1969

Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar na beëindiging ontheffing.

Naar boven