Subsidieregeling internationale innovatieprojecten 2007 en 2008

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-12-2008 t/m 31-12-2008

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 augustus 2007, nr. WJZ 7096553, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies voor internationale innovatieprojecten (Subsidieregeling internationale innovatieprojecten 2007 en 2008)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. kaderregeling: de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;

  • b. internationaal innovatieproject: een innovatieproject als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de kaderregeling dat wordt uitgevoerd door een internationaal innovatiesamenwerkingsverband en, voor zover het industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie daarvan betreft, is voorzien van een Eureka-label of een samenwerkingsverband betreft met Canada, Japan, Singapore of de Verenigde Staten van Amerika;

  • c. automotive-innovatieproject: een internationaal innovatieproject dat wordt uitgevoerd door een internationaal innovatie-samenwerkingsverband en dat past binnen bijlage 1 waarin een samenvatting wordt gegeven van het programma High Tech Automotive Systems;

  • d. industrieel onderzoek: industrieel onderzoek in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01;

  • e. experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01;

  • f. internationaal innovatie-samenwerkingsverband: een innovatie-samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de kaderregeling waarbij:

    • ten minste één van de partijen een in Nederland gevestigde ondernemer is die voor eigen rekening en risico een internationaal innovatieproject uitvoert; en

    • ten minste één van de partijen die deelnemen aan het samenwerkingsverband gevestigd is in een staat die deelneemt aan het Eureka-programma of gevestigd in Canada, Japan, Singapore of de Verenigde Staten van Amerika en voor eigen rekening en risico een internationaal innovatieproject uitvoert;

  • g. onderzoeksorganisatie: een onderzoeksorganisatie in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01;

  • h. Voor de definitie van Minister, ondernemer, MKB-ondernemer en groep zijn artikel 1, onderdelen a, c, d en f van de kaderregeling van toepassing.

§ 2. Subsidieverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan de in Nederland gevestigde deelnemers voor hun aandeel in een internationaal innovatie-samenwerkingsverband die voor gezamenlijke rekening en risico een internationaal innovatieproject uitvoeren dat een looptijd heeft van maximaal drie jaren.

  • 2 De subsidie wordt verstrekt aan de deelnemers, bedoeld in het eerste lid, gezamenlijk en betaald aan de deelnemer die als indiener van de aanvraag om subsidie is opgetreden.

  • 3 In aanvulling op artikel 15 van de kaderregeling verstrekt de Minister geen subsidie:

    • a. indien voor het internationale innovatieproject reeds door de Minister subsidie is verstrekt;

    • b. aan een overheid of overheidsinstelling, tenzij het een onderzoeksorganisatie betreft.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden uitsluitend kosten in aanmerking genomen die zijn gemaakt en betaald door in Nederland gevestigde deelnemers in een internationaal innovatie-samenwerkingsverband.

  • 2 Indien de subsidiabele kosten betrekking hebben op industrieel onderzoek, bedraagtde subsidie voor een ondernemer, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling, 35 procent van de subsidiabele kosten. Dit percentage wordt met 10 procent verhoogd indien subsidie wordt verleend aan een MKB-ondernemer.

  • 6 Het in artikel 12 van de kaderregeling bedoelde subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor internationale innovatieprojecten op aanvragen die ontvangen zijn in:

    • a. de in artikel 6, onder a, bedoelde periode, bedraagt € 5.600.000 voor de categorie internationale innovatieprojecten, niet zijnde automotive-innovatieprojecten, en € 3.360.000 voor de categorie automotive-innovatieprojecten;

    • b. de in artikel 6, onder b, bedoelde periode, bedraagt € 6 miljoen;

    • c. de in artikel 6, onder c, bedoelde periode, bedraagt € 6,5 miljoen.

  • 7 Indien het in het zesde lid, onderdeel a, bedoelde subsidieplafond voor de categorie automotive-innovatieprojecten is uitgeput, worden aanvragen om subsidie voor automotive-innovatieprojecten waarop niet op grond van artikel 15 van de kaderregeling of artikel 2, derde lid, afwijzend wordt beslist, voor de toepassing van deze regeling beschouwd als aanvragen om een subsidie voor internationale innovatieprojecten niet zijnde automotive-innovatieprojecten.

  • 8 Indien het in het zesde lid, onderdeel a, bedoelde subsidieplafond voor automotive-innovatieprojecten niet wordt uitgeput, wordt het resterende deel toegevoegd aan het in dat onderdeel genoemde subsidieplafond voor internationale innovatieprojecten, niet zijnde automotive-innovatieprojecten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Indien een in Nederland gevestigde deelnemer daarom verzoekt, worden in afwijking van artikel 5 van de kaderregeling de volgende subsidiabele kosten in aanmerking genomen:

    • a. de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het industriële onderzoek of de experimentele ontwikkeling toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten:

      • loonkosten voor betrokken personeel, voor zover deze rechtstreeks voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk zijn. Het uurloon wordt berekend op basis van 1650 productieve uren per jaar;

      • de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;

      • kosten van het gebruik van bestaande machines en apparatuur van de deelnemers;

      • kosten van speciaal voor het internationale innovatieproject aan te schaffen machines en apparatuur. Eventuele restwaarde van speciaal voor het internationale innovatieproject aangeschafte apparatuur wordt in mindering gebracht op de subsidiabele kosten;

      • aan derden verschuldigde kosten;

      • kosten van buitenlandstages;

      • kosten van octrooiaanvraag van onderzoeksorganisaties en MKB-ondernemers;

      • kosten inzake kennisoverdracht en verankering;

    • b. een opslag voor overige algemene kosten van 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.

  • 2 Voor de directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt uitgegaan van gemiddelde uurtarieven per categorie bij het onderzoek betrokken personeel.

  • 3 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidieontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

  • 4 Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het internationale innovatieproject wordt verricht, wordt voor de berekening van de subsidiabele kosten uitgegaan van een uurtarief van € 35.

  • 5 Subsidiabele kosten worden slechts in aanmerking genomen voor zover ze na aanvang van het internationale innovatieproject zijn gemaakt en betaald of, indien indiening van de aanvraag tot verlening van subsidie plaatsvindt na aanvang van het project, voor zover ze na de indiening van die aanvraag zijn gemaakt en betaald.

  • 6 Indien overeenkomstig het eerste lid de in dit artikel genoemde subsidiabele kosten in aanmerking worden genomen, voert de subsidieontvanger in afwijking van artikel 29, eerste lid, onderdeel c, van de kaderregeling een administratie die is gerelateerd aan de kostensoorten, genoemd in dit artikel, waaruit te allen tijde op eenvoudige een duidelijke wijze de gemaakte en betaalde kosten kunnen worden afgeleid.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Er is een Adviescommissie internationale innovatieprojecten, die tot taak heeft de Minister op zijn verzoek te adviseren over aanvragen om subsidie voor een internationaal innovatieproject.

  • 4 De adviescommissie, bedoeld in het eerste lid, rangschikt de aanvragen zodanig, dat een internationaal innovatieproject hoger gerangschikt wordt naarmate het meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a. technologische vernieuwing of wezenlijk nieuwe toepassingen van een bestaande technologie;

    • b. de doelmatigheid en doeltreffendheid van een project, de nieuwheid van een samenwerkingsverband en de betrokkenheid van de onderzoeksorganisaties;

    • c. de verwachte economische waarde van de projectresultaten, de aansluiting bij de doelstellingen van de deelnemende partijen en de uitgebreidheid van de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten;

    • d. de in bijlage 1 opgenomen doelstellingen, indien het een automotive-innovatieproject betreft.

  • 5 Voor de rangschikking wegen de in het vierde lid genoemde criteria even zwaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Als periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, worden vastgesteld:

    • a. de dag na inwerkingtreding van deze regeling tot en met 28 september 2007, 18.00 uur;

    • b. 1 oktober 2007 tot en met 11 februari 2008, 18.00 uur;

    • c. 12 februari 2008 tot en met 12 september 2008, 18.00 uur.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In afwijking van de eerste volzin van artikel 30, eerste lid, van de kaderregeling brengt het internationale innovatie-samenwerkingsverband steeds na afloop van een periode van zes maanden aan de Minister een tussenrapportage uit omtrent de uitvoering van het internationale innovatieproject met inbegrip van een vergelijking van die uitvoering met het projectplan en de bij de subsidieverlening vermelde raming van de subsidiabele kosten.

  • 2 Van de verplichting tot het uitbrengen van tussenrapportages als bedoeld in het eerste lid, kan de Minister op verzoek van het internationale innovatie-samenwerkingsverband voorafgaande schriftelijke ontheffing verlenen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In aanvulling op artikel 33, eerste tot en met derde lid, van de kaderregeling draagt een onderzoeksorganisatie die deel uitmaakt van een internationaal innovatie-samenwerkingsverband uitsluitend kennis of andere resultaten uit een internationaal innovatie-project over aan een ondernemer die deelneemt in hetzelfde samenwerkingsverband, indien aan tenminste een van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de deelnemende ondernemingen dragen de volledige kosten van het project;

    • b. de resultaten waaraan geen intellectuele eigendomsrechten kunnen worden ontleend, mogen ruim worden verspreid en eventuele intellectuele eigendomsrechten op de resultaten die uit de activiteiten van de onderzoeksorganisatie voortvloeien, worden volledig aan de onderzoeksorganisatie toegekend;

    • c. de onderzoeksorganisatie ontvangt van de deelnemende ondernemingen een vergoeding die overeenstemt met de marktprijs voor de intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de door de onderzoeksorganisatie in het kader van het project uitgevoerde activiteit en die worden overgedragen aan de deelnemende ondernemingen. Eventuele bijdragen van de deelnemende ondernemingen in de kosten van de onderzoeksorganisatie worden op deze compensatie in mindering gebracht.

  • 2 In aanvulling op artikel 33, eerste tot en met derde lid, van de kaderregeling kan de Minister bij de subsidieverlening aan de in Nederland gevestigde deelnemers in een internationaal innovatie-samenwerkingsverband verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan. Indien de Minister dergelijke verplichtingen oplegt, bepaalt hij ook de geldingsduur daarvan.

§ 3. Formulieren

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag om:

  • a. een subsidie is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2;

  • b. een voorschot is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3;

  • c. een subsidievaststelling is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling internationale innovatieprojecten 2007 en 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Den Haag, 9 augustus 2007

De

Minister

van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage.]

Naar boven