Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2. Probleemanalyse
-
1 Het UWV vormt zich, indien er naar verwachting sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim
van een vangnetter, binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten
van arbeid een oordeel over het desbetreffende ziektegeval.
-
3 In afwijking van het eerste en tweede lid vormt het UWV zich onverwijld een oordeel
over het desbetreffende ziektegeval, indien er naar verwachting sprake is van dreigend
langdurig ziekteverzuim en de aangifte, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Ziektewet, of de melding, bedoeld in artikel 38ab, eerste lid van de Ziektewet, later wordt gedaan dan binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot
het verrichten van arbeid.
Artikel 3. Houden van aantekening
-
2 Het UWV legt bij het houden van aantekening, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval
alle gegevens, documenten en correspondentie vast die betrekking hebben op het verloop
van het ziekteverzuim, het aantal feitelijk gewerkte uren, en de op grond van deze
regeling ondernomen activiteiten.
Artikel 4. Plan van aanpak
-
1 Indien uit het oordeel van het UWV, bedoeld in artikel 2, blijkt dat er nog mogelijkheden zijn om de terugkeer naar arbeid van de vangnetter
te bevorderen stelt het UWV, in overleg met die vangnetter, binnen twee weken na het
oordeel een plan van aanpak op.
-
4 Het plan van aanpak wordt bijgesteld indien de evaluatie van dat plan van aanpak of
het geneeskundige onderzoek, bedoeld in artikel 28 van de Ziektewet, daartoe aanleiding geeft. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 4a. Afspraken over werkhervatting bij oude werkgever
Het UWV verwijst de vangnetter voor werkhervatting naar de werkgever waar hij laatstelijk
op grond van een uitzendovereenkomst met een uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek in dienst was, indien:
Artikel 5. Periodieke herijking
-
1 Onverminderd de periodieke evaluatie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, vindt er na afloop van ieder tijdvak van 26 weken een periodieke herijking plaats.
Bij de periodieke herijking wordt beoordeeld of de re-integratiedoelstelling van het
afgelopen tijdvak is behaald en wordt voor het komende tijdvak vastgesteld wat de
te behalen re-integratiedoelstelling zal zijn en welke aanpak daartoe is vereist.
Artikel 4, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6. Afwijken van termijnen
Van de termijnen, bedoeld in de artikelen 2, 4 en 5, kan door het UWV, na overleg met de vangnetter, gemotiveerd worden afgeweken.
Artikel 7. Inhoud van het re-integratieverslag
Het re-integratieverslag, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bevat met betrekking tot de vangnetter in ieder geval:
-
a. de noodzakelijke administratieve gegevens van de vangnetter en het UWV;
-
b. gegevens omtrent de door de vangnetter laatst verrichte functie;
-
c. gegevens omtrent de bekwaamheden van de vangnetter;
-
d. vermelding van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid
wegens ziekte;
-
e. het oordeel van het UWV, bedoeld in artikel 2;
-
f. het plan van aanpak en de bijstellingen, bedoeld in artikel 4, vierde lid;
-
g. de resultaten van iedere periodieke herijking als bedoeld in artikel 5;
-
h. de meest recente evaluatie van de voortgang en de uitvoering van de in het plan van
aanpak gemaakte afspraken;
-
i. een actueel oordeel van het UWV over het verloop van de ongeschiktheid tot werken,
de functionele beperkingen en mogelijkheden van de vangnetter tot het verrichten van
arbeid;
-
j. een actueel oordeel van het UWV over de aanwezigheid van passende arbeid, en
-
k. een oordeel van de vangnetter omtrent de op grond van de onderdelen a tot en met i
opgenomen gegevens en oordelen.
Artikel 8. Overgangsrecht
Deze regeling is niet van toepassing met betrekking tot personen die voor de dag van
de inwerkingtreding van deze regeling recht hadden op ziekengeld voor de duur van
dat recht op ziekengeld.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het bij koninklijke boodschap
van 13 december 2006 ingediende voorstel van wet houdende regels tot bevordering van
de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet
(Kamerstukken II 2006/2007, 30 909, nr. 1), tot wet wordt verheven en in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar
voor vangnetters zonder werkgever.