a. € 422,32 voor een vergunning voor het gebruik van tatoeagemateriaal, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
b. € 369,53 voor een vergunning voor het gebruik van tatoeagemateriaal, waarbij gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
c. € 211,16 voor een vergunning voor het gebruik van piercingmateriaal ten behoeve van het aanbrengen van een piercing in het vlakke gedeelte van het kraakbeen van het oor of de neusvleugel, waarbij gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
d. € 422,32 voor een vergunning voor het gebruik van een naald ten behoeve van het aanbrengen van een piercing, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
e. € 369,53 voor een vergunning voor het gebruik van een naald ten behoeve van het aanbrengen van een piercing, waarbij gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
f. € 527,90 indien:
– de aanvraag betrekking heeft op twee of meer vormen van gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal als bedoeld in de onderdelen a tot en met e, en
– die vormen van gebruik betrekking hebben op dezelfde ruimte;
g. € 422,32 voor een melding als bedoeld in artikel 3 van de Warenwetregeling vrijstelling vergunningsplicht tatoeëren en piercen;
h. € 158,37 voor een melding als bedoeld in artikel 3 van de Warenwetregeling vrijstelling vergunningplicht tatoeëren en piercen, indien de medewerker van de gemeentelijke gezondheidsdienst waar de aanvraag voor vrijstelling is ingediend beslist heeft dat beoordeling van de veiligheid met verminderde inzet kan worden uitgevoerd.
Een beslissing als bedoeld in de vorige zin wordt tenminste genomen indien:
– de artiest(en), werkzaam zijn bij een vergunninghouder in Nederland en;
– er bij een eerder evenement van dezelfde organisator of op dezelfde locatie betreffende dezelfde verrichtingen geen tekortkomingen zijn geconstateerd.