Sanctieregeling terrorisme 2007

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 20-11-2019 t/m heden

Regeling van 21 februari 2007, nr. DJZ/BR/0185-07, houdende beperkende maatregelen tegen enkele aan Al Qa’ida gelieerde personen met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Sanctieregeling terrorisme 2007)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op Resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van 29 september 2001;

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 (2001/930/GBVB) inzake terrorismebestrijding (Pb EG L 344);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van het in deze regeling bepaalde wordt verstaan onder:

  • a. Middelen: activa van welke aard ook, juridische documenten of instrumenten in welke vorm ook, ook elektronisch of digitaal, waaruit eigendom van of een belang in dergelijke activa blijkt, met inbegrip van, doch niet beperkt tot, bankkredieten, reischeques, bankcheques, postwissels, aandelen, obligaties, wissels, kredietbrieven en andere effecten;

  • b. Bevriezing van middelen: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren, gebruiken of omgaan met middelen met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde middelen, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

  • c. Financiële diensten: alle diensten van financiële aard, waaronder alle verzekeringsdiensten en met verzekeringen verband houdende diensten, en alle bankdiensten en andere financiële diensten, met uitzondering van verzekeringen.

Artikel 2

  • 1 Alle middelen die toebehoren aan de personen,vermeld in de bijlage bij deze regeling, worden bevroren.

  • 2 Het is verboden financiële diensten te verrichten voor of ten behoeve van de personen, vermeld in de bijlage bij deze regeling.

  • 3 Het is verboden aan de personen, vermeld in de bijlage bij deze regeling, rechtstreeks dan wel middellijk middelen ter beschikking te stellen.

Artikel 3

De Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, kan, elk voor het gebied waartoe hun competentie zich uitstrekt, in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken op verzoek ontheffing verlenen van de in artikel 2 genoemde verboden.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

Bijlage

  • a.

  • b. Murat Öfkeli, alias Abu Jarrah, alias Ibrahim, geboren op 28 juni 1970 te Gaziantep (Turkije), paspoortnummer NF 9064256

Naar boven