Hoofdstuk 2. Overgangsrecht
Artikel 2a. Afhandeling verzoeken
Artikel 4. Pensioenfonds/eenmansfonds
2 In afwijking van het eerste lid wordt het in dat lid bedoelde pensioenfonds een jaar na inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet gelijkgesteld met een pensioenfonds in de zin van de Pensioenwet, indien het pensioenfonds werkzaam is ten behoeve van een directeur-grootaandeelhouder waarop artikel 8, eerste en tweede lid, van deze wet van toepassing is.
Artikel 6. Ouderdoms-, partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen
2 Indien een pensioen in de zin van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde tot de datum van inwerkingtreding van deze wet, niet voldoet aan de definitie van ouderdoms-, partner-, wezen- of arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, omdat er geen sprake is van een geldelijke, vastgestelde uitkering, wordt dit pensioen, indien het is verworven in de periode tot een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet gelijkgesteld met een pensioen in de zin van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3 Indien op de peildatum een arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde tot de datum van inwerkingtreding van deze wet, niet voldoet aan de definitie van arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, omdat het arbeidsongeschiktheidspensioen is toegekend nadat de arbeidsongeschiktheid minder dan 104 weken heeft geduurd, wordt dit arbeidsongeschiktheidspensioen gelijkgesteld met een arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 7. Werknemer/verbonden aan de onderneming
1 Indien een persoon die op de peildatum verbonden is aan een onderneming en pensioenaanspraken verwerft, op de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet geen werknemer is als bedoeld in de Pensioenwet, wordt hij gelijkgesteld met een werknemer als bedoeld in die wet.
Artikel 8. Werknemer/ directeur-grootaandeelhouder
3 Indien de pensioentoezegging, bedoeld in het tweede lid, is ondergebracht bij een verzekeraar is er sprake van pensioen in de zin van de Pensioen- en spaarfondsenwet indien de directeur-grootaandeelhouder dit als zodanig heeft aangemerkt.
Artikel 9. Pensioen/vervroegde uittreding
Indien uiterlijk op de peildatum een geldelijke, vastgestelde uitkering is overeengekomen voor een gewezen werknemer die wordt gedaan bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom in verband met vervroegde uittreding wordt deze gelijkgesteld met een uitkering als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Pensioenwet.
Artikel 10. Pensioen/functioneel leeftijdontslag
Indien uiterlijk op de peildatum een geldelijke, vastgestelde uitkering is overeengekomen voor een gewezen werknemer die wordt gedaan bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom en deze uitkering is gebaseerd op een regeling die leidt tot uitkeringen vanaf een bepaalde leeftijd aan werknemers die werkzaamheden verrichten die door de werkgever als substantieel bezwarend zijn aangemerkt, wordt deze gelijkgesteld met een uitkering als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Pensioenwet.
Artikel 11. Karakter pensioenovereenkomst/pensioenregeling
Artikel 12. Vaststelling uitkering, kapitaal of premie
Artikel 13. Verlening van toeslagen
Artikel 14. Beperking onderscheid naar leeftijd
1 Werknemers van 21 jaar of ouder die op de peildatum niet in de pensioenregeling van hun werkgever deelnemen, omdat zij jonger zijn dan de op basis van de pensioenregeling gehanteerde toegangsleeftijd, verwerven pensioenaanspraken vanaf de datum van inwerkingtreding van de artikelen 8, vijfde lid, en 14 van de Pensioenwet.
2 Beroepsgenoten van 21 jaar of ouder die op de datum van inwerkingtreding van artikel 22 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van deze wet, niet in de pensioenregeling zijn opgenomen, omdat zij jonger zijn dan de op basis van de pensioenregeling gehanteerde toetredingsleeftijd, verwerven pensioenaanspraken vanaf de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 15. Nadere eisen ouderdomspensioen
Artikel 16. Nadere eisen partnerpensioen
1 Indien een pensioenovereenkomst op de datum van inwerkingtreding van artikel 16 van de Pensioenwet voorziet in partnerpensioen, waarbij bij de vaststelling van pensioenaanspraken en pensioenrechten op partnerpensioen onderscheid gemaakt wordt tussen een echtgenoot en een geregistreerde partner enerzijds en een andere partner in de zin van de pensioenovereenkomst anderzijds, hebben wijzigingen in rechten en verplichtingen die ontstaan als gevolg van de gelijkstelling, bedoeld in genoemd artikel, uitsluitend betrekking op partnerpensioenaanspraken ten behoeve van een partner van degene die op de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel deelnemer is.
2 Indien een pensioenregeling op de datum van inwerkingtreding van artikel 32 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, voorziet in partnerpensioen, waarbij echter bij de vaststelling van pensioenaanspraken en pensioenrechten op partnerpensioen onderscheid gemaakt wordt tussen een echtgenoot en een geregistreerde partner enerzijds en een andere partner in de zin van de pensioenregeling anderzijds, hebben wijzigingen in rechten en verplichtingen die ontstaan als gevolg van de gelijkstelling, bedoeld in genoemd artikel, uitsluitend betrekking op partnerpensioenaanspraken ten behoeve van een partner van degene die op de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel deelnemer is.
Artikel 17. Startbrief en melding van wijzigingen
Artikel 18. Onderbrengingsplicht werkgever
Artikel 20. Melding door fonds
2 De in artikel 38 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, opgenomen informatieverplichting van een beroepspensioenfonds jegens gewezen deelnemers heeft uitsluitend betrekking op degenen die na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel gewezen deelnemer zijn geworden en op de gewezen deelnemers die het beroepspensioenfonds hebben geïnformeerd over hun adres.
Artikel 20a. Regeling premieachterstand
Artikel 21. Opstellen en inhoud pensioenreglement
3
Artikel 21 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, geldt niet indien op de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel in het kader van een pensioenregeling geen verwerving van pensioenaanspraken meer plaatsvindt.
Artikel 22. Informatieverplichtingen van de pensioenuitvoerder
6
Artikel 51 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing op degenen die na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel gewezen deelnemer zijn geworden en de gewezen deelnemers die zich bij de pensioenuitvoerder hebben gemeld met het verzoek om hen de in genoemd artikel bedoelde informatie te verstrekken.
9 Ten aanzien van degenen van wie de datum van scheiding voor de datum van inwerkingtreding van artikel 42 van de Pensioenwet ligt, geldt de in genoemd artikel opgenomen verplichting van de pensioenuitvoerder alleen ten aanzien van degenen die zich bij de pensioenuitvoerder hebben gemeld met het verzoek om hen de in genoemd artikel bedoelde informatie te verstrekken.
10 Ten aanzien van degenen van wie de datum van scheiding voor de datum van inwerkingtreding van artikel 53 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, ligt, geldt de in genoemd artikel opgenomen verplichting van de pensioenuitvoerder alleen ten aanzien van degenen die zich bij de pensioenuitvoerder hebben gemeld met het verzoek om hen de in genoemd artikel bedoelde informatie te verstrekken.
Artikel 23. Grenzen aan beleggingsvrijheid bij premieovereenkomsten/ regelingen met beleggingsvrijheid
3 Op degene die gewezen deelnemer is geworden voor de datum van inwerkingtreding van artikel 52, tweede lid, van de Pensioenwet, is genoemd artikel van toepassing indien zijn adres bij de pensioenuitvoerder bekend is of hij zich bij de pensioenuitvoerder heeft gemeld.
4
Artikel 63 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel ten aanzien van de voor en na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel verworven en nog te verwerven pensioenaanspraken indien en zolang de deelnemer of de gewezen deelnemer beleggingsvrijheid heeft.
5
Artikel 63 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is in het eerste jaar na inwerkingtreding van genoemd artikel niet van toepassing indien de beroepspensioenvereniging de pensioenregeling voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel bij een verzekeraar heeft ondergebracht.
6 Op degene die gewezen deelnemer is geworden voor de datum van inwerkingtreding van artikel 63, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is genoemd artikel van toepassing indien zijn adres bij de pensioenuitvoerder bekend is of hij zich bij de pensioenuitvoerder heeft gemeld.
Artikel 24. Uitvoeren vrijwillige voortzetting
Artikel 24a. Behoud aanspraak op partnerpensioen
Artikel 25. Behoud aanspraak in geval van scheiding
3
Artikel 68 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel een partnerrelatie van een deelnemer of een gewezen deelnemer eindigt door scheiding.
Artikel 25a. Gelijke behandeling bij toeslagen
3
Artikel 58 van de Pensioenwet is niet van toepassing op meeverzekerde stijgingen na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel, voor zover de meeverzekerde stijging betrekking heeft op een premievrije voortzetting en het recht op de premievrije voortzetting is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 26. Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen
1
Artikel 61 van de Pensioenwet is van toepassing op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel, tenzij in de pensioenovereenkomst is overeengekomen dat dit keuzerecht ook betrekking heeft op pensioenaanspraken die voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel zijn opgebouwd.
2
Artikel 73 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel, tenzij in de pensioenregeling is overeengekomen dat dit keuzerecht ook betrekking heeft op pensioenaanspraken die voor de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel zijn opgebouwd.
Artikel 27. Verbod van vervreemding en onherroepelijke volmacht
2
Artikel 76 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien vervreemding of een andere handeling als bedoeld in dat artikel plaats vindt na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 28. Afkoop klein ouderdomspensioen bij beëindiging deelneming
[Vervallen per 01-01-2019]
Artikel 29. Afkoop klein partnerpensioen bij ingang
2 Indien het partnerpensioen is ingegaan voor de datum van inwerkingtreding van artikel 67 van de Pensioenwet, heeft de pensioenuitvoerder het recht om overeenkomstig genoemd artikel het partnerpensioen af te kopen indien de uitkering van het partnerpensioen op jaarbasis, getoetst op het tijdstip van ingang minder bedraagt dan het op grond van artikel 66 van de Pensioenwet vastgestelde bedrag per jaar en de partner hiermee instemt.
4 Indien het partnerpensioen is ingegaan voor de datum van inwerkingtreding van artikel 79 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, heeft de pensioenuitvoerder het recht om overeenkomstig genoemd artikel het partnerpensioen af te kopen indien de uitkering van het partnerpensioen op jaarbasis, getoetst op het tijdstip van ingang minder bedraagt dan het op grond van artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, vastgestelde bedrag per jaar en de partner hiermee instemt.
Artikel 30. Afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding
2 Indien de scheiding plaatsvindt voor de datum van inwerkingtreding van artikel 68 van de Pensioenwet, heeft de pensioenuitvoerder het recht om overeenkomstig genoemd artikel het bijzonder partnerpensioen af te kopen, indien de uitkering van het partnerpensioen op jaarbasis, getoetst op het tijdstip van de scheiding, minder bedraagt dan het op grond van artikel 66 van de Pensioenwet vastgestelde bedrag per jaar en de gewezen partner hiermee instemt.
4 Indien de scheiding plaatsvindt voor de datum van inwerkingtreding van artikel 80 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, heeft de pensioenuitvoerder het recht om overeenkomstig genoemd artikel het bijzonder partnerpensioen af te kopen, indien de uitkering van het partnerpensioen op jaarbasis, getoetst op het tijdstip van de scheiding, minder bedraagt dan het op grond van artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, vastgestelde bedrag per jaar en de gewezen partner hiermee instemt.
Artikel 31. Bevoegdheid tot afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 32. Waardeoverdracht bij wisseling
Artikel 34. Waardeoverdracht bij bereiken pensioendatum
2
Artikel 88 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien de in het eerste lid van genoemd artikel bedoelde pensioendatum is gelegen na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 35. Collectieve waardeoverdracht op verzoek
1
Artikel 83 van de Pensioenwet is van toepassing indien het verzoek van de werkgever, bedoeld in het eerste lid van genoemd artikel, wordt gedaan na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
2
Artikel 91 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien het verzoek van de beroepspensioenvereniging, bedoeld in het eerste lid van genoemd artikel, wordt gedaan na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 36. Collectieve waardeoverdracht bij liquidatie pensioenuitvoerder
Artikel 37. Waardeoverdracht aan een pensioeninstelling of verzekeraar uit andere lidstaat
Artikel 38. Waardeoverdracht aan Europese Gemeenschap of aangewezen instelling
2
Artikel 94 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien de verwerving van pensioenaanspraken bij een van de Europese Gemeenschappen begint na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 39. Waardeoverdracht aan andere instelling
2
Artikel 95 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, is van toepassing indien een verzoek, bedoeld in het eerste lid van genoemd artikel, wordt gedaan na de datum van inwerkingtreding van genoemd artikel.
Artikel 40. Bevoegdheid waardeoverdracht bij wisseling
Artikel 41. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling of verzekeraar uit een andere lidstaat bij bereiken pensioendatum
Artikel 42. Collectieve waardeoverdracht naar pensioeninstelling of verzekeraar in een andere lidstaat
Artikel 43. Verplichting tot medewerking aan inbreng van waarde
Artikel 43a. Bevoegdheid tot medewerking aan inbreng van waarde
Artikel 44. Voorwaardelijke toeslagverlening
Artikel 45. Samenstelling bestuur pensioenfonds
[Vervallen per 07-08-2013]
Artikel 45a. Raadpleging pensioengerechtigden
[Vervallen per 07-08-2013]
Artikel 46. Statuten
[Vervallen per 07-08-2013]
Artikel 47. Verbod instemmingsrecht
[Vervallen per 07-08-2013]
Artikel 48. Vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds
Indien een werkgever zich uiterlijk op de peildatum heeft aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds, blijft deze aansluiting in stand, ook als niet wordt voldaan aan de in artikel 121 van de Pensioenwet genoemde voorwaarden.
Artikel 48a. Solvabiliteitsvrijval
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 48b. Minimaal vereist eigen vermogen
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 49. Eisen ten aanzien van beleggingen
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 49a. Parameters
[Vervallen per 01-01-2015]
Artikel 50. Jaarverslag
[Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 51. Jaarrekening of verantwoording
[Vervallen per 01-01-2013]
4 De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van deze wet, onder toepassing van het voor de inwerkingtreding van deze wet geldende recht, een aanwijzing geven met betrekking tot een, voor de inwerkingtreding van deze wet, begane overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
4 De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van deze wet besluiten een of meer personen als curator ten aanzien van alle of bepaalde organen van een beroepspensioenfonds te benoemen nadat door een beroepspensioenfonds binnen de gestelde termijn niet of niet volledig gevolg is gegeven aan een aanwijzing op grond van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 54. Bewindvoerder
Artikel 55. Last onder dwangsom en bestuurlijke boete
6 De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van deze wet tot drie jaar na de dag waarop een overtreding is begaan een last onder dwangsom of een boete opleggen terzake van overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 56. Openbaarmaking
Artikel 63. Behoud aanspraak op pensioen bij beëindiging deelneming
1 In afwijking van artikel 2 blijven de artikelen 1, eerste lid, onderdeel g, en 8, tweede, derde en vierde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds, zoals deze luidden op 31 december 1999, van toepassing ten aanzien van pensioenuitvoerders die aan die bepalingen voordien toepassing gaven, en wel in de gevallen en gedurende de termijn die daarvoor al waren vastgesteld, doch in elk geval niet langer dan gedurende tien jaar na 1 januari 2000 en met dien verstande dat de financiering ingevolge die bepalingen ten minste in gelijke delen per kalenderjaar plaatsvindt.
2 De Nederlandsche Bank N.V. kan toestaan dat, in afwijking van het eerste lid, een pensioenuitvoerder gedurende een langere periode dan daar bedoeld, maar niet langer dan gedurende vijftien jaar, toepassing geeft aan de daar genoemde bepalingen, voor zover dat noodzakelijk is ter voorkoming van onaanvaardbare financiële gevolgen voor het betrokken pensioenfonds of de betrokken werkgever.
Artikel 64. Uitzondering plicht op waardeoverdracht uitstelfinancieringsfondsen
1 Indien een overdragend pensioenfonds een pensioenuitvoerder is als bedoeld in artikel 63 van deze wet, geldt in afwijking van artikel 72, onderdeel a, van de Pensioenwet geen plicht tot waardeoverdracht indien de financiele toestand van het pensioenfonds dat naar het oordeel van De Nederlandsche Bank N.V. niet toelaat.
4 De plicht tot waardeoverdracht van het overdragende beroepspensioenfonds herleeft overeenkomstig artikel 85 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals dat komt te luiden na de datum van inwerkingtreding van deze wet, wanneer de financiele toestand van het beroepspensioenfonds dat naar het oordeel van De Nederlandsche Bank N.V. op een later tijdstip wel toelaat.
Artikel 65. Pensioen in het kader van het Sociaal Akkoord 2004
Artikel 66. Overgangsrecht in verband met afkoop prepensioen
1 Een pensioenuitvoerder is bevoegd de pensioenaanspraken, opgebouwd ten behoeve van pensioen in de periode voorafgaand aan de datum waarop de deelnemer of gewezen deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt, af te kopen, mits het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot afkoop uiterlijk binnen twee maanden na het ontvangen van de in artikel 17, zesde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde opgave wordt gedaan en mits de afkoopsom:
Artikel 67. Goede invoering
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de goede invoering van de Pensioenwet en deze wet regels worden gesteld waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens voornoemde wet of deze wet.
Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen
Als de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of het bedrijf van schadeverzekeraar wordt niet beschouwd:
a. het sluiten of afwikkelen van levensverzekeringen onderscheidenlijk schadeverzekeringen voor eigen rekening door bijdragende ondernemingen in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, of pensioeninstellingen die voor eigen rekening geen andere levensverzekeringen of schadeverzekeringen sluiten of afwikkelen dan die welke dienen ter uitvoering van toezeggingen als bedoeld in artikel 19; en
b. het handelen van een ondernemingsspaarfonds in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, ter uitvoering van een door een werkgever getroffen regeling tot sparen voor een uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening zolang sprake is van een spaarfonds als bedoeld in artikel 5.
[Red: Wijzigt de Pensioenwet.]
[Red: Wijzigt de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht.]
[Red: Wijzigt de Wet verplichte beroepspensioenregeling.]
[Red: Wijzigt de Wet verplichte beroepspensioenregeling.]
Artikel 95a. Bepalingen in verband met inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer
[Red: Wijzigt de Pensioenwet.]
Artikel 95b. Bepalingen in verband met inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Mededingingswet als gevolg van evaluatie van die wet
[Red: Wijzigt de Mededingingswet.]
2 De Wet op het financieel toezicht is, met uitzondering van het Algemeen Deel en het Deel Gedragstoezicht financiële markten, niet van toepassing zolang sprake is van spaarfondsen als bedoeld in artikel 5 en van:
a. het verlenen van financiële diensten door ondernemingsspaarfondsen voorzover zij die financiële diensten verlenen aan de onderneming waarmee zij zijn verbonden; en
b. het beheren van individuele vermogens ten behoeve van ondernemingsspaarfondsen als bedoeld in onderdeel a of daaraan gelieerde fondsen door personen die zijn verbonden aan het fonds waaraan deze financiële dienst wordt verleend.
Artikel 97. Inwerkingtreding
Deze wet wordt aangehaald als: Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet.