Regeling inburgering

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 23-04-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2020.
Geldend van 01-10-2020 t/m 09-03-2021

Wetstechnische informatie voor Artikel 3.2

Informatie geldend op 01-10-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die betrekking hebben op dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Regeling inburgering
    Artikel: 2.4

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

Verwijzingen naar Hoofdstuk 3

  1. Regeling naturalisatietoets Nederland
    Artikel 2

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(geldig op 01-10-2020)

Opmerking

- Geen opmerking -

Ontstaansbron Inwerkingtreding
Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kenmerk Ondertekening Bekendmaking Opmerking
01-01-2022 Intrekking-regeling 13-08-2021 Stcrt. 2021, 38863 2021-0000130089 30-11-2021 Stb. 2021, 586 Alg. 1, Inwtr. 2
01-01-2013 Wijziging 13-12-2012 Stcrt. 2012, 26740 I&S/2012/17936 13-12-2012
samen met
14-05-2013
Stcrt. 2012, 26740
samen met
Stcrt. 2013, 13217
Inwtr. 3
01-01-2007 Nieuwe-regeling 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244 5456790/06 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244

Opmerkingen

  1. Artikel 12.2 van Stcrt. 2021/38863 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.1)
  2. Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet inburgering 2021 in werking treedt.2)
  3. Hoofdstuk 3, zoals het luidde op 31 december 2012, blijft van toepassing tot en met 31 december 2014 op personen die van de mogelijkheid bedoeld in het tweede lid gebruikmaken met dien verstande dat:
    a. de bijlage behorende bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012, wordt vervangen door de bijlage 6 behorende bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012, zoals gepubliceerd in Stcrt. 2012/26740;
    b. het examengeld in die gevallen bedraagt:
    1°. € 110’ voor het praktijkdeel, bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit inburgering ,zoals dat luidde op 31 december 2012;
    2°. € 40’ voor het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012;
    3°. € 60’ voor de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012;
    4°. € 40’ voor het examen kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, zoals dat luidde op 31 december 2012.3)
Naar boven